Subsidieregeling Uitvoeringsagenda Faro

[Regeling vervalt per 01-07-2028.]
Geraadpleegd op 10-05-2024.
Geldend van 20-07-2023 t/m 30-11-2023

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 7 juli 2023, nr. WJZ/39385155, houdende regeling voor subsidieverstrekking ter implementatie van de Uitvoeringsagenda Faro (Subsidieregeling Uitvoeringsagenda Faro)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 7.1 juncto 7.7, tweede lid, van de Erfgoedwet, de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Faro-kernwaarden: kernwaarden, zoals omschreven in hoofdstuk 5 van de Uitvoeringsagenda Faro:

    • a. Participatie in de volle breedte,

    • b. Open houding voor andere erfgoedopvattingen,

    • c. Erfgoed midden in de samenleving;

  • Faro-netwerk: aan het Faro-programma van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gelieerd dynamisch netwerk van natuurlijke personen en rechtspersonen die het gedachtegoed van het verdrag van Faro willen implementeren in de Nederlandse erfgoedzorg;

  • Faro-thema: een van de 16 thema’s, genoemd in de paragrafen 6.2 tot en met 6.6 van de Uitvoeringsagenda Faro;

  • Kaderregeling: Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

  • Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro: door het Faro-netwerk opgestelde lijst van initiatieven als bedoeld in artikel 8;

  • Selectielijst Uitvoeringsagenda Faro: door de Minister per aanvraagronde vastgestelde lijst met initiatieven in het kader van Faro-thema’s, bestaande uit:

    • a. een onderdeel A met initiatieven, gerangschikt op volgorde van hoge prioriteit naar lagere prioriteit, waarvoor een aanvraag kan worden gedaan als bedoeld in artikel 3, eerste lid, tot maximaal het bij het desbetreffende initiatief genoemde bedrag;

    • b. een onderdeel B met initiatieven, gerangschikt op volgorde van hoge prioriteit naar lagere prioriteit, waarvoor alleen een aanvraag kan worden gedaan als bedoeld in artikel 3, eerste lid, indien de initiatiefnemer van het desbetreffende initiatief daartoe onder toepassing van artikel 7, vijfde lid, in de gelegenheid is gesteld;

  • Uitvoeringsagenda Faro: publicatie ‘Onderweg naar Faro. De betekenis van het Verdrag van Faro voor het Nederlandse erfgoedveld en een vertaling in ambities. Uitvoeringsagenda Faro – deel I’, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, december 2022, gepubliceerd op de website www.cultureelerfgoed.nl.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten en doelgroep

  • 1 De Minister kan op aanvraag subsidie verstrekken voor initiatieven op de Selectielijst Uitvoeringsagenda Faro.

  • 2 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan initiatiefnemers die voor het desbetreffende initiatief worden genoemd op de Selectielijst Uitvoeringsagenda Faro voor het desbetreffende aanvraagtijdvak.

Artikel 4. Subsidieplafonds

De bedragen die ten hoogste voor subsidieverstrekking beschikbaar zijn, zullen voorafgaand aan de opening van elk in artikel 7, eerste lid, bedoeld aanvraagtijdvak, door wijziging van dit artikel aan de regeling worden toegevoegd, met dien verstande dat het totaalbedrag van deze subsidieplafonds niet meer kan bedragen dan € 4.800.000,–.

Artikel 5. Hoogte subsidiebedrag

  • 1 De subsidie per initiatief bedraagt ten hoogste het bedrag dat is opgenomen in de Selectielijst Uitvoeringsagenda Faro.

  • 2 Een voorschot of betaling van het subsidiebedrag wordt aan een initiatiefnemer op Caribisch Nederland uitbetaald in US-dollars tegen de op dat moment geldende wisselkoers.

Artikel 6. Subsidiabele kosten

  • 1 Voor subsidie komen uitsluitend in aanmerking de redelijke kosten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de initiatieven, bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 2 Kosten die voorafgaand aan of ten behoeve van de indiening van de aanvraag zijn gemaakt, komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 3 Kosten van een vrijwilligersvergoeding komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 7. Aanvraag subsidie

  • 1 Aanvragen om subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, kunnen worden ingediend gedurende twee weken na de dag van bekendmaking van de Selectielijst Uitvoeringsagenda Faro in de Staatscourant. Op deze wijze zullen in totaal ten hoogste drie aanvraagtijdvakken worden opengesteld.

  • 2 De subsidie wordt aangevraagd met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat in afwijking van artikel 3.1 van de Kaderregeling door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bekend is gemaakt op https://faro.cultureelerfgoed.nl.

  • 3 Een aanvraag om subsidie gaat vergezeld van:

    • a. een activiteitenplan dat voldoet aan de eisen gesteld in artikel 3.4 van de Kaderregeling, en in aanvulling daarop een plan voor kennisontwikkeling en kennisdeling en de daarbij beoogde doelgroep of doelgroepen bevat; en

    • b. een begroting die voldoet aan de eisen gesteld in artikel 3.5 van de Kaderregeling, en die in aanvulling daarop een financieel dekkingsplan en een uitgavenplanning bevat.

  • 4 Het activiteitenplan en de begroting worden opgesteld met gebruikmaking van de modellen die daartoe op https://faro.cultureelerfgoed.nl beschikbaar zijn gesteld.

  • 5 Het activiteitenplan en de begroting bij de aanvraag om subsidie wijken, behoudens voor zover sprake is van het herstel van evidente onjuistheden, niet af van het activiteitenplan en de begroting die ten grondslag liggen aan het selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro.

  • 6 In afwijking van het eerste lid kan de Minister de initiatiefnemer van een initiatief uit onderdeel B van de Selectielijst Uitvoeringsagenda Faro, bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel b, dat met inachtneming van de rangorde in aanmerking komt en waarvan de aanvraag volledig kan worden gehonoreerd, in de gelegenheid stellen om binnen twee weken na een schriftelijke mededeling van de Minister een aanvraag om subsidie in te dienen, indien er na beoordeling van de aanvragen voor initiatieven uit onderdeel A, bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel a, nog budget resteert.

Artikel 8. Selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro

  • 1 Het Faro-netwerk doet een selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro aan de Minister, waarbij de waardering en prioritering van de initiatieven worden bepaald aan de hand van de mate waarin het desbetreffende initiatief bijdraagt aan de implementatie van het Faro-gedachtegoed.

  • 3 Het selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro bevat per initiatief een motivering, en bestaat uit:

    • a. een onderdeel A met initiatieven, gerangschikt op volgorde van hoge prioriteit naar lagere prioriteit, die naar het oordeel van het Faro-netwerk voor een financiële bijdrage van de Minister in aanmerking zouden moeten komen;

    • b. een onderdeel B met reserve-initiatieven, gerangschikt op volgorde van hoge prioriteit naar lagere prioriteit, die naar het oordeel van het Faro-netwerk voor een financiële bijdrage van de Minister in aanmerking kunnen komen voor zover er na beoordeling van de aanvragen voor initiatieven uit onderdeel A nog budget resteert; en

    • c. een onderdeel C met initiatieven die naar het oordeel van het Faro-netwerk niet voldoen aan de criteria, bedoeld in het vierde lid, onderdelen a tot en met d.

  • 4 Bij het opstellen van het selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro hanteert het Faro-netwerk de volgende criteria, waarbij door elk initiatief in ieder geval aan de onder a tot en met d genoemde criteria moet worden voldaan:

    • a. een initiatief is gericht op de implementatie van het Verdrag van Faro en de doorwerking in het erfgoedbeleid of in het functioneren van de erfgoedzorg in Nederland;

    • b. een initiatief voldoet tenminste aan één van de drie Faro-kernwaarden;

    • c. een initiatief sluit aan bij de in de Uitvoeringsagenda Faro benoemde inzet voor de komende jaren bij een of meer Faro-thema’s;

    • d. een initiatief hanteert een realistische planning en begroting. De gevraagde financiële bijdrage staat in verhouding tot de omvang van het initiatief en de verwachte impact van het initiatief;

    • e. de mate waarin het initiatief aansluit bij de Uitvoeringsagenda Faro;

    • f. de mate waarin het initiatief een structurele verandering teweeg brengt in het erfgoedbeleid of in het functioneren van de erfgoedzorg in Nederland;

    • g. de mate waarin het initiatief bijdraagt aan kennisdeling;

    • h. de mate waarin wordt samengewerkt met andere belanghebbenden;

    • i. de mate waarin is gezocht naar cofinanciering voor het initiatief;

    • j. de mate waarin vrijwilligers worden ingezet voor het initiatief; en

    • k. de mate waarin een initiatief aansluit bij actuele ontwikkelingen en maatschappelijke vraagstukken.

  • 5 Het Faro-netwerk houdt er bij het opstellen van het selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro rekening mee dat voor de verstrekking van financiële bijdragen door de Minister, voor subsidies, specifieke en bijzondere uitkeringen, en initiatieven waarvoor aan organisaties van de rijksoverheid budget beschikbaar kan worden gesteld gezamenlijk, in totaal een bedrag beschikbaar is van ten hoogste:

    • a. € 1,3 miljoen voor initiatieven die deel uitmaken van het eerste selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro;

    • b. € 1,5 miljoen voor initiatieven die deel uitmaken van het tweede selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro; en

    • c. € 2 miljoen voor initiatieven die deel uitmaken van het derde selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro.

  • 6 Het Faro-netwerk houdt er voorts rekening mee dat per Faro-thema voor de drie opeenvolgende selectievoorstellen gezamenlijk ten minste € 200.000 voor financiële bijdragen beschikbaar is.

  • 7 Indien bij het opstellen van het derde selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro het totaal van de reeds toegekende financiële bijdragen voor een bepaald Faro-thema, bedoeld in het tweede lid, vermeerderd met de mogelijke financiële bijdragen voor initiatieven die voor dat thema nog in onderdeel A van het derde selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro kunnen worden opgenomen, minder bedraagt dan € 200.000,–, kan het resterende bedrag in dat selectievoorstel worden aangewend voor initiatieven voor andere Faro-thema’s.

  • 8 Indien een initiatief op meerdere Faro-thema’s betrekking heeft, rekent het Faro-netwerk dat initiatief voor de toepassing van het zevende lid toe aan het Faro-thema waarop de aanvraag overwegend betrekking heeft.

Artikel 9. Selectielijst Uitvoeringsagenda Faro

De Minister stelt aan de hand van het selectievoorstel Uitvoeringsagenda Faro een Selectielijst Uitvoeringsagenda Faro vast als bijlage bij deze regeling, met voorstellen voor initiatieven die op grond van deze regeling voor subsidie in aanmerking kunnen komen.

Artikel 10. Verstrekking subsidie en bevoorschotting

  • 1 De Minister beslist op een aanvraag:

    • a. indien het een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 7, eerste lid, binnen 13 weken na sluiting van het desbetreffende aanvraagtijdvak; of

    • b. indien het een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 7, zesde lid, binnen 13 weken na de in dat lid bedoelde door de Minister gestelde termijn.

  • 2 Onverminderd artikel 6.1 van de Kaderregeling stemt de Minister de hoogte en het betalingsritme van voorschotten af op de door de subsidieontvanger aangegeven liquiditeitsbehoefte en de begrotingssystematiek van het Rijk.

Artikel 11. Specifieke weigeringsgronden

Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden geweigerd voor zover:

  • a. de kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, reeds uit anderen hoofde zijn of worden vergoed en subsidieverstrekking tot gevolg zou hebben dat de aanvrager in totaal meer dan 100% van het bedrag, bedoeld in artikel 5, zou ontvangen;

  • b. de aanvraag om subsidie afwijkt van de informatie op basis waarvan de Selectielijst Uitvoeringsagenda Faro tot stand is gekomen.

Artikel 12. Subsidieverplichting

Voor de subsidieontvanger geldt in aanvulling op hoofdstuk 5 van de Kaderregeling de verplichting om het Faro-netwerk en andere relevante doelgroepen tenminste via het Faro-platform op https://faro.cultureelerfgoed.nl te informeren over de resultaten van het initiatief en aanbevelingen voor vergelijkbare initiatieven te delen.

Artikel 13. Verantwoording en vaststelling subsidies tot € 25.000

  • 1 Indien de verleende subsidie minder dan € 25.000 bedraagt, stelt de Minister de subsidie ambtshalve vast binnen 22 weken na de datum, waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2 De ontvanger van de subsidie toont op verzoek van de Minister op de in de beschikking aangegeven wijze aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 14. Verantwoording en vaststelling subsidies vanaf € 25.000

  • 1 De subsidieontvanger dient binnen 22 weken na de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, met gebruikmaking van het formulier dat daartoe door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed beschikbaar wordt gesteld.

  • 3 Indien de subsidie ten minste € 125.000,– bedraagt, is artikel 7.8 van de Kaderregeling van toepassing. In afwijking van artikel 1.1, onder d, van ‘financieel verslag’ in samenhang met artikel 7.8, eerste lid, van de Kaderregeling gaat het financiële verslag uitsluitend vergezeld van een controleverklaring, indien de verstrekte subsidie € 300.000 of meer bedraagt.

  • 4 De Minister besluit binnen 22 weken op een aanvraag om vaststelling.

Artikel 15. Verantwoording en vaststelling subsidies aan bekostigde onderwijsinstellingen

  • 3 Het eventueel niet aangewende deel van een in het tweede lid bedoelde subsidie kan, mits de activiteiten volledig zijn uitgevoerd en is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

  • 4 Bij subsidies als bedoeld in het tweede lid toont de bekostigde onderwijsinstelling op verzoek van de Minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.

  • 6 Subsidies als bedoeld in het vijfde lid kunnen uitsluitend worden aangewend voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt. Niet-bestede middelen worden teruggevorderd.

Artikel 16. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 1 juli 2028.

Artikel 17. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Uitvoeringsagenda Faro.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

G. Uslu

Naar boven