De lidstaten van de Raad van Europa en de andere Staten die deze Overeenkomst hebben
ondertekend,
Overwegende dat het doel van de Raad van Europa is het tot stand brengen van een grotere
eenheid tussen zijn leden;
Overtuigd van de noodzaak een gezamenlijk strafrechtelijk beleid te voeren dat is
gericht op de bescherming van de maatschappij;
Overwegende dat de bestrijding van de zware criminaliteit, die in toenemende mate
een internationaal probleem wordt, het gebruik van moderne en doeltreffende methoden
vergt op internationaal niveau;
In de mening dat een van die methoden behelst de daders de opbrengsten van misdrijven
te ontnemen;
Overwegende dat voor de verwezenlijking van die doelstelling tevens een goed werkend
systeem van internationale samenwerking zal moeten worden opgezet;
zijn het volgende overeengekomen: