Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor [...] burgerluchtvaart, gedaan te Montreal op 23 september 1971, Montreal, 24-02-1988

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 10-08-1995 t/m heden

Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart, gedaan te Montreal op 23 september 1971

Authentiek : EN

Protocol for the Suppression of Unlawful Acts of Violence at Airports Serving International Civil Aviation, Supplementary to the Convention for the Suppression of Unlawful Acts against the Safety of Civil Aviation, Done at Montreal on 23 September 1971

The States Parties to this Protocol

Considering that unlawful acts of violence which endanger or are likely to endanger the safety of persons at airports serving international civil aviation or which jeopardize the safe operation of such airports undermine the confidence of the peoples of the world in safety at such airports and disturb the safe and orderly conduct of civil aviation for all States;

Considering that the occurrence of such acts is a matter of grave concern to the international community and that, for the purpose of deterring such acts, there is an urgent need to provide appropriate measures for punishment of offenders;

Considering that it is necessary to adopt provisions supplementary to those of the Convention for the Suppression of Unlawful Acts against the Safety of Civil Aviation, done at Montreal on 23 September 1971, to deal with such unlawful acts of violence at airports serving international civil aviation;

Have agreed as follows:

Article I

This Protocol supplements the Convention for the Suppression of Unlawful Acts against the Safety of Civil Aviation, done at Montreal on 23 September 1971 (hereinafter referred to as “the Convention”), and, as between the Parties to this Protocol, the Convention and the Protocol shall be read and interpreted together as one single instrument.

Article II

  • 1 In Article 1 of the Convention, the following shall be added as new paragraph 1 bis:

    • "1 bis. Any person commits an offence if he unlawfully and intentionally, using any device, substance or weapon:

      • (a) performs an act of violence against a person at an airport serving international civil aviation which causes or is likely to cause serious injury or death; or

      • (b) destroys or seriously damages the facilities of an airport serving international civil aviation or aircraft not in service located thereon or disrupts the services of the airport,

        if such an act endangers or is likely to endanger safety at that airport."

  • 2 In paragraph 2 (a) of Article 1 of the Convention, the following words shall be inserted after the words "paragraph 1":

    "or paragraph 1 bis".

Article III

In Article 5 of the Convention, the following shall be added as paragraph 2 bis:

  • "2 bis. Each Contracting State shall likewise take such measures as may be necessary to establish its jurisdiction over the offences mentioned in Article 1, paragraph 1 bis,and in Article 1, paragraph 2, in so far as that paragraph relates to those offences, in the case where the alleged offender is present in its territory and it does not extradite him pursuant to Article 8 to the State mentioned in paragraph 1 (a) of this Article."

Article IV

This Protocol shall be open for signature at Montreal on 24 February 1988 by States participating in the International Conference on Air Law held at Montreal from 9 to 24 February 1988. After 1 March 1988, the Protocol shall be open for signature to all States in London Moscow, Washington and Montreal, until it enters into force in accordance with Article VI.

Article V

  • 1 This Protocol shall be subject to ratification by the signatory States.

  • 2 Any State which is not a Contracting State to the Convention may ratify this Protocol if at the same time it ratifies or accedes to the Convention in accordance with Article 15 thereof.

  • 3 Instruments of ratification shall be deposited with the Governments of the Union of Soviet Socialist Republics, the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland and the United States of America or with the International Civil Aviation Organization, which are hereby designated the Depositaries.

Article VI

  • 1 As soon as ten of the signatory States have deposited their instruments of ratification of this Protocol, it shall enter into force between them on the thirtieth day after the date of the deposit of the tenth instrument of ratification. It shall enter into force for each State which deposits its instrument of ratification after that date on the thirtieth day after deposit of its instrument of ratification.

Article VII

  • 1 This Protocol shall, after it has entered into force, be open for accession by any non-signatory State.

  • 2 Any State which is not a Contracting State to the Convention may accede to this Protocol if at the same time it ratifies or accedes to the Convention in accordance with Article 15 thereof.

  • 3 Instruments of accession shall be deposited with the Depositaries and accession shall take effect on the thirtieth day after the deposit.

Article VIII

  • 1 Any Party to this Protocol may denounce it by written notification addressed to the Depositaries.

  • 2 Denunciation shall take effect six months following the date on which notification is received by the Depositaries.

  • 3 Denunciation of this Protocol shall not of itself have the effect of denunciation of the Convention.

  • 4 Denunciation of the Convention by a Contracting State to the Convention as supplemented by this Protocol shall also have the effect of denunciation of this Protocol.

Article IX

  • 1 The Depositaries shall promptly inform all signatory and acceding States to this Protocol and all signatory and acceding States to the Convention:

    • (a) of the date of each signature and the date of deposit of each intrument of ratification of, or accession to, this Protocol, and

    • (b) of the receipt of any notification of denunciation of this Protocol and the date thereof.

  • 2 The Depositaries shall also notify the States referred to in paragraph 1 of the date on which this Protocol enters into force in accordance with Article VI.

IN WITNESS WHEREOF the undersigned Plenipotentiaries, being duly authorized thereto by their Governments, have signed this Protocol.

DONE at Montreal on the twenty-fourth day of February of the year One Thousand Nine Hundred and Eighty-eight, in four originals, each being drawn up in four authentic texts in the English, French, Russian and Spanish languages.

Vertaling : NL

Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart bij het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart, gedaan te Montreal op 23 september 1971

De Staten Partij bij het onderhavige Protocol,

Overwegende dat wederrechtelijke daden van geweld die de veiligheid van personen op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart in gevaar brengen of kunnen brengen of die de veilige exploitatie van die luchthavens in gevaar brengen, het vertrouwen dat de volkeren der wereld stellen in de veiligheid op die luchthavens ondermijnen, alsmede de veilige en ordelijke uitvoering van de burgerluchtvaart voor alle Staten verstoren;

Overwegende dat zodanige gedragingen de internationale Gemeenschap ernstig verontrusten en dat, ten einde zodanige gedragingen te voorkomen, er dringend behoefte bestaat aan passende maatregelen ter bestraffing van de daders;

Overwegende dat het noodzakelijk is bepalingen aan te nemen ter aanvulling op die van het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart, gedaan te Montreal op 23 september 1971, ten einde op te treden tegen wederrechtelijke daden van geweld op luchthavens voor de internationale burgerluchtvaart,

Zijn overeengekomen als volgt:

Artikel I

Het Protocol vult het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart, gedaan te Montreal op 23 september 1971 (hierna te noemen: „het Verdrag”), aan en, tussen de Partijen bij het Protocol, worden het Verdrag en het Protocol samen als één enkele akte gelezen en geïnterpreteerd.

Artikel II

  • 1 Aan artikel 1 van het Verdrag wordt het volgende, nieuwe lid 1 bis toegevoegd:

    • „1 bis. Aan een strafbaar feit maakt zich schuldig hij die wederrechtelijk en opzettelijk, met gebruikmaking van welk voorwerp, welke substantie of welk wapen dan ook:

      • (a) een daad van geweld begaat tegen een persoon op een luchthaven voor de internationale burgerluchtvaart, die ernstig letsel of de dood veroorzaakt of kan veroorzaken; of

      • (b) de voorzieningen van een luchthaven voor de internationale burgerluchtvaart of aldaar geplaatste luchtvaartuigen die niet in bedrijf zijn, vernielt of daaraan ernstige schade toebrengt of de diensten van de luchthaven verstoort,

        indien een zodanige daad de veiligheid op die luchthaven in gevaar brengt of kan brengen."

  • 2 In het tweede lid, letter a, van artikel 1 van het Verdrag worden de volgende woorden ingevoegd na de woorden „eerste lid”:

    „of eerste lid bis".

Artikel III

Aan artikel 5 van het Verdrag wordt het volgende tweede lid bis toegevoegd:

  • „2bis. Elke Verdragsluitende Staat neemt eveneens de maatregelen die nodig zijn om zijn bevoegdheid tot kennisneming vast te leggen van de strafbare feiten genoemd in artikel 1, eerste lid bis enin artikel 1, tweede lid, voor zover dat lid op deze strafbare feiten betrekking heeft, in het geval waarin de vermoedelijke dader zich op zijn grondgebied bevindt en deze Staat hem niet ingevolge artikel 8 uitlevert aan de Staat genoemd in het eerste lid, letter (a), van dit artikel."

Artikel IV

Dit Protocol wordt op 24 februari 1988 te Montreal opengesteld voor ondertekening door Staten die deelnemen aan de van 9 tot 24 februari 1988 te Montreal gehouden Internationale Conferentie inzake het luchtrecht. Na 1 maart 1988 staat het Protocol open voor ondertekening voor alle Staten te Londen, Moskou, Washington en Montreal tot zijn inwerkingtreding overeenkomstig artikel VI.

Artikel V

  • 1 Dit Protocol dient te worden bekrachtigd door de ondertekenende Staten.

  • 2 Elke Staat die geen Verdragsluitende Staat bij het Verdrag is kan dit Protocol bekrachtigen, indien hij tegelijkertijd het Verdrag bekrachtigt of daartoe toetreedt in overeenstemming met artikel 15 van het Verdrag.

  • 3 De akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij de Regeringen van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken en van de Verenigde Staten van Amerika of bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie die hierbij worden aangewezen als de depositarissen.

Artikel VI

  • 1 Terstond nadat tien van de ondertekenende Staten hun akten van bekrachtiging van dit Protocol hebben nedergelegd, treedt het tussen hen in werking op de dertigste dag na de datum van nederlegging van de tiende akte van bekrachtiging. Voor iedere Staat die zijn akte van bekrachtiging nederlegt na die datum, treedt het in werking op de dertigste dag na de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging.

Artikel VII

  • 1 Het Protocol staat, nadat het in werking is getreden, open voor toetreding door niet-ondertekenende Staten.

  • 2 Elke Staat die geen Partij is bij het Verdrag kan tot dit Protocol toetreden, indien hij tegelijkertijd het Verdrag bekrachtigt of daartoe toetreedt in overeenstemming met artikel 15 van het Verdrag.

  • 3 Akten van toetreding worden nedergelegd bij de depositarissen en de toetreding wordt van kracht op de dertigste dag na de nederlegging.

Artikel VIII

  • 1 Iedere Partij kan dit Protocol opzeggen door middel van een aan de depositarissen gerichte schriftelijke kennisgeving.

  • 2 De opzegging wordt van kracht zes maanden na de datum waarop de kennisgeving is ontvangen door de depositarissen.

  • 3 Opzegging van het Protocol houdt niet vanzelf in opzegging van het Verdrag.

  • 4 Opzegging van het Verdrag door een Verdragsluitende Staat bij het Verdrag zoals aangevuld door het Protocol houdt eveneens opzegging van dit Protocol in.

Artikel IX

  • 1 De depositarissen stellen alle Staten die dit Protocol hebben ondertekend of er toe zijn getreden, evenals Staten die het Verdrag hebben ondertekend of er toe zijn getreden in kennis van:

    • (a) de datum van iedere ondertekening en de datum van nederlegging van iedere akte van bekrachtiging van dit Protocol of van toetreding daartoe;

    • (b) de ontvangst van iedere opzegging van dit Protocol en de datum daarvan.

  • 2 De depositarissen stellen de Staten, bedoeld in het eerste lid, ook in kennis van de datum waarop dit Protocol in werking treedt overeenkomstig artikel VI.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekenende gevolmachtigden, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun Regeringen, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te Montreal, de vierentwintigste dag van de maand februari van het jaar negentienhonderd achtentachtig in vier oorspronkelijke exemplaren, elk opgemaakt in vier authentieke teksten in de Engelse, de Franse, de Russische en de Spaanse taal.

Naar boven