Beleidsregels proefplaatsing UWV 2023

Geraadpleegd op 09-05-2024.
Geldend van 03-01-2023 t/m heden

Artikel 1. Algemene begrippen

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Inlener: iedere natuurlijke of rechtspersoon die een persoon onder zijn leiding en toezicht in het kader van een uitzend- of detacheringovereenkomst werkzaamheden laat uitvoeren;

  • b. Proefplaatsing: het verrichten van onbeloonde werkzaamheden op een proefplaatsing door een uitkeringsgerechtigde bij een werkgever met behoud van uitkering met als doel de inschakeling van de uitkeringsgerechtigde in arbeid bij deze werkgever te bevorderen;

  • c. Startkwalificatie: een mbo-diploma op niveau 2 of hoger of een havo- of vwo-diploma.

  • d. Uitzendbeding: een bepaling als bedoeld in artikel 7:691, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek;

  • e. Uitkeringsgerechtigden: personen die al dan niet gedeeltelijk recht hebben op een uitkering op grond van de WW-, Wet Wia, Wajong, WAO, ZW of WAZ, dan wel recht hebben op arbeidsondersteuning als bedoeld in artikel 2:15 van de Wajong;

  • f. UWV: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Artikel 2. Doelgroep van de proefplaatsing

UWV kan toestemming voor proefplaatsing verlenen aan de volgende uitkeringsgerechtigden:

  • a. ZW-gerechtigden;

  • b. WW-gerechtigden;

  • d. arbeidsongeschikten.

Artikel 3. Voorwaarden voor proefplaatsing

De proefplaatsing moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • a. De werkzaamheden op de proefplaatsing zijn in overeenstemming met de krachten en bekwaamheden van de uitkeringsgerechtigde;

  • b. Het betreft het verrichten van onbeloonde werkzaamheden;

  • c. Er bestaat voor de uitkeringsgerechtigde geen verplichting tot betaling van excessieve kosten die verbonden zijn aan de proefplaatsing en het daaropvolgende dienstverband;

  • d. De uitkeringsgerechtigde heeft niet eerder bij de betreffende werkgever of diens rechtsvoorganger op een proefplaatsing gewerkt, tenzij sprake is van veranderde omstandigheden die naar het oordeel van UWV een herhaalde proefplaatsing rechtvaardigen;

  • e. De werkgever heeft naar het oordeel van UWV de serieuze intentie de uitkeringsgerechtigde bij goed functioneren na afloop van de proefplaatsing een arbeidscontract zonder proeftijd- of uitzendbeding aan te bieden van minimaal zes maanden met een minimale omvang van hetzelfde aantal uren als gedurende de proefplaatsing van toepassing was, en

  • f. De werkgever heeft ten behoeve van de uitkeringsgerechtigde een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten.

Artikel 4. Weigering proefplaatsing

Toestemming voor proefplaatsing wordt geweigerd:

  • a. Indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de uitkeringsgerechtigde ook zonder proefplaatsing kan worden aangenomen voor dat werk of

  • b. Als de uitkeringsgerechtigde ziekengeld ontvangt en de duur van de proefplaatsing de resterende duur van de ZW-uitkering vermoedelijk zal overschrijden.

Artikel 5. Proefplaatsing bij of via een uitzendorganisatie of detacheerder

  • 1 Proefplaatsing via een uitzendbureau of detacheerder is alleen toegestaan als de detacheerder of het uitzendbureau aantoont dat de inlener ervan op de hoogte is dat de uitkeringsgerechtigde onbeloond en met behoud van uitkering werkt.

  • 2 Een uitkeringsgerechtigde mag meerdere keren op basis van een proefplaatsing werken via hetzelfde uitzend- of detacheringsbureau mits de inlener niet dezelfde is.

Artikel 6. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Geen toestemming voor proefplaatsing wordt verleend in situaties dat UWV gegronde vermoedens heeft dat de werkgever de proefplaatsing oneigenlijk gebruikt of misbruikt.

Artikel 7. Duur van de proefplaatsing

  • 1 UWV geeft in beginsel toestemming voor een proefplaatsing voor de duur van twee maanden.

  • 2 UWV verleent toestemming voor een proefplaatsing van langer dan twee maanden tot een maximum van zes maanden als dat in het belang van de re-integratie van de individuele uitkeringsgerechtigde is en naar het oordeel van UWV noodzakelijk is op grond van de aard van de beperkingen, de afstand tot de arbeidsmarkt en/of de mate van complexiteit van het werk.

  • 3 Indien de proefplaatsing onderdeel is van een gezamenlijk project tussen een of meerdere gemeenten en UWV, sluit UWV in afwijking van het eerste lid en in aanvulling op het tweede lid, aan bij de gehanteerde duur van de proefplaatsing van de gemeente(n) voor zover deze duur niet langer bedraagt dan 6 maanden.

  • 4 Wordt de uitkeringsgerechtigde ziek tijdens de proefplaatsing, dan kan UWV de proefplaatsing verlengen met de duur van ziekteperiode voorzover de maximale termijn van 6 maanden proefplaatsing niet wordt overschreden.

Artikel 8. Beëindiging proefplaatsing

UWV trekt de toestemming voor de proefplaatsing in per de datum dat:

  • a. Niet langer aan de voorwaarden van de proefplaatsing wordt voldaan;

  • b. De proefplaatsing als mislukt moet worden aangemerkt of;

  • c. De uitkeringsgerechtigde een dienstverband aanvaardt.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin dit besluit is geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2023.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 15 november 2022

M.R.P.M. Camps

Voorzitter Raad van Bestuur

Naar boven