Overeenkomst tussen de Regering van de Republiek Hongarije en Regeringen van de Benelux-Staten [...] van onregelmatig verblijvende personen, Luxemburg, 23-01-2002

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-12-2003 t/m heden

Overeenkomst tussen de Regering van de Republiek Hongarije en Regeringen van de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen

Authentiek : NL

Overeenkomst tussen de Regering van de Republiek Hongarije en de Regeringen van de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen

De Regering van de Republiek Hongarije enerzijds (hierna genoemd „de Overeenkomstsluitende Partij")

en

de Regeringen van de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden), die krachtens de bepalingen van de op 11 april 1960 gesloten Benelux-Overeenkomst gemeenschappelijk optreden anderzijds,

ernaar strevend de overname van personen die zich illegaal op het grondgebied van de Staat van een andere Overeenkomstsluitende Partij ophouden, dat wil zeggen die niet of niet meer voldoen aan de geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, en de doorgeleiding van te repatriëren personen in een geest van samenwerking en op basis van wederkerigheid te vergemakkelijken,

zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1. Definities en werkingssfeer

In deze Overeenkomst dient te worden verstaan onder

  • a. „grondgebied":

    • van de Republiek Hongarije: het grondgebied van de Republiek Hongarije;

    • van de Benelux-Staten: het gezamenlijke grondgebied in Europa van het Koninkrijk België, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden;

  • b. „derde land": elke Staat die niet de Republiek Hongarije of geen Benelux-Staat is;

  • c. „onderdaan van een derde land": een ieder die geen onderdaan van de Republiek Hongarije of van één der Benelux-Staten is;

  • d. „verblijfstitel": elke vergunning, ongeacht van welke aard, met uitzondering van het visum, het transitvisum en de tijdelijke toelating tot verblijf die wordt afgegeven tijdens de periode van de behandeling van een asielverzoek door de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen en die de betrokkene recht geeft op een wettige binnenkomst en een wettig verblijf op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen.

Artikel 2. Overname van eigen onderdanen van de Overeenkomstsluitende Partijen

  • 1 Iedere Overeenkomstsluitende Partij neemt op verzoek van de andere Overeenkomstsluitende Partij, zonder formaliteiten de persoon over die niet of niet meer voldoet aan de op het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij geldende nationale voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, wanneer kan worden aangetoond of aannemelijk gemaakt dat hij de nationaliteit van de Staat van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij heeft.

  • 2 De bepalingen van lid (1) zijn eveneens van toepassing op de persoon wie na binnenkomst op het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij de nationaliteit van de Staat van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij ontnomen is en die niet ten minste een naturalisatietoezegging van de kant van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij heeft ontvangen.

  • 3 De verzoekende Overeenkomstsluitende Partij neemt deze persoon onder dezelfde voorwaarden terug, indien uit een later onderzoek blijkt dat deze op het moment van het verlaten van het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij niet de nationaliteit van de Staat van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij had. Dit geldt niet wanneer de verplichting tot overname volgt uit het feit dat deze persoon de nationaliteit van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij heeft verloren na binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij, zonder ten minste een naturalisatietoezegging van de kant van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij te hebben ontvangen.

Artikel 3. Overname van onderdanen van derde landen

  • 1 Iedere Overeenkomstsluitende Partij neemt op verzoek van de andere Overeenkomstsluitende Partij, zonder formaliteiten op het grondgebied van haar Staat de onderdanen van een derde land en de staatlozen (hierna te noemen: onderdanen van derde landen) over, die niet of niet meer voldoen aan de op het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij geldende nationale voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, wanneer kan worden aangetoond of aannemelijk gemaakt dat deze onderdanen van een derde land net voor hun binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij regelmatig op het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij verbleven.

  • 2 Iedere Overeenkomstsluitende Partij neemt op verzoek van de andere Overeenkomstsluitende Partij de onderdanen van een derde land over die onregelmatig op het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij verblijven en een geldige door de bevoegde instanties van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij afgegeven verblijfstitel bezitten.

  • 3 De Overeenkomstsluitende Partijen streven er bij voorkeur naar de in lid (1) hierboven bedoelde onderdanen rechtstreeks naar hun land van herkomst terug te geleiden.

  • 4 De verplichting tot overname als bedoeld in lid (1) hierboven geldt niet voor onderdanen van een derde land:

    • a. die bij hun binnenkomst op het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij in het bezit waren van een door de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij afgegeven geldig visum of aan wie na hun binnenkomst zo'n visum of een verblijfstitel door de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij is afgegeven;

    • b. waarvan de overname niet door de bevoegde instanties van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij binnen een termijn van twaalf (12) maanden te rekenen vanaf de onregelmatige binnenkomst is gevraagd of die sinds één (1) jaar het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij hebben verlaten;

    • c. jegens wie door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij uitzettings- of teruggeleidingsmaatregelen zijn genomen op voorwaarde dat aangetoond kan worden dat zij het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij voor een derde land hebben verlaten;

    • d. aan wie de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij met toepassing van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, als gewijzigd bij het Protocol van 31 januari 1967, de status van vluchteling heeft toegekend of die een daartoe strekkende aanvraag hebben ingediend waarover nog niet door de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij is beslist.

  • 5 Het bepaalde in lid (1) hierboven is niet van toepassing wanneer de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij een regeling van visumvrije binnenkomst toepast ten aanzien van het derde land waarvan betrokkene onderdaan is.

  • 6 Iedere Overeenkomstsluitende Partij neemt na voorafgaande kennisgeving de onderdanen van een derde land over waarvan de overname door de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij zo spoedig mogelijk na hun onregelmatige binnenkomst op het grondgebied van haar Staat wordt gevraagd wanneer deze onderdanen een geldig visum van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij of een geldige door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij afgegeven verblijfstitel bezitten.

  • 7 Indien door beide Overeenkomstsluitende Partijen een visum of verblijfstitel is afgegeven, komt de verplichting tot overname toe aan de Overeenkomstsluitende Partij van wie het visum of de verblijfstitel het laatst vervalt.

  • 8 Het bepaalde in lid (6) en (7) hierboven is niet van toepassing op de afgifte van een transitvisum.

  • 9 Op voorwaarde dat de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij daarom binnen een termijn van dertig (30) dagen te rekenen van de overname verzoekt, neemt de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij de personen onder dezelfde voorwaarden over, indien uit een later door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij verricht onderzoek blijkt dat deze op het moment van het verlaten van het grondgebied van de Staat van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij niet voldeden aan de in lid (1), (2), (6) en (7) hierboven bepaalde voorwaarden van de verplichting tot overname.

Artikel 4. Bewijs en vermoeden van nationaliteit

  • 1 De nationaliteit van een krachtens de bepalingen van lid (1) van artikel 2 van deze Overeenkomst over te nemen persoon kan worden aangetoond door middel van de volgende documenten:

    • a. van de kant van de Hongaarse Overeenkomstsluitende Partij:

      • een geldig paspoort of paspoortvervangend reisdocument met foto (laissez-passer);

      • een geldig identiteitsbewijs;

      • een nationaliteitsbewijs dat niet langer dan één (1) jaar geleden werd afgegeven;

    • b. van de kant van de Overeenkomstsluitende Partijen van de Benelux:

      • een geldig paspoort of paspoortvervangend reisdocument met foto (laissez-passer);

      • een geldig identiteitsbewijs;

      • een geldig militair identiteitsbewijs of een ander identiteitsbewijs van het personeel van de strijdkrachten met een foto van de houder;

      • een document, zoals hiervoor beschreven, waarvan de geldigheidsduur is verstreken op de dag van ontvangst van het verzoek om overname.

  • 2 Het vermoeden van de nationaliteit kan tevens worden ondersteund door middel van één van de volgende elementen:

    • a. van de kant van de Hongaarse Overeenkomstsluitende Partij:

      • een geldig voorlopig identiteitsbewijs;

      • een document zoals beschreven in punt a) van lid (1) hierboven, dat vervallen is;

      • documenten waaruit blijkt dat de betrokkene behoort tot het personeel van de Hongaarse strijdkrachten of de Hongaarse ordehandhavingsdiensten;

      • elk door de autoriteiten afgegeven document waaruit de nationaliteit van de betrokkene blijkt;

      • afschriften van bovengenoemde documenten;

      • een officiële verklaring van de betrokkene zelf of een officiële betrouwbare getuigenverklaring;

    • b. van de kant van de Overeenkomstsluitende Partijen van de Benelux:

      • een officieel document anders dan zoals beschreven in punt b) van lid (1) hierboven, aan de hand waarvan de identiteit van de betrokkene kan worden vastgesteld (rijbewijs e.d.);

      • een document waaruit een consulaire inschrijving blijkt, een nationaliteitsbewijs of een bewijs van de burgerlijke stand;

      • een betrouwbare getuigenverklaring, opgesteld door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij;

      • andere documenten waaruit de identiteit van de betrokkene blijkt;

      • afschriften van bovengenoemde documenten;

      • de verklaring van de betrokkene zelf, behoorlijk opgesteld door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij;

      • de taal waarin de betrokkene zich uitdrukt.

  • 3 In geval het vermoeden van de nationaliteit wordt ondersteund overeenkomstig artikel 2 van deze Overeenkomst, maar de in lid (2) hierboven beschreven documenten niet beschikbaar zijn, kan de nationaliteit worden vastgesteld met de hulp van de bevoegde consulaire ambtenaar van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij. De bevoegde consulaire ambtenaar zal de betrokkene zo spoedig mogelijk, uiterlijk binnen zeven (7) dagen, horen.

Artikel 5. Doorgeleiding ter fine van overname

  • 1 Onverminderd artikel 11 van deze Overeenkomst staan de Overeenkomstsluitende Partijen de doorreis door de lucht of de doorgeleiding door de lucht of over land van onderdanen van derde landen toe, indien een andere Overeenkomstsluitende Partij daarom verzoekt en de doorreis van die personen door de overige landen van doorreis en de toelating tot de Staat van bestemming verzekerd zijn.

  • 2 Wanneer de doorreis enkel door de lucht plaatsvindt, hoeft door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij geen transitvisum te worden afgegeven.

  • 3 De verzoekende Overeenkomstsluitende Partij is verantwoordelijk voor de verdere reis van de verwijderde persoon naar de Staat van bestemming. De verzoekende Overeenkomstsluitende Partij neemt de te verwijderen persoon terug indien om enigerlei reden geen uitvoering kan worden gegeven aan de verwijderingsmaatregel.

  • 4 Om doorgeleiding wordt niet door de Overeenkomstsluitende Partijen verzocht of deze kan worden geweigerd indien kan worden aangenomen dat:

    • a. de doorgeleiding van de betrokkene een gevaar oplevert voor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of de internationale betrekkingen van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij, of

    • b. in het land van bestemming of het eventuele land van doorreis de betrokkene is blootgesteld aan foltering, een onmenselijke of onterende behandeling of de veroordeling tot de doodstraf dan wel het gevaar loopt te worden vervolgd op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde groep in de samenleving of politieke overtuiging, of

    • c. de betrokkene in het land van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij, in de Staat van bestemming of in één van de Staten van doorreis het gevaar loopt van strafvervolging of tenuitvoerlegging van een strafvonnis, behalve wegens het ongeoorloofd overschrijden van de grens.

  • 5 De Overeenkomstsluitende Partijen doen het nodige om doorgeleidingen, zoals beschreven in lid (1) hierboven, te beperken tot onderdanen van derde landen voor wie de rechtstreekse teruggeleiding naar het land van herkomst niet mogelijk is.

Artikel 6. Indiening van het verzoek om overname

  • 1 Een verzoek om overname vindt schriftelijk plaats en omvat:

    • a. de personalia van de betrokkene (naam, voornaam, eventueel vroegere naam, bijnaam en pseudoniem, alias, geboortedatum en -plaats, geslacht en laatste verblijfplaats);

    • b. het afschrift van het paspoort of het paspoortvervangend reisdocument en/of enig ander bewijs waaruit de nationaliteit van de betrokkene blijkt of door middel waarvan zijn nationaliteit kan worden aangetoond of vermoed;

    • c. twee pasfoto's.

  • 2 De verzoekende Overeenkomstsluitende Partij kan elke andere voor de overnameprocedure dienstige inlichting aan de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij verstrekken.

Artikel 7. Termijnen

  • 1 De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij beantwoordt schriftelijk en onverwijld, doch uiterlijk binnen een termijn van vijf (5) werkdagen, de tot haar gerichte verzoeken om overname.

  • 2 Na de in lid (1) hierboven gestelde termijn neemt de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij over

    • a. onverwijld, doch voor zover mogelijk, de personen op wie artikel 2 van deze Overeenkomst van toepassing is;

    • b. onverwijld, doch uiterlijk binnen een termijn van dertig (30) dagen, de personen op wie artikel 3 van deze Overeenkomst van toepassing is.

  • 3 De in lid (2) hierboven bepaalde termijnen kunnen op verzoek van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij uitzonderlijkerwijze worden verlengd wanneer omtrent de overname juridische of praktische belemmeringen rijzen en enkel tot die belemmeringen zijn opgeheven.

Artikel 8. Bescherming van persoonsgegevens

  • 1 Voor zover voor de uitvoering van deze Overeenkomst persoonsgegevens moeten worden verstrekt, mogen de betrokken gegevens uitsluitend betrekking hebben op:

    • a. de persoonsgegevens van de over te nemen persoon en in voorkomend geval van zijn naaste verwanten (naam, voornaam, eventueel vroegere namen, bijnamen en pseudoniemen, aliassen, geboortedatum en -plaats, geslacht, huidige en, in voorkomend geval, vorige nationaliteit);

    • b. nummer, geldigheidsduur, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte en andere relevante gegevens van het paspoort, identiteitsbewijs, andere identiteitspapieren of reisdocumenten en laissez-passer;

    • c. andere voor identificatie van de over te nemen personen dienstige gegevens (de laatste woonplaats op het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij, de ta(a)l(en) waarin de betrokkene zich uitdrukt);

    • d. de voor de overname voorgestelde plaats en datum, de te volgen reisroute;

    • e. verblijfsvergunningen of door één van de Overeenkomstsluitende Partijen afgegeven visa.

  • 3 Voor de Benelux-Staten geldt een beschermingsniveau dat overeenstemt met het niveau dat is vastgesteld in Richtlijn 95/46/EG van het Europese Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.

  • 4 Persoonsgegevens mogen enkel aan de voor de uitvoering van deze Overeenkomst bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Zij mogen niet aan andere autoriteiten worden doorgegeven zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de Overeenkomstsluitende Partij die deze heeft verstrekt.

  • 5 Bij het verstrekken van de gegevens vermeldt de verstrekkende Overeenkomstsluitende Partij met inachtneming van het nationale recht de termijnen voor de vernietiging van gegevens.

  • 6 De Overeenkomstsluitende Partijen houden een register bij, waarin de namen van organen en personen die de persoonsgegevens doorsturen en ontvangen, alsmede de datum van doorsturen, ontvangst, wijziging en wissen van die gegevens zijn vermeld.

Artikel 9. Kosten

  • 1 De kosten verbonden aan het overbrengen, tot aan de grens van de Staat van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij, van personen die volgens artikel 2 en 3 van deze Overeenkomst worden overgenomen en de eventuele kosten die voortvloeien uit de terugleiding waarin is voorzien in lid (3) van artikel 2 en in lid (9) van artikel 3 van deze Overeenkomst, komen ten laste van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij.

  • 2 Alle kosten verbonden aan de doorgeleiding of aan de begeleide doorgeleiding van onderdanen van derde landen alsmede de eventueel uit hun terugleiding voortvloeiende kosten komen overeenkomstig artikel 5 van deze Overeenkomst ten laste van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij.

Artikel 10. Comité van deskundigen

  • 1 De Overeenkomstsluitende Partijen verlenen elkaar onderling hulp bij de toepassing en uitlegging van deze Overeenkomst. Daartoe stellen de in artikel 12 van deze Overeenkomst bedoelde ministeries van de Overeenkomstsluitende Partijen een Comité van deskundigen in dat:

    • a. de toepassing van deze Overeenkomst volgt;

    • b. voorstellen doet om vraagstukken in verband met de toepassing van deze Overeenkomst op te lossen;

    • c. wijzigingen van en aanvullingen op deze Overeenkomst voorstelt;

    • d. passende maatregelen ter bestrijding van illegale immigratie uitwerkt en aanbeveelt.

  • 2 De door het Comité van deskundigen voorgestelde maatregelen worden voor goedkeuring aan de Overeenkomstsluitende Partijen voorgelegd.

  • 3 Het Comité bestaat uit een vertegenwoordiger voor de Republiek Hongarije en drie vertegenwoordigers voor de Benelux-Staten. De Overeenkomstsluitende Partijen wijzen daarin de voorzitter en zijn plaatsvervangers aan; tegelijkertijd kunnen plaatsvervangende leden worden benoemd. Bij het overleg kunnen nog andere deskundigen worden betrokken.

  • 4 Het Comité van deskundigen komt zo nodig bij toerbeurt op het grondgebied van één der Overeenkomstsluitende Partijen bijeen. Het voorzitterschap wordt waargenomen door de Overeenkomstsluitende Partij die als gastland optreedt. Ieder der Overeenkomstsluitende Partijen kan het initiatief nemen om het Comité van deskundigen bijeen te roepen.

Artikel 11. Verhouding van de Overeenkomst tot andere verdragen

De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan de aan de onderdanen van de Overeenkomstsluitende Partijen toegekende rechten, de bepalingen van de tussen de Republiek Hongarije en de Benelux-Staten vigerende verdragen noch de overige verplichtingen van de Overeenkomstsluitende Partijen, die uit andere verdragen voortvloeien en met name:

Artikel 12. Uitvoeringsprotocol

De Overeenkomstsluitende Partijen geven volmacht aan hun bevoegde Ministeries om in een Uitvoeringsprotocol de te volgen procedure bij de uitvoering van deze Overeenkomst vast te leggen.

Artikel 13. Depositaris van de Overeenkomst

De Regering van het Koninkrijk België is depositaris van deze Overeenkomst.

Artikel 14. Territoriale toepassing

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze Overeenkomst tot de Nederlandse Antillen en Aruba worden uitgebreid door een kennisgeving aan de Belgische Overeenkomstsluitende Partij, depositaris van deze Overeenkomst, die de overige Overeenkomstsluitende Partijen hiervan in kennis stelt.

Artikel 15. Geschillenregeling

Elk geschil over de uitlegging en toepassing van deze Overeenkomst wordt via onderhandelingen geregeld door het in artikel 10 van deze Overeenkomst bedoelde Comité van deskundigen. Indien deze niet tot een akkoord leiden, wordt het geschil via diplomatieke weg geregeld.

Artikel 16. Inwerkingtreding

  • 1 Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de nota waarbij de laatste van de Overeenkomstsluitende Partijen de Belgische Overeenkomstsluitende Partij kennis heeft gegeven de voor de inwerkingtreding vereiste interne juridische formaliteiten te hebben nageleefd.

  • 2 De Belgische Overeenkomstsluitende Partij stelt ieder der Overeenkomstsluitende Partijen in kennis van de in vorenstaand lid (1) bedoelde notificaties en van de datum van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.

Artikel 17. Tijdsduur, schorsing, opzegging

  • 1 Deze Overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

  • 2 De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen de uitvoering van deze Overeenkomst om redenen in verband met de bescherming van de staatsveiligheid, de openbare orde of de volksgezondheid, voorlopig, gedeeltelijk of volledig schorsen. De depositaris wordt onverwijld via diplomatieke weg in kennis gesteld van het invoeren van een dergelijke maatregel, met opgave van motieven en van de inwerkingtreding, zowel als van de intrekking van de schorsing. De schorsing kan geen betrekking hebben op de overname van de onderdanen van de Overeenkomstsluitende Partijen. Wat de bescherming van vóór de invoering van de schorsing doorgestuurde persoonsgegevens betreft, blijven de bepalingen van artikel 8 van toepassing.

  • 3 Ieder der Overeenkomstsluitende Partijen kan deze Overeenkomst via diplomatieke weg, schriftelijk, met een aan de depositaris van deze Overeenkomst gerichte kennisgeving opzeggen. De depositaris van deze Overeenkomst stelt de overige Overeenkomstsluitende Partijen via diplomatieke weg in kennis van de opzegging. Deze Overeenkomst houdt op gevolg te hebben op de eerste dag van de tweede maand volgende op de maand waarin de depositaris de diplomatieke nota over de opzegging heeft ontvangen.

TEN BLIJKE WAARVAN de vertegenwoordigers van de Overeenkomstsluitende Partijen, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Luxemburg, op 23 januari 2002 in één origineel exemplaar in de Nederlandse, Franse en Hongaarse taal, zijnde de teksten in elk van deze talen gelijkelijk authentiek.

Het origineel van deze Overeenkomst zal worden nedergelegd bij de Regering van het Koninkrijk België, depositaris van deze Overeenkomst. De depositaris zendt een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan aan alle Overeenkomstsluitende Partijen toe.

Uitvoeringsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Regering van de Republiek Hongarije en de Regeringen van Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de Republiek Hongarije, het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk België, het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Groothertogdom Luxemburg en het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden zijn, op grond van artikel 12 van de Overeenkomst van 23 januari 2002 tussen de Regering van de Republiek Hongarije en de Regeringen van de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden) betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen (hierna te noemen: de Overeenkomst), het volgende overeengekomen:

Artikel 1. Onregelmatige binnenkomst en onregelmatig verblijf

De onregelmatige binnenkomst en het onregelmatige verblijf in de zin van de artikelen 2 en 3 van de Overeenkomst worden door de Overeenkomstsluitende Partijen op grond van hun respectieve nationale wetgeving vastgesteld.

Artikel 2. Overnameprocedure

  • 1 De verzoeken om overname van eigen onderdanen worden gedaan wanneer de identiteit en de nationaliteit van de over te nemen persoon zijn aangetoond of aannemelijk gemaakt overeenkomstig artikel 4 van de Overeenkomst.

  • 2 De verzoeken om overname van onderdanen van derde landen worden gedaan wanneer het verblijf van die personen op het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij ofwel kan worden aangetoond, aangezien betrokkenen houder zijn van een door de bevoegde instanties van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij afgegeven visum of verblijfstitel, ofwel aannemelijk kan worden gemaakt door middel van met name onderstaande documenten:

    • een proces-verbaal opgemaakt op grond van de door de over te nemen persoon voor de instanties van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij afgegeven verklaring, of

    • documenten die op het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij toegang geven tot openbare of particuliere diensten (ziekteverzekeringskaarten, documenten die recht geven op sociale uitkeringen, facturen van genoten verstrekkingen), of

    • documenten waaruit blijkt dat de over te nemen persoon gebruik heeft gemaakt van de diensten van een reisbureau of een vervoerder van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij;

    • reisbiljetten.

  • 3 De in artikel 6 van dit Protocol aangewezen bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij richt haar aanvraag tot overname van een onregelmatig verblijvende persoon aan de in artikel 6 van dit Protocol aangewezen bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij. Het aanvraagformulier gaat als bijlage 1 bij dit Protocol (Verzoek om overname).

  • 4 Behalve de in artikel 6 van de Overeenkomst genoemde gegevens bevat het verzoek om overname alle voor de uitvoering van de overname nodige informatie.

  • 5 De bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij antwoordt de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij binnen de in lid (1) van artikel 7 van de Overeenkomst bepaalde termijn, dat zij de desbetreffende persoon overneemt.

  • 6 De bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij neemt de persoon wiens overname zij heeft aanvaard binnen de in lid (2) zo niet lid (3) van artikel 7 van de Overeenkomst bepaalde termijn over.

  • 7 De overname van personen vindt op de in artikel 5 van dit Protocol aangewezen grensovergangen plaats.

  • 8 In de in artikel 2, lid (3), en artikel 3, lid (9), van de Overeenkomst bedoelde gevallen worden de verzoeken om overname door middel van het als bijlage 1 bij dit Protocol gaande formulier gedaan.

  • 9 Indien een verzoek om overname niet wordt ingewilligd, moet zulks door de bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij met redenen worden omkleed en moet de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij daarvan binnen de in lid (1) van artikel 7 van de Overeenkomst bedoelde termijn in kennis worden gesteld.

Artikel 3. Reisdocument

  • 1 De bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij leidt het positieve antwoord op haar aanvraag tot overname naar de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij door, teneinde, zo nodig, het voor de terugkeer en de overname van personen met toepassing van artikel 2 van de Overeenkomst nodige reisdocument op te stellen. De aanvraag voor een reisdocument wordt door middel van het als bijlage 3 bij dit Protocol gaande formulier gedaan (Verzoek om een laissez-passer).

  • 2 Het staat aan de bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij om, zo nodig, het reisdocument op te stellen, dat voor de overname van ingevolge artikel 3 van de Overeenkomst over te nemen personen nodig is.

Artikel 4. Doorgeleiding ter fine van overname

  • 1 Het verzoek om doorreis van een onderdaan van een derde land wordt in de in artikel 5 van de Overeenkomst bepaalde gevallen door de in artikel 6 van dit Protocol aangewezen bevoegde instantie van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij gericht aan de in artikel 6 van dit Protocol aangewezen bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij. Het aanvraag- en antwoordformulier gaat als bijlage 2 bij dit Protocol (Verzoek om doorreis).

  • 2 Behalve de in artikel 6 van de Overeenkomst genoemde gegevens bevat de aanvraag:

    • de verklaring waaruit blijkt dat aan de in artikel 5, lid (1), van de Overeenkomst gestelde voorwaarden is voldaan en dat geen weigeringsgrond als bepaald in artikel 5, lid (4), van de Overeenkomst bekend is,

    • plaats en tijdstip van aankomst op het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij,

    • plaats en tijdstip van vertrek van het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij naar het land van bestemming,

    • voor de overname voorgestelde datum en grensovergang, en

    • in voorkomend geval, essentiële informatie over de door te geleiden persoon wanneer voor de doorreis wordt ingestaan door de bevoegde instantie van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij.

  • 3 De bevoegde instanties van de Overeenkomstsluitende Partijen plegen rechtstreeks overleg om datum en aard van de doorreis nader te bepalen.

  • 4 Bij een doorreis door de lucht verlaten de over te nemen persoon en in voorkomend geval zijn geleide de transitruimte niet van de luchthaven van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij.

  • 5 De verzoekende Overeenkomstsluitende Partij garandeert, benevens de verklaring van toelating van het land van bestemming, de geldigheid van alle reisdocumenten en reistitels, de reisbiljetten en andere machtigingen die nodig zijn voor de reis naar het land van bestemming en, in voorkomend geval, de doorgeleiding door andere landen van doorreis.

  • 6 Indien het verzoek door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij wordt afgewezen omdat niet aan de noodzakelijke voorwaarden is voldaan, moet deze de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij mededeling doen van de gronden van haar weigering.

  • 7 Indien na de toestemming van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij feiten of omstandigheden aan het licht komen, die de doorreis onmogelijk maken, wordt de toestemming door de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij ingetrokken. De beslissing tot intrekking van de toestemming moet met redenen worden omkleed.

  • 8 Indien de doorreis van de over te nemen persoon om enigerlei reden geen doorgang kan vinden, dient de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij de betrokkene terug te nemen. Het desbetreffende verzoek wordt overeenkomstig bijlage 2 bij dit Protocol gedaan.

  • 9 De doorreis van onderdanen van derde landen door het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij vindt plaats op de in artikel 5 van dit Protocol bepaalde grensovergangen.

Artikel 5. Grensovergangen

Overnames en doorgeleidingen vinden op onderstaande grensovergangen plaats:

  • 1. Voor de Hongaarse Overeenkomstsluitende Partij:

    • door de lucht: Budapest, Internationale luchthaven Ferihegy

    • over land: Hegyeshalom

  • 2. Voor de Benelux Overeenkomstsluitende Partij:

    • a. Voor België:

      • door de lucht: Luchthaven Brussel Nationaal

      • over land: te bepalen geval per geval door de Dienst Vreemdelingenzaken

    • b. Voor Luxemburg:

      • door de lucht: Luchthaven Luxemburg-Findel

      • over land: grenspost van Wasserbilligbrück (autosnelweg)

    • c. Voor Nederland:

      • door de lucht: Luchthaven Schiphol te Amsterdam

      • over land: te bepalen door het Bureau Dublin

Artikel 6. Bevoegde instanties

  • 1

    • a. Voor de Hongaarse Overeenkomstsluitende Partij is voor het voorleggen en aanvaarden van verzoeken om overname van eigen onderdanen en onderdanen van derde landen de volgende instantie bevoegd:

      Landelijke Staf van de Grensbewaking

      Hoofddirectie Politie en Overtredingen

      (Határörség Országos Parancsnokság

      Idegenrendészeti és Szabálysértési Föosztály)

      Postadres: H-1525 Budapest, Pf: 47.

      Telefoon en fax: (0036-1) 45-67-195

    • b. Voor de Hongaarse Overeenkomstsluitende Partij is voor het voorleggen en aanvaarden van verzoeken om doorreis van onderdanen van derde landen met bestemming een derde land de volgende instantie bevoegd:

      Ministerie van Binnenlandse Zaken

      Dienst Immigratie en Nationaliteit

      Postadres: H-1117 Budapest, Budafoki út 60

      Telefoon: (0036.1) 463.91.50; 463.91.54

      Fax: (0036.1) 463.91.53; 463.91.51

  • 2 Voor de Benelux Overeenkomstsluitende Partij zijn de bevoegde instanties:

    • a. Voor België:

      • voor het verzenden van de verzoeken aan de bevoegde instanties van de Hongaarse Overeenkomstsluitende Partij, het ontvangen van de antwoorden op de verzoeken, het verkrijgen bij de Ambassade van de Republiek Hongarije van de nodige reisdocumenten, alsmede voor het verzenden van informatie omtrent de uitvoering van de overname van de betrokken personen:

        Ministerie van Binnenlandse Zaken

        Algemeen Bestuur Dienst Vreemdelingenzaken

        WTC II

        Antwerpsesteenweg 59b

        B-1000 Brussel

        Telefoon: (0032.2) 206.15.83; 206.16.06 (cel «terugkeer»)

        Fax: (0032.2) 206.14.05

      • voor het ontvangen van de verzoeken van de bevoegde instanties van de Hongaarse Overeenkomstsluitende Partij, het antwoord op de verzoeken, alsmede voor het ontvangen van informatie omtrent de uitvoering van de overname/verwijdering van de betrokken personen:

        Ministerie van Binnenlandse Zaken

        Algemeen Bestuur Dienst Vreemdelingenzaken

        WTC II

        Antwerpsesteenweg 59b

        B-1000 Brussel

        Telefoon: (0032.2) 206.15.94; 206.15.92; 206.15.51; 206.15.91 Bureau C

        Fax: (0032.2) 206.14.07; 206.14.08; 206.14.09

    • b. Voor Luxemburg:

      Ministère de la Justice

      Service des Étrangers

      16, boulevard Royal

      L-2934 Luxembourg

      Telefoon: (00352) 478.45.12; 478.45.46

      Fax: (00352) 227.661

    • c. Voor Nederland:

      Ministerie van Justitie

      IND – Immigratie- en Naturalisatiedienst - Bureau Dublin

      Postbus 449

      NL – 6900 K Zevenaar

      Telefoon: (0031.31) 636.87.24

      Fax (0031.31) 636.86.49

Artikel 7. Ten laste komende kosten

  • 1 De tegenwaarde van alle uit de toepassing van artikel 9 van de Overeenkomst voortvloeiende kosten wordt door de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij, met inachtneming van haar interne budgettaire wetgeving, binnen een termijn van dertig (30) dagen te rekenen van de ontvangst van de factuur, in EUR (euro) aan de andere Overeenkomstsluitende Partij overgemaakt.

  • 2 De Overeenkomstsluitende Partijen dragen er zorg voor dat de begeleide doorgeleidingen zich onder toereikende en bevredigende veiligheidsvoorwaarden en zo efficiënt en economisch mogelijk kunnen voltrekken.

Artikel 8. Werktalen

Tenzij anders wordt overeengekomen, bezigen de bevoegde instanties van de Overeenkomstsluitende Partijen bij de toepassing van de Overeenkomst en dit Protocol de Engelse of de Franse taal in hun contacten.

Artikel 9. Comité van deskundigen

De bevoegde instanties van de Overeenkomstsluitende Partijen stellen elkaar binnen dertig (30) dagen na de inwerkingtreding van de Overeenkomst in kennis van de samenstelling van hun delegatie in het in artikel 10 van de Overeenkomst bedoelde Comité van deskundigen.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1 De bevoegde ministeries van de Overeenkomstsluitende Partijen kunnen dit Protocol in onderlinge overeenstemming inhoudelijk aanvullen of wijzigen.

  • 2 Dit Protocol treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van de Overeenkomst. Het neemt een einde wanneer de Overeenkomst ophoudt gevolg te hebben.

GEDAAN te Luxemburg, op 23 januari 2002 in één origineel exemplaar in de Nederlandse, Franse en Hongaarse taal, zijnde de teksten in de drie talen gelijkelijk authentiek.

Het origineel van dit Protocol wordt nedergelegd bij de Regering van het Koninkrijk België, depositaris van de Overeenkomst. De depositaris zendt de overige Overeenkomstsluitende Partijen een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan toe.

Naar boven