Protocol nr. 12 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, Rome, 04-11-2000

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-04-2005 t/m heden

Protocol nr. 12 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden

Authentiek : EN

Protocol No. 12 to the Convention for the Protection of Human Rights and Fundamental Freedoms

The member States of the Council of Europe signatory hereto,

Having regard to the fundamental principle according to which all persons are equal before the law and are entitled to the equal protection of the law;

Being resolved to take further steps to promote the equality of all persons through the collective enforcement of a general prohibition of discrimination by means of the Convention for the Protection of Human Rights and Fundamental Freedoms signed at Rome on 4 November 1950 (hereinafter referred to as ``the Convention");

Reaffirming that the principle of non-discrimination does not prevent States Parties from taking measures in order to promote full and effective equality, provided that there is an objective and reasonable justification for those measures,

Have agreed as follows:

Article 1. General prohibition of discrimination

  • 1 The enjoyment of any right set forth by law shall be secured without discrimination on any ground such as sex, race, colour, language, religion, political or other opinion, national or social origin, association with a national minority, property, birth or other status.

  • 2 No one shall be discriminated against by any public authority on any ground such as those mentioned in paragraph 1.

Article 2. Territorial application

  • 1 Any State may, at the time of signature or when depositing its instrument of ratification, acceptance or approval, specify the territory or territories to which this Protocol shall apply.

  • 2 Any State may at any later date, by a declaration addressed to the Secretary General of the Council of Europe, extend the application of this Protocol to any other territory specified in the declaration. In respect of such territory the Protocol shall enter into force on the first day of the month following the expiration of a period of three months after the date of receipt by the Secretary General of such declaration.

  • 3 Any declaration made under the two preceding paragraphs may, in respect of any territory specified in such declaration, be withdrawn or modified by a notification addressed to the Secretary General of the Council of Europe. The withdrawal or modification shall become effective on the first day of the month following the expiration of a period of three months after the date of receipt of such notification by the Secretary General.

  • 5 Any State which has made a declaration in accordance with paragraph 1 or 2 of this article may at any time thereafter declare on behalf of one or more of the territories to which the declaration relates that it accepts the competence of the Court to receive applications from individuals, non-governmental organisations or groups of individuals as provided by Article 34 of the Convention in respect of Article 1 of this Protocol.

Article 3. Relationship to the Convention

As between the States Parties, the provisions of Articles 1 and 2 of this Protocol shall be regarded as additional articles to the Convention, and all the provisions of the Convention shall apply accordingly.

Article 4. Signature and ratification

This Protocol shall be open for signature by member States of the Council of Europe which have signed the Convention. It is subject to ratification, acceptance or approval. A member State of the Council of Europe may not ratify, accept or approve this Protocol without previously or simultaneously ratifying the Convention. Instruments of ratification, acceptance or approval shall be deposited with the Secretary General of the Council of Europe.

Article 5. Entry into force

  • 1 This Protocol shall enter into force on the first day of the month following the expiration of a period of three months after the date on which ten member States of the Council of Europe have expressed their consent to be bound by the Protocol in accordance with the provisions of Article 4.

  • 2 In respect of any member State which subsequently expresses its consent to be bound by it, the Protocol shall enter into force on the first day of the month following the expiration of a period of three months after the date of the deposit of the instrument of ratification, acceptance or approval.

Article 6. Depositary functions

The Secretary General of the Council of Europe shall notify all the member States of the Council of Europe of:

  • a) any signature;

  • b) the deposit of any instrument of ratification, acceptance or approval;

  • c) any date of entry into force of this Protocol in accordance with Articles 2 and 5;

  • d) any other act, notification or communication relating to this Protocol.

IN WITNESS WHEREOF the undersigned, being duly authorised thereto, have signed this Protocol.

DONE at Rome, this 4th day of November 2000, in English and in French, both texts being equally authentic, in a single copy which shall be deposited in the archives of the Council of Europe. The Secretary General of the Council of Europe shall transmit certified copies to each member State of the Council of Europe.

Vertaling : NL

Protocol nr. 12 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden

De lidstaten van de Raad van Europa voor wie dit Protocol is ondertekend,

Gelet op het fundamentele beginsel op grond waarvan een ieder gelijk is voor de wet en recht heeft op gelijke bescherming door de wet;

Vastbesloten verdere maatregelen te nemen ter bevordering van de gelijkheid van een ieder door het collectief waarborgen van een algemeen discriminatieverbod door middel van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 (hierna te noemen „het Verdrag");

Opnieuw bevestigend dat het beginsel van non-discriminatie de Staten die Partij zijn niet belet maatregelen te treffen ter bevordering van volledige en daadwerkelijke gelijkheid, op voorwaarde dat deze maatregelen objectief en redelijkerwijs kunnen worden gerechtvaardigd,

Zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1. Algemeen verbod van discriminatie

  • 1 Het genot van elk in de wet neergelegd recht moet worden verzekerd zonder enige discriminatie op welke grond dan ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere mening, nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status.

  • 2 Niemand mag worden gediscrimineerd door enig openbaar gezag op met name een van de in het eerste lid vermelde gronden.

Artikel 2. Territoriale werkingssfeer

  • 1 Iedere Staat kan op het tijdstip van ondertekening of van nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, het grondgebied of de grondgebieden aanwijzen waarop dit Protocol van toepassing is.

  • 2 Iedere Staat kan op elk later tijdstip, door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa gerichte verklaring, de toepassing van dit Protocol uitbreiden tot ieder ander in de verklaring aangewezen. Met betrekking tot dat gebied treedt het Protocol in werking op de eerste dag van de maand volgende op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum waarop die verklaring door de Secretaris-Generaal is ontvangen.

  • 3 Iedere ingevolge de twee voorgaande leden afgelegde verklaring kan, met betrekking tot elk in die verklaring aangewezen grondgebied, worden ingetrokken of gewijzigd door middel van een aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa gerichte kennisgeving De intrekking of wijziging wordt van kracht op de eerste dag van de maand volgende op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum waarop die kennisgeving door de Secretaris-Generaal is ontvangen.

  • 5 Iedere Staat die een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig het eerste of tweede lid van dit artikel kan op elk later tijdstip, met betrekking tot een of meer gebieden die in de verklaring worden bedoeld, verklaren dat hij de bevoegdheid van het Hof aanvaardt om kennis te nemen van verzoekschriften van particulieren, niet-gouvernementele organisaties of groepen van particulieren, zoals bepaald in artikel 34 van het Verdrag, uit hoofde van artikel 1 van dit Protocol.

Artikel 3. Verhouding tot het Verdrag

De Staten die Partij zijn beschouwen de artikelen 1 en 2 van dit Protocol als aanvullende artikelen van het Verdrag, en alle bepalingen van het Verdrag zijn dienovereenkomstig van toepassing.

Artikel 4. Ondertekening en bekrachtiging

Dit Protocol staat open voor ondertekening voor de lidstaten van de Raad van Europa voor wie het Verdrag is ondertekend. Het is onderworpen aan bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. Een lidstaat van de Raad van Europa kan dit Protocol niet bekrachtigen, aanvaarden of goedkeuren, tenzij die Staat eerder of tegelijkertijd het Verdrag heeft bekrachtigd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring dienen te worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa.

Artikel 5. Inwerkingtreding

  • 1 Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt na het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum waarop tien lidstaten van de Raad van Europa het feit dat zij ermee instemmen door het Verdrag te worden gebonden tot uitdrukking hebben gebracht overeenkomstig het bepaalde in artikel 4.

  • 2 Met betrekking tot iedere lidstaat die later het feit dat hij ermee instemt door het Protocol te worden gebonden tot uitdrukking brengt, treedt het Protocol in werking op de eerste dag van de maand volgende op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van de nederlegging van de akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.

Artikel 6. Taken van de Depositaris

De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa geeft alle lidstaten van de Raad van Europa kennis van:

  • a. iedere ondertekening;

  • b. de nederlegging van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring;

  • c. iedere datum van inwerkingtreding van dit Protocol in overeenstemming met de artikelen 2 en 5;

  • d. iedere andere handeling, kennisgeving of mededeling met betrekking tot dit Protocol.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te Rome, op 4 november 2000, in de Engelse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek, in een enkel exemplaar dat zal worden nedergelegd in het archief van de Raad van Europa. De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa zal voor eensluidend gewaarmerkte afschriften doen toekomen aan iedere lidstaat van de Raad van Europa.

Naar boven