Warenwetregeling attractie- en speeltoestellen

Geraadpleegd op 29-04-2024.
Geldend van 01-07-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 april 2023, kenmerk 3562279-1045822-WJZ, houdende vaststelling van regels met betrekking tot de veiligheid van attractie- en speeltoestellen (Warenwetregeling attractie- en speeltoestellen) Warenwetregeling attractie- en speeltoestellen

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • besluit: Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023;

  • de Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • overleg aangewezen instellingen: het overleg waaraan aangewezen instellingen deelnemen ten behoeve van kennisdeling en uniforme besluitvorming;

  • onderaannemer: een instelling met rechtspersoonlijkheid, waaraan een aangewezen instelling productonderzoek en eventuele daartoe te verrichten metingen uitbesteedt;

§ 2. Aangewezen instellingen

Artikel 2

  • 1 Voor aanwijzing als aangewezen instelling komen slechts instellingen in aanmerking die voldoen aan de in bijlage I vermelde voorwaarden.

  • 2 Indien een aangewezen instelling een onderaannemer inschakelt, draagt de aangewezen instelling er zorg voor dat die onderaannemer voldoet aan de in bijlage I vermelde voorwaarden.

Artikel 3

De aangewezen instelling gaat in het jaarverslag, bedoeld in artikel 7c, tweede lid, van de wet, ten minste in op de volgende onderwerpen:

  • a. de door de instelling afgegeven, ingetrokken dan wel geweigerde certificaten van goedkeuring;

  • b. wijzigingen in de op het werkveld van de instelling betrekking hebbende accreditaties, reglementen en procedures;

  • c. wijzigingen in de op het werkveld van de instelling betrekking hebbende taakverdeling;

  • d. wijzigingen in de bestuurssamenstelling;

  • e. wijzigingen in de statuten of het huishoudelijk reglement;

  • f. aan derden uitbestede werkzaamheden;

  • g. structurele knelpunten binnen het werkveld van de instelling die zich in de uitvoeringspraktijk hebben voorgedaan;

  • h. het gevoerde overleg aangewezen instellingen en de samenwerking binnen het werkveld met andere instellingen;

  • i. door de instelling ontvangen klachten en de wijze van afhandeling daarvan;

  • j. tegen de besluiten van de instelling ingediende bezwaren en ingestelde beroepen en de wijze van afhandeling daarvan; en

  • k. een financieel verslag betreffende de activiteiten waarvoor de instelling is aangewezen.

Artikel 4

  • 1 De aangewezen instelling neemt deel aan het overleg aangewezen instellingen conform het door dit overleg opgestelde en door de Minister goedgekeurde reglement.

  • 2 Uit het in het eerste lid bedoelde reglement volgt ten minste:

    • a. wie de leden zijn van het overleg;

    • b. hoe de besluitvorming van het overleg tot stand komt; en

    • c. hoe frequent het overleg bijeenkomt.

§ 3. Keuring, certificaten en merken van goedkeuring

Artikel 5

  • 1 Attractietoestellen worden periodiek gekeurd door een aangewezen instelling.

  • 2 De aangewezen instelling bepaalt voor attractietoestellen bij de verlening van het eerste certificaat van goedkeuring de benodigde keuringsfrequentie aan de hand van de matrix, bedoeld in bijlage II.

  • 3 Bij in serie geproduceerde speeltoestellen vindt een nieuwe keuring van het typekenmerkende monster en het technisch constructiedossier door een aangewezen instelling plaats binnen een jaar na de publicatie van een nieuwe of gewijzigde norm, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het besluit.

Artikel 6

  • 1 Een certificaat van goedkeuring voor een attractie- of speeltoestel komt overeen met één van de in bijlage III opgenomen modellen.

  • 2 Een certificaat van goedkeuring:

    • a. bevat ten minste een overzichtsfoto in kleur van het betreffende attractie- of speeltoestel waarop het toestel te identificeren is, indien beschikbaar, een 3D-tekening en optioneel aanvullende afbeeldingen; en

    • b. bevat een door de aangewezen instellingen overeengekomen uniform echtheidskenmerk.

  • 3 Elke wijziging van het certificaat van goedkeuring na verlening ervan maakt het betreffende certificaat ongeldig. Een digitaal bestand van het certificaat van goedkeuring dient dusdanig beveiligd te zijn dat het niet door derden kan worden bewerkt.

  • 4 Indien meerdere uitvoeringen van één type attractie- of speeltoestel bestaan, worden deze uitvoeringen op het certificaat van goedkeuring vermeld. Het betreffende certificaat van goedkeuring bevat voor elke uitvoering ten minste een overzichtsfoto in kleur en, indien beschikbaar, een 3D-tekening.

  • 5 Op een certificaat van goedkeuring dienen alle informatievelden die overeenkomstig de in bijlage III opgenomen modellen op het voorblad opgenomen moeten worden en de overzichtsfoto in kleur op één pagina te worden weergegeven. Er kunnen additionele bladen worden toegevoegd ten behoeve van de overzichtsfoto in kleur en, indien beschikbaar, de 3D-tekening, bedoeld in het vierde lid en de aanvullende afbeeldingen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a. In dat geval dienen overeenkomstig de in bijlage III opgenomen modellen een aantal informatievelden te worden herhaald op elk additioneel blad.

Artikel 7

  • 1 Een certificaat van goedkeuring voor een attractietoestel bevat een uiterste geldigheidsdatum. Deze datum is gebaseerd op de matrix, bedoeld in bijlage II.

  • 2 De verhuurder dan wel de beheerder van een attractietoestel, bedoeld in het eerste lid, vraagt ten minste dertig dagen voor de uiterste geldigheidsdatum van het certificaat van goedkeuring een keuring aan bij een aangewezen instelling. Indien het attractietoestel, buiten toedoen van de verhuurder dan wel beheerder niet tijdig kan worden gekeurd, behoudt het certificaat van goedkeuring zijn geldigheid gedurende ten hoogste vier maanden na afloop van de uiterste geldigheidsdatum.

Artikel 8

  • 1 Een merk van goedkeuring voor een attractietoestel of voor een speeltoestel dat overeenkomstig het goedgekeurde, typekenmerkende monster is vervaardigd, komt overeen met het in bijlage IV opgenomen model.

  • 2 Op het merk van goedkeuring voor een attractie- of speeltoestel dat overeenkomstig het goedgekeurde, typekenmerkende monster is vervaardigd wordt in plaats van de maand en het jaar van de keuring, de maand en het jaar waarin het merk van goedkeuring op het toestel is aangebracht, vermeld.

  • 3 Het merk van goedkeuring is voor een attractie- of speeltoestel als bedoeld in het eerste lid bij de eerste keuring een duurzame plaat of label met onuitwisbare opschriften of aanduidingen.

  • 4 Het merk van goedkeuring is bij een periodieke keuring een sticker.

  • 5 Het merk van goedkeuring is op een essentieel onderdeel en op een duidelijk zichtbare plaats, onlosmakelijk op of in het attractie- of speeltoestel aangebracht.

  • 6 Een merk van goedkeuring voor een attractietoestel bevat een uiterste geldigheidsdatum. De datum voor attractietoestellen is gebaseerd op de matrix, bedoeld in bijlage II.

  • 7 Indien het attractietoestel, buiten toedoen van de verhuurder dan wel beheerder niet tijdig kan worden gekeurd, behoudt het merk van goedkeuring zijn geldigheid gedurende ten hoogste vier maanden na afloop van de uiterste geldigheidsdatum.

  • 8 De aangewezen instelling voorziet het merk van goedkeuring, bedoeld in het derde lid, voor een attractietoestel van een uniek registratienummer.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.J. Kuipers

Bijlage I. Voorwaarden waaraan aangewezen instellingen en onderaannemers moeten voldoen

(bijlage als bedoeld in artikel 2 van de Warenwetregeling attractie- en speeltoestellen)

  • 1. De aangewezen instelling, de onderaannemer, de directie daarvan en de met de keuring of beoordeling belaste of daarbij betrokken werknemers:

    • a. zijn niet de ontwerper, de fabrikant, de leverancier of de installateur van de attractie- of speeltoestellen die zij keuren of beoordelen, noch de gemachtigde van één der genoemde personen; en

    • b. treden bij het ontwerpen, de bouw, de verkoop of het onderhoud van deze toestellen noch rechtstreeks, noch als gemachtigde van de betrokken partijen op.

  • 2. De aangewezen instelling, de onderaannemer en de werknemers die met de keuringen of beoordelingen zijn belast:

    • a. voeren de keuringen of beoordelingen uit met de grootste mate van beroepsintegriteit en technische bekwaamheid; en

    • b. zijn vrij van elke pressie en beïnvloeding, met name van financiële aard, die hun beoordeling of de uitslagen van hun keuring kan beïnvloeden.

  • 3. De aangewezen instelling en de onderaannemer:

    • a. beschikken over de nodige werknemers en middelen om de met de uitvoering van de keuringen verbonden technische en administratieve taken op passende wijze te vervullen; en

    • b. hebben toegang tot het nodige materiaal voor bijzondere keuringen of beoordelingen.

  • 4. De werknemer van de aangewezen instelling of de onderaannemer die met de keuring of de beoordeling is belast:

    • a. heeft met goed gevolg een op de keuringswerkzaamheden gerichte, technische beroepsopleiding afgerond;

    • b. heeft voldoende kennis van de voorschriften betreffende de keuringen of beoordelingen die hij verricht en voldoende ervaring met deze keuringen of beoordelingen; en

    • c. bezit de vereiste vakbekwaamheid om op grond van de verrichte keuringen of beoordelingen verklaringen, processen-verbaal en rapporten op te stellen.

  • 5. De onafhankelijkheid van de werknemers van de aangewezen instelling of de onderaannemer die met de keuringen of beoordelingen zijn belast dient te zijn gewaarborgd. De bezoldiging van elke werknemer is niet afhankelijk van het aantal keuringen of beoordelingen dat hij verricht, noch van de uitslagen van de keuringen of beoordelingen

  • 6. De aangewezen instelling dient over een kwaliteitssysteem te beschikken dat aantoonbaar voldoet aan de norm NEN-EN-ISO/IEC 17020:2012 indien de aangewezen instelling inspecties uitvoert in het kader van periodieke keuringen, of de norm NEN-EN-ISO/IEC 17065:2012 indien de aangewezen instelling certificaten verstrekt in het kader van de ingebruikname keuringen van attracties of de keuring van speeltoestellen. Een onderaannemer dient over een kwaliteitssysteem te beschikken dat aantoonbaar voldoet aan de norm NEN-EN-ISO/IEC 17025:2018, NEN-EN-ISO/IEC 17020:2012 of de norm NEN-EN-ISO/IEC 17065/2012.

  • 7. De aangewezen instelling en de onderaannemer dienen verzekerd te zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid.

Bijlage II. Matrix voor de periodiciteit van de keuring van attractietoestellen

(bijlage als bedoeld in de artikelen 5, tweede lid, en 7, eerste lid, van de Warenwetregeling attractie- en speeltoestellen)

Ten aanzien van attractietoestellen wordt gebruik gemaakt van één van de volgende drie keuringsregimes: jaarlijks, tweejaarlijks en driejaarlijks.

Voor de indeling in één van de drie keuringsregimes wordt uitgegaan van onderstaande matrix. In de matrix wordt op drie criteria getoetst:

  • De versnellingen waaraan de gebruiker van het toestel wordt blootgesteld;

  • de maximale snelheid waaraan de gebruiker van het attractietoestel wordt blootgesteld;

  • Het aantal dimensies waarin het attractietoestel de gebruiker kan bewegen.

In de grijze vakken staat hoe vaak de keuringen moeten plaatsvinden.

Snelheid < 5 m/s

Snelheid ≥ 5 m/s & < 10 m/s

Snelheid ≥ 10 m/s

NEN-EN 13814-1:2019 versnelling

gebied 1 of 2

1D

2D

3D

1D

2D

3D

1D

2D

3D

3

jaarlijks

3

jaarlijks

2

jaarlijks

3

jaarlijks

2

jaarlijks

1

jaarlijks

2

jaarlijks

2

jaarlijks

1

jaarlijks

NEN-EN 13814-1:2019 versnelling

gebied 3 of 4

1D

2D

3D

1D

2D

3D

1D

2D

3D

3

jaarlijks

3

jaarlijks

2

jaarlijks

2

jaarlijks

2

jaarlijks

1

jaarlijks

2

jaarlijks

1

jaarlijks

1

jaarlijks

NEN-EN 13814-1:2019 versnelling

gebied 5

1D

2D

3D

1D

2D

3D

1D

2D

3D

2

jaarlijks

1

jaarlijks

1

jaarlijks

2

jaarlijks

1

jaarlijks

1

jaarlijks

1

jaarlijks

1

jaarlijks

1

jaarlijks

Versnelling

Ter beoordeling van de versnellingen waaraan de gebruiker van een attractietoestel wordt blootgesteld, wordt aansluiting gezocht bij de NEN-EN13814-1:2019. In deze norm is in een diagram voor classificaties voor veiligheidsbeugels (restraint diagram) een vijftal gebieden gedefinieerd op basis van de combinatie van de verticale versnelling en de voor/achterwaartse versnelling op het lichaam. Uit de vijf gebieden zijn voor het bepalen van de periodiciteit drie categorieën gedefinieerd:

  • gebruiker van het attractietoestel ervaart versnellingen in gebied 1 of 2;

  • gebruiker van het attractietoestel ervaart versnellingen in gebied 3 of 4; of

  • gebruiker van het attractietoestel ervaart versnellingen in gebied 5.

Snelheden en versnellingen van attractietoestellen dienen tijdens het in bedrijf zijn van de attractie gemeten te worden, waarbij het centrum van het ‘body co-ordinate system’, zoals weergegeven in NEN-EN13814-1:2019 als uitgangspunt wordt genomen. Bij het bepalen van het gebied waarin het attractietoestel zich beweegt, moet uitgegaan worden van de piekwaarde in het hoogste gebied. Indien van een attractietoestel geen metingen beschikbaar zijn, kan uitgegaan worden van de gegevens van de fabrikant voor dit specifieke toestel. Indien hier geen uitsluitsel kan worden gegeven, dient uitgegaan te worden van het gebied 5 en klasse 5 uit de NEN-EN13814-1:2019.

Snelheid

De eerste twee snelheidscategorieën zijn bepaald aan de hand van de eisen voor een attractietoestel van een eenvoudig ontwerp, dus een snelheid maximaal 10 m/s. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen de attractietoestellen met een zeer lage snelheid, waarbij de snelheden ook vaak bij door spierkracht aangedreven (speel)toestellen behaald worden; de grens is gelegd op 5 m/s (circa 18 km/uur). Voor de derde categorie is uitgegaan van een snelheid die hoger ligt. In alle gevallen dient uitgegaan te worden van de behaalde pieksnelheid.

De drie categorieën zijn:

  • snelheden lager dan 5 m/s;

  • snelheden van 5 m/s of hoger, maar lager dan 10 m/s; of

  • snelheden van 10 m/s of hoger.

Dimensies

Het aantal dimensies waarin het toestel daadwerkelijk beweegt en de mate waarin het toestel zich in richtingen beweegt, bepaalt ook de grootte van de krachten en in welke richting deze krachten op het lichaam worden uitgeoefend. Doordat in meerdere dimensies wordt bewogen, zal (veelal) ook de complexiteit van het attractietoestel toenemen en daarmee risico’s op bijvoorbeeld slijtage van het toestel of letsel bij de gebruiker. De drie categorieën zijn:

  • bewegingen in één dimensie, rechtlijnige bewegingen;

  • bewegingen in twee dimensies, een combinatie van bewegingen in een plat vlak (bijvoorbeeld: x- en y-richting, x- en z-richting of y- en z-richting);

  • bewegingen in drie dimensies, een combinatie van bewegingen in x-, y- en z-richtingen.

Bij het bepalen van de dimensies wordt uitgegaan van een globaal x-, y- z-assenstelsel. Indien een attractietoestel door een bocht beweegt of als pendule werkt is sprake van twee dimensies. Draaimolens bewegen bijvoorbeeld veelal in twee dimensies, indien de wagens ook in verticale richting bewegen zal sprake zijn van drie dimensies. Andere voorbeelden van attractietoestellen met een beweging in drie dimensies zijn achtbanen en topspins. Een attractietoestel dat slechts in één dimensie beweegt is bijvoorbeeld een vrije val of valtoren.

Bijlage III. Modelcertificaat van goedkeuring

(bijlage als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Warenwetregeling attractie- en speeltoestellen)

Modelcertificaat van goedkeuring op basis van een ingebruiknamekeuring

<Voorblad>

Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023

Certificaat van goedkeuring op basis van een ingebruiknamekeuring

Afgegeven door <naam aangewezen instelling>

(aangewezen bij besluit van ..., Staatscourant jaargang en nummer ...)

Certificaatnummer: ...

Dossiernummer: ...

Uniek registratienummer: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Betreft: <attractietoestel> of <speeltoestel>

Serie- of typeaanduiding: ...

Versie: ...

Nadere aanduiding: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Serienummer: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Soort toestel: ...

Overzichtsfoto: <duidelijke kleurenafbeelding>

Aanvrager certificaat: <naam en adresgegevens>

Fabrikant of gemachtigde: <naam en adresgegevens>

Importeur: <naam en adresgegevens; indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Bouwjaar: ...

Datum uitvoer van keuring: ...

Datum afgifte certificaat: ...

Onderliggende keuringsrapportage: <dossiernummers en datums van afgifte>

Naam en functie ondertekenaar: ...

Handtekening ondertekenaar: ...

Uiterste geldigheidsdatum certificaat: ...

Doorhalingen en/of wijzigingen maken dit certificaat ongeldig.

<Einde voorblad><Nieuw blad>

Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023

Certificaat van goedkeuring op basis van een ingebruiknamekeuring

Afgegeven door <naam aangewezen instelling>

(aangewezen bij besluit van ..., Staatscourant jaargang en nummer ...)

Certificaatnummer: ...

Dossiernummer: ...

Uniek registratienummer: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

3D-tekening toestel indien beschikbaar:

<3D-tekening inclusief afmetingen en gewicht toestel>

Aanvullende afbeeldingen toestel voor zover van toepassing:

<Aanvullende afbeeldingen toestel>

Modelcertificaat van goedkeuring op basis van een periodieke keuring

<Voorblad>

Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023

Certificaat van goedkeuring op basis van een periodieke keuring

Afgegeven door <naam aangewezen instelling>

(aangewezen bij besluit van ..., Staatscourant jaargang en nummer ...)

Certificaatnummer: ...

Dossiernummer: ...

Uniek registratienummer: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Betreft: <attractietoestel> of <speeltoestel>

Serie- of typeaanduiding: ...

Versie: ...

Nadere aanduiding: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Serienummer: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Soort toestel: ...

Overzichtsfoto: <duidelijke kleurenafbeelding>

Aanvrager certificaat: <naam en adresgegevens>

Fabrikant of gemachtigde: <naam en adresgegevens>

Importeur: <naam en adresgegevens; indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Bouwjaar: ...

Datum uitvoer van keuring: ...

Datum afgifte certificaat: ...

Onderliggende keuringsrapportage: <dossiernummers en datums van afgifte>

Naam en functie ondertekenaar: ...

Handtekening ondertekenaar: ...

Keurmerknummer: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Certificaatnummer, datum en aangewezen instelling van eerste keuring: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Certificaatnummer, datum en aangewezen instelling van vorige keuring: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Uiterste geldigheidsdatum certificaat: ...

Doorhalingen en/of wijzigingen maken dit certificaat ongeldig.

<Einde voorblad><Nieuw blad>

Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023

Certificaat van goedkeuring op basis van een periodieke keuring

Afgegeven door <naam aangewezen instelling>

(aangewezen bij besluit van ..., Staatscourant jaargang en nummer ...)

Certificaatnummer: ...

Dossiernummer: ...

Uniek registratienummer: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

3D-tekening toestel indien beschikbaar:

<3D-tekening inclusief afmetingen en gewicht toestel>

Aanvullende afbeeldingen toestel voor zover van toepassing:

<Aanvullende afbeeldingen toestel>

Modelcertificaat van goedkeuring op basis van een keuring van het typekenmerkende monster

<Voorblad>

Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023

Certificaat van goedkeuring op basis van een keuring van het typekenmerkende monster

Afgegeven door <naam aangewezen instelling>

(aangewezen bij besluit van ..., Staatscourant jaargang en nummer ...)

Certificaatnummer: ...

Dossiernummer: ...

Uniek registratienummer: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Betreft: <attractietoestel van eenvoudig ontwerp> of <speeltoestel>

Serie- of typeaanduiding: ...

Versie(s): ...

Nadere aanduiding: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Serienummer van het typekenmerkend monster: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Soort toestel: ...Overzichtsfoto: <duidelijke kleurenafbeelding>

Aanvrager certificaat: <naam en adresgegevens>

Fabrikant of gemachtigde: <naam en adresgegevens>

Importeur: <naam en adresgegevens; indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

Datum uitvoer van keuring: ...

Datum afgifte certificaat: ...

Onderliggende keuringsrapportage: <dossiernummers en datums van afgifte>

Naam en functie ondertekenaar: ...

Handtekening ondertekenaar: ...

Doorhalingen en/of wijzigingen maken dit certificaat ongeldig.

<Einde voorblad><Nieuw blad>

Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023

Certificaat van goedkeuring op basis van een keuring van het typekenmerkende monster

Afgegeven door <naam aangewezen instelling>

(aangewezen bij besluit van ..., Staatscourant jaargang en nummer ...)

Certificaatnummer: ...

Dossiernummer: ...

Uniek registratienummer: ... <indien niet van toepassing, n.v.t. invullen>

3D-tekening toestel indien beschikbaar:

<3D-tekening inclusief afmetingen en gewicht toestel>

Aanvullende afbeeldingen toestel voor zover van toepassing:

<Aanvullende afbeeldingen toestel>

Bijlage IV. Model merk van goedkeuring

(bijlage als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Warenwetregeling attractie- en speeltoestellen)

Model merk van goedkeuring

GOEDGEKEURD:

 
   

Maand, jaar

 
   

EERSTVOLGENDE KEURING (voor zover van toepassing):

 
   

Maand, jaar

 
 

Naam aangewezen instelling

 

Certificaat nummer...

 

Uniek registratienummer (voor zover van toepassing)...

 

Keurmerknummer (voor zover van toepassing) ...

Bijlage V. Normen

(bijlage als bedoeld in artikel 10 van de Warenwetregeling attractie- en speeltoestellen)

Normen voor attractie- en speeltoestellen

  • a. NEN-EN 1176-1:2017: Speeltoestellen – Deel 1 Algemene veiligheidseisen en beproevingsmethoden;

  • b. NEN-EN 1176-2:2017+C1:2019: Speeltoestellen – Deel 2 Aanvullende bijzondere veiligheidseisen en beproevingsmethoden voor schommels;

  • c. NEN-EN 1176-3:2017: Speeltoestellen – Deel 3 Aanvullende bijzondere veiligheidseisen en beproevingsmethoden voor glijbanen;

  • d. NEN-EN 1176-4:2017+C1:2019: Speeltoestellen – Deel 4 Aanvullende bijzondere veiligheidseisen en beproevingsmethoden voor kabelbanen;

  • e. NEN-EN 1176-5:2019 en: Speeltoestellen – Deel 5 Aanvullende bijzondere veiligheidseisen en beproevingsmethoden voor draaitoestellen;

  • f. NEN-EN 1176-6:2017+C1:2019: Speeltoestellen – Deel 6 Aanvullende bijzondere veiligheidseisen en beproevingsmethoden voor wiptoestellen;

  • g. NEN-EN 1176-7:2020 en: Speeltoestellen – Deel 7 Leidraad voor de plaatsing, controle, onderhoud en gebruik;

  • h. NEN-EN 1176-10:2008: Speeltoestellen en bodemoppervlakken – Deel 10: Aanvullende bijzondere veiligheidseisen en beproevingsmethoden voor geheel omsloten toestellen;

  • i. NEN-EN 1176-11:2014: Speeltoestellen en bodemoppervlakken – Deel 11: Aanvullende bijzondere veiligheidseisen en beproevingsmethoden voor ruimtelijke netstructuren;

  • j. NEN-EN 1069-1:2017+A1:2019: Waterglijbanen – Deel 1 Veiligheidseisen en beproevingsmethoden;

  • k. NEN-EN 1069-2:2017: Waterglijbanen – Deel 2 Instructies;

  • l. NEN-EN 13814-1:2019 en: Veiligheid van attractietoestellen – Deel 1: Ontwerp en vervaardiging;

  • m. NEN-EN 13814-2:2019 en: Veiligheid van attractietoestellen – Deel 2: Bediening, onderhoud en gebruik; en

  • n. NEN-EN 13814-3:2019 en: Veiligheid van attractietoestellen – Deel 3: Inspectie-eisen tijdens ontwerp, vervaardiging, bediening en gebruik.

Naar boven