Beleidsregel macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2022

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Beleidsregel macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2022

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om een grens vast te stellen op grond van artikel 50, tweede lid, van de Wmg.

Gelet op artikel 50, tweede lid, van de Wmg worden grenzen die uit deze beleidsregel voortvloeien ambtshalve door de NZa vastgesteld.

Gelet op artikel 59 van de Wmg heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met brief van 14 juli 2014, 642423-123512-MC, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg aan de NZa gegeven.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

  • algemeen gegevensbeheer code (AGB-zorginstellingscode):

    Unieke code die aan iedere zorginstelling wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

  • minister:

    De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

  • zorgaanbieder:

    De natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wmg én de houder is van de AGB‑zorginstellingscode die door de zorgverzekeraar aan de NZa is verstrekt ten behoeve van de uitvoering van het macrobeheersinstrument.

  • prestaties multidisciplinairezorg:

    De prestaties waarvan de totaal gedeclareerde bedragen gezamenlijk als uitgangspunt dienen voor het macrobeheersinstrument. De prestaties als omschreven in segment 2 en voor zover het multidisciplinaire zorg betreft eveneens de prestaties als omschreven in segment 3 van de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg.

  • Zorgverzekeringsfonds:

    Het fonds bedoeld in artikel 39 van de Zorgverzekeringswet.

  • Budgettair kader zorg:

    Door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport jaarlijks vastgesteld macrokader dat de beschikbare middelen per jaar omvat voor een bepaald type zorg.

  • macrobeheersinstrument:

    Instrument waarmee op grond van artikel 35, zevende lid en artikel 50, tweede lid, van de Wmg, ontstane overschrijdingen op het Budgettair kader zorg achteraf kunnen worden geredresseerd.

  • macro-omzetgrens:

    De bovengrens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onderdeel c, van de Wmg.

  • gerealiseerde omzet:

    De omzet in 2022 verkregen uit declaratie van de prestaties multidisciplinaire zorg.

  • zorgverzekeraar:

    Een verzekeraar als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet.

  • kaderbrief:

    De brief die de NZa in 2021 ontvangt van de minister, met daarin voor 2022 de macro-omzetgrens.

  • doelbedrag:

    Het totaalbedrag dat door de NZa moet worden teruggehaald bij alle aanbieders van multidisciplinaire zorg, indien de minister besluit dat een bedrag moet worden teruggehaald. Dit doelbedrag staat in de realisatiebrief.

  • realisatiebrief:

    De brief die de NZa ontvangt van de minister na afloop van 2022, met daarin het besluit of het kader is overschreden en, zo ja, welk doelbedrag door de NZa moet worden teruggehaald.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

Doel van deze beleidsregel is vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om ontstane overschrijdingen van het Budgettair kader zorg, betrekking hebbend op multidisciplinaire zorg, met behulp van een macrobeheersinstrument (mbi), achteraf te redresseren.

Artikel 3. Reikwijdte

Deze beleidsregel is van toepassing op multidisciplinaire zorg zoals omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Artikel 4. Bekendmaking in 2021 van de grenzen

  • 1 De minister maakt in 2021 bij kaderbrief aan de NZa de hoogte van de macro-omzetgrens voor 2022 bekend.

  • 2 Voorafgaand aan 2022 stelt de NZa in een beschikking ambtshalve een collectieve bovengrens vast als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onderdeel c, van de Wmg. De som van de door afzonderlijke zorgaanbieders gezamenlijk in 2022 te realiseren omzet mag deze collectieve bovengrens niet overschrijden.

  • 3 Voorafgaand aan 2022 stelt de NZa in een beschikking ambtshalve een individuele bovengrens per individuele zorgaanbieder vast als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onderdeel c, van de Wmg. De in 2022 te realiseren omzet van de zorgaanbieder mag deze individuele bovengrens niet overschrijden.

  • 4 De NZa maakt de hiervoor genoemde beschikkingen bekend door publicatie op haar website, toezending aan branche- en koepelorganisaties en door mededeling van de vaststelling in de Staatscourant. De NZa kan de grenzen genoemd in artikel 4.2 en 4.3 vaststellen in één enkele beschikking.

Artikel 5. Procedure na 2022

  • 1 De minister bericht de NZa na afloop van 2022 met een realisatiebrief of de collectieve bovengrens van 2022 is overschreden en, zo ja, welk totaalbedrag door de zorgaanbieders gezamenlijk in het Zorgverzekeringsfonds moet worden gestort, het doelbedrag.

  • 2 Indien sprake blijkt (te zijn geweest) van een overschrijding van de bovengrens, maakt de NZa die overschrijding op last van de minister ongedaan met gebruikmaking van het macrobeheersinstrument. De NZa maakt de beschikking bekend door publicatie op haar website, toezending aan branche- en koepelorganisaties en door publicatie in de Staatscourant.

  • 3 Indien en nadat de minister aan de NZa heeft meegedeeld dat de in artikel 5.1 genoemde bovengrens in 2022 niet is overschreden, stelt de NZa de bovengrens ambtshalve gewijzigd vast in een beschikking, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Wmg. De hoogte van deze grens wordt bepaald door de som van de door afzonderlijke zorgaanbieders gezamenlijk in 2022 gerealiseerde omzetten. Ook deze beschikking maakt de NZa bekend door publicatie op haar website, toezending aan branche- en koepelorganisaties en door mededeling van de vaststelling in de Staatscourant.

  • 4 Indien en nadat de minister aan de NZa heeft meegedeeld dat de in artikel 5.1 genoemde bovengrens wel is overschreden en dat er derhalve een doelbedrag moet worden teruggehaald, stelt de NZa voor elke zorgaanbieder vast welk deel van het doelbedrag aan haar wordt toegerekend.

  • 5 De individuele grens is, indien de macrogrens is overschreden, gelijk aan het procentuele aandeel van de gerealiseerde omzet van die zorgaanbieder in de totale omzet van 2022 van alle zorgaanbieders gezamenlijk, vermenigvuldigd met de macrogrens. De NZa rekent het in artikel 5.4 bedoelde doelbedrag toe door het bedrag van de individuele grens af te trekken van de door de individuele aanbieder gerealiseerde omzet.

  • 6 De NZa geeft de zorgaanbieder een aanwijzing tot afdracht van het in artikel 5.5 bedoelde bedrag aan het Zorgverzekeringsfonds. De aanwijzing vermeldt een betalingstermijn.

  • 7 De NZa kan besluiten om voorafgaand aan de in artikel 5.6 bedoelde aanwijzing één of meer (voorlopige) beschikkingen af te geven.

  • 8 Indien de kosten van de afdracht en inning van het af te dragen bedrag hoger zijn dan de baten, kan de NZa inning achterwege laten.

  • 9 De NZa neemt bij de toerekening voor het bepalen van de hoogte van de omzet het volgende onderdeel mee:

    • de gerealiseerde omzet uit de prestaties multidisciplinaire zorg.

Artikel 6. Bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel

Inwerkingtreding / Bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Gelet op artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wet marktordening gezondheidszorg zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2022.

Naar boven