Preambule
De Verdragsluitende Partijen,
Zich ervan bewust dat het voor de internationale gemeenschap van belang is ervoor
te zorgen dat het gebruik van kernenergie veilig, goed gereguleerd en milieuverantwoord
is;
De noodzaak opnieuw bevestigend van het blijven bevorderen van een hoog niveau van
nucleaire veiligheid over de gehele wereld;
Opnieuw bevestigend dat de verantwoordelijkheid voor nucleaire veiligheid berust bij
de Staat die rechtsmacht over een kerninstallatie heeft;
Geleid door de wens een doeltreffend nucleaire-veiligheidscultuur te bevorderen;
Beseffend dat ongevallen in kerninstallaties grensoverschrijdende gevolgen kunnen
hebben;
Indachtig het Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal (1979), het Verdrag inzake vroegtijdige kennisgeving van een nucleair ongeval (1986) en het Verdrag inzake de verlening van bijstand in het geval van een nucleair ongeval of
een calamiteit met radioactieve stoffen (1986);
Het belang bevestigend van internationale samenwerking ter verbetering van de nucleaire
veiligheid via bestaande bilaterale en multilaterale mechanismen en de totstandkoming
van dit tot een inspanning verplichtende Verdrag;
Erkennend dat dit Verdrag de verplichting met zich meebrengt fundamentele veiligheidsbeginselen
voor kerninstallaties toe te passen, en niet zozeer gedetailleerde veiligheidsnormen,
en dat er internationaal vastgestelde richtlijnen met betrekking tot veiligheid bestaan,
die van tijd tot tijd worden bijgewerkt en die derhalve als leidraad kunnen dienen
met betrekking tot eigentijdse middelen om een hoog niveau van veiligheid te bereiken;
Bevestigend de noodzaak van een spoedige aanvang van de totstandbrenging van een internationaal
verdrag inzake de veiligheid van het beheer van radioactief afval zodra het nog lopende
proces van ontwikkeling van grondbeginselen voor de veiligheid van het afvalbeheer
heeft geresulteerd in brede internationale overeenstemming;
Erkennend dat het nuttig is de technische werkzaamheden met betrekking tot de veiligheid
van andere onderdelen van de splijtstofcyclus voort te zetten en dat deze werkzaamheden
op den duur verdere ontwikkeling van bestaande of toekomstige internationale instrumenten
kunnen vergemakkelijken;
Zijn het volgende overeengekomen: