Besluit evidente staatloosheid

Geraadpleegd op 27-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 13-05-2024 en zichtdatum 13-05-2024.
Geldend van 01-10-2023 t/m heden

Besluit van 10 juli 2023, houdende nadere regels met betrekking tot de vaststelling van staatloosheid in evidente gevallen (Besluit evidente staatloosheid)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, directie Wetgeving en Juridische Zaken, van 16 december 2022, nr. 4361969;

Gelet op artikel 5 van de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 1 februari 2023, nr. W16.22.00206/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, van 30 juni 2023, nr. 4523462;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 Van evidente staatloosheid als bedoeld in artikel 5 van de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid is sprake indien de gesteld staatloze:

    • a. beschikt over een document waaruit de vaststelling van staatloosheid blijkt, verstrekt door een land dat bij ministeriële regeling is aangewezen;

    • b. een in Nederland geboren kind is van ouders die staatloos zijn en beschikt over een geboorteakte in de zin van artikel 2.3 van de Wet basisregistratie personen;

    • c. een in Nederland geboren kind is wiens vader staatloos is en wiens moeder uitsluitend de nationaliteit heeft van een land dat bij ministeriële regeling is aangewezen, en beschikt over een geboorteakte in de zin van artikel 2.3 van de Wet basisregistratie personen;

    • d. een in Nederland geboren kind is dat geen vader heeft in de zin van artikel 199 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en wiens moeder staatloos is of uitsluitend de nationaliteit heeft van een land dat bij ministeriële regeling is aangewezen, en beschikt over een geboorteakte in de zin van artikel 2.3 van de Wet basisregistratie personen;

    • e. louter de nationaliteit bezit van een staat die door Nederland niet wordt erkend.

  • 2 In de regeling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, kunnen ook regels worden gesteld over de voorwaarden waaraan het document waaruit de vaststelling van staatloosheid blijkt, moet voldoen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet vaststellingsprocedure staatloosheid in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 juli 2023

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

E. van der Burg

Uitgegeven de twaalfde juli 2023

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven