Verdrag tussen de Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de beveiliging van gegevens, Brussel, 06-03-1997

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 26-03-1999 t/m heden

Verdrag tussen de Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de beveiliging van gegevens

Authentiek : EN

Agreement between the Parties to the North Atlantic Treaty for the security of information

The Parties to the North Atlantic Treaty, signed at Washington on 4th April, 1949;

Reaffirming that effective political consultation, cooperation and planning for defence in achieving the objectives of the Treaty entail the exchange of classified information among the Parties;

Considering that provisions between the Governments of the Parties to the North Atlantic Treaty for the mutual protection and safeguarding of the classified information they may interchange are necessary;

Realising that a general framework for security standards and procedures is required;

Acting on their own behalf and on behalf of the North Atlantic Treaty Organization,

have agreed as follows:

Article 1

The Parties shall:

  • (i) protect and safeguard:

    • a) classified information (see Annex I), marked as such, which is originated by NATO (see Annex II) or which is submitted to NATO by a member state;

    • b) classified information, marked as such, of the member states submitted to another member state in support of a NATO programme, project, or contract,

  • (ii) maintain the security classification of information as defined under (i) above and make every effort to safeguard it accordingly;

  • (iii) not use classified information as defined under (i) above for purposes other than those laid down in the North Atlantic Treaty and the decisions and resolutions pertaining to that Treaty;

  • (iv) not disclose such information as defined under (i) above to non-NATO Parties without the consent of the originator.

Article 2

Pursuant to Article 1 of this Agreement, the Parties shall ensure the establishment of a National Security Authority for NATO activities which shall implement protective security measures. The Parties shall establish and implement security standards which shall ensure a common degree of protection for classified information.

Article 3

  • 1 The Parties shall ensure that all persons of their respective nationality who, in the conduct of their official duties, require or may have access to information classified CONFIDENTIAL and above are appropriately cleared before they take up their duties.

  • 2 Security clearance procedures shall be designed to determine whether an individual can, taking into account his or her loyalty and trustworthiness, have access to classified information without constituting an unacceptable risk to security.

  • 3 Upon request, each of the Parties shall cooperate with the other Parties in carrying out their respective security clearance procedures.

Article 4

The Secretary General shall ensure that the relevant provisions of this Agreement are applied by NATO (see Annex III).

Article 5

The present Agreement in no way prevents the Parties from making other Agreements relating to the exchange of classified information originated by them and not affecting the scope of the present Agreement.

Article 6

  • a) This Agreement shall be open for signature by the Parties to the North Atlantic Treaty and shall be subject to ratification, acceptance or approval. The instruments of ratification, acceptance or approval shall be deposited with the Government of the United States of America;

  • b) This Agreement shall enter into force thirty days after the date of deposit by two signatory States of their instruments of ratification, acceptance or approval. It shall enter into force for each other signatory State thirty days after the deposit of its instrument of ratification, acceptance or approval.

  • c) This Agreement shall with respect to the Parties for which it entered into force supersede the “Security Agreement by the Parties to the North Atlantic Treaty Organization” approved by the North Atlantic Council in Annex A (paragraph 1) to Appendix to Enclosure to D.C. 2/7, on 19th April, 1952, and subsequently incorporated in Enclosure “A” (paragraph 1) to C-M(55)15(Final), approved by the North Atlantic Council on 2nd March, 1955.

Article 7

This Agreement shall remain open for accession by any new Party to the North Atlantic Treaty, in accordance with its own constitutional procedures. Its instrument of accession shall be deposited with the government of the United States of America. It shall enter into force in respect of each acceding State thirty days after the day of the deposit of its instrument of accession.

Article 8

The Government of the United States of America shall inform the Governments of the other Parties of the deposit of each instrument of ratification, acceptance, approval or accession.

Article 9

This Agreement may be denounced by written notice of denunciation by any Party given to the depository which shall inform all the other Parties of such notice. Such denunciation shall take effect one year after receipt of notification by the depository, but shall not affect obligations already contracted and the rights or prerogatives previously acquired by the Parties under the provisions of this Agreement.

IN WITNESS WHEREOF the undersigned, duly authorized to this effect by their respective Governments, have signed this Agreement.

DONE in Brussels, this 6th day of March, 1997 in a single copy in the English and French languages, each text being equally authoritative, which shall be deposited in the archives of the Government of the United States of America and of which certified copies shall be transmitted by that Government to each of the other signatories.

Annex I

This Annex forms an integral part of the Agreement.

NATO classified information is defined as follows:

  • a) information means knowledge that can be communicated in any form;

  • b) classified information means information or material determined to require protection against unauthorized disclosure which has been so designated by security classification;

  • c) the word “material" includes documents and also any item of machinery or equipment or weapons either manufactured or in the process of manufacture;

  • d) the word “document" means any recorded information regardless of its physical form or characteristics, including, without limitation, written or printed matter, data processing cards and tapes, maps, charts, photographs, paintings, drawings, engravings, sketches, working notes and papers, carbon copies and ink ribbons, or reproductions by any means or process, and sound, voice, magnetic or electronic or optical or video recordings in any form, and portable ADP equipment with resident computer storage media, and removable computer storage media.

Vertaling : NL

Verdrag tussen de Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de beveiliging van gegevens

De Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag, ondertekend te Washington op 4 april 1949;

Opnieuw bevestigend dat voor de doeltreffendheid van politiek overleg, van samenwerking en van defensieplanning voor het realiseren van de doeleinden van het Verdrag een uitwisseling van gerubriceerde gegevens tussen de Partijen nodig is;

Overwegende dat tussen de Regeringen van de Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag bepalingen nodig zijn voor de wederzijdse beveiliging en bescherming van de gerubriceerde gegevens die zij onderling uitwisselen;

Zich ervan bewust dat een algemeen kader voor beveiligingsnormen en -procedures vereist is;

Handelend namens zichzelf en namens de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

De Partijen:

  • i. dragen zorg voor de beveiliging en bescherming:

    • a. van als zodanig aangemerkte gerubriceerde gegevens (zie Bijlage I) die afkomstig zijn van de NAVO (zie Bijlage II) of die door een lidstaat aan de NAVO worden voorgelegd;

    • b. van als zodanig aangemerkte gerubriceerde gegevens die afkomstig zijn van de lidstaten en die aan een andere lidstaat worden aangeboden ter ondersteuning van een NAVO-programma, -project of -contract;

  • ii. handhaven het rubriceringsniveau van de onder i bedoelde gegevens en stellen al het mogelijke in het werk om deze dienovereenkomstig te beschermen;

  • iii. gebruiken de onder i bedoelde gerubriceerde gegevens niet voor andere doeleinden dan die welke zijn vervat in het Noord-Atlantisch Verdrag en in de bij dat Verdrag behorende besluiten en resoluties;

  • iv. stellen de onder i bedoelde gegevens niet ter beschikking aan niet-NAVO-Partijen zonder toestemming van de opsteller of verstrekker.

Artikel 2

Overeenkomstig het in artikel 1 van dit Verdrag gestelde dragen de Partijen zorg voor de oprichting van een Nationale beveiligingsautoriteit voor NAVO-activiteiten, die beschermende beveiligingsmaatregelen implementeert. De Partijen zullen beveiligingsnormen die een gelijkwaardig beschermingsniveau voor gerubriceerde gegevens waarborgen, opstellen en implementeren.

Artikel 3

  • 1 De Partijen dragen er zorg voor dat alle personen die de nationaliteit van hun respectieve landen bezitten en die voor de uitoefening van hun officiële werkzaamheden toegang hebben of moeten hebben tot gegevens die zijn gerubriceerd als CONFIDENTIEEL of hoger, vóór de uitvoering van hun werkzaamheden naar behoren zijn onderworpen aan een veiligheidsonderzoek.

  • 2 Veiligheidsonderzoeken moeten zodanig zijn opgezet dat aan de hand hiervan kan worden vastgesteld of een persoon, rekening houdend met zijn of haar loyaliteit en betrouwbaarheid, toegang tot gerubriceerde gegevens kan hebben zonder een onacceptabel veiligheidsrisico te vormen.

  • 3 Op verzoek werkt elk der Partijen samen met de andere Partijen bij de uitvoering van hun respectieve veiligheidsonderzoeken.

Artikel 4

De Secretaris-Generaal draagt er zorg voor dat de relevante bepalingen van dit Verdrag door de NAVO worden toegepast (zie Bijlage III).

Artikel 5

Dit Verdrag vormt geen belemmering voor de Partijen om andere verdragen betreffende de uitwisseling van door hen opgestelde of verstrekte gerubriceerde gegevens te sluiten, mits deze de reikwijdte van dit Verdrag niet aantasten.

Artikel 6

  • a Dit Verdrag staat open voor ondertekening door de Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag en dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring dienen te worden nedergelegd bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika;

  • b Dit Verdrag treedt in werking dertig dagen na de datum waarop twee ondertekenende Staten hun akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring hebben nedergelegd. Ten aanzien van elke andere ondertekenende Staat treedt het in werking dertig dagen na de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring;

  • c Ten aanzien van de Partijen voor welke dit Verdrag in werking is getreden, vervangt dit Verdrag de „Security Agreement by the Parties to the North Atlantic Treaty Organization”, die op 19 april 1952 door de Noord-Atlantische Raad is goedgekeurd in Bijlage A (eerste lid) van het Aanhangsel bij de Toevoeging bij D.C. 2/7, en vervolgens is opgenomen in Toevoeging „A” (eerste lid) bij C-M(55)15(Definitief), die op 2 maart 1955 door de Noord-Atlantische Raad is goedgekeurd.

Artikel 7

Dit Verdrag blijft open voor toetreding door elke nieuwe Partij bij het Noord-Atlantisch Verdrag, in overeenstemming met haar eigen constitutionele procedures. Haar akte van toetreding wordt nedergelegd bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika. Het Verdrag treedt ten aanzien van elke toetredende Staat in werking dertig dagen na de datum van nederlegging van zijn akte van toetreding.

Artikel 8

De Regering van de Verenigde Staten van Amerika stelt de Regeringen van de andere Partijen in kennis van de nederlegging van elke akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.

Artikel 9

Dit Verdrag kan worden opgezegd door middel van schriftelijke kennisgeving van opzegging door elk der Partijen aan de depositaris, die de andere Partijen van deze opzegging in kennis stelt. De opzegging wordt van kracht een jaar na de ontvangst van de kennisgeving door de depositaris, maar doet geen afbreuk aan reeds aangegane verplichtingen en de door de Partijen krachtens de bepalingen van dit Verdrag reeds verworven rechten of prerogatieven.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, hiertoe naar behoren gemachtigd door hun respectieve Regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel op 6 maart 1997, in een enkel exemplaar in de Engelse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk gezaghebbend, dat wordt nedergelegd in het archief van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika en waarvan door deze Regering gewaarmerkte afschriften worden toegezonden aan elke andere ondertekenende Staat.

Bijlage I

Deze Bijlage vormt een integrerend onderdeel van het Verdrag.

Gerubriceerde NAVO-gegevens worden als volgt gedefinieerd:

  • a. gegevens betekent kennis die in ongeacht welke vorm kan worden overgedragen;

  • b. gerubriceerde gegevens betekent gegevens of materiaal die respectievelijk dat tegen ongeoorloofde verspreiding moeten respectievelijk moet worden beschermd, overeenkomstig hun beveiligingsrubricering;

  • c. de term „materiaal" omvat documenten alsmede elke machine, uitrusting of wapens die vervaardigd of in vervaardiging zijn;

  • d. de term „document" betekent alle vastgelegde gegevens ongeacht hun fysieke vorm of kenmerken, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, geschreven of gedrukte stukken, gegevensverwerkingskaarten en -banden, geografische kaarten, grafieken, foto's, schilderijen, tekeningen, gravures, schetsen, werknotities en werkdocumenten, doorslagen en inktlinten, of reproducties ongeacht het vervaardigingsmiddel of de vervaardigingsprocedure, en geluids-, spraak-, magnetische of elektronische of optische of video-opnamen in welke vorm dan ook, en draagbare computerapparatuur met een vast opslagmedium, en verwijderbare computeropslagmedia.

Naar boven