Overeenkomst inzake een uitgebreide politieke regeling van het Kambodjaconflict, Parijs, 23-10-1991

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 08-04-1993 t/m heden

Overeenkomst inzake een uitgebreide politieke regeling van het Kambodjaconflict

Authentiek : NL

Overeenkomst inzake een uitgebreide politieke regeling van het Kambodja-conflict

De Staten die deelnemen aan de Conferentie van Parijs inzake Kambodja, te weten Australië, Brunei Darussalam, Canada, de Volksrepubliek China, de Republiek der Filipijnen, de Franse Republiek, de Republiek India, de Republiek Indonesië, Japan, de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië, Kambodja, de Democratische Volksrepubliek Laos, Maleisië, de Republiek Singapore, het Koninkrijk Thailand, de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Verenigde Staten van Amerika en de Socialistische Republiek Vietnam,

In aanwezigheid van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties,

Met het oog op de handhaving, bescherming en verdediging van de soevereiniteit, onafhankelijkheid, territoriale integriteit en onschendbaarheid, neutraliteit en nationale eenheid van Kambodja,

Geleid door de wens de vrede in Kambodja te herstellen en te handhaven, de nationale verzoening te bevorderen en de uitoefening van het recht op zelfbeschikking van het Kambodjaanse volk door middel van vrije en eerlijke verkiezingen te waarborgen,

Ervan overtuigd dat alleen een uitgebreide politieke regeling van het Kambodja-conflict rechtvaardig en duurzaam zal zijn en zal bijdragen aan de regionale en internationale vrede en veiligheid,

Verheugd over het Kaderdocument van 28 augustus 1990, dat door de Kambodjaanse Partijen in zijn geheel werd aanvaard als grondslag voor de regeling van het Kambodja-conflict en dat daarna unaniem werd goedgekeurd in resolutie 668 (1990) van 20 september 1990 van de Veiligheidsraad en resolutie 45/3 van 15 oktober 1990 van de Algemene Vergadering,

Wijzend op de oprichting in Jakarta op 10 september 1990 van de Hoge Nationale Raad van Kambodja als het enige wettige orgaan en de bron van gezag in Kambodja waarin, gedurende de overgangsperiode, de nationale soevereiniteit en eenheid zijn belichaamd en die Kambodja naar buiten toe vertegenwoordigt,

Verheugd over de unanieme verkiezing, in Beijing op 17 juli 1991, van Z.K.H. Prins Norodom Sihanouk tot Voorzitter van de Hoge Nationale Raad,

Erkennend dat een grotere rol van de Verenigde Naties de instelling vergt van een Overgangsautoriteit van de Verenigde Naties in Kambodja (UNTAC) met een civiele en een militaire afdeling, die zal handelen met volledige eerbiediging van de nationale soevereiniteit van Kambodja,

Wijzend op de verklaringen afgelegd aan het slot van de bijeenkomsten gehouden te Jakarta op 9-10 september 1990, Parijs op 21-23 december 1990, Pattaya op 24-26 juni 1991, Beijing op 16-17 juli 1991, Pattaya op 26-29 augustus 1991 en tevens op de bijeenkomsten gehouden te Jakarta op 4-6 juni 1991 en New York op 19 september 1991,

Verheugd over resolutie 717 (1991) van 16 oktober 1991 inzake Kambodja van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,

Erkennend dat de tragische recente geschiedenis van Kambodja bijzondere maatregelen vergt om de bescherming van de rechten van de mens en het niet terugkeren tot het beleid en de praktijken uit het verleden te verzekeren,

Zijn als volgt overeengekomen:

DEEL I. REGELINGEN TIJDENS DE OVERGANGSPERIODE

TITEL I. OVERGANGSPERIODE

Artikel 1

Voor de toepassing van deze Overeenkomst vangt de overgangsperiode aan bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst en eindigt zij wanneer de door middel van vrije en eerlijke verkiezingen, georganiseerd en als zodanig aangemerkt door de Verenigde Naties, gekozen grondwetgevende vergadering de grondwet heeft goedgekeurd en zich heeft omgevormd in een wetgevende vergadering en daarna een nieuwe regering tot stand is gekomen.

TITEL II. OVERGANGSAUTORITEIT VAN DE VERENIGDE NATIES IN KAMBODJA

Artikel 2

  • 1 De Ondertekenaars verzoeken de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een Overgangsautoriteit van de Verenigde Naties in Kambodja (hierna te noemen „UNTAC”) in te stellen, met een civiele en een militaire afdeling, onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Hiertoe wijst de Secretaris-Generaal een Speciale Vertegenwoordiger aan die namens hem optreedt.

  • 2 De Ondertekenaars verzoeken de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties voorts de UNTAC het in deze Overeenkomst vervatte mandaat te verstrekken en de uitvoering daarvan voortdurend te toetsen aan de hand van door de Secretaris-Generaal overgelegde periodieke verslagen.

TITEL III. HOGE NATIONALE RAAD

Artikel 3

De Hoge Nationale Raad (hierna te noemen „de HNR”) is het enige wettige orgaan en de bron van gezag waarin gedurende de overgangsperiode de soevereiniteit, onafhankelijkheid en eenheid van Kambodja zijn belichaamd.

Artikel 4

De leden van de HNR zijn verplicht tot het houden van vrije en eerlijke verkiezingen, georganiseerd en geleid door de Verenigde Naties, als grondslag voor de vorming van een nieuwe en wettige Regering.

Artikel 5

Gedurende de overgangsperiode vertegenwoordigt de HNR Kambodja naar buiten en bezet hij de zetel van Kambodja bij de Verenigde Naties, de gespecialiseerde organisaties van de Verenigde Naties en bij andere internationale instellingen en internationale conferenties.

Artikel 6

De HNR delegeert hierbij aan de Verenigde Naties alle bevoegdheden nodig ter waarborging van de uitvoering van deze Overeenkomst zoals beschreven in Bijlage 1.

Ter waarborging van een neutraal politiek klimaat waarin vrije en eerlijke algemene verkiezingen mogelijk zijn, worden bestuurlijke organen, lichamen en diensten die de uitslag van de verkiezingen rechtstreeks zouden kunnen beïnvloeden onder rechtstreeks toezicht of rechtstreekse controle van de Verenigde Naties geplaatst. In dit verband wordt bijzondere aandacht geschonken aan buitenlandse zaken, landsverdediging, financiën, openbare veiligheid en voorlichting. Het belang van deze aangelegenheden in aanmerking genomen dient de UNTAC de noodzakelijke controle uit te oefenen om de strikte neutraliteit van de ter zake verantwoordelijke lichamen te waarborgen. In overleg met de HNR bepaalt de Organisatie van de Verenigde Naties welke organen, lichamen en diensten kunnen blijven functioneren om het normale dagelijkse leven in het land te verzekeren.

Artikel 7

De betrekkingen tussen de HNR, de UNTAC en de bestaande bestuurlijke structuren zijn uiteengezet in Bijlage 1.

TITEL IV. TERUGTREKKING VAN BUITENLANDSE STRIJDKRACHTEN EN VERIFICATIE DAARVAN

Artikel 8

Onmiddellijk na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst worden alle in Kambodja verblijvende buitenlandse strijdkrachten, adviseurs en militair personeel, te zamen met hun wapens, munitie en uitrusting teruggetrokken uit Kambodja en keren zij daar niet terug. Deze terugtrekking en het niet terugkeren zijn onderworpen aan verificatie door de UNTAC overeenkomstig Bijlage 2.

TITEL V. STAAKT-HET-VUREN EN BEËINDIGING VAN BUITENLANDSE MILITAIRE HULP

Artikel 9

Het staakt-het-vuren gaat in op het tijdstip van inwerkingtreding van deze Overeenkomst. Alle strijdkrachten trekken zich onmiddellijk terug en onthouden zich van alle vijandelijkheden en van elke inzet, beweging of actie die het grondgebied dat zij beheersen zou uitbreiden of die zou kunnen leiden tot hernieuwde gevechten.

De Ondertekenaars nodigen hierbij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties uit om de Secretaris-Generaal te verzoeken goede diensten aan te bieden ter begeleiding van dit proces totdat de militaire afdeling van de UNTAC in staat is daarop toezicht uit te oefenen en het te controleren en verifiëren.

Artikel 10

Bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt alle buitenlandse militaire hulp aan alle Partijen in Kambodja onmiddellijk beëindigd.

Artikel 11

De militaire regelingen gedurende de overgangsperiode hebben ten doel de veiligheidssituatie te stabiliseren en vertrouwen tussen de partijen bij het conflict te kweken, zodat de doelstellingen van deze Overeenkomst worden versterkt en het gevaar van een terugkeer naar de oorlogstoestand wordt vermeden.

Uitvoerige bepalingen betreffende het toezicht, de controle en de verificatie door de UNTAC van het staakt-het-vuren en daarmede samenhangende maatregelen, met inbegrip van de verificatie van de terugtrekking van buitenlandse strijdkrachten en de hergroepering, overbrenging naar verzamelplaatsen en uiteindelijke bestemming van alle Kambodjaanse strijdkrachten en hun wapens gedurende de overgangsperiode, zijn uiteengezet in Bijlage 1, titel C, en Bijlage 2.

DEEL II. VERKIEZINGEN

Artikel 12

Het Kambodjaanse volk heeft het recht zijn eigen politieke toekomst te bepalen door middel van de vrije en eerlijke verkiezing van een grondwetgevende vergadering, die een nieuwe Kambodjaanse Grondwet zal opstellen en goedkeuren overeenkomstig artikel 23 en zich zal omvormen in een wetgevende vergadering die de nieuwe Kambodjaanse Regering zal vormen. Deze verkiezingen worden gehouden onder auspiciën van de Verenigde Naties in een neutraal politiek klimaat met volledige eerbiediging van de nationale soevereiniteit van Kambodja.

Artikel 13

De UNTAC is verantwoordelijk voor het organiseren en leiden van deze verkiezingen, gebaseerd op de bepalingen van Bijlage 1, titel D, en Bijlage 3.

Artikel 14

Alle Ondertekenaars verplichten zich tot eerbiediging van de uitslag van deze verkiezingen zodra deze door de Verenigde Naties als vrij en eerlijk zijn aangemerkt.

DEEL III. RECHTEN VAN DE MENS

Artikel 15

  • 1 Alle personen in Kambodja en alle Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden genieten de rechten en vrijheden neergelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere toepasselijke internationale documenten inzake de rechten van de mens.

  • 2 Hiertoe

    • a. verplicht Kambodja zich ertoe:

      • - de eerbiediging en inachtneming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden in Kambodja te waarborgen;

      • - het recht van alle Kambodjaanse burgers te steunen om activiteiten te ondernemen waardoor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden worden uitgedragen en beschermd;

      • - doeltreffende maatregelen te nemen om te waarborgen dat het beleid en de praktijken uit het verleden nooit zullen worden toegestaan terug te keren;

      • - zich te houden aan de desbetreffende internationale documenten inzake de rechten van de mens;

    • b. verplichten de andere Ondertekenaars van deze Overeenkomst zich ertoe de eerbiediging en inachtneming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden in Kambodja zoals vervat in de desbetreffende internationale akten en resoluties van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties te bevorderen en aan te moedigen ten einde, met name, te voorkomen dat zich opnieuw schendingen van de rechten van de mens zullen voordoen.

Artikel 16

De UNTAC is gedurende de overgangsperiode verantwoordelijk voor het kweken van een klimaat waarin de eerbiediging van de rechten van de mens wordt gewaarborgd, gebaseerd op de bepalingen van Bijlage 1, titel E.

Artikel 17

Na het einde van de overgangsperiode dient de Commissie van de Verenigde Naties voor de Rechten van de Mens de situatie, in Kambodja, inzake de rechten van de mens nauwlettend te blijven volgen, onder meer door indien nodig een Speciale Rapporteur te benoemen, die jaarlijks verslag van zijn bevindingen uitbrengt aan de Commissie en de Algemene Vergadering.

DEEL IV. INTERNATIONALE WAARBORGEN

Artikel 18

Kambodja verplicht zich tot de handhaving, bescherming en verdediging en de andere Ondertekenaars verplichten zich tot de erkenning en eerbiediging van de soevereiniteit, onafhankelijkheid, territoriale integriteit en onschendbaarheid, neutraliteit en nationale eenheid van Kambodja, zoals uiteengezet in een afzonderlijke overeenkomst.

DEEL V. VLUCHTELINGEN EN ONTHEEMDEN

Artikel 19

Bij inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt alles in het werk gesteld om in Kambodja de politieke, economische en sociale voorwaarden te scheppen die bevorderlijk zijn voor de vrijwillige terugkeer en harmonische integratie van Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden.

Artikel 20

  • 1 Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden die zich buiten Kambodja bevinden, hebben het recht naar Kambodja terug te keren en in veiligheid en waardigheid te leven, vrij van intimidatie of dwang van welke aard ook.

  • 2 De Ondertekenaars verzoeken de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties om de veilige en waardige repatriëring van Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden te vergemakkelijken als integrerend onderdeel van de uitgebreide politieke regeling en onder het algemene gezag van de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal overeenkomstig de richtlijnen en beginselen inzake de repatriëring van vluchtelingen en ontheemden zoals uiteengezet in Bijlage 4.

DEEL VI. VRIJLATING VAN KRIJGSGEVANGENEN EN GEÏNTERNEERDE BURGERS

Artikel 21

De vrijlating van alle krijgsgevangenen en geïnterneerde burgers geschiedt zo spoedig mogelijk onder leiding van het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) in coördinatie met de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal, voorzover nodig met bijstand van andere op dit terrein werkzame internationale humanitaire organisaties en de Ondertekenaars.

Artikel 22

De uitdrukking „geïnterneerde burgers” omvat alle personen die geen krijgsgevangenen zijn en die, omdat zij op enigerlei wijze hebben deelgenomen aan de gewapende of politieke strijd, op grond van hun deelneming door een van de partijen zijn gearresteerd of gevangengezet.

DEEL VII. BEGINSELEN VOOR EEN NIEUWE GRONDWET VOOR CAMBODJA

Artikel 23

De grondbeginselen, met inbegrip van die betreffende de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, alsmede betreffende de neutraliteit van Kambodja, die zullen worden opgenomen in de nieuwe Kambodjaanse Grondwet, zijn uiteengezet in Bijlage 5.

DEEL VIII. HERSTEL EN WEDEROPBOUW

Artikel 24

De Ondertekenaars dringen er bij de internationale gemeenschap op aan om economische en financiële steun te verstrekken voor het herstel en de wederopbouw van Kambodja, zoals bepaald in een afzonderlijke verklaring.

DEEL IX. SLOTBEPALINGEN

Artikel 25

De Ondertekenaars lossen te goeder trouw en in een geest van samenwerking langs vreedzame weg alle geschillen op ten aanzien van de toepassing van deze Overeenkomst.

Artikel 26

De Ondertekenaars verzoeken andere Staten, internationale organisaties en andere lichamen mede te werken aan en te helpen bij de toepassing van deze Overeenkomst en de vervulling van haar mandaat door de UNTAC.

Artikel 27

De Ondertekenaars verlenen de Verenigde Naties hun volle medewerking ter waarborging van de uitvoering van haar mandaat, met inbegrip van de toekenning van voorrechten en immuniteiten, en door de vrijheid van verkeer en communicatie binnen en via hun onderscheiden grondgebieden te vergemakkelijken.

Bij de uitvoering van haar mandaat eerbiedigt de UNTAC naar behoren de soevereiniteit van alle nabuurstaten van Kambodja.

Artikel 28

  • 1 De Ondertekenaars komen alle in deze Overeenkomst aangegane verplichtingen te goeder trouw na en verlenen volle medewerking aan de Verenigde Naties, met inbegrip van het verstrekken van de informatie die de UNTAC nodig heeft voor de vervulling van haar mandaat.

  • 2 De ondertekening namens Kambodja door de leden van de HNR bindt alle Kambodjaanse Partijen en strijdkrachten aan de bepalingen van deze Overeenkomst.

Artikel 29

Onverminderd de prerogatieven van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en op verzoek van de Secretaris-Generaal zullen de twee co-voorzitters van de Conferentie van Parijs inzake Kambodja, in geval van een schending of dreiging van schending van deze Overeenkomst onmiddellijk passend overleg plegen, onder meer met leden van de Conferentie van Parijs inzake Kambodja, ten einde passende stappen te ondernemen om de eerbiediging van deze verplichtingen te waarborgen.

Artikel 31

Deze Overeenkomst staat open voor toetreding door alle Staten. De akten van toetreding dienen te worden nedergelegd bij de Regering van de Franse Republiek en de Regering van de Republiek Indonesië. Voor elke Staat die tot de Overeenkomst toetreedt, treedt deze in werking op de datum van nederlegging van zijn akte van toetreding. Toetredende Staten zijn gebonden aan dezelfde verplichtingen als de Ondertekenaars.

Artikel 32

De oorspronkelijke exemplaren van deze Overeenkomst, waarvan de Chinese, de Engelse, de Franse, de Khmerse en de Russische tekst gelijkelijk authentiek zijn, worden nedergelegd bij de Regering van de Franse Republiek en de Regering van de Republiek Indonesië, die voor eensluidend gewaarmerkte afschriften doen toekomen aan de Regeringen van de andere Staten die deelnemen aan de Conferentie van Parijs inzake Kambodja, alsmede aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekenende gevolmachtigden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Parijs, drieëntwintig oktober negentienhonderd eenennegentig.

(Voor de ondertekeningen, zie blz. 20 van dit Tractatenblad)

Bijlage 1. Mandaat van de UNTAC

Titel A. Algemene procedures

  • 1. Overeenkomstig artikel 6 van de Overeenkomst oefent de UNTAC bevoegdheden uit nodig om de toepassing van deze Overeenkomst te waarborgen, met inbegrip van de bevoegdheden betreffende het organiseren en leiden van vrije en eerlijke verkiezingen en de desbetreffende aspecten van het bestuur in Kambodja.

  • 2. Er wordt de volgende procedure gehanteerd om alle geschillen betreffende de toepassing van deze Overeenkomst die zich kunnen voordoen tussen de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal en de Hoge Nationale Raad (HNR) op te lossen:

    • a. De HNR geeft advies aan de UNTAC, die het advies opvolgt mits er onder de leden van de HNR concensus heerst en mits dit advies in overeenstemming is met de doelstellingen van deze Overeenkomst;

    • b. Indien er geen consensus onder de leden van de HNR heerst, ondanks alle pogingen van zijn Voorzitter, Z.K.H. Samdech Norodom Sihanouk, om deze te bereiken, is de Voorzitter gerechtigd te beslissen welk advies de UNTAC moet worden gegeven, ten volle rekening houdend met de in de HNR naar voren gebrachte opvattingen. De UNTAC volgt het advies op, mits het in overeenstemming is met de doelstellingen van deze Overeenkomst;

    • c. Indien Z.K.H. Samdech Norodom Sihanouk, Voorzitter van de HNR, de wettige vertegenwoordiger van de Kambodjaanse soevereiniteit, om enigerlei reden niet in staat is een beslissing te nemen, gaat zijn beslissingsbevoegdheid over op de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal. De Speciale Vertegenwoordiger neemt de definitieve beslissing, ten volle rekening houdend met de in de HNR naar voren gebrachte opvattingen;

    • d. Alle door de Overeenkomst aan de HNR toegekende handelingsbevoegdheden betreffende de toepassing van deze Overeenkomst worden uitgeoefend bij consensus of, bij gebreke van consensus, door zijn Voorzitter in overeenstemming met de hierboven aangegeven procedure. Ingeval Z.K.H. Samdech Norodom Sihanouk, Voorzitter van de HNR, de wettige vertegenwoordiger van de Kambodjaanse soevereiniteit, om enigerlei reden niet in staat is te handelen, gaat zijn handelingsbevoegdheid over op de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal, die de noodzakelijke maatregelen neemt;

    • e. In alle gevallen bepaalt de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal of het advies of het handelen van de HNR in overeenstemming met deze Overeenkomst is.

  • 3. De Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal of zijn afgevaardigde wonen de bijeenkomsten bij van de HNR en van door de HNR in het leven te roepen ondergeschikte lichamen en verstrekt de leden daarvan alle noodzakelijke informatie omtrent de door de UNTAC genomen beslissingen.

Titel B. Burgerlijk bestuur

  • 1. In overeenstemming met artikel 6 van de Overeenkomst worden alle bestuurlijke organen, lichamen en diensten werkzaam op het terrein van buitenlandse zaken, landsverdediging, financiën, openbare veiligheid en voorlichting onder de rechtstreekse controle geplaatst van de UNTAC, die deze controle uitoefent voor zover nodig om strikte neutraliteit te waarborgen. In dit verband bepaalt de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal wat noodzakelijk is en kan hij de bovengenoemde bestuurlijke organen, lichamen en diensten richtlijnen geven. Deze richtlijnen kunnen worden gegeven aan en zijn bindend voor alle Kambodjaanse Partijen.

  • 2. In overeenstemming met artikel 6 van de Overeenkomst bepaalt de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal, in overleg met de HNR, welke andere bestuurlijke organen, lichamen en diensten de uitslag van de verkiezingen rechtstreeks zouden kunnen beïnvloeden. Deze bestuurlijke organen, lichamen en diensten worden onder rechtstreeks toezicht of rechtstreekse controle van de UNTAC geplaatst en nemen alle hun verstrekte richtsnoeren in acht.

  • 3. In overeenstemming met artikel 6 van de Overeenkomst geeft de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal, in overleg met de HNR aan, welke bestuurlijke organen, lichamen en diensten zouden kunnen blijven functioneren om het normale dagelijkse leven in Kambodja te verzekeren, indien nodig onder het door de UNTAC noodzakelijk geachte toezicht.

  • 4. In overeenstemming met artikel 6 van de Overeenkomst omvatten de bevoegdheden van de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal de bevoegdheid om:

    • a. Bij bestuurlijke organen, lichamen en diensten van alle Kambodjaanse Partijen personeelsleden van de Verenigde Naties te plaatsen, die onbeperkte toegang tot alle bestuurlijke werkzaamheden en informatie hebben;

    • b. De overplaatsing of verwijdering van personeelsleden van deze bestuurlijke organen, lichamen en diensten te verlangen.

  • 5.

    • a. Op basis van de in artikel I, derde lid, van Bijlage 2 bedoelde informatie bepaalt de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal, na overleg met de Kambodjaanse Partijen, de politiemacht die nodig is voor de rechtshandhaving in Kambodja. Alle Kambodjaanse Partijen verplichten zich hierbij ertoe de beslissing van de Speciale Vertegenwoordiger in acht te nemen;

    • b. De politiemacht is werkzaam onder het toezicht of de controle van de UNTAC ten einde te waarborgen dat recht en orde doeltreffend en onpartijdig worden gehandhaafd en dat de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ten volle worden beschermd. In overleg met de HNR oefent de UNTAC toezicht uit op de andere procedures voor rechtshandhaving en gerechtelijke procedures in geheel Kambodja voor zover nodig om het bereiken van deze doelstellingen te verzekeren.

  • 6. Indien de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal dit noodzakelijk acht, gaat de UNTAC, in overleg met de HNR, over tot het onderzoeken van klachten en beschuldigingen betreffende maatregelen van de bestaande administratieve structuren in Kambodja die onverenigbaar zijn met of afbreuk doen aan de doelstellingen van deze uitgebreide politieke regeling. De UNTAC is ook bevoegd op eigen initiatief tot zulk onderzoek over te gaan. De UNTAC neemt, wanneer nodig, passende corrigerende maatregelen.

Titel C. Militaire taken

  • 1. De UNTAC houdt toezicht op, controleert en verifieert de terugtrekking van buitenlandse strijdkrachten, het staakt-het-vuren en daarmede samenhangende maatregelen in overeenstemming met Bijlage 2, met inbegrip van:

    • a. De verificatie van de terugtrekking uit Kambodja van alle categorieën buitenlandse strijdkrachten, adviseurs en militair personeel en hun wapens, munitie en uitrusting en hun niet terugkeren naar Kambodja;

    • b. Het onderhouden van contacten met Regeringen van buurlanden over ontwikkelingen op of in de nabijheid van hun grondgebied die de toepassing van deze Overeenkomst in gevaar zouden kunnen brengen;

    • c. Controle op de beëindiging van buitenlandse militaire hulp aan alle Kambodjaanse Partijen;

    • d. Het opsporen en in beslag nemen van verborgen wapens en militaire voorraden in het gehele land;

    • e. Het helpen bij het opruimen van mijnen en het opzetten van opleidingsprogramma's voor het opruimen van mijnen en een programma inzake de bewustwording van het gevaar van mijnen onder de Kambodjaanse bevolking.

  • 2. De UNTAC houdt toezicht op de. hergroepering en de overbrenging naar speciaal daartoe aangewezen kampementen van alle strijdkrachten op basis van een in overeenstemming met Bijlage 2 overeen te komen operationeel tijdschema.

  • 3. Wanneer de strijdkrachten de kampementen binnenkomen, maakt de UNTAC een aanvang met de in Bijlage 2 aangegeven wapenbeheersing en -vermindering.

  • 4. De UNTAC onderneemt de noodzakelijke stappen betreffende de gefaseerde demobilisatie van de strijdkrachten van de partijen in overeenstemming met Bijlage 2.

  • 5. De UNTAC helpt, voor zover nodig, het Internationale Comité van het Rode Kruis bij de vrijlating van alle krijgsgevangenen en geïnterneerde burgers.

Titel D. Verkiezingen

  • 1. De UNTAC organiseert en leidt de verkiezingen bedoeld in Deel II van deze Overeenkomst in overeenstemming met deze Titel en Bijlage 3.

  • 2. De UNTAC kan overleg plegen met de HNR betreffende het organiseren en leiden van het verkiezingsproces.

  • 3. Bij de uitoefening van haar verantwoordelijkheden met betrekking tot het verkiezingsproces omvatten de specifieke bevoegdheden van de UNTAC het volgende:

    • a. De totstandbrenging, in overleg met de HNR, van een stelsel van wetten, procedures en bestuurlijke maatregelen nodig voor het houden van vrije en eerlijke verkiezingen in Kambodja, met inbegrip van het aannemen van een kieswet en een gedragscode ter regeling van de deelneming aan de verkiezing op een wijze die verenigbaar is met de eerbiediging van de rechten van de mens en waarbij dwang of financiële prikkels om de voorkeur van de kiezer te beïnvloeden worden verboden;

    • b. De schorsing of intrekking, in overleg met de HNR, van bepalingen in bestaande wetten die de verwezenlijking van de doelstellingen van deze Overeenkomst zouden kunnen verijdelen;

    • c. Het ontwerpen en uitvoeren van een voorlichtingsprogramma voor de kiezers, dat alle aspecten van de verkiezingen bestrijkt, ter ondersteuning van het verkiezingsproces;

    • d. Het ontwerpen en toepassen van een stelsel voor de registratie van kiezers, als eerste fase van het verkiezingsproces, om te waarborgen dat kiesgerechtigden de mogelijkheid hebben zich te laten registreren, en vervolgens de opstelling van geverifieerde kiesregisters;

    • e. Het ontwerpen en toepassen van een stelsel voor de registratie van politieke partijen en lijsten van kandidaten;

    • f. Het verzekeren van billijke toegang tot de media, waaronder pers, televisie en radio, voor alle politieke partijen die aan de verkiezingen deelnemen;

    • g. Het aannemen en uitvoeren van maatregelen tot controle en vergemakkelijking van de deelneming van Kambodjanen aan de verkiezingen, de politieke campagne en de stemprocedures;

    • h. Het ontwerpen en toepassen van een stelsel voor het uitbrengen en registreren van de stemmen, om te waarborgen dat geregistreerde kiezers de kans hebben hun stem uit te brengen;

    • i. Het tot stand brengen, in overleg met de HNR, van gecoördineerde regelingen ter vergemakkelijking van de aanwezigheid van buitenlandse waarnemers die de campagne en het uitbrengen van stemmen wensen bij te wonen;

    • j. De algemene leiding inzake de registratie en telling van de stemmen;

    • k. Het kennis nemen en onderzoeken van klachten inzake onregelmatigheden bij de verkiezingen en het nemen van passende corrigerende maatregelen;

    • l. Het bepalen of de verkiezingen al dan niet vrij en eerlijk waren en, indien zij vrij en eerlijk waren, de officiële vaststelling van de lijst van naar behoren verkozen personen.

  • 4. Bij de uitoefening van haar verantwoordelijkheden ingevolge deze Titel stelt de UNTAC een stelsel van waarborgen in, met behulp waarvan zij de afwezigheid van fraude tijdens het verkiezingsproces kan verzekeren; dit stelsel omvat regelingen op grond waarvan Kambodjaanse vertegenwoordigers de procedures voor registratie van kiezers en stemmen kunnen controleren en voorziet in een UNTAC-regeling voor het horen van klachten en het nemen van beslissingen ter zake.

  • 5. Het tijdschema voor de verschillende fasen van het verkiezingsproces wordt bepaald door de UNTAC, in overleg met de HNR zoals bepaald in paragraaf 2 van deze Titel. De duur van het verkiezingsproces mag niet langer zijn dan negen maanden te rekenen vanaf het begin van de registratie van kiesgerechtigden.

  • 6. Bij het organiseren en leiden van het verkiezingsproces doet de UNTAC alles wat in haar vermogen ligt om te waarborgen dat het aangenomen stelsel en de aangenomen procedures absoluut onpartijdig zijn, en dat de praktische regelingen zo administratief eenvoudig en doelmatig mogelijk zijn.

Titel E. Rechten van de mens

Overeenkomstig artikel 16 treft de UNTAC regelingen voor:

  • a. De ontwikkeling en uitvoering van een voorlichtingsprogramma inzake de rechten van de mens ten einde de eerbiediging van en het begrip voor de rechten van de mens te bevorderen;

  • b. Algemeen toezicht ter zake van de rechten van de mens gedurende de overgangsperiode;

  • c. Het onderzoek van klachten op het gebied van de rechten van de mens en, indien nodig, het nemen van corrigerende maatregelen.

Bijlage 2. Terugtrekking, staakt-het-vuren en daarmede samenhangende maatregelen

Artikel 1. Staakt-het-vuren

  • 1 Alle Kambodjaanse Partijen (hierna te noemen ”de Partijen”) komen overeen een algemeen staakt-het-vuren te land, te water en in de lucht in acht te nemen. Dit staakt-het-vuren wordt uitgevoerd in twee fasen. Tijdens de eerste fase wordt het staakt-het-vuren in acht genomen met behulp van de goede diensten van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Tijdens de tweede fase, die zo spoedig mogelijk dient aan te vangen, berusten het toezicht en de controle op en de verificatie van het staakt-het-vuren bij de UNTAC. De Bevelhebber van de militaire afdeling van de UNTAC bepaalt, in overleg met de Partijen, het precieze tijdstip en de datum waarop de tweede fase aanvangt. Deze datum wordt vastgesteld ten minste vier weken voordat de tweede fase ingaat.

  • 2 De Partijen verplichten zich ertoe dat zij bij het ondertekenen van deze Overeenkomst een staakt-het-vuren in acht zullen nemen en hun strijdkrachten zullen bevelen zich onmiddellijk terug te trekken en zich te onthouden van alle vijandelijkheden en elke inzet, beweging of actie die het grondgebied dat zij beheersen zou uitbreiden of die zou kunnen leiden tot een hervatting van de gevechten, zulks in afwachting van de aanvang van de tweede fase. Overeengekomen wordt dat onder „strijdkrachten” wordt verstaan alle gewone en provinciale strijdkrachten, districtsstrijdkrachten, paramilitaire troepen en hulptroepen. Gedurende de eerste fase biedt de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties de Partijen zijn goede diensten aan om hun te helpen bij de inachtneming van het staakt-het-vuren. De Partijen verplichten zich tot samenwerking met de Secretaris-Generaal of zijn vertegenwoordigers bij de verlening van zijn goede diensten ter zake.

  • 3 De Partijen komen overeen dat onmiddellijk na het ondertekenen van deze Overeenkomst de volgende informatie aan de Verenigde Naties zal worden verstrekt:

    • a. De totale sterkte van hun strijdkrachten, de organisatie, het precieze aantal en de plaats van inzet in of buiten Kambodja. De plaatsen van inzet worden aangegeven op een kaart waarop de plaatsen zijn aangeduid van alle legerposities, al dan niet bezet, met inbegrip van uitvalbases, bevoorradingsbases en bevoorradingsroutes;

    • b. Uitgebreide lijsten van wapens, munitie en uitrusting in het bezit van hun strijdkrachten en de precieze plaatsen waar deze wapens, munitie en uitrusting zijn ingezet;

    • c. Een uitvoerig overzicht van hun mijnenvelden, met inbegrip van de soorten en kenmerken van de gelegde mijnen en informatie over door hen gebruikte booby-traps, te zamen met alle hun ter beschikking staande informatie over door de andere Partijen gelegde mijnenvelden of booby-traps.

    • d. De totale sterkte van hun politiemacht, organisatie, precieze aantallen en plaatsen van inzet, alsmede uitgebreide lijsten van hun wapens, munitie en uitrusting en de precieze plaatsen waar deze wapens, munitie en uitrusting zijn ingezet.

  • 4 Onmiddellijk na zijn aankomst in Kambodja en uiterlijk vier weken voor de aanvang van de tweede fase legt de Bevelhebber van de militaire afdeling van de UNTAC, in overleg met de Partijen, de laatste hand aan het plan van de UNTAC voor de hergroepering en verzameling van de strijdkrachten van de Partijen en voor de opslag van hun wapens, munitie en uitrusting in overeenstemming met artikel III van deze Bijlage. Dit plan omvat de aanwijzing van hergroeperings- en verzamelgebieden, alsmede een overeengekomen tijdschema. De omvang van de verzamelgebieden wordt vastgesteld overeenkomstig de grootte van een bataljon of groter.

  • 5 De Partijen komen overeen stappen te ondernemen om hun strijdkrachten ten minste twee weken voor de aanvang van de tweede fase met alle mogelijke communicatiemiddelen in kennis te stellen van de overeengekomen datum en het tijdstip van de aanvang van de tweede fase, van het overeengekomen plan voor de hergroepering en verzameling van hun strijdkrachten en voor de opslag van hun wapens, munitie en uitrusting en, met name, over de precieze plaatsen van de hergroeperingsgebieden waar hun strijdkrachten zich moeten melden. De verspreiding van deze informatie wordt voortgezet gedurende een periode van vier weken na de aanvang van de tweede fase.

  • 6 De Partijen nemen nauwgezet het staakt-het-vuren in acht en hervatten geen vijandelijkheden te land, te water of in de lucht. De bevelhebbers van hun strijdkrachten waarborgen dat alle troepen onder hun bevel op hun onderscheiden posities blijven, in afwachting van hun overbrenging naar de aangewezen hergroeperingsgebieden en zich onthouden van alle vijandelijkheden en van iedere inzet, beweging of actie die het gebied dat zij beheersen zou uitbreiden of die zou kunnen leiden tot een hervatting van de gevechten.

Artikel II. Verbindingsstelsel en Gemengde Militaire Werkgroep

Er wordt een Gemengde Militaire Werkgroep (GMW) ingesteld ten einde problemen die zich kunnen voordoen bij de inachtneming van het staakt-het-vuren op te lossen. De hoogste officier van de Verenigde Naties in Cambodja of zijn vertegenwoordiger bekleedt het voorzitterschap. Elke Partij stemt ermede in een officier in de rang van brigade-generaal of daarmede overeenkomend aan te wijzen als lid van de GMW. De samenstelling, werkwijze en plaatsen van bijeenkomst worden bepaald door de hoogste officier van de Verenigde Naties in overleg met de Partijen. Soortgelijke verbindingsregelingen worden getroffen op lagere militaire bevelsniveaus ten einde praktische problemen te velde op te lossen.

Artikel III. Hergroepering en verzameling van de strijdkrachten van de Partijen en opslag van hun wapens, munitie en uitrusting

  • 1 Overeenkomstig het in artikel I, vierde lid, van deze Bijlage bedoelde operationele tijdschema melden alle strijdkrachten van de Partijen die zich niet reeds in daartoe aangewezen verzamelgebieden bevinden, zich in aangewezen hergroeperingsgebieden, die worden ingesteld en beheerd door de militaire afdeling van de UNTAC. Deze hergroeperingsgebieden worden ingesteld en worden operationeel uiterlijk een week voor de aanvangsdatum van de tweede fase. De Partijen komen overeen te regelen dat al hun strijdkrachten, met al hun wapens, munitie en uitrusting, zich melden in hergroeperingsgebieden binnen twee weken na de aanvang van de tweede fase. Alle manschappen die zich in de hergroeperingsgebieden hebben gemeld worden daarna door personeel van de militaire afdeling van de UNTAC met hun wapens, munitie en uitrusting geëscorteerd naar de aangewezen verzamelgebieden. Alle Partijen komen overeen te waarborgen dat manschappen die zich in de hergroeperingsgebieden melden, zulks geheel veilig en zonder enige belemmering kunnen doen.

  • 2 Op grond van de overeenkomstig artikel I, derde lid, van deze Bijlage verstrekte informatie gaat de UNTAC na of de hergroepering en verzameling is voltooid in overeenstemming met het in artikel I, vierde lid, van deze Bijlage bedoelde plan. De UNTAC streeft ernaar dit proces te voltooien binnen vier weken na de aanvangsdatum van de tweede fase. Bij voltooiing van de hergroepering van alle strijdkrachten, onderscheidenlijk van hun overbrenging naar verzamelgebieden, stelt de Bevelhebber van de militaire afdeling van de UNTAC alle vier Partijen daarvan in kennis.

  • 3 De Partijen komen overeen dat, wanneer hun strijdkrachten de aangewezen verzamelgebieden binnengaan, hun manschappen door hun bevelhebbers zal worden bevolen onmiddellijk al hun wapens, munitie en uitrusting te overhandigen aan de UNTAC voor opslag onder de hoede van de UNTAC.

  • 4 De UNTAC controleert de haar overhandigde wapens, munitie en uitrusting aan de hand van de in artikel I, derde lid, letter b, van deze Bijlage bedoelde lijsten, ten einde te verifiëren of alle wapens, munitie en uitrusting in het bezit van de Partijen onder haar hoede zijn geplaatst.

Artikel IV. Bevoorrading van de strijdkrachten tijdens het verblijf in de verzamelgebieden

De militaire afdeling van de UNTAC houdt toezicht op de bevoorrading van alle strijdkrachten tijdens het hergroeperings- en verzamelingsproces. Deze bevoorrading wordt beperkt tot goederen van niet-dodelijke aard zoals voedsel, water, kleding en medische goederen, alsmede het verlenen van medische zorg.

Artikel V. Uiteindelijke bestemming van de strijdkrachten van de Partijen en van hun wapens, munitie en uitrusting

  • 1 Ten einde de doelstellingen van een uitgebreide politieke regeling kracht bij te zetten, het risico van een terugkeer naar oorlogvoering tot een minimum terug te brengen, de veiligheidssituatie te stabiliseren en vertrouwen te kweken tussen de Partijen bij het conflict, komen alle Partijen overeen over te gaan tot een gefaseerde en evenwichtige demobilisatie van ten minste 70 procent van hun strijdkrachten. Dit proces wordt uitgevoerd in overeenstemming met een uitvoerig plan dat zal worden opgesteld door de UNTAC op grond van de ingevolge artikel I van deze Bijlage verstrekte informatie en in overleg met de Partijen. Het moet zijn voltooid voor het einde van de registratie voor de verkiezingen en op een door de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal te bepalen datum.

  • 2 De Kambodjaanse Partijen verplichten zich hierbij tot het demobiliseren van al hun overblijvende strijdkrachten vóór of kort na de verkiezingen en, voor zover volledige demobilisatie niet haalbaar is, tot eerbiediging en naleving van alle beslissingen die de overeenkomstig artikel 12 van deze Overeenkomst aantredende nieuw verkozen regering neemt ten aanzien van de opneming van delen van deze strijdkrachten of al deze strijdkrachten in een nieuw nationaal leger. Na voltooiing van de in het eerste lid bedoelde demobilisatie stellen de Kambodjaanse Partijen en de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal een onderzoek in inzake de uiteindelijke bestemming van de nog in de verzamelgebieden verblijvende strijdkrachten, ten einde te bepalen welke van de onderstaande mogelijkheden van toepassing zijn:

    • a. Indien de Partijen overeenkomen de demobilisatie van alle of enkele van de nog in de verzamelgebieden verblijvende strijdkrachten voort te zetten, bij voorkeur vóór of anders kort na de verkiezingen, stelt de Speciale Vertegenwoordiger, in overleg met de Partijen, daarvoor een tijdschema op.

    • b. Indien de algehele demobilisatie van alle overblijvende strijdkrachten vóór of kort na de verkiezingen niet mogelijk is, verplichten de Partijen zich hierbij ertoe al hun nog in de verzamelgebieden verblijvende strijdkrachten ter beschikking te stellen van de nieuw verkozen regering die aantreedt in overeenstemming met artikel 12 van deze Overeenkomst, opdat deze de opneming in een nieuw nationaal leger kan overwegen. Voorts komen zij overeen dat strijdkrachten die niet in het nieuwe nationale leger worden opgenomen, onverwijld zullen worden gedemobiliseerd overeenkomstig een door de Speciale Vertegenwoordiger op te stellen plan. Ten aanzien van de uiteindelijke bestemming van de overblijvende strijdkrachten en alle wapens, munitie en uitrusting behoudt de UNTAC, wanneer zij zich terugtrekt uit Kambodja, de vereiste bevoegdheden om een ordelijke overdracht aan de nieuw verkozen regering te waarborgen van de verantwoordelijkheden die zij gedurende de overgangsperiode heeft uitgeoefend.

  • 3 De UNTAC helpt, waar vereist, bij de herintegratie in het burgerleven van de vóór de verkiezingen gedemobiliseerde strijdkrachten.

  • 4

    • a. De UNTAC beheert en bewaakt alle wapens, munitie en uitrusting van de Partijen gedurende de overgangsperiode;

    • b. Naarmate de in de verzamelgebieden verblijvende strijdkrachten worden gedemobiliseerd overeenkomstig het eerste lid hierboven, vindt er een gelijktijdige vermindering door de UNTAC plaats van de aldaar in de verzamelgebieden opgeslagen wapens, munitie en uitrusting. De nog in de verzamelgebieden verblijvende strijdkrachten hebben slechts met uitdrukkelijke machtiging van de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal toegang tot hun wapens, munitie en uitrusting;

    • c. In geval van een verdere demobilisatie van de strijdkrachten in overeenstemming met het tweede lid, letter a, hierboven vindt er een overeenkomstige vermindering door de UNTAC plaats van de aldaar in de verzamelgebieden opgeslagen wapens, munitie en uitrusting;

    • d. De uiteindelijke bestemming van alle wapens, munitie en uitrusting wordt bepaald door de na de vrije en eerlijke verkiezingen, overeenkomstig artikel 12 van deze Overeenkomst, aantredende regering.

Artikel VI. Verificatie van de terugtrekking uit Kambodja en het niet terugkeren van alle categorieën buitenlandse strijdkrachten

  • 1 Aan de UNTAC wordt, uiterlijk twee weken voor de aanvang van de tweede fase van het staakt-het-vuren, uitvoerige schriftelijke informatie verschaft omtrent de terugtrekking van buitenlandse strijdkrachten. Deze informatie omvat de volgende gegevens:

    • a. De totale sterkte van deze strijdkrachten en de organisatie en inzet daarvan;

    • b. Uitgebreide lijsten van de in het bezit van deze strijdkrachten zijnde wapens, munitie en uitrusting en de precieze plaats daarvan;

    • c. Het terugtrekkingsplan (reeds uitgevoerd of nog uit te voeren), met inbegrip van terugtrekkingsroutes, grensovergangen en tijdstip van vertrek uit Kambodja.

  • 2 Op grond van de overeenkomstig het eerste lid hierboven verstrekte informatie gaat de UNTAC op een door haar passend geachte wijze over tot onderzoek. De Partij die de informatie verstrekt, dient personeel ter beschikking te stellen om de onderzoekers van de UNTAC te vergezellen.

  • 3 Bij bevestiging van de aanwezigheid van buitenlandse strijdkrachten voegt de UNTAC onmiddellijk militair personeel toe aan de buitenlandse strijdkrachten en begeleidt zij deze totdat de strijdkrachten zich uit Kambodjaans grondgebied hebben teruggetrokken. De UNTAC stelt ook controleposten in op terugtrekkingsroutes, bij grensovergangen en op vliegvelden om de terugtrekking te verifiëren en het niet terugkeren van alle categorieën buitenlandse strijdkrachten te verzekeren.

  • 4 De Gemengde Militaire Werkgroep (GMW) bedoeld in artikel II van deze Bijlage staat de UNTAC bij in het vervullen van de bovengenoemde taken.

Artikel VII. Beëindiging van buitenlandse militaire hulp aan alle Kambodjaanse Partijen

  • 1 Alle Partijen verplichten zich ertoe, vanaf de ondertekening van deze Overeenkomst, geen buitenlandse militaire hulp, met inbegrip van wapens, munitie en militaire uitrusting, uit buitenlandse bron te verwerven, noch daarom te verzoeken.

  • 2 De Ondertekenaars wier grondgebied grenst aan Kambodja, nl. de Regeringen van de Democratische Volksrepubliek Laos, het Koninkrijk Thailand en de Socialistische Republiek Vietnam, verplichten zich ertoe:

    • a. Te voorkomen dat de grondgebieden van hun onderscheiden Staten, met inbegrip van het landgebied, de territoriale zee en het luchtruim, worden gebruikt voor het verlenen van enigerlei vorm van militaire hulp aan enige Kambodjaanse Partij. Bevoorrading met zaken zoals voedsel, water, kleding en medische goederen via hun grondgebieden is toegestaan, maar is, onverminderd de bepalingen van letter c hieronder, bij aankomst in Kambodja onderworpen aan toezicht door de UNTAC;

    • b. De Bevelhebber van de militaire afdeling van de UNTAC uiterlijk vier weken na de aanvang van de tweede fase van het staakt-het-vuren, schriftelijk te bevestigen dat geen strijdkrachten, wapens, munitie of militaire uitrusting van enige Kambodjaanse Partij op hun grondgebieden aanwezig zijn;

    • c. In elke hoofdstad een verbindingsofficier van de UNTAC te ontvangen en uiterlijk vier weken na de aanvang van de tweede fase van het staakt-het-vuren een officier met de rang van kolonel of daaraan gelijkwaardig aan te wijzen, ten einde de UNTAC bij te staan bij het onderzoeken, met eerbiediging van hun soevereiniteit, van klachten dat op hun grondgebied activiteiten plaatsvinden die in strijd zijn met de bepalingen van de uitgebreide politieke regeling.

  • 3 Ten einde de UNTAC in staat te stellen de beëindiging van buitenlandse hulp aan alle Kambodjaanse Partijen te controleren komen de Partijen overeen dat zij, bij ondertekening van deze Overeenkomst, de UNTAC alle hun ter beschikking staande informatie verstrekken over de routes waarlangs en de wijze waarop militaire hulp, met inbegrip van wapens, munitie en militaire uitrusting aan enige Partij is verleend. Onmiddellijk na de aanvang van de tweede fase van het staakt-het-vuren neemt de UNTAC de volgende praktische maatregelen:

    • a. Het instellen van controleposten langs de routes en op geselecteerde plaatsen langs de Kambodjaanse kant van de grens en op vliegvelden in Kambodja;

    • b. Het patrouilleren in de kust- en binnenwateren van Kambodja;

    • c. Het onderhouden van mobiele teams op strategische punten in Kambodja die patrouilles uitvoeren en vermeende wapenleveranties aan een van de Partijen onderzoeken.

Artikel VIII. Geheime opslagplaatsen van wapens en militaire voorraden

  • 1 Ten einde de veiligheidssituatie te stabiliseren, vertrouwen te wekken en de wapens en militaire voorraden in geheel Kambodja te verminderen, stemt elke Partij ermee in de Bevelhebber van de militaire afdeling van de UNTAC, vóór een door deze te bepalen datum, alle haar ter beschikking staande informatie, met inbegrip van kaarten met aanduidingen, te verstrekken over bekende of vermoede geheime opslagplaatsen van wapens en militaire voorraden in geheel Cambodja.

  • 2 Op grond van de ontvangen informatie zendt de militaire afdeling van de UNTAC na de in het eerste lid bedoelde datum verificatieteams uit om elk rapport te onderzoeken en elke gevonden geheime opslagplaats te vernietigen.

Artikel IX. Niet ontplofte explosieven

  • 1 Spoedig na aankomst in Kambodja verzekert de militaire afdeling van de UNTAC, als eerste stap, dat alle bekende mijnenvelden duidelijk worden aangegeven.

  • 2 De Partijen komen overeen dat zij, na voltooiing van de hergroepering en verzameling overeenkomstig artikel III van deze Bijlage, mijnopruimingsteams ter beschikking zullen stellen die, onder toezicht en controle van het militaire personeel van de UNTAC, de verzamelgebieden zullen verlaten om te helpen bij het verwijderen, ontmantelen of onschadelijk maken van nog aanwezige niet ontplofte explosieven. De mijnen of voorwerpen die niet kunnen worden verwijderd, ontmanteld of onschadelijk gemaakt, zullen duidelijk worden aangegeven overeenkomstig een door de militaire afdeling van de UNTAC uit te werken systeem.

  • 3 De UNTAC:

    • a. Voert een grootscheeps programma ter voorlichting van het publiek uit inzake de herkenning en vermijding van explosieven;

    • b. Leidt Kambodjaanse vrijwilligers op om niet ontplofte explosieven op te ruimen;

    • c. Biedt een opleiding in eerste hulp aan Cambodjaanse vrijwilligers.

Artikel X. Onderzoek van schendingen

  • 1 Na de aanvang van de tweede fase stelt de UNTAC, bij ontvangst van informatie of klachten van een van de Partijen betreffende een eventueel geval van niet-naleving van enige bepaling van deze Bijlage of daarmede samenhangende bepalingen, een onderzoek in op een door haar passend geachte wijze. Wanneer het onderzoek plaatsvindt naar aanleiding van een klacht van een van de Partijen, wordt van deze Partij verlangd dat zij personeel ter beschikking stelt om de onderzoekers van de UNTAC te vergezellen. De resultaten van zo'n onderzoek worden door de UNTAC medegedeeld aan de klagende Partij en de Partij tegen wie de klacht is ingediend, en indien nodig aan de HNR.

  • 2 De UNTAC verricht ook uit eigen beweging onderzoeken in andere gevallen wanneer zij redenen heeft om aan te nemen of te vermoeden dat deze Bijlage of daarmede samenhangende bepalingen worden geschonden.

Artikel XI. Vrijlating van krijgsgevangenen

De militaire afdeling van de UNTAC verleent waar vereist bijstand aan het Internationale Comité van het Rode Kruis bij de vervulling van zijn taken betreffende de vrijlating van krijgsgevangenen.

Artikel XII. Repatriëring en hervestiging van ontheemde Kambodjanen

De militaire afdeling van de UNTAC verleent waar nodig bijstand bij de repatriëring van Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden overeenkomstig de artikelen 19 en 20 van deze Overeenkomst, met name door het opruimen van mijnen op repatriëringsroutes en in opvangcentra en hervestigingsgebieden, alsmede door het beschermen van de opvangcentra.

Bijlage 3. Verkiezingen

1. De grondwetgevende vergadering bedoeld in artikel 12 van de Overeenkomst bestaat uit 120 leden. Binnen drie maanden na de datum van de verkiezingen dient zij haar taak, het opstellen en aannemen van een nieuwe Kambodjaanse Grondwet, te hebben voltooid en zich om te vormen in een wetgevende vergadering die een nieuwe Kambodjaanse Regering zal vormen.

2. De in artikel 12 van de Overeenkomst bedoelde verkiezingen worden in geheel Kambodja gehouden per provincie overeenkomstig een stelsel van evenredige vertegenwoordiging op basis van door politieke partijen ingediende kandidatenlijsten.

3. Alle Kambodjanen, met inbegrip van diegenen die op het tijdstip van ondertekening van deze Overeenkomst Kambodjaans vluchteling of ontheemde zijn, hebben dezelfde rechten, vrijheden en kansen om aan de verkiezingen deel te nemen.

4. Iedereen die op het tijdstip van de aanvrage om registratie de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt of die tijdens de registratieperiode achttien jaar wordt en die in Kambodja is geboren of het kind is van een in Kambodja geboren persoon, heeft het recht bij de verkiezingen zijn stem uit te brengen.

5. Een politieke partij kan worden opgericht door een groep van vijfduizend geregistreerde kiezers. De partijprogramma's dienen in overeenstemming te zijn met de beginselen en doelstellingen van de Overeenkomst inzake een uitgebreide politieke regeling.

6. Om kandidaat te staan voor verkiezing tot lid van de grondwetgevende vergadering is partijlidmaatschap vereist. De politieke partijen presenteren lijsten van kandidaten die namens hen kunnen worden gekozen, die geregistreerde kiezers dienen te zijn.

7. Om te kunnen worden gekozen moeten de politieke partijen en de kandidaten zijn geregistreerd. De UNTAC bevestigt dat de politieke partijen en kandidaten voldoen aan de vastgestelde criteria om in aanmerking te komen voor deelneming aan de verkiezingen. Het onderschrijven van een door de UNTAC in overleg met de HNR opgestelde gedragscode is voorwaarde voor deze deelneming.

8. De stemming is geheim, waarbij voorzieningen worden getroffen om degenen te helpen die gehandicapt zijn of niet kunnen lezen of schrijven.

9. De vrijheid van meningsuiting, vergadering en beweging wordt ten volle geëerbiedigd. Alle geregistreerde politieke partijen genieten billijke toegang tot de media, waaronder pers, televisie en radio.

Bijlage 4. Repatriëring van Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden

DEEL I. INLEIDING

1. Als onderdeel van de uitgebreide politieke regeling dient alle hulp te worden gegeven aan Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden, alsmede aan de landen van tijdelijke toevlucht en het land van herkomst, ten einde de vrijwillige terugkeer van alle Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden, op vreedzame en ordelijke wijze, te vergemakkelijken. Ook moet worden gewaarborgd dat er geen problemen overblijven voor de landen van tijdelijke toevlucht. Het land van herkomst, met verantwoordelijkheid jegens zijn eigen volk, aanvaardt de terugkeer daarvan zodra de omstandigheden daarvoor geschikt worden.

DEEL II. VOOR DE TERUGKEER VAN VLUCHTELINGEN EN ONTHEEMDEN BEVORDERLIJKE VOORWAARDEN

2. Voor de wederopbouw van de Kambodjaanse natie zullen alle mensen en al haar natuurlijke rijkdommen moeten worden ingezet. Hiertoe zal de terugkeer van Kambodjanen uit hun tijdelijke toevluchtsoord en van elders buiten hun land van herkomst naar de plaats van hun keuze een belangrijke bijdrage leveren.

3. Alles dient in het werk te worden gesteld om te waarborgen dat de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat een groot aantal Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden hun toevlucht hebben gezocht in andere landen zich niet opnieuw voordoen. Niettemin zullen sommige Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden spontaan naar hun vaderland willen en kunnen terugkeren.

4. De rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van alle Kambodjanen, met inbegrip van de rechten en vrijheden van de gerepatrieerde vluchtelingen en ontheemden, moeten ten volle worden geëerbiedigd, in erkenning van hun recht te leven in vrede en veiligheid, vrij van intimidatie en dwang van welke aard ook. Deze rechten omvatten onder meer, vrijheid van beweging binnen Kambodja, de keuze van woonplaats en werkkring en het recht op eigendom.

5. Overeenkomstig de uitgebreide politieke regeling dient alles in het werk te worden gesteld om in Kambodja tegelijkertijd politieke, economische en sociale voorwaarden te scheppen die bevorderlijk zijn voor de terugkeer en harmonische integratie van de Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden.

6. Ten einde de deelneming van vluchtelingen en ontheemden aan de verkiezingen te waarborgen, dient de grootscheepse repatriëring zo spoedig mogelijk aan te vangen en te worden voltooid, alle desbetreffende politieke, humanitaire, logistieke, technische en sociaal-economische factoren in aanmerking nemend en met medewerking van de HNR.

7. De repatriëring van Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden dient vrijwillig te zijn en hun beslissing dient in het volle besef van de situatie te worden genomen. Een ieder moet de keuze van de plaats van bestemming in Kambodja zelf kunnen maken. De eenheid van de familie moet worden behouden.

DEEL III. OPERATIONELE FACTOREN

8. In overeenstemming met de eerbiediging van de beginselen van nationale soevereiniteit in de landen van tijdelijke opvang en het land van herkomst, en in nauwe samenwerking met de landen van tijdelijke opvang en het land van herkomst, dient door het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR), het Internationale Comité van het Rode Kruis en andere internationale organisaties op dit gebied, volledige toegang te worden gewaarborgd tot alle Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden, met het oog op de organisaties die de volkstelling verrichten, mensen opsporen, medische hulp verlenen, voedsel verdelen en andere activiteiten verrichten die onmisbaar zijn voor de uitvoering van hun mandaat en operationele verantwoordelijkheden; deze toegang dient ook te worden verschaft in Kambodja, opdat de desbetreffende internationale organisaties hun traditionele controle en hun operationale verantwoordelijkheden kunnen uitoefenen.

9. De Ondertekenaars nemen met voldoening ervan kennis dat de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties in het kader van de uitgebreide politieke regeling de UNHCR heeft belast met het geven van leiding aan en het coördineren van de intergouvernementele organisaties die assisteren bij de repatriëring van en de hulpverlening aan Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden. De Ondertekenaars roepen alle niet-gouvernementele organisaties op hun werk ten behoeve van de Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden zo veel mogelijk te coördineren met dat van de UNHCR.

10. De HNR, de Regeringen van de landen waar de Kambodjaanse vluchtelingen en ontheemden tijdelijk hun toevlucht hebben gezocht en de landen die bijdragen aan de repatriëring en integratie, zullen de repatriëring van degenen die terugkeren nauwlettend willen volgen en vergemakkelijken. Hiertoe zou voor een beperkte tijd een adviesorgaan ad hoc kunnen worden ingesteld. De UNHCR, het Internationaal Comité van het Rode Kruis en andere in aanmerking komende internationale organisaties, alsook de UNTAC, zouden moeten worden uitgenodigd als volwaardige deelnemers hiertoe toe te treden.

11. Naar behoren gecontroleerde kortlopende hulp bij de repatriëring dient onpartijdig te worden verleend, opdat de families en personen die naar Kambodja terugkeren harmonisch hun leven en bestaansmiddelen in hun samenleving kunnen opbouwen. Deze overgangsmaatregelen moeten op langere termijn geleidelijk worden opgeheven en worden vervangen door het programma van wederopbouw.

12. Degenen die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van en het toezicht op de repatriëring moeten verzekeren dat veilige omstandigheden worden geschapen voor het verkeer van de vluchtelingen en ontheemden. In dit verband is het dwingend geboden dat passende grensovergangen en routes worden aangewezen, die vrij zijn van mijnen en andere gevaren.

13. De internationale gemeenschap dient ruimhartig bij te dragen aan de voor de repatriëring benodigde fondsen.

Bijlage 5. Beginselen voor een nieuwe grondwet voor Kambodja

1. De grondwet is de hoogste wet van het land. Zij kan alleen worden gewijzigd door een welomschreven procedure, inhoudend parlementaire goedkeuring, een volksreferendum of beide.

2. De tragische recente geschiedenis van Kambodja vereist bijzondere maatregelen om de bescherming van de rechten van de mens te verzekeren. Daarom zal de grondwet een verklaring omvatten van grondrechten, met inbegrip van het recht op leven, persoonlijke vrijheid, veiligheid, vrijheid van beweging, vrijheid van godsdienst, vergadering en vereniging, waaronder begrepen die van politieke partijen en vakverenigingen, een behoorlijke rechtsgang en gelijkheid voor de wet, bescherming tegen willekeurige onteigening of onteigening zonder billijke schadeloosstelling, en een verbod op discriminatie op grond van ras, etniciteit, godsdienst of geslacht. Zij verbiedt de toepassing van het strafrecht met terugwerkende kracht. De verklaring zal stroken met de bepalingen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere toepasselijke internationale documenten. Personen wie onrecht is aangedaan hebben het recht de rechter om een uitspraak te verzoeken en deze rechten te handhaven.

3. De grondwet legt vast dat Kambodja een soevereine, onafhankelijke en neutrale Staat is en proclameert de nationale eenheid van het Cambodjaanse volk.

4. In de grondwet wordt vastgelegd dat Kambodja een stelsel van vrije democratie zal hanteren, gebaseerd op het pluralisme. Zij voorziet in periodieke en echte verkiezingen. Zij voorziet in het recht te stemmen en te worden gekozen door algemeen en voor iedereen gelijk stemrecht. Zij voorziet in geheime stemming, met de eis dat de verkiezingsprocedures ten volle en op eerlijke wijze gelegenheid bieden om de verkiezingen te organiseren en daaraan deel te nemen.

5. Er wordt een onafhankelijke rechterlijke macht ingesteld, bevoegd om de ingevolge de grondwet verleende rechten te handhaven.

6. De grondwet wordt aangenomen met een meerderheid van tweederde van de leden van de grondwetgevende vergadering.

Naar boven