Het Koninkrijk der Nederlanden,
en
de Dominicaanse Republiek,
hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
geleid door de wens hun van oudsher bestaande vriendschapsbanden te versterken en
de economische betrekkingen tussen hen uit te breiden en te intensiveren, met name
wat betreft investeringen door de onderdanen van de ene Verdragsluitende Partij op
het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij,
in het besef dat overeenstemming over de aan dergelijke investeringen toe te kennen
behandeling het kapitaalverkeer en de overdracht van technologie tussen, alsmede de
economische ontwikkeling van de Verdragsluitende Partijen zal stimuleren, en dat een
eerlijke en rechtvaardige behandeling van investeringen wenselijk is,
overwegend dat een stabiel kader voor internationale investeringen het doeltreffend
gebruik van economische middelen bevordert en de levensomstandigheden verbetert,
erkennend dat met de ontwikkeling van economische en zakelijke banden de eerbiediging
van internationaal aanvaarde arbeidsrechten wordt bevorderd,
overwegend dat deze doelstellingen kunnen worden verwezenlijkt zonder het beleid inzake
gezondheid, sociale zekerheid en milieu te ondergraven,
zijn het volgende overeengekomen: