De vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Gemeenschap,
in het kader van de Raad bijeen,
-
(1) Op grond van bijlage I bis, punt 3, van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep
Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese
Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3. (hierna „de
ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst’’ genoemd) worden alle noodzakelijke wijzigingen
van het meerjarige financiële kader of de daarmee samenhangende delen van de Overeenkomst, in afwijking van het bepaalde in artikel 95 van de Overeenkomst, vastgesteld door de Raad van Ministers.
-
(2) De ACS-EG-Raad van Ministers hechtte tijdens zijn vergadering in Port Moresby (Papoea-Nieuw-Guinea)
op 1 en 2 juni 2006 zijn goedkeuring aan bijlage I ter bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst en stelde daarbij het totaalbedrag aan communautaire steun voor de ACS-staten binnen
het meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013 in het kader van de ACS-EG-overeenkomst vast op 21,966 miljard EUR uit hoofde van het tiende Europees Ontwikkelingsfonds
(hierna „het tiende EOF’’ genoemd), waaraan wordt bijgedragen door de lidstaten.
-
(3) Besluit 2001/822/EG van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van
de LGO met de Europese Economische Gemeenschap (hierna „het LGO-besluit’’ genoemd)PB
L 314 van 30.11.2001, blz. 1. is van kracht tot 31 december 2011. Een nieuw besluit
op basis van artikel 187 van het Verdrag wordt vóór die datum goedgekeurd. Vóór 31 december 2007 zal de Raad met eenparigheid
van stemmen op voorstel van de Commissie de financiële bijstand uit hoofde van het
tiende EOF aan de LGO waarop deel vier van het Verdrag van toepassing is gedurende de periode 2008-2013, vaststellen op 286 miljoen EUR.
-
(4) Op grond van Besluit 2005/446/EG van de vertegenwoordigers van de regeringen van de
lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, van 30 mei 2005 tot vaststelling van de
uiterste datum waarop betalingsverplichtingen uit hoofde van het negende Europees
Ontwikkelingsfonds (EOF) kunnen worden aangegaanPB L 156 van 18.6.2005, blz. 19. mogen
middelen uit hoofde van het negende EOF die door de Commissie worden beheerd, de door
de Europese Investeringsbank (EIB) beheerde rentesubsidies en de inkomsten uit deze
middelen uiterlijk tot 31 december 2007 worden vastgelegd. Indien nodig kan deze datum
worden gewijzigd.
-
(5) Met het oog op de tenuitvoerlegging van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst en het LGO-besluit moet een tiende EOF worden ingesteld en moet een procedure worden
bepaald voor de toewijzing van middelen en voor de bijdragen van de lidstaten.
-
(6) Op basis van een verslag van de Commissie zullen in 2008–2009 alle aspecten van de
uitgaven en de middelen van de Europese Unie worden geëvalueerd.
-
(7) De vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad
bijeen, zijn overeengekomen om uit hoofde van het tiende EOF 430 miljoen EUR extra
te reserveren voor de financiering van de ondersteunende uitgaven van de Commissie
in verband met de programmering en uitvoering van het EOF.
-
(8) Er moeten regels worden vastgesteld voor het beheer van de financiële samenwerking.
-
(9) Op 12 september 2000 hechtten de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten,
in het kader van de Raad bijeen, hun goedkeuring aan het interne akkoord betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap
in het kader van het Financieel Protocol bij de ACS-EG-Overeenkomst en de toewijzing
van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop deel
vier van het EG-Verdrag van toepassing is (hierna „intern akkoord voor het 9e EOF’’ genoemd)PB L 317 van 15.12.2000, blz. 355..
-
(10) Bij de Commissie wordt een comité van vertegenwoordigers van de regeringen van de
lidstaten gevestigd (hierna „het EOF-comité’’ genoemd) en bij de EIB wordt een soortgelijk
comité gevestigd. De werkzaamheden die door de Commissie en de EIB worden verricht
voor de toepassing van de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst en de overeenkomstige bepalingen van het LGO-besluit dienen te worden geharmoniseerd.
-
(11) Verwacht wordt dat Bulgarije en Roemenië op 1 januari 2008 tot de EU zullen zijn
toegetreden, en dat zij tot de ACS-EG-Overeenkomst en tot dit interne akkoord zullen toetreden overeenkomstig de verbintenissen die
zij uit hoofde van het Toetredingsverdrag van Bulgarije en Roemenië en het bijbehorende protocol zullen zijn aangegaan.
-
(12) In hun conclusies van 24 mei 2005 hebben de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen
van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, „Sneller vorderingen boeken om
de milleniumdoelstellingen voor de ontwikkeling te bereiken’’ toegezegd de tijdens
de vergadering van het forum op hoog niveau te Parijs op 2 maart 2005 aangenomen verklaring
van Parijs inzake doeltreffendheid van de OESO-hulp en van de specifieke toezeggingen
die de EU bij die gelegenheid heeft gedaan, tijdig te doen uitvoeren en daarop toe
te zien.
-
(13) Herinnerd wordt aan de ODA-doelstellingen die werden vermeld in bovengenoemde conclusies.
Wanneer de Commissie de lidstaten en de OESO/DAC verslag uitbrengt over uitgaven binnen
het EOF, zal zij een onderscheid maken tussen ODA- en niet-ODA-activiteiten.
-
(14) De Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader
van de Raad bijeen, het Europees Parlement en de Commissie hebben op 22 december 2005
een gemeenschappelijke verklaring betreffende het ontwikkelingsbeleid van de Europese
Unie: de Europese Consensus aangenomen.PB C 46 van 24.2.2006, blz. 1.
-
(15) Het EOF zal voorrang zal blijven verlenen aan de ondersteuning van de minst ontwikkelde
landen en andere lage-inkomenslanden.
-
(16) De Raad heeft op 11 april 2006 het beginsel vastgesteld dat de Vredesfaciliteit voor
Afrika voor de eerste periode (2008-2010) wordt gefinancierd voor een bedrag van 300
miljoen EUR uit het intra-ACS-fonds. In de loop van het derde jaar zal een algehele
evaluatie worden verricht, waarbij de modaliteiten van de financiering en de mogelijkheden
voor alternatieve financieringsbronnen in de toekomst, inclusief financiering uit
de GBVB-begroting, zullen worden getoetst,