Beleidsregel betrouwbare levering van elektriciteit of gas en continuïteit van energieleveranciers

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 04-10-2022 t/m heden

Besluit van de ACM tot vaststelling van de Beleidsregel betrouwbare levering van elektriciteit of gas en continuïteit van energieleveranciers

Paragraaf 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. (begrippen)

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Artikel 2. (toepassingsbereik)

  • 2 De ACM verstaat onder de betrouwbaarheid, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval zodanige gedragingen op het gebied van de beleidsvoering, de inkoop, de financiële positie en het beheersen van risico’s, dat deze de continuïteit van de houder van de vergunning niet in de weg staan.

  • 3 De ACM verricht de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval aan de hand van:

    • a. het ondernemingsplan, bedoeld in artikel 3;

    • b. de inkoopstrategie, bedoeld in artikel 4;

    • c. de financiële positie, bedoeld in artikel 5, en de maatregelen die nodig kunnen zijn om deze te herstellen, overeenkomstig artikel 6;

    • d. een jaarrapportage als bedoeld in artikel 7; en

    • e. het risicomanagement, bedoeld in artikel 8.

Paragraaf 2. Continuïteit

Artikel 3. (ondernemingsplan)

  • 1 De ACM beoordeelt of de houder van de vergunning kan aantonen ten behoeve van de betrouwbare levering van elektriciteit of gas tegen redelijke tarieven en voorwaarden beleid te voeren voor bedrijfsrisico’s en financiële risico’s, door te beschikken over een vastgesteld ondernemingsplan. In dit ondernemingsplan zijn, zo gedetailleerd als redelijkerwijs mogelijk is en voor een periode van in ieder geval drie jaren, in ieder geval de hoofdzaken van het door de houder van de vergunning te voeren beleid voor bedrijfsrisico’s en financiële risico’s vastgelegd.

  • 2 De ACM beoordeelt of het ondernemingsplan in ieder geval de volgende onderdelen bevat:

    • a. de doelgroepen waarop de houder van de vergunning zich richt en de wijze waarop de houder van de vergunning aan de vraag naar de levering van elektriciteit of gas denkt te voldoen;

    • b. de risicobereidheid, inhoudende de mate waarin de houder van de vergunning bereid is de risico’s, bedoeld in onderdeel c, te nemen;

    • c. een beschrijving van de risico’s voor de financiële positie van de houder van de vergunning, waarbij in ieder geval onderscheid wordt gemaakt tussen:

      • I. marktrisico’s als gevolg van veranderende prijzen, margin calls, volumes of klantaantallen;

      • II. debiteurenrisico’s als gevolg van niet of niet tijdige betaling door debiteuren;

      • III. tegenpartijrisico’s als gevolg van niet of niet volledige nakoming van verplichtingen door tegenpartijen;

      • IV. liquiditeitsrisico’s als gevolg van onvoldoende liquide middelen om aan betalingsverplichtingen te voldoen;

      • V. operationele risico’s als gevolg van de dagelijkse activiteiten, waaronder het voorspellen van volumes en ICT-risico’s;

      • VI. risico’s als gevolg van andere activiteiten van de houder van de vergunning dan de levering van gas of elektriciteit aan kleinverbruikers; en

      • VII. andere risico’s voor de financiële positie.

    • d. een beschrijving van de wijze waarop de houder van de vergunning de risico’s, bedoeld in onderdeel c, zal beheersen, en hoe een mogelijk restrisico zal worden opgevangen;

    • e. een beschrijving van de wijze waarop de financiële positie van de houder van de vergunning voortdurend in overeenstemming wordt gehouden met artikel 5;

    • f. een beschrijving van de procedures voor het treffen van herstelmaatregelen als bedoeld in artikel 6.

  • 3 De ACM beoordeelt of de houder van de vergunning het ondernemingsplan wijzigt als zich wezenlijke veranderingen voordoen in de onderdelen, bedoeld in het tweede lid, en of hij deze wijzigingen onverwijld meldt aan de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel 4. (inkoopstrategie)

  • 1 De ACM beoordeelt of de houder van de vergunning kan aantonen dat hij open posities sluit of doet sluiten door middel van inkoopcontracten die de afgesloten verkoopcontracten afdekken wat betreft de verwachte leveringsvolumes van elektriciteit of gas in de leveringsperiode waarin de prijs vaststaat.

  • 2 De ACM beoordeelt of de houder van de vergunning kan aantonen dat de tijdspanne waarin een open positie nog niet overeenkomstig het eerste lid is gesloten, zodanig kort is dat het daaraan verbonden risico voor zijn financiële positie als bedoeld in artikel 5 door hem kan worden beheerst.

Artikel 5. (financiële positie)

  • 1 De ACM beoordeelt of de houder van de vergunning kan aantonen aan zijn verplichtingen op lange termijn te kunnen voldoen door te beschikken over een solvabiliteitsprognose over ten minste de eerstvolgende drie jaren waaruit in ieder geval blijkt dat gedurende deze jaren:

    • a. het eigen vermogen positief is; en

    • b. de vermogensstructuur, gelet op de risicobereidheid, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder b, voldoende financieel weerbaar is voor het opvangen van de risico’s, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel c.

  • 2 De ACM beoordeelt of de houder van de vergunning ten minste eens per maand kan aantonen dat hij gedurende ten minste de eerstvolgende twaalf maanden kan voldoen aan zijn betalingsverplichtingen door over een liquiditeitsprognose te beschikken waaruit blijkt dat de stand van de liquide middelen gedurende die twaalf maanden positief is, rekening houdend met ten minste:

    • a. een gedurende twee maanden gelijkmatig optredende verdubbeling van de energieprijzen ten opzichte van de gemiddelde energieprijs in de maand voorafgaand aan de maand waarin de liquiditeitsprognose wordt opgesteld, waarbij de verdubbelde energieprijzen gedurende de tien daarop volgende maanden stabiel blijven;

    • b. een verbruik door afnemers van gas dat gelijk is aan het verbruik in het jaar 2010, uitgaande van de voor de doelgroepen van de houder van de vergunning relevante profielen Aardgas 2010, versie 1.00 29-05-2009, vastgesteld door het Platform Verbruiksprofielen, waarbij wordt uitgegaan van de effectieve etmaal temperaturen (TAC) van 2010, als bedoeld in het bestand ‘profielen aardgas 2010 versie 1_00 met TAC.csv’. Deze profielen zijn beschikbaar bij de ACM (https://www.acm.nl/nl/publicaties/verbruiksprofielen-aardgas-2010);

    • c. een oninbaarheid van de omzet van 5%.

  • 3 De liquiditeitsprognose:

    • a. maakt onderscheid tussen de operationele kasstroom, de investeringskasstroom en de financieringskasstroom;

    • b. geeft inzicht in een maandelijkse stand van de liquide middelen bij een voortdurend en tijdig voldoen aan de leveringsverplichtingen en betalingsverplichtingen van de houder van de vergunning;

    • c. bevat uitsluitend geprognotiseerde ontvangen financiering die met gegevens of bescheiden is onderbouwd.

  • 4 Indien de houder van de vergunning beschikt over een rechtsgeldige verklaring als bedoeld in artikel 403, eerste lid, onder f, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, van een rechtspersoon of vennootschap door wie de financiële gegevens van de houder van de vergunning zijn geconsolideerd, kan voor de solvabiliteitsprognose en de liquiditeitsprognose gebruik worden gemaakt van de geconsolideerde financiële gegevens van die rechtspersoon of vennootschap.

Artikel 6. (herstelmaatregelen)

  • 1 De ACM beoordeelt of de houder van de vergunning onverwijld de maatregelen treft die nodig zijn om zijn financiële positie te herstellen, indien:

    • a. redelijkerwijs betalingsproblemen zijn te verwachten;

    • b. de solvabiliteitsprognose niet voldoet aan artikel 5, eerste lid; of

    • c. de liquiditeit niet voldoet aan artikel 5, tweede lid, en de houder van de vergunning tevens niet beschikt over gegevens of bescheiden die aantonen dat hij in deze situatie aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen.

  • 2 De ACM beoordeelt of een houder van de vergunning een omstandigheid, als bedoeld in het eerste lid, onverwijld meldt aan de ACM en een plan opstelt voor herstel van zijn financiële positie dat hij uiterlijk veertien dagen na de melding aan de ACM verstrekt, of zoveel eerder als de ACM daarom verzoekt. De ACM beoordeelt of het plan in ieder geval de volgende onderdelen bevat:

    • a. de reeds getroffen maatregelen;

    • b. de maatregelen die nog te treffen zijn;

    • c. het daarvan te verwachten herstel; en

    • d. de termijn waarbinnen deze maatregelen worden getroffen en de daarvan verwachte effecten zullen optreden.

Artikel 7. (jaarrapportage)

  • 1 De ACM beoordeelt of de houder van de vergunning jaarlijks in het eerste kwartaal van een boekjaar de jaarcijfers over het voorgaande boekjaar opstelt.

  • 2 De ACM beoordeelt of de houder van de vergunning in ieder geval jaarlijks in het eerste kwartaal van een boekjaar een rapportage opstelt over de wijze waarop in het vorige boekjaar uitvoering is gegeven aan de onderdelen van het ondernemingsplan, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, b, c en d, en op welke wijze daaraan uitvoering wordt gegeven in het lopende boekjaar.

Artikel 8. (risicomanagementfunctie)

  • 1 De ACM beoordeelt of de houder van de vergunning ten minste één interne of externe risicomanager heeft die verantwoordelijk is voor de beheersing van de risico’s, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder c.

  • 2 De persoon die de functie uitoefent van risicomanager oefent niet tevens een functie uit voor de inkoop of de verkoop van elektriciteit of gas en rapporteert onafhankelijk en rechtstreeks aan de personen die het dagelijks beleid van de houder van de vergunning bepalen.

  • 3 De ACM beoordeelt of de houder van de vergunning zich heeft vergewist van de geschiktheid van de risicomanager door in ieder geval na te gaan of deze beschikt over meerjarige en aantoonbare relevante werkervaring, waaronder ervaring met het uitvoeren van scenarioanalyses, en een relevante opleiding voor risicomanagement.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 9. (inwerkingtreding)

  • 1 Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

  • 2 Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Artikel 10. (citeertitel)

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel betrouwbare levering van elektriciteit of gas en continuïteit van energieleveranciers.

’s-Gravenhage, 29 september 2022

Autoriteit Consument en Markt,

namens deze:

C.M.L. Hijmans van den Bergh

bestuurslid

Naar boven