Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Voorbereidende Commissie voor [...] van Chemische Wapens betreffende de zetel van de Commissie, 's-Gravenhage, 08-12-1993

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 23-02-1994 t/m heden

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens betreffende de zetel van de Commissie

Authentiek : NL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens betreffende de zetel van de Commissie

Het Koninkrijk der Nederlanden

en

De Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens

In aanmerking nemend dat het Koninkrijk der Nederlanden het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, gedaan te Parijs op 14 januari 1993, heeft ondertekend;

Gelet op de Resolutie inzake de oprichting van de Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens, die bepalingen omvat betreffende de rechtspositie, voorrechten en immuniteiten van de Commissie, haar Uitvoerend Secretaris en functionarissen;

Overwegend dat voor de vestiging van de zetel van de Commissie op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden ('s-Gravenhage) een verdrag dient te worden gesloten;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit Verdrag:

  • a. wordt verstaan onder „het Verdrag”: het Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens, voor ondertekening opengesteld te Parijs op 13 januari 1993;

  • b. wordt verstaan onder „de Commissie": de Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens;

  • c. wordt verstaan onder „Lid”: een Lid-Staat van de Commissie;

  • d. wordt verstaan onder „de Regering": de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden;

  • e. wordt verstaan onder „de Partijen": het Koninkrijk der Nederlanden en de Commissie;

  • f. wordt verstaan onder „de Uitvoerend Secretaris": de Uitvoerend Secretaris van de Commissie bedoeld in paragraaf 3 van Bijlage 1 bij de Resolutie inzake de oprichting van de Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens;

  • g. wordt verstaan onder „functionarissen": personen die door de Commissie worden benoemd of geworven voor een dienstverband bij de Commissie ten behoeve van de uitvoering van haar officiële taken; hieronder zijn niet begrepen personen in de huishoudelijke dienst van de Commissie of personen die lokaal worden geworven en per uur worden betaald;

  • h. wordt verstaan onder „de gebouwen en terreinen": de gebouwen en terreinen van de Commissie en alle gebouwen, delen van gebouwen of voorzieningen die door de Commissie worden gebruikt, op permanente of tijdelijke basis, voor de uitvoering van haar officiële taken;

  • i. wordt verstaan onder „de archieven van de Commissie": alle dossiers, correspondentie, documenten, manuscripten, computerbestanden, foto's, films en opnamen die de Commissie bezit of onder zich heeft, en al het overige materiaal waarover de Uitvoerend Secretaris en de Regering eventueel overeenkomen dat het deel uitmaakt van de archieven van de Commissie;

  • j. wordt „vertegenwoordiger" geacht te omvatten: de vertegenwoordiger van elke Lid-Staat in de Commissie, plaatsvervangers en adviseurs ;

  • k. wordt verstaan onder „deskundigen": personen, buiten degenen bedoeld onder letter g van dit artikel, die door de Commissie worden aangewezen om officiële missies voor de Commissie te verrichten.

Artikel 2. De rechtspersoonlijkheid van de Commissie

De Commissie bezit volledige rechtspersoonlijkheid. Zij heeft de bevoegdheid:

  • a. overeenkomsten te sluiten;

  • b. roerende en onroerende zaken te verwerven en te vervreemden;

  • c. juridische procedures in te stellen en in rechte op te treden.

Artikel 3. Immuniteit van rechtsvervolging

  • 1 Binnen de reikwijdte van haar officiële activiteiten geniet de Commissie immuniteit van alle vormen van rechtsvervolging, behalve in geval van:

    • a. civiele actie van een derde wegens schade die het gevolg is van een ongeval veroorzaakt door een voertuig dat eigendom is van of dat werd bestuurd namens de Commissie, indien de schade niet verhaalbaar is op een verzekering;

    • b. civiele actie die verband houdt met een overlijdensgeval of persoonlijk letsel veroorzaakt door een handeling of nalatigheid van de Commissie of haar functionarissen in het Koninkrijk der Nederlanden.

  • 2 Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid van dit artikel zijn eigendommen en bezittingen van de Commissie, waar deze ook gelegen zijn en wie deze ook onder zich heeft, vrijgesteld van onderzoek, executie, inbeslagneming, alle vormen van beslaglegging, gerechtelijke bevelen of andere vormen van rechtsvervolging.

Artikel 4. Vrijstelling van bezittingen van andere maatregelen

De eigendommen en bezittingen van de Commissie, waar deze ook gelegen zijn en wie deze ook onder zich heeft, zijn vrijgesteld van onderzoek, vordering, confiscatie, onteigening of iedere andere vorm van ingrijpen, ongeacht of het optreden van uitvoerende, administratieve, rechterlijke of wetgevende aard betreft.

Artikel 5. Onschendbaarheid van gebouwen en terreinen

  • 1 De gebouwen en terreinen van de Commissie zijn onschendbaar. Personen die krachtens de wet bevoegd zijn gebouwen of terreinen te betreden, oefenen deze bevoegdheid niet uit ten aanzien van de gebouwen en terreinen van de Commissie tenzij daarvoor toestemming is verleend door of namens de Uitvoerend Secretaris. Deze toestemming kan echter worden verondersteld in geval van brand. Personen die de gebouwen en terreinen hebben betreden met de veronderstelde toestemming van de Uitvoerend Secretaris, verlaten de gebouwen en terreinen onmiddellijk indien zij daarom worden verzocht door of namens de Uitvoerend Secretaris.

  • 2 De betekening van gerechtelijke stukken kan alleen binnen de gebouwen en terreinen geschieden met de instemming van, en onder omstandigheden goedgekeurd door, de Uitvoerend Secretaris.

  • 3 De Uitvoerend Secretaris voorkomt dat de gebouwen en terreinen worden gebruikt om personen onder te brengen die trachten aanhouding krachtens het Nederlandse recht te vermijden, die door de Regering worden gezocht voor uitzetting naar een ander land, of die trachten een dagvaarding te ontlopen.

Artikel 6. Bescherming van gebouwen en terreinen

De Regering betracht de nodige zorgvuldigheid om te verzekeren dat de veiligheid en de rust van de gebouwen en de terreinen niet worden verstoord door onbevoegde personen of groepen personen die de gebouwen of terreinen trachten te betreden, of ordeverstoringen veroorzaken in de onmiddellijke omgeving daarvan. Wanneer nodig bieden de desbetreffende autoriteiten voldoende politiebescherming in de omgeving van de gebouwen en terreinen en daarbinnen, indien de Uitvoerend Secretaris daarom verzoekt.

Artikel 7. Onschendbaarheid van de archieven van de Commissie

De archieven van de Commissie, waar deze ook gelegen zijn en wie deze ook onder zich heeft, zijn onschendbaar.

Artikel 8. Faciliteiten en immuniteiten met betrekking tot berichtenverkeer en publikaties

De Regering staat het de Commissie toe vrijelijk te communiceren voor alle officiële doeleinden, en beschermt haar recht hiertoe. De Commissie heeft het recht codes te gebruiken en officiële correspondentie en andere officiële berichten te verzenden en te ontvangen per koerier of in verzegelde tassen, ten aanzien waarvan dezelfde voorrechten en immuniteiten gelden als voor diplomatieke koeriers en tassen. De Commissie geniet, voor zover verenigbaar met het internationale recht, wat haar officiële berichtenverkeer betreft een niet minder gunstige behandeling dan die welke door de Regering wordt toegekend aan andere organisaties of regeringen, met inbegrip van diplomatieke zendingen van die andere regeringen ter zake van prioriteiten en tarieven voor poststukken, kabeltelegrammen, telegrammen, telexberichten, radiogrammen, televisie, telefoon, telefax en andere vormen van berichtenverkeer, alsmede perstarieven voor mededelingen aan de pers en de radio. De Regering erkent het recht van de Commissie om binnen het Koninkrijk der Nederlanden vrijelijk berichten te publiceren en uit te zenden voor de doeleinden die zijn omschreven in de Resolutie inzake de oprichting van de Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens. De Commissie mag, evenwel, een radiozender installeren en gebruiken met toestemming van de Regering; nadat de golflengte is overeengekomen, wordt deze toestemming niet op onredelijke gronden geweigerd. Overeengekomen wordt echter dat de Commissie alle wetten van het Koninkrijk der Nederlanden alsmede alle internationale verdragen waarbij het Koninkrijk der Nederlanden partij is met betrekking tot auteursrechten eerbiedigt.

Artikel 9. Vrijstelling van belastingen en heffingen

  • 1 Binnen het kader van haar officiële taken worden de Commissie, haar bezittingen, inkomsten en andere eigendommen vrijgesteld van alle directe belastingen, daaronder begrepen de inkomstenbelasting, vermogensbelasting, vennootschapsbelasting en directe belastingen die door de plaatselijke autoriteiten worden geheven.

  • 2 De Commissie wordt:

    • a. op aanvraag vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting en van de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM 1992) over voertuigen die voor haar officiële werkzaamheden worden gebruikt;

    • b. vrijgesteld van BTW over goederen, met inbegrip van motorrijtuigen, of diensten van aanzienlijke waarde, die noodzakelijk zijn voor haar officiële werkzaamheden. Verzoeken om vrijstelling worden slechts ingediend met betrekking tot goederen of diensten die regelmatig worden geleverd of verleend of aanmerkelijke uitgaven meebrengen;

    • c. vrijgesteld van accijnzen die zijn begrepen in de prijzen van alcoholhoudende dranken en koolwaterstoffen, zoals stookolie en motorbrandstoffen die door de Commissie worden gekocht en die zij nodig heeft voor haar officiële werkzaamheden;

    • d. vrijgesteld van alle invoerrechten en -belastingen over goederen, met inbegrip van publikaties, en motorrijtuigen waarvan de in- of uitvoer noodzakelijk is voor de verrichting van de officiële werkzaamheden van de Commissie.

  • 3 De vrijstelling die is voorzien in het tweede lid, letter b of c, van dit artikel kan worden verleend in de vorm van een teruggave. De vrijstellingen voorzien in het tweede lid van dit artikel zijn van toepassing in overeenstemming met de geldende regelingen.

  • 4 De bepalingen van het tweede lid van dit artikel zijn niet van toepassing op belastingen en rechten die worden beschouwd als heffingen voor het gebruik van openbare voorzieningen.

  • 5 Goederen die worden verworven of ingevoerd op de in het tweede lid van dit artikel omschreven voorwaarden worden niet verkocht, weggegeven of op andere wijze vervreemd, behalve overeenkomstig met de Regering overeengekomen voorwaarden.

Artikel 10. Vrijheid van beperkingen ten aanzien van financiële bezittingen

De Commissie wordt niet beperkt door financiële controles, regelingen, kennisgevingsvereisten met betrekking tot financiële transacties, of moratoria van enigerlei aard, en kan:

  • a. fondsen, goud of valuta's van welke aard ook bezitten en rekeningen hebben in welke valuta ook;

  • b. haar fondsen, goud of valuta's vrijelijk overbrengen naar of uit Nederland of binnen Nederland, en valuta's die zij bezit omwisselen in welke andere valuta ook.

Artikel 11. Voorrechten en immuniteiten van de Uitvoerend Secretaris en de functionarissen

Voorrechten en immuniteiten van de Uitvoerend Secretaris, de Plaatsvervangend Uitvoerend Secretaris en andere functionarissen:

  • a. De Uitvoerend Secretaris geniet wat hemzelf en zijn gezinsleden betreft de voorrechten en immuniteiten die worden verleend aan hoofden van diplomatieke zendingen die geaccrediteerd zijn bij de Regering, in overeenstemming met het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961;

  • b. Aan een Plaatsvervangend Uitvoerend Secretaris of een hogere functionaris worden, wanneer deze optreedt namens de Uitvoerend Secretaris tijdens diens afwezigheid, dezelfde voorrechten en immuniteiten, vrijstellingen en faciliteiten verleend als aan de Uitvoerend Secretaris ;

  • c. Functionarissen in rang P5 en hoger genieten dezelfde voorrechten en immuniteiten als die welke worden verleend aan diplomatieke ambtenaren van vergelijkbare rang van in Nederland gevestigde diplomatieke zendingen;

  • d. Functionarissen in rangen lager dan P5 en functionarissen die de Nederlandse nationaliteit hebben, genieten:

    • i. voorrechten en immuniteiten overeenkomstig artikel VI van het Verdrag nopens de voorrechten en immuniteiten van de gespecialiseerde organisaties van 21 november 1947; in het bijzonder genieten zij, overeenkomstig de geldende regelingen, vrijstelling van invoerrechten en -belastingen, behalve betalingen voor diensten, ten aanzien van hun meubilair en persoonlijke eigendommen, en het recht meubilair en persoonlijke eigendommen uit te voeren met vrijstelling van uitvoerrechten bij beëindiging van hun werkzaamheden in Nederland;

    • ii. onschendbaarheid van al hun officiële stukken en documenten;

    • iii. immuniteit van inspectie van officiële bagage.

Artikel 12. Voorrechten en immuniteiten van vertegenwoordigers bij de Commissie

  • 1 De vertegenwoordigers die permanent in Nederland verblijven, genieten dezelfde voorrechten en immuniteiten als die welke door de Regering aan diplomaten van vergelijkbare rang van bij Nederland geaccrediteerde diplomatieke zendingen worden verleend overeenkomstig het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961.

  • 2 De vertegenwoordigers die niet permanent in Nederland verblijven, genieten tijdens hun verblijf in Nederland voor de uitoefening van hun officiële functies voorrechten en immuniteiten zoals omschreven in artikel V, paragraaf 13, letters a tot en met f, en de paragrafen 14 tot en met 17 van het Verdrag nopens de voorrechten en immuniteiten van de gespecialiseerde organisaties van 21 november 1947.

Artikel 13. Voorrechten en immuniteiten van deskundigen

Deskundigen genieten in de uitoefening van hun functies die verband houden met de Commissie of tijdens de verrichting van missies voor de Commissie de volgende voorrechten en immuniteiten, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun taken, met inbegrip van reizen die in het kader van hun functies en tijdens dergelijke missies worden gemaakt:

  • a. vrijstelling voor henzelf, hun gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouden en hun huishoudelijk personeel, van inreisbeperkingen of registratievereisten voor vreemdelingen. Eventueel vereiste visa worden zo snel mogelijk kosteloos verstrekt;

  • b. immuniteit van enigerlei rechtsvervolging met betrekking tot door hen gesproken of geschreven woorden en alle door hen in de uitoefening van hun officiële functies verrichte handelingen. Deze immuniteit blijft gelden ook wanneer de betrokkenen niet langer deelnemen aan missies voor, zitting hebben in comités van of optreden als adviseurs voor de Commissie, of niet langer werkzaam zijn in de zetel of aanwezig zijn bij vergaderingen belegd door de Commissie;

  • c. onschendbaarheid van al hun stukken, documenten en ander officieel materiaal.

Artikel 14. Kennisgeving

  • 1 De Commissie doet de Regering onmiddellijk kennisgeving van:

    • a. de benoeming van de Uitvoerend Secretaris, de Plaatsvervangend Uitvoerend Secretaris, functionarissen van de Commissie en Deskundigen, hun aankomst en hun definitieve vertrek, of de beëindiging van hun functies bij de Commissie;

    • b. de lijst van vertegenwoordigers, en herziet deze lijst van tijd tot tijd, wanneer nodig;

    • c. de aankomst en het definitieve vertrek van gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van de personen bedoeld onder de letters a en b van dit artikel en, waar van toepassing, het feit dat een persoon niet langer deel van het huishouden uitmaakt;

    • d. de aankomst en het definitieve vertrek van huishoudelijk personeel van personen bedoeld onder de letters a en b van dit artikel en, waar van toepassing, het feit dat zij de dienst van die personen verlaten.

  • 2 De Regering verstrekt identiteitskaarten aan de Uitvoerend Secretaris, de Plaatsvervangend Uitvoerend Secretaris en aan functionarissen en hun gezinsleden die deel uitmaken van hun huishouden en aan huishoudelijk personeel van personen bedoeld in het eerste lid, letter a.

  • 3 De Regering verstrekt identiteitskaarten aan vertegenwoordigers en andere personen voor zover passend binnen de reikwijdte van artikel 12.

Artikel 15. Sociale zekerheid

  • 1 In aanmerking genomen dat de Commissie haar eigen regelingen voor sociale zekerheid heeft vastgesteld, worden de Commissie en de functionarissen op wie bedoelde regelingen van toepassing zijn, vrijgesteld van alle verplichte bijdragen aan Nederlandse organisaties voor sociale zekerheid. Hieruit volgt dat zij niet vallen onder de Nederlandse regelingen voor sociale zekerheid.

  • 2 De bepalingen van het eerste lid van dit artikel zijn mutatis mutandis van toepassing op gezinsleden die deel uitmaken van het huishouden van personen bedoeld in het eerste lid, tenzij zij in Nederland in dienst zijn bij een andere werkgever dan de Commissie, of binnen dat huishouden behoren tot het huishoudelijk personeel.

Artikel 16. Tewerkstelling

Aan functionarissen van de Commissie die geen diplomatieke status hebben en niet de nationaliteit van een van de lidstaten van de Europese Gemeenschap hebben, wordt een tijdelijke verblijfsvergunning verleend voor de duur van hun tewerkstelling bij de Commissie in Nederland.

Artikel 17. Diverse bepalingen

  • 1 De krachtens de bepalingen van dit Verdrag verleende voorrechten en immuniteiten worden verleend in het belang van de Commissie en niet tot persoonlijk voordeel van de betrokkenen zelf. Het is de plicht van de Commissie en alle personen die dergelijke voorrechten en immuniteiten genieten in alle overige opzichten de wetten en regelingen van Nederland in acht te nemen.

  • 2 De krachtens de bepalingen van dit Verdrag verleende voorrechten en immuniteiten worden verleend met dien verstande dat de Commissie of haar Leden, waar van toepassing, afstand doen van de immuniteit van de betrokken personen in omstandigheden waarin zij van oordeel zijn dat deze immuniteit de rechtsgang zou belemmeren, en in alle gevallen waarin daarvan afstand kan worden gedaan zonder afbreuk te doen aan het doel waarvoor deze immuniteit werd verleend.

  • 3 De Commissie werkt te allen tijde samen met de daarvoor in aanmerking komende autoriteiten ten einde de goede rechtsbedeling te vergemakkelijken en misbruik van de krachtens de bepalingen van dit Verdrag verleende voorrechten en immuniteiten te voorkomen,

  • 4 De Commissie treft regelingen voor passende wijzen van beslechting van geschillen van privaatrechtelijke aard die voortvloeien uit overeenkomsten of andere transacties waarbij de Commissie partij is, en ten aanzien van welke de Commissie immuniteit van rechtsvervolging geniet krachtens artikel 4 van dit Verdrag. De Commissie treft ook regelingen voor passende wijzen van beslechting van geschillen waarbij een functionaris van de Commissie betrokken is die krachtens zijn of haar officiële positie immuniteit geniet, indien geen afstand van die immuniteit is gedaan.

  • 5 Na beëindiging van dit Verdrag blijven de goederen, het meubilair, de uitrusting en andere zaken die beschikbaar zijn gesteld door de Stichting voor de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens eigendom van de leverancier en/of van Nederland.

Artikel 18. Beslechting van geschillen

  • 1 Geschillen tussen de Partijen betreffende de uitlegging of toepassing van dit Verdrag die niet in der minne kunnen worden geschikt, worden op verzoek van een van beide Partijen bij het geschil voorgelegd aan een tribunaal van drie scheidsmannen. Elke Partij benoemt een scheidsman, en de twee aldus benoemde scheidsmannen benoemen samen een derde scheidsman als hun voorzitter.

  • 2 Indien een van de Partijen nalaat een scheidsman te benoemen en geen stappen daartoe heeft ondernomen binnen twee maanden na een verzoek van de andere Partij om die benoeming te verrichten, kan de andere Partij de President van het Internationale Gerechtshof verzoeken de benoeming te verrichten.

  • 3 Indien de twee scheidsmannen er niet in slagen binnen twee maanden na hun benoeming overeenstemming te bereiken over de keuze van de derde scheidsman, kan elk van beide partijen de President van het Internationale Gerechtshof verzoeken de benoeming te verrichten.

  • 4 Tenzij de Partijen anders beslissen, stelt het scheidsgerecht zijn eigen procedureregels vast.

  • 5 Het scheidsgerecht komt tot een uitspraak met meerderheid van stemmen. De uitspraken van het scheidsgerecht zijn onherroepelijk en bindend voor de Partijen bij het geschil.

Artikel 19. Wijzigingen

  • 1 Op verzoek van een van beide Partijen kan dit Verdrag met wederzijdse instemming te allen tijde worden gewijzigd.

  • 2 Wijzigingen kunnen tot stand worden gebracht door middel van een notawisseling.

Artikel 20. Beëindiging

Dit Verdrag wordt beëindigd ingeval de zetel buiten het grondgebied van Nederland wordt gevestigd of ingeval de Commissie ophoudt te bestaan. De bepalingen van dit Verdrag met betrekking tot de ordelijke beëindiging van de werkzaamheden van de Commissie in Nederland en de beschikking over haar eigendommen blijven van toepassing zo lang als noodzakelijk, maar niet langer dan zes maanden nadat de Regering ervan in kennis is gesteld dat de Commissie haar werkzaamheden in Nederland zal beëindigen.

Artikel 21. Inwerkingtreding

  • 1 Dit Verdrag treedt in werking daags nadat beide Partijen elkaar er schriftelijk van in kennis hebben gesteld dat aan de wettelijke vereisten voor de inwerkingtreding is voldaan.

  • 2 Ten aanzien van het Koninkrijk der Nederlanden is dit Verdrag alleen van toepassing op het Koninkrijk in Europa.

GEDAAN te 's-Gravenhage op 8 december 1993 in twee exemplaren in de Nederlandse, de Arabische, de Chinese, de Engelse, de Franse, de Russische en de Spaanse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) P. H. KOOIJMANS

Voor de Voorbereidende Commissie voor de Organisatie voor het Verbod van Chemische Wapens

(w.g.) IAN R. KENYON

Naar boven