De Bondsrepubliek Duitsland,
het Koninkrijk België,
het Groothertogdom Luxemburg,
het Koninkrijk der Nederlanden,
hierna genoemd „de Nationale Overeenkomstsluitende Partijen”, enerzijds,
en de Europese Organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart (EUROCONTROL),
hierna genoemd „de Organisatie”, anderzijds,
Overwegende dat de Permanente Commissie voor de veiligheid van de luchtvaart van de
Organisatie (hierna genoemd „de Commissie”) op voorstel van de Nationale Overeenkomstsluitende
Partijen overeenkomstig Bijlage 3 van het op 12 februari 1981 te Brussel ondertekende
Protocol tot wijziging van het Internationaal Verdrag tot samenwerking in het belang
van de veiligheid van de luchtvaart „EUROCONTROL” van 13 december 1960, (hierna genoemd
„het Protocol”) een regeling inzake de toekomst van het Luchtverkeersleidingscentrum
Maastricht, (hierna genoemd „het Centrum Maastricht”) heeft aanvaard, en tot toepassing
ervan zal besluiten,
Overwegende dat het Centrum Maastricht gehandhaafd zal worden als EUROCONTROL-instelling
ten einde voor de Organisatie de essentiële schakel te vormen tussen de verplichte
taken die voorzien zijn in artikel 2, lid 1, van het in 1981 te Brussel gewijzigde Verdrag EUROCONTROL (hierna genoemd „het gewijzigd Verdrag”) en de feitelijke verlening van luchtverkeersdiensten,
waardoor de Organisatie haar technische en operationele vaardigheid op het stuk van
de luchtverkeersdiensten kan behouden en ontwikkelen,
Overwegende dat deze regeling beantwoordt aan de wens van de Nationale Overeenkomstsluitende
Partijen, de Organisatie namens de Nationale Overeenkomstsluitende Partijen en overeenkomstig
de bepalingen van het gewijzigd Verdrag, inzonderheid de artikelen 2.2(b) en 12, te belasten met de terbeschikkingstelling en exploitatie van de installaties en
diensten voor het luchtverkeer,
Zijn overeengekomen als volgt: