Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg

[Regeling vervalt per 01-04-2030.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m 31-03-2022

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 april 2020, kenmerk 1665225-201979-LZ, houdende regels voor het verstrekken van subsidie voor de realisatie van aardbevingsbestendige zorg in Groningen (Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aardbevingsgebied Groningen: de gemeenten Delfzijl, Appingedam, Loppersum, Het Hogeland, Midden-Groningen, Oldambt en Groningen, voor wat betreft het grondgebied van de plaats Ten Boer;

  • Definitief ontwerp: het document waarin de initiatiefnemers van een nieuwbouwproject het uiteindelijke ontwerp van de nieuwbouw, een visie op de daar te leveren zorg en de wijze waarop dit zal worden georganiseerd vastleggen;

  • dagbestedingsplaats: een plaats die wordt gerealiseerd binnen een zorglocatie, die toe te rekenen is aan één cliënt en waar begeleiding in groepsverband wordt geboden aan meerderjarige cliënten omdat de cliënt vanwege de aard, omvang en duur van zijn beperkingen niet in staat is om tot een vorm van dagstructurering te komen, ook niet door bijvoorbeeld onderwijs of arbeid;

  • Groninger Zorgakkoord: het Groninger Zorgakkoord van 11 maart 2019, Stcrt. 2019, 30316;

  • instelling: een zorginstelling of een woningcorporatie die partij is bij het Groninger Zorgakkoord;

  • intramurale plaats:

    • a) een plaats die wordt gerealiseerd binnen een zorglocatie, toe te rekenen is aan één cliënt en waar zorg met verblijf in de zin van de Wet langdurige zorg wordt geboden door een zorginstelling;

    • b) in afwijking van het bepaalde onder a worden tevens 88 aanleunwoningen die worden gerealiseerd in het Complex Wiemersheerd te Loppersum en het equivalent van 77 plaatsen in de geriatrische revalidatiezorg en geestelijke gezondheidszorg die worden gerealiseerd in het expertisecentrum aan de Jachtlaan 50-52 te Delfzijl aangemerkt als intramurale plaatsen;

  • Kaderregeling: de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

  • kinderdagcentrumplaats: een plaats die toe te rekenen is aan één cliënt die wordt gerealiseerd binnen een zorglocatie, waar zorg in de zin van de Wet langdurige zorg, niet zijnde zorg met verblijf, wordt geboden aan minderjarige cliënten;

  • minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • Nationaal Coördinator Groningen: de Dienst Nationaal Coördinator Groningen. genoemd in artikel 2 van het Instellingsbesluit Nationaal Coördinator Groningen;

  • projectorganisatie: de projectorganisatie, genoemd in artikel 5.3 van het Groninger Zorgakkoord;

  • NEN-norm voor aardbevingsbestendig bouwen: meest recente NEN-norm voor aardbevingsbestendig bouwen, beoordeling van constructieve veiligheid van een gebouw bij nieuwbouw, verbouw en afkeuren – Geïnduceerde aardbevingen – Grondslagen, belastingen en weerstanden;

  • nieuwbouw: een zorglocatie waarvan het tijdstip van eerste ingebruikneming ligt na inwerkingtreding van deze subsidieregeling;

  • taxateur: een taxateur die is ingeschreven in de Kamer Bedrijfsmatig Vastgoed – Grootzakelijk Vastgoed in het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs;

  • toetsgroep: e toetsgroep, genoemd in artikel 5.2 van het Groninger Zorgakkoord;

  • Visie- en haalbaarheidsdocument: het document waarin de initiatiefnemers van een nieuwbouwproject de visie en opzet van de nieuwbouw, inclusief het aantal te realiseren plaatsen, beschrijven om de haalbaarheid daarvan te kunnen bepalen;

  • woningcorporatie: een toegelaten instelling in de zin van artikel 19 van de Woningwet;

  • zorginstelling: een instelling in de zin van artikel 1, eerste lid, onder f, van de Wet toelating zorginstellingen;

  • zorglocatie: een pand of samenstelling van panden waarin zorg in de zin van artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg of jeugdgezondheidszorg in de zin van artikel 1 van de Wet publieke gezondheid wordt verleend door een instelling in de zin van de Wet toelating zorginstellingen.

Artikel 1.2. Voorwaarden voor subsidie

Een activiteit komt slechts eenmaal voor subsidie op grond van onderhavige regeling in aanmerking.

Hoofdstuk 2. Subsidie voor voorbereiding nieuwbouw

Artikel 2.1. Subsidiabele activiteiten

De minister kan subsidie verstrekken voor activiteiten ter voorbereiding van nieuwbouw ten behoeve van plaatsen in de intramurale zorg, dagbesteding of voor kinderdagcentrumplaatsen binnen het aardbevingsgebied Groningen.

Artikel 2.2. Hoogte van de subsidie

De subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 bedraagt € 750.000 per beoogde zorglocatie.

Artikel 2.3. Voorwaarden voor subsidie

  • 1 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen die een positieve reactie van de toetsgroep hebben ontvangen op het Visie- en haalbaarheidsdocument.

  • 2 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen die ten minste 20 nieuwbouwplaatsen zullen realiseren.

Artikel 2.4. Aanvraag tot verlening en bevoorschotting

  • 1 Voor de aanvraag tot verlening van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld modelformulier gebruikt.

  • 2 In aanvulling op artikel 3.3 van de Kaderregeling bevat de aanvraag tot verlening, het Visie- en haalbaarheidsdocument en een positieve reactie van de toetsgroep hierop.

  • 3 De minister verleent bij het besluit tot verlening van de subsidie een voorschot van 80 procent van het bedrag van de verlening, dat direct zal worden uitbetaald.

Artikel 2.5. Aanvraag tot vaststelling

  • 1 Voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld modelformulier gebruikt.

  • 2 In afwijking van op artikel 1.5, onder b, van de Kaderregeling toont de ontvanger van een subsidie aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen door middel van het overleggen van een positief advies van de toetsgroep over het Definitief ontwerp van de te realiseren nieuwbouw.

  • 4 Indien de toetsgroep geen positief advies heeft gegeven over het Definitief ontwerp, wordt de subsidie vastgesteld op nihil.

Hoofdstuk 3. Subsidie voor het afstoten van bestaande panden binnen aardbevingsgebied

Artikel 3.2. Subsidiabele activiteiten

De minister kan subsidie verstrekken aan instellingen voor het afstoten van bestaande panden genoemd in Bijlage I bij het Groninger Zorgakkoord.

Artikel 3.3. Hoogte van de subsidie

  • 1 De hoogte van de subsidie voor het afstoten van bestaande panden bestaat uit de waarde van de betreffende locatie, minus de rest1waarde van de locatie welke door een taxateur wordt vastgesteld, met peildatum 31 december 2018.

  • 2 De waarde van de locaties is reeds vastgesteld door onafhankelijke taxateurs en bijgevoegd in Bijlage I bij de onderhavige regeling.

Artikel 3.4. Voorwaarden voor subsidie

  • 1 Subsidies op grond van dit hoofdstuk worden slechts verstrekt voor activiteiten die aanvangen na datum van inwerkingtreding van deze regeling.

  • 2 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien ofwel:

    • a. de zorglocatie is verkocht aan een derde, die niet het oogmerk heeft om zorg in deze locatie te verlenen;

    • b. er geen zorg, behoudens thuiszorg, meer plaatsvindt in de betreffende zorglocatie en de eigenaar van de locatie schriftelijk verklaart dat hij niet het oogmerk heeft om dit de komende tien jaar te doen.

Artikel 3.5. Subsidieplafond

  • 1 Het subsidieplafond voor het afstoten van bestaande panden bedraagt € 82.000.000 voor de looptijd van deze regeling.

  • 2 Het uit hoofde van het plafond beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 3.6. Wijze van subsidieverstrekking

Subsidie wordt zonder voorafgaande verlening direct vastgesteld.

Artikel 3.7. Aanvraag tot vaststelling

  • 1 Voor de aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld modelformulier gebruikt.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van het officiële taxatierapport van de af te stoten locatie die mede is ondertekend door het Rijksvastgoedbedrijf, een berekening als bedoeld in artikel 3.3 en een positief advies van de toetsgroep over het Definitief ontwerp van de te realiseren nieuwbouw.

  • 3 In afwijking van het tweede lid, kan de aanvraag tot vaststelling vergezeld gaan van een positief advies van de Nationaal Coördinator Groningen in plaats van een positief advies van de toetsgroep over het Definitief ontwerp van de te realiseren nieuwbouw.

  • 4 Indien er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 3.4, tweede lid, onder a, gaat de aanvraag tot vaststelling vergezeld van een ondertekende verklaring door de betreffende derde inhoudende dat er geen oogmerk is om zorg in de betreffende locatie te verlenen.

  • 5 De minister besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.

Hoofdstuk 4. Subsidie voor te realiseren nieuwbouw

Artikel 4.2. Subsidiabele activiteiten

  • 1 De minister kan subsidie verstrekken aan zorginstellingen voor het realiseren van nieuwbouw voor plaatsen in de intramurale zorg, dagbesteding of voor kinderdagcentrumplaatsen binnen het aardbevingsgebied Groningen.

  • 2 Op grond van deze regeling wordt subsidie verstrekt voor in totaal ten hoogste 800 intramurale plaatsen, 85 dagbestedingsplaatsen en 30 kinderdagcentrumplaatsen.

  • 3 Per zorglocatie kan maar eenmaal subsidie worden verstrekt.

Artikel 4.3. Hoogte van de subsidie

  • 1 De hoogte van de subsidie wordt berekend volgens de formule (A1 x B) + (A2 x B) + (A3 x B) – C = D, waarbij wordt verstaan onder:

    A1:

    het aantal te realiseren plaatsen in de intramurale zorg;

    A2:

    het aantal te realiseren plaatsen in de dagbesteding;

    A3:

    het aantal te realiseren plaatsen in de kinderdagcentra;

    B:

    het normbedrag dat is gekoppeld aan de realisatie van de betreffende plaatsen

    C:

    de reeds aan de instelling verleende subsidie op grond van hoofdstuk 2 van deze regeling

    D:

    het bedrag van de subsidie voor het realiseren van nieuwbouw door de aanvrager.

  • 2 Subsidie wordt verstrekt voor ten hoogste het aantal te realiseren plaatsen dat door de minister in de verleningsbeschikking wordt bepaald.

  • 3 Het normbedrag voor de realisatie van een intramurale plaats bedraagt € 101.664.

  • 4 Het normbedrag voor de realisatie van een kinderdagcentrumplaats bedraagt € 73.827.

  • 5 Het normbedrag voor de realisatie van een dagbestedingsplaats bedraagt € 30.257.

  • 6 De hoogte van het geïndexeerde normbedrag, bedoeld in het derde tot en met het vijfde lid, in het jaar van de aanvraag tot verlening, is bepalend voor de vaststelling van de subsidie.

Artikel 4.4. Voorwaarden voor subsidie

1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen die een positief advies van de toetsgroep hebben ontvangen over het Definitief ontwerp.

Artikel 4.5. Aanvraag tot verlening en bevoorschotting

  • 1 Voor de aanvraag tot verlening van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld modelformulier gebruikt.

  • 2 In aanvulling op artikel 3.3 van de Kaderregeling bevat de aanvraag tot verlening een definitief ontwerp van de te realiseren nieuwbouw, een overzicht van het aantal te realiseren plaatsen en een positief advies van de toetsgroep over het Definitief ontwerp.

  • 3 De minister verleent bij het besluit tot verlening van de subsidie een voorschot van 80 procent van het volledige bedrag van de verlening, dat gelijkmatig zal worden betaald over het aantal maanden waarvoor de subsidie wordt verleend.

Artikel 4.6. Aanvullende verplichtingen voor subsidies

  • 1 Nieuwbouw wordt gerealiseerd binnen vijf jaar na dagtekening van verlening van de subsidie.

  • 2 Nieuwbouw dient te voldoen aan de meest recente NEN-norm voor aardbevingsbestendig bouwen.

  • 3 Indien niet aan de verplichtingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt voldaan, doet de subsidieontvanger onverwijld melding daarvan aan de minister.

  • 4 De minister kan ontheffing verlenen van de termijn, bedoeld in het eerste lid met ten hoogste twee jaar.

  • 5 Indien nieuwbouw niet is gerealiseerd in de periode, bedoeld in het eerste lid, of in geval van ontheffing in de periode van ontheffing als bedoeld in het vijfde lid, wordt de subsidie vastgesteld op ten hoogste 80 procent van het volledige bedrag van de verlening.

Artikel 4.7. Aanvraag tot vaststelling

  • 1 De aanvraag tot vaststelling wordt uiterlijk 22 weken na oplevering van de beoogde nieuwbouw ingediend.

  • 2 Indien de beoogde nieuwbouw niet is gerealiseerd wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend binnen 22 weken na afloop van het boekjaar waarin de nieuwbouw, op grond van de aanvraag, gerealiseerd zou worden.

  • 3 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat, in aanvulling op artikel 7.5 van de Kaderregeling, vergezeld van een opleveringsverslag waaruit blijkt dat de nieuwbouw conform het Definitief ontwerp is opgeleverd en dat getekend is door zowel de opdrachtnemer als de opdrachtgever van de nieuwbouw.

  • 4 De minister besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.

Hoodstuk 5. Subsidie voor het inrichten van de projectorganisatie

Artikel 5.1. Subsidiabele activiteiten en hoogte van de subsidie

  • 1 De minister kan subsidie verstrekken aan één zorginstelling voor het inrichten van de projectorganisatie.

  • 2 Subsidie bedraagt ten hoogste € 3.500.000.

Artikel 5.2. Voorwaarde voor subsidie

De inhuur van leden van de projectorganisatie dient door middel van een open, transparante en non-discriminatoire procedure en tegen marktconforme tarieven te geschieden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 6.1. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 april 2030.

Artikel 6.2. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidies aardbevingsbestendige zorg

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

H.M. de Jonge

Bijlage I. Waarde zorglocaties

De waarde van de af te stoten zorglocaties is vastgesteld op de volgende bedragen.

Deze waarde is door onafhankelijke taxateurs vastgesteld waarbij is uitgegaan van een systematiek gebaseerd op de zogenoemde Discounted Cash Flow methode. Bij woningcorporaties is uitgegaan van de meest recente versie van het Handboek modelmatig waarderen marktwaarde.

Niet alle af te stoten locaties hebben een naam. Als er geen complexnaam is wordt dit met een streepje weergegeven.

Complexnaam

Adres

Plaats

Waarde

Hogewerf

Hogewerflaan 6

Appingedam

€ 2.017.000

Woonvorm De Zijlen

Solwerderweg 3 + 5

Appingedam

€ 7.825.000

Berjarijke

Georg Van Saksenlaan 2A

Appingedam

€ 2.204.000

Pieter Bieremastraat nr. 35-97

Appingedam

€ 2.783.511

Pieter Bieremastraat 5

Appingedam

€ 495.000

Damsterheerd

Heerdlaan 2 : deel Wlz

Appingedam

€ 4.409.761

Damsterheerd

Heerdlaan 4: Onderdeel inleunwoningen

Appingedam

€ 4.312.958

BetingeStaete/Ede Staal Staete

Ede Staalstraat 1-175, 5, 7 en 177-229

Delfzijl

€ 12.996.950

Vliethoven

Zwet 9

Delfzijl

€ 14.990.000

De Brug Wonen

Zwet 11

Delfzijl

€ 2.977.000

Volwassenenpsychiatrie

Jachtlaan 52

Delfzijl

€ 2.174.000

Wiemersheerd

De Schepperij 2 c.a.

Loppersum

€ 4.891.227

Wiemersheerd

Hoge Heem, 1-39, 2-32

Loppersum

€ 1.975.300

Wiemersheerd

Leeuwenhof 1-32

Loppersum

€ 1.941.500

Fraamborg (2)

Esdoornlaan 2-8

Middelstum

€ 495.000

Industrieweg

Industrieweg 18

Uithuizen

€ 1.086.000

De Tille

Oude Tilsterweg 23

Uithuizen

€ 3.166.000

Engersma

Engersmastraat 2

Uithuizen

€ 863.000

Molenerf

Molenerf 15-51

Uithuizen

€ 1.161.148

Naar boven