Specifiek interventiebeleid NVWA chemische stoffen in eet- en drinkwaren (IB03-SPEC 43, versie 06)

Geraadpleegd op 09-08-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 09-04-2025.
Geldend van 12-12-2024 t/m heden

Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 oktober 2024 tot vaststelling van het Specifiek interventiebeleid NVWA chemische stoffen in eet- en drinkwaren (IB03-SPEC 43, versie 06)

1. Doel en toepassingsgebied

Het Specifiek interventiebeleid NVWA chemische stoffen in eet- en drinkwaren beschrijft binnen de kaders van het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024 de interventiegrenzen voor de beoordeling van specifieke overtredingen voor het werkterrein chemische stoffen en geeft per overtreding invulling aan het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024.

Overtredingen waarin dit document niet voorziet, worden voorgelegd aan de Afdeling Expertise van de Directie Handhaven teneinde een interventie te bepalen conform de beoordelingskaders uit dit interventiebeleid.

2. Definities en wettelijke basis

Hieronder is een aantal specifieke definities opgenomen in aanvulling op de definities en begrippen uit het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024 (NVWA-IB03).

2.1. Definities en gebruikte afkortingen

Inspectie

Elke vorm van controle door een inspecteur van de NVWA om na te gaan of de wet- en regelgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt nageleefd. De inspecteur kan, als dit de efficiency van de uit te voeren inspectie ten goede komt, er voor kiezen om deze van te voren aan te kondigen. Dit laat onverlet dat de inspecteur ook zonder aankondiging een inspectie kan uitvoeren.

Herinspectie

Een inspectie (op afstand) ingesteld door een inspecteur van de NVWA die volgt op een eerder ingestelde inspectie, waarbij een overtreding is geconstateerd en naar aanleiding waarvan het noodzakelijk wordt geacht om na de tijdens de eerdere inspectie aangegeven termijn na te gaan of afdoende corrigerende maatregelen zijn genomen om de overtreding op te heffen en nieuwe overtredingen te voorkomen.

Gebruikte afkortingen

CSI Coördinerend Specialistisch Inspecteur

MRL Maximum Residu Limiet

2.2. Wettelijke Basis

De wettelijke basis voor dit specifiek interventiebeleid is de Warenwet (WW) en de daarin opgenomen EU verordeningen, waarvan de belangrijkste zijn:

Voorts zijn de volgende (meest recente versies of vervangingen van-) documenten, richtlijnen, verordeningen van belang:

  • ‘SANTE/11312/2021 Guidance document on analytical quality control and method validation procedures for pesticide residues and analysis in food and feed’,

  • ‘SANTE/10704/2021 Information note on Article 20 of Regulation (EC) No 396/2005...’

  • EU1793/2019 (uitgebreide officiële controles op invoer),

  • 333/2007 (bemonsteringswijzen en analysemethoden),

  • 519/2014 (bemonsteringwijzen voor grote partijen)

  • Richtlijn 2002/63/EG (houdende vaststelling van communautaire bemonsteringsmethoden...).

In artikel 12, eerste lid, van het Warenwetbesluit Bereiding en Behandeling van Levensmiddelen zijn geen getalsmatige limieten opgenomen. Die zijn daarom als volgt vastgesteld, op basis van analogieën met Verordening (EU) 2023/915 en/of gebaseerd op EFSA opinions (uitgedrukt in microgrammen per kilogram of liter):

5 voor aflatoxine B1 en 10 voor aflatoxinen totaal in ‘overige specerijen of kruiden’.

2 voor ochratoxine A in bier.

10 voor ochratoxine A in gedroogde vruchten, anders dan gedroogde druiven.

10 voor ochratoxine A in noten, pitten en oliehoudende zaden voor directe humane consumptie.

20 voor ochratoxine A in noten, pitten en oliehoudende zaden om te sorteren/behandelen.

15 voor ochratoxine A in ‘overige specerijen of kruiden’.

10 voor ochratoxine A in zoethoutwortel voor directe humane consumptie.

400 voor zearalenon in rijst zemelen.

3. Werkwijze

3.1. Het bepalen van de ernst van de overtreding

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024 (NVWA-IB03). De ernst van de overtreding wordt onder andere bepaald door de mate van het (risico op) gevaar voor de veiligheid van mens, dier en/of milieu. Hoe groter het risico is, des te hoger wordt de overtreding in de bijlage geclassificeerd. Bijvoorbeeld een overschrijding van de MRL die als ‘schadelijk’ wordt beoordeeld (overschrijding van de acute referentie dosis wordt ingedeeld in een zware overtreding. Wanneer een overschrijding van de MRL als ‘ongeschikt’ wordt beoordeeld dan wordt deze ingedeeld in middelzware overtreding. In bepaalde gevallen hebben zich (nog) geen daadwerkelijke negatieve gevolgen voorgedaan als gevolg van de overtreding, maar is niet gewaarborgd dat dit zich niet zal voordoen. Bijvoorbeeld: een overschrijding van een MRL in een product tijdens een lopende productie.

Dit specifiek interventiebeleid volgt deze klasseindeling.

In de bijlage genoemd in dit document zijn overtredingen van chemische stoffen in voedsel ingedeeld in de verschillende klassen met de daarbij behorende specifieke interventies.

Meerdere overtredingen in 1 monster, of in meerdere monsters die genomen zijn op 1 locatie, worden per geval beoordeeld zoals in de bijlage aangegeven.

3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding

Bestraffende sanctie

Overtredingen van de Warenwet worden doorgaans bestuurlijk beboet. Aan het Openbaar Ministerie (OM) worden overtredingen voorgelegd indien voor daarvoor op basis van de Wet op de economische delicten (Wed) een hogere geldboete kan worden opgelegd dan de voorziene bestuurlijke boete, en:

  • indien de opzettelijke of roekeloze overtreding een direct gevaar voor de gezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft óf

  • de in de bijlage ter zake van de overtreding voorziene bestuurlijke boete aanmerkelijk wordt overschreden door het met de overtreding behaalde economisch voordeel (artikel 32a, derde lid, Warenwet).

Strafrechtelijke afdoening is niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Warenwet gestelde voorschriften noodzakelijk zijn.

4. Divers

Vervanging

Deze beleidsregel vervangt het op 19 december 2023 vastgestelde Specifiek interventiebeleid chemische stoffen in eet- en drinkwaren (IB02-SPEC 43, versie 05). Ten opzichte van versie 05 is de Wet en regelgeving, normbeschrijving en tenlastelegging vollediger en eenduidiger geformuleerd.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA chemische stoffen in eet- en drinkwaren (IB03-SPEC 43, versie 06)’.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

namens deze:

G.C.J.M. Bakker

inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Bijlage

Tabel Specifiek interventiebeleid NVWA Chemische stoffen in eet- en drinkwaren

ID regel

Wet en regelgeving

Normadressaat

Normbeschrijving

Afwijking van de norm

Overtredingsklasse

Motivering overtredingsklasse

Interventie bij eerste constatering

Interventie bij herhaalde overtreding

Doormelding

cross compliance

43R101000

Verordening (EG) Nr. 396/2005, artikel 18, eerste lid

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, achtste lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven of diervoederbedrijven

Zodra een product als bedoeld in bijlage I in de handel wordt gebracht als levensmiddel of diervoeder, of aan dieren wordt vervoederd, mag het gehalte aan bestrijdingsmiddelenresiduen niet meer bedragen dan:

a) het MRL dat voor betrokken producten is vastgesteld in bijlage II of III;

b) 0,01 mg/kg voor producten waarvoor in bijlage II of III geen specifiek MRL is vastgesteld, of voor niet in bijlage IV opgenomen werkzame stoffen, tenzij er voor een werkzame stof andere standaardwaarden zijn vastgesteld, rekening houdend met de beschikbare, gebruikelijke analysemethoden.

x – meetonzekerheid > MRL, maar x leidt niet tot overschrijding ARfD.

(ARfD = door EFSA vastgestelde acute referentiedosis; mate van overschrijding te bepalen in meest recente model van EFSA PRIMO.

Indien EFSA geen arfd heeft vastgesteld en actieve stof is geen bewezen CMR-stof en/of niet potentieel genotoxisch (volgens rivm, efsa of EU 1272/2008), dan behoort overtreding ook in deze klasse).

Middelzwaar

(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu.

*Officiële waarschuwing

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R102000

Verordening (EG) Nr. 396/2005, artikel 18, eerste lid

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, achtste lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven of diervoederbedrijven

Zodra een product als bedoeld in bijlage I in de handel wordt gebracht als levensmiddel of diervoeder, of aan dieren wordt vervoederd, mag het gehalte aan bestrijdingsmiddelenresiduen niet meer bedragen dan:

a) het MRL dat voor betrokken producten is vastgesteld in bijlage II of III;

b) 0,01 mg/kg voor producten waarvoor in bijlage II of III geen specifiek MRL is vastgesteld, of voor niet in bijlage IV opgenomen werkzame stoffen, tenzij er voor een werkzame stof andere standaardwaarden zijn vastgesteld, rekening houdend met de beschikbare, gebruikelijke analysemethoden.

x – meetonzekerheid > limiet MRL en x leidt tot overschrijding ARfD.

(ARfD = door EFSA vastgestelde acute referentiedosis; mate van overschrijding te bepalen in meest recente model van EFSA PRIMO.

Indien EFSA geen arfd heeft vastgesteld maar actieve stof is een bewezen CMR-stof of potentieel genotoxisch (volgens rivm, efsa of EU 1272/2008), dan behoort overtreding ook in deze klasse).

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R104000

Verordening (EG) Nr. 396/2005, artikel 18, eerste lid

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, achtste lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven of diervoederbedrijven

Zodra een product als bedoeld in bijlage I in de handel wordt gebracht als levensmiddel of diervoeder, of aan dieren wordt vervoederd, mag het gehalte aan bestrijdingsmiddelenresiduen niet meer bedragen dan:

a) het MRL dat voor betrokken producten is vastgesteld in bijlage II of III;

b) 0,01 mg/kg voor producten waarvoor in bijlage II of III geen specifiek MRL is vastgesteld, of voor niet in bijlage IV opgenomen werkzame stoffen, tenzij er voor een werkzame stof andere standaardwaarden zijn vastgesteld, rekening houdend met de beschikbare, gebruikelijke analysemethoden.

x – meetonzekerheid > limiet MRL en x leidt tot overschrijding ARfD.

(ARfD = door EFSA vastgestelde acute referentiedosis; mate van overschrijding te bepalen in meest recente model van EFSA PRIMO.

Indien EFSA geen arfd heeft vastgesteld maar actieve stof is een bewezen CMR-stof of potentieel genotoxisch (volgens rivm, efsa of EU 1272/2008), dan behoort overtreding ook in deze klasse).

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

Ja

43R105000

Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen, artikel 1, eerste lid, in samenhang met Bijlage II en artikel 13a, eerste en derde lid onder a, van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

De uit een oogpunt van volksgezondheid toelaatbare hoeveelheid van p-TSA (para-tolueensulfonzuur) en/of quaternaire ammoniumverbindingen, bestanddelen daarvan of omzettingsproducten, aanwezig op of in onbewerkte, bewerkte of samengestelde eet- of drinkwaren mag niet hoger zijn dan het in bijlage II van de Warenwetregeling residuen van bestrijdingsmiddelen vastgestelde gehalte.

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R106000

Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 2016/127, artikel 4, tweede en derde lid, in samenhang met bijlage IV en artikel 11, eerste lid, onder b van Verordening (EU) Nr. 609/2023

Warenwetbesluit bijzondere voeding 2016, artikel 2

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding bevatten niet meer dan 0,01 mg/kg residu per werkzame stof.

De residugehalten worden bepaald door middel van algemeen aanvaarde gestandaardiseerde analytische methoden.

In afwijking van artikel 4, tweede lid van de Gedelegeerde verordening (EU) Nr. 2016/127, gelden voor de in bijlage IV opgenomen werkzame stoffen de in die bijlage vermelde maximumresidugehalten.

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R107000

Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 2016/128, artikel 3, tweede en derde lid, in samenhang met bijlage II en artikel 11, eerste lid, onder b van Verordening (EU) Nr. 609/2013

Warenwetbesluit bijzondere voeding 2016, artikel 2

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Voeding voor medisch gebruik die is ontwikkeld om aan de voedingsbehoeften van zuigelingen en peuters te voldoen, bevat niet meer dan 0,01 mg/kg residu per werkzame stof.

De residugehalten worden bepaald door middel van algemeen aanvaarde gestandaardiseerde analytische methoden.

In afwijking van artikel 3, tweede lid van de Gedelegeerde verordening (EU) Nr. 2016/128 gelden voor de in bijlage II opgenomen werkzame stoffen de in die bijlage vermelde maximumresidugehalten.

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R201000

Verordening (EEG) Nr. 315/93, artikel 2, eerste lid

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, vierde lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Levensmiddelen met een gehalte aan een verontreiniging die toxicologisch onaanvaardbaar is, mogen niet in de handel worden gebracht.

Hoeveelheid contaminant is dusdanig hoog dat er gevaar is voor de volksgezondheid.

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R202000

Verordening (EEG) Nr. 315/93, artikel 2, eerste lid

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, vierde lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Levensmiddelen met een gehalte aan een verontreiniging dat toxicologisch onaanvaardbaar is, mogen niet in de handel worden gebracht.

Contaminant is aanwezig maar geen direct risico voor de voedselveiligheid.

Middelzwaar

(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu.

*Officiële waarschuwing

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R204000

Verordening (EU) Nr. 2023/915, artikel 2, eerste en tweede lid, in samenhang met bijlage I, punt 1 en artikel 2, eerste lid van Verordening (EEG) Nr. 315/93

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, vierde lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Levensmiddelen die niet voldoen aan de maximumgehalten aan mycotoxinen worden niet in de handel gebracht, worden niet gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen en worden niet gemengd met levensmiddelen die voldoen aan de vastgestelde maximumgehalten.

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R205000

Verordening (EU) Nr. 2023/915, artikel 2, eerste en tweede lid, in samenhang met bijlage I, punt 3 en artikel 2, eerste lid van Verordening (EEG) Nr. 315/93

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, vierde lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Levensmiddelen die niet voldoen aan de maximumgehalten aan metalen en andere elementen, worden niet in de handel gebracht, worden niet gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen en worden niet gemengd met levensmiddelen die voldoen aan de vastgestelde maximumgehalten.

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R207000

Verordening (EU) Nr. 2023/915, artikel 2, eerste en tweede lid, in samenhang met bijlage I, punt 4 en artikel 2, eerste lid van Verordening (EEG) Nr. 315/93

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, vierde lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Levensmiddelen die niet voldoen aan de maximumgehalten aan gehalogeneerde persistente organische verontreinigende stoffen (zoals dioxinen en pcb's of PFAS), worden niet in de handel gebracht, worden niet gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen en worden niet gemengd met levensmiddelen die voldoen aan de vastgestelde maximumgehalten.

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R208000

Verordening (EU) Nr. 2023/915, artikel 2, eerste en tweede lid, in samenhang met bijlage I, punt 5 en artikel 2, eerste lid van Verordening (EEG) Nr. 315/93

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, vierde lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Levensmiddelen die niet voldoen aan de maximumgehalten aan verontreinigingen als gevolg van verwerking (zoals PAK's, 3-MCPD of glycidylesters), worden niet in de handel gebracht, worden niet gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen en worden niet gemengd met levensmiddelen die voldoen aan de vastgestelde maximumgehalten.

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R210000

Verordening (EU) Nr. 2023/915, artikel 2, eerste en tweede lid, in samenhang met bijlage I, punt 2 en artikel 2, eerste lid van Verordening (EEG) Nr. 315/93

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, vierde lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Levensmiddelen die niet voldoen aan de maximumgehalten aan plantentoxines, worden niet in de handel gebracht, worden niet gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen en worden niet gemengd met levensmiddelen die voldoen aan de vastgestelde maximumgehalten.

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R211000

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 9, eerste lid

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Olie of vet, aanwezig in de bereidplaats en kennelijk bestemd voor het bakken of frituren van eetwaren, moet, onverminderd andere op die grondstof van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, voldoen aan de eis dat het gehalte aan dimere en polymere triglyceriden niet hoger is dan 16%.

x – meetonzekerheid > tweemaal de wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R212000

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 9, eerste lid

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Olie of vet, aanwezig in de bereidplaats en kennelijk bestemd voor het bakken of frituren van eetwaren, moet, onverminderd andere op die grondstof van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, voldoen aan de eis dat het gehalte aan dimere en polymere triglyceriden niet hoger is dan 16%.

limiet < x – meetonzekerheid < tweemaal de wettelijke limiet

Middelzwaar

(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu.

*Officiële waarschuwing

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R213000

Warenwetregeling Verontreinigingen in levensmiddelen, artikel 7

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Het gehalte aan nitraat-ion van levensmiddelen die al dan niet zijn toebereid of geconserveerd, is niet hoger dan de wettelijke limiet.

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R215000

Verordening (EU) Nr. 2023/915, artikel 2, eerste en tweede lid, in samenhang met bijlage I, punt 6 en artikel 2, eerste lid van Verordening (EEG) Nr. 315/93

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, vierde lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Levensmiddelen die niet voldoen aan de maximumgehalten aan nitraat worden niet in de handel gebracht, worden niet gebruikt als ingrediënt in levensmiddelen en worden niet gemengd met levensmiddelen die voldoen aan de vastgestelde maximumgehalten.

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R219000

Verordening (EG) Nr. 853/2004, artikel 3, eerste lid, in samenhang met bijlage III, sectie VII, hoofstuk V, punt 2

Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen, artikel 2, tweede lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Levende tweekleppige weekdieren die in de handel worden gebracht voor menselijke consumptie mogen geen mariene biotoxines bevatten die in totale hoeveelheden (gemeten in het hele dier of elk afzonderlijk eetbaar deel) de volgende maximumwaarden overschrijden:

a) ‘Paralytic Shellfish Poison’), 800 microgram saxitoxine-equivalent diHCl per kilogram

b) voor ASP (‘Amnesic Shellfish Poison’), 20 milligram ‘domoïnezuur’ per kilogram

c) voor okadazuur en dinophysistoxines tezamen, 160 microgram okadazuur-equivalent per kilogram

d) voor yessotoxines, 3,75 milligram yessotoxine-equivalent per kilogram

e) voor azaspiracides, 160 microgram azaspiracide-equivalent per kilogram

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R301000

Verordening (EG) Nr. 1829/2003, artikel 4, tweede lid

Warenwetbesluit nieuwe voedingsmiddelen en genetisch gemodificeerde levensmiddelen, artikel 2, tweede lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Niemand mag een GGO dat voor voedingsdoeleinden wordt gebruikt, een levensmiddel dat geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaat of een levensmiddel dat met GGO's is geproduceerd of ingrediënten

bevatten die daarmee zijn geproduceerd in de handel brengen, tenzij daarvoor overeenkomstig afdeling 1 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 een vergunning is verleend en de bij die vergunning vastgestelde voorwaarden worden nageleefd.

Niet geautoriseerd GGO is aangetoond

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R302000

Verordening (EG) Nr. 1829/2003, artikel 4, tweede lid

Warenwetbesluit nieuwe voedingsmiddelen en genetisch gemodificeerde levensmiddelen, artikel 2, tweede lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Niemand mag een GGO dat voor voedingsdoeleinden wordt gebruikt, een levensmiddel dat geheel of gedeeltelijk uit GGO's bestaat of een levensmiddel dat met GGO's is geproduceerd of ingrediënten

bevatten die daarmee zijn geproduceerd in de handel brengen, tenzij daarvoor overeenkomstig afdeling 1 van Verordening (EG) nr. 1829/2003 een vergunning is verleend en de bij die vergunning vastgestelde voorwaarden worden nageleefd.

Niet geautoriseerde GGO is aangetoond (wel toegelaten buiten de EU)

Middelzwaar

(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu.

*Officiële waarschuwing

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R303000

Verordening (EG) Nr. 1829/2003, artikel 13, eerste lid

Warenwetbesluit nieuwe voedingsmiddelen en genetisch gemodificeerde levensmiddelen, artikel 2, tweede lid

Eenieder die een levensmiddel in de handel brengt

Onverminderd de andere voorschriften van de communautaire wetgeving betreffende de etikettering van levensmiddelen gelden voor levensmiddelen die onder het toepassingsgebied van afdeling 2 van Verordening (EG) Nr. 1829/2003 vallen, de volgende specifieke etiketteringsvoorschriften:

a) Wanneer het levensmiddel uit meer dan één ingrediënt bestaat, worden in de in artikel 6 van Richtlijn 2000/13/EG bedoelde lijst van ingrediënten de woorden ‘genetisch gemodificeerd’ of ‘geproduceerd met genetisch gemodificeerde [naam van het ingrediënt]’ tussen haakjes onmiddellijk na de naam van het betrokken ingrediënt aangebracht.

b) Wanneer het ingrediënt door een naam van een categorie wordt aangegeven, worden de woorden ‘bevat genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]’ of ‘bevat [naam van het ingrediënt] geproduceerd met genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]’ in de lijst van ingrediënten opgenomen.

c) Bij ontbreken van een lijst van ingrediënten worden de woorden ‘genetisch gemodificeerd’ of ‘geproduceerd met genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]’ duidelijk op de etikettering vermeld.

d) De onder a) en b) bedoelde gegevens mogen ook worden aangebracht in de vorm van een voetnoot bij de lijst van ingrediënten. In dat geval worden die gegevens afgedrukt in een lettertype dat ten minste hetzelfde formaat heeft als dat van de lijst van ingrediënten. Wanneer er geen lijst van ingrediënten wordt vermeld, worden die gegevens duidelijk op de etikettering aangebracht.

e) Wanneer het levensmiddel aan de eindverbruiker te koop wordt aangeboden zonder voorverpakking of in kleine voorverpakkingsrecipiënten waarvan de grootste oppervlakte minder dan 10 cm2 groot is, wordt de krachtens dit lid voorgeschreven informatie permanent en zichtbaar op of onmiddellijk bij de verkoopstandaard van het levensmiddel aangebracht in een lettertype dat groot genoeg is om gemakkelijk te worden geïdentificeerd en gelezen.

Wel geautoriseerde GGO maar niet volgens specifieke etiketteringsvoorschriften vermeld op het etiket

Licht

Gering (Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu.

*Corrigerende interventie *Nalevingshulp.

*Corrigerende interventie *Nalevingshulp.

nvt

43R304000

Verordening (EG) Nr. 1829/2003, artikel 13, eerste lid

Warenwetbesluit nieuwe voedingsmiddelen en genetisch gemodificeerde levensmiddelen, artikel 2, tweede lid

Eenieder die een levensmiddel in de handel brengt

Onverminderd de andere voorschriften van de communautaire wetgeving betreffende de etikettering van levensmiddelen gelden voor levensmiddelen die onder het toepassingsgebied van afdeling 2 van Verordening (EG) Nr. 1829/2003 vallen, de volgende specifieke etiketteringsvoorschriften:

a) Wanneer het levensmiddel uit meer dan één ingrediënt bestaat, worden in de in artikel 6 van Richtlijn 2000/13/EG bedoelde lijst van ingrediënten de woorden ‘genetisch gemodificeerd’ of ‘geproduceerd met genetisch gemodificeerde [naam van het ingrediënt]’ tussen haakjes onmiddellijk na de naam van het betrokken ingrediënt aangebracht.

b) Wanneer het ingrediënt door een naam van een categorie wordt aangegeven, worden de woorden ‘bevat genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]’ of ‘bevat [naam van het ingrediënt] geproduceerd met genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]’ in de lijst van ingrediënten opgenomen.

c) Bij ontbreken van een lijst van ingrediënten worden de woorden ‘genetisch gemodificeerd’ of ‘geproduceerd met genetisch gemodificeerde [naam van het organisme]’ duidelijk op de etikettering vermeld.

d) De onder a) en b) bedoelde gegevens mogen ook worden aangebracht in de vorm van een voetnoot bij de lijst van ingrediënten. In dat geval worden die gegevens afgedrukt in een lettertype dat ten minste hetzelfde formaat heeft als dat van de lijst van ingrediënten. Wanneer er geen lijst van ingrediënten wordt vermeld, worden die gegevens duidelijk op de etikettering aangebracht.

e) Wanneer het levensmiddel aan de eindverbruiker te koop wordt aangeboden zonder voorverpakking of in kleine voorverpakkingsrecipiënten waarvan de grootste oppervlakte minder dan 10 cm2 groot is, wordt de krachtens dit lid voorgeschreven informatie permanent en zichtbaar op of onmiddellijk bij de verkoopstandaard van het levensmiddel aangebracht in een lettertype dat groot genoeg is om gemakkelijk te worden geïdentificeerd en gelezen.

Wel geautoriseerde GGO maar niet vermeld op het etiket

Middelzwaar

(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu.

*Officiële waarschuwing

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R401000

Warenwetbesluit Doorstraalde waren, artikel 6, eerste lid

Warenwetbesluit Doorstraalde waren, artikel 2, tweede lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Uitsluitend de in artikel 6, eerste lid van het Warenwetbesluit Doorstraalde waren vermelde eet- of drinkwaren en grondstoffen mogen met ioniserende stralen worden of zijn behandeld. Zij mogen slechts worden behandeld met een geabsorbeerde stralingsdosis die gemiddeld niet meer mag bedragen dan de in artikel 6, eerste lid aangegeven waarde voor de desbetreffende waar.

Doorstraling niet toegestaan op

Middelzwaar

(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu.

*Officiële waarschuwing

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R402000

Warenwetbesluit Doorstraalde waren, artikel 6, tweede lid

Warenwetbesluit Doorstraalde waren, artikel 2, tweede lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

De totale dosis die nodig is voor een specifieke technische functie mag met betrekking tot de in artikel 6, eerste lid van het Warenwetbesluit Doorstraalde waren bedoelde waren, over meer dan één behandeling worden verdeeld. De grootste geabsorbeerde stralingsdosis mag niet groter zijn dan 150% van de waarde die voor de desbetreffende waar is vastgesteld.

Geabsorbeerde stralingsdosis meer dan 150%

Middelzwaar

(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu.

*Officiële waarschuwing

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R403000

Warenwetbesluit Doorstraalde waren, artikel 10, eerste lid

Warenwetbesluit Doorstraalde waren, artikel 2, derde lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Bij de verhandeling van doorstraalde eet- en drinkwaren en grondstoffen die niet zijn bestemd voor de eindverbruiker of een instelling, moet worden gebezigd de vermelding van de naam en het adres van de installatie waar de behandeling met ioniserende stralen is uitgevoerd.

Doorstraling niet op etiket vermeld

Middelzwaar

(Risico op) gevaar voor mens, dier en/of milieu.

*Officiële waarschuwing

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R501000

Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 2020/1158, artikel 3, tweede lid, aanhef en onder a, in samenhang met artikel 3 van de Warenwetregeling Verontreinigingen in levensmiddelen

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Producten die de Unie binnenkomen moeten voldoen aan de gecumuleerde maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting met cesium-137 van 370 Bq/kg voor melk en melkproducten en voor levensmiddelen voor zuigelingen en peuters zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 2, punten a) en b), van Verordening (EU) nr. 609/2013.

x – meetonzekerheid >wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt

43R502000

Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 2020/1158, artikel 3, tweede lid, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 3 van de Warenwetregeling Verontreinigingen in levensmiddelen

Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen, artikel 2, eerste lid

Exploitanten van levensmiddelenbedrijven

Producten die de Unie binnenkomen moeten voldoen aan de gecumuleerde maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting met cesium-137 van 600 Bq/kg voor alle andere betrokken producten dan melk en melkproducten en voor levensmiddelen voor zuigelingen en peuters.

x – meetonzekerheid > wettelijke limiet

Zwaar

(Risico op) ernstig gevaar voor mens, dier en/of milieu

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

*Bestuurlijke boete

*Corrigerende interventie

*Nalevingshulp

nvt