De Partijen bij het Verdrag van economische, sociale en culturele samenwerking en
collectieve zelfverdediging, ondertekend te Brussel op 17 maart 1948, zoals gewijzigd
en aangevuld bij het Protocol ondertekend te Parijs op 23 oktober 1954 en de andere
Protocollen en Bijlagen die daarvan een integrerend deel uitmaken, hierna te noemen
„het Verdrag”, enerzijds,
en de Portugese Republiek en het Koninkrijk Spanje, anderzijds,
Bevestigend de lotsverbondenheid van hun landen en herinnerend aan hun verplichting
een Europese Unie tot stand te brengen in overeenstemming met de Europese Akte;
Ervan overtuigd dat de opbouw van een geïntegreerd Europa onvolledig blijft zolang
deze zich niet uitstrekt tot veiligheid en verdediging;
Vastbesloten op het gebied van de verdediging een meer samenhangende Europese identiteit
te ontwikkelen, die de verplichtingen van saamhorigheid die zijn vervat in het Verdrag
en in het Noordatlantisch Verdrag doeltreffender in praktijk brengt;
Nota nemend van het feit dat de Portugese Republiek en het Koninkrijk Spanje, die
het Europese eenwordingsproces volledig zijn toegedaan en lid zijn van het Atlantisch
Bondgenootschap, formeel te kennen hebben gegeven dat zij bereid zijn toe te treden
tot het Verdrag;
Nota nemend van het feit dat deze beide Staten de verklaring van Rome van 27 oktober
1984 en het Platform inzake Europese veiligheidsbelangen, aangenomen te 's-Gravenhage
op 27 oktober 1987, zonder voorbehoud en in al hun onderdelen aanvaarden en bereid
zijn ten volle aan de tenuitvoerlegging daarvan deel te nemen;
Herinnerend aan de op 19 april 1988 door de Raad van Ministers van de Westeuropese
Unie aan de Portugese Republiek en het Koninkrijk Spanje gerichte uitnodiging om besprekingen
aan te gaan met het oog op hun mogelijke toetreding tot het Verdrag;
Nota nemend van de bevredigende afloop van de besprekingen die op deze uitnodiging
zijn gevolgd;
Overwegende dat de Portugese Republiek en het Koninkrijk Spanje de overeenkomsten,
resoluties, besluiten en regelingen, van welke aard dan ook, die in het kader van
de Westeuropese Unie in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag zijn aangenomen,
hebben erkend;
Nota nemend van de op 14 november 1988 aan de Portugese Republiek en het Koninkrijk
Spanje gerichte uitnodiging om toe te treden tot het Verdrag;
Nota nemend van de op 14 november 1988 aangenomen Politieke Verklaring;
Overwegende dat de uitbreiding van de Westeuropese Unie met de Portugese Republiek
en het Koninkrijk Spanje een belangrijke stap vormt in de ontwikkelingen van Europese
saamhorigheid op het gebied van veiligheid en verdediging;
Zijn het volgende overeengekomen: