Mandaatbesluit Inspectie Justitie en Veiligheid 2023

Geraadpleegd op 09-05-2024.
Geldend van 22-07-2023 t/m heden

Besluit van de inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid van 11 juli 2023, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de inspecteur-generaal ressorterende ambtenaren (Mandaatbesluit Inspectie Justitie en Veiligheid 2023)

Artikel 1. Verlening ondermandaat

Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun dienstonderdeel betreffen ondermandaat verleend aan:

  • a. de hoofdinspecteur-directeur van de directie Beschermen, Straffen en Handhaving (BSH);

  • b. de hoofdinspecteur-directeur van de directie Politie, Security en Crisisbeheersing (PSenC);

  • c. de directeur van de directie Strategie, Kwaliteit en Bedrijfsvoering (SKenB);

  • d. de manager van de afdeling Beschermen;

  • e. de manager van de afdeling Straffen;

  • f. de manager van de afdeling Handhaving;

  • g. de manager van de afdeling Politie en Security;

  • h. de manager van de afdeling Crisisbeheersting en Cyber;

  • i. de manager van de afdeling Kennis en Kwaliteitscentrum;

  • j. de manager van de afdeling Bedrijfsvoering.

Artikel 2. Aan de inspecteur-generaal voorbehouden bevoegdheden

  • 1 Aan de inspecteur-generaal is voorbehouden:

    • a. het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van feitelijke handelingen betreffende aangelegenheden:

      • 1°. die het werkterrein van meerdere directies raken, tenzij daarover tussen de betrokken hoofdinspecteur-directeuren en/of directeur overeenstemming bestaat;

      • 2°. waarvan de inspecteur-generaal mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld.

    • b. het vaststellen van:

      • 1°. de bevindingen van het onderzoek naar een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

      • 2°. besluiten naar aanleiding van verzoeken op grond van de Wet open overheid;

      • 3°. beleidsregels;

      • 4°. de toezichtstrategie, inclusief handhavingsstrategie;

      • 5°. de beantwoording van vragen van andere ambtsdragers;

      • 6°. het werkprogramma van de Inspectie Justitie en Veiligheid, het meerjarenperspectief en het jaarbericht.

    • c. het fungeren als leidinggevende in de zin van paragraaf 1.3 van de CAO Rijk ten aanzien van de hoofdinspecteur-directeuren en de directeur.

Artikel 3. Aanwijzing leidinggevende en doorgeven volmacht en machtiging

  • 1 Als leidinggevende in de zin van paragraaf 1.3 van de CAO Rijk, ten aanzien van de onder hun dienstonderdeel ressorterende ambtenaren, worden aangewezen en gevolmachtigd de functionarissen, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij dit besluit, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom 2 van die bijlage.

  • 2 Als leidinggevende in de zin van paragraaf 1.3 van de CAO Rijk, ten aanzien van de onder de afdeling Strategie en Communicatie ressorterende ambtenaren wordt de directeur van de directie Strategie, Kwaliteit en Bedrijfsvoering aangewezen en gevolmachtigd.

Artikel 4. Mandaten en volmachten voor het aangaan van financiële verplichtingen en het doen van uitgaven

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van financiële verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de functionarissen, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij dit besluit voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 5. Mandaat en volmacht hoofdinspecteur-directeur BSH en afdelingsmanager afdeling Handhaving voor handhavingsbesluiten

  • 2 Tevens wordt ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 9 van de Wet EGC aan de afdelingsmanager van de afdeling Handhaving.

Artikel 6. Vervanging

  • 1 De door de inspecteur-generaal aangewezen hoofdinspecteur-directeur of directeur treedt als plaatsvervanger in de bevoegdheden van de inspecteur-generaal bij diens afwezigheid.

  • 2 De door de hoofdinspecteur-directeuren dan wel de directeur aangewezen hoofdinspecteur-directeur of directeur treedt als plaatsvervanger in de bevoegdheden van de betrokken hoofdinspecteur-directeur of directeur bij diens afwezigheid, tenzij de inspecteur-generaal op andere wijze in vervanging voorziet.

  • 3 De door een afdelingsmanager aangewezen en tot dezelfde directie behorende afdelingsmanager treedt als plaatsvervanger in de bevoegdheden van de betrokken afdelingsmanager bij diens afwezigheid, tenzij de betrokken hoofdinspecteur-directeur op andere wijze in vervanging voorziet.

  • 4 Indien niet met toepassing van het bepaalde in het derde lid in de vervanging van een afdelingsmanager kan worden voorzien gaan diens bevoegdheden, gedurende de periode van afwezigheid, over op de hoofdinspecteur-directeur of directeur van de directie waar de betrokken afdeling toe behoort.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 maart 2023.

Artikel 9. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit Inspectie Justitie en Veiligheid 2023.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 juli 2023

Inspecteur-generaal Inspectie Justitie en Veiligheid,

E.E. de Kleuver

Bijlage 1. behorend bij artikel 3 van het Mandaatbesluit Inspectie Justitie en Veiligheid 2023

De functionarissen bij wie in kolom 2 de letter A is geplaatst zijn, onverminderd artikel 2 van dit besluit, bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens de CAO Rijk aan de leidinggevende zijn toegekend.

De functionarissen bij wie in kolom 2 de letter B is geplaatst zijn, onverminderd artikel 2 van dit besluit bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens de CAO Rijk aan de leidinggevende zijn toegekend, met uitzondering van het opleggen van disciplinaire straffen en ordemaatregelen, alsmede het nemen van beslissingen over de toekenning van een persoonsgebonden dienstauto.

   

Kolom 1

Kolom 2

   

Aangewezen functionarissen

 

1

 

inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid

A

1.1

 

hoofdinspecteur-directeuren BSH en PSenC

A

1.2

 

directeur SKenB

A

1.3

 

manager afdeling Beschermen

B

1.4

 

manager afdeling Straffen

B

1.5

 

manager afdeling Handhaving

B

1.6

 

manager afdeling Politie en Security

B

1.7

 

manager afdeling Crisisbeheersing en Cyber

B

1.8

 

manager afdeling Kennis en Kwaliteitscentrum

B

1.9

 

manager afdeling Bedrijfsvoering

B

Bijlage 2. behorend bij artikel 4 van het Mandaatbesluit Inspectie Justitie en Veiligheid 2023

De functionarissen genoemd in kolom 1 zijn bevoegd in overeenstemming met artikel 3.3 van de Comptabiliteitswet 2016 tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven.

Indien in kolom 2 een bedrag is opgenomen geldt daarbij dat dit bedrag het maximumbedrag is waarvoor de functionaris telkens een verplichting of uitgave mag doen. Indien in kolom 2 geen bedrag is opgenomen, geldt geen maximumbedrag.

   

Kolom 1

Kolom 2

   

Aangewezen functionarissen

 

1.

 

inspecteur-generaal van de Inspectie Justitie en Veiligheid

 

1.1

 

hoofdinspecteur-directeuren BSH en PSenC

€ 60.500,–

1.2

 

directeur SKenB

€ 60.500,–

1.3

 

manager afdeling Beschermen

€ 12.100,–

1.4

 

manager afdeling Straffen

€ 12.100,–

1.5

 

manager afdeling Handhaving

€ 12.100,–

1.6

 

manager afdeling Politie en Security

€ 12.100,–

1.7

 

manager afdeling Crisisbeheersing en Cyber

€ 12.100,–

1.8

 

manager afdeling Kennis en Kwaliteitscentrum

€ 12.100,–

1.9

 

manager afdeling Bedrijfsvoering

€ 12.100,–

Naar boven