Aanwijzing bekostigingsexperiment aanvullende beroepen ggz/fz

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 november 2019, kenmerk 1608564-198346-PZo inzake bekostigingsexperiment aanvullende beroepen ggz/fz

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en voor zover het forensische zorg betreft handelende in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming;

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Gezien het Bestuurlijk akkoord Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) 2019 t/m 2022 en de Meerjarenovereenkomst forensische zorg 2018–2021 (Kamerstukken II 2017–2018, 25 424, nr. 420 respectievelijk Kamerstukken II 2017–2018, 33 628, nr. 34);

Na op 1 juli 2019 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 25 424, nr 480) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg, waarbij de eerdere voorhangbrief van 23 oktober 2018 (Kamerstukken II, 25 424, nr 428) is ingetrokken, over het voornemen een aanwijzing te geven over een experiment met aanvullende beroepen in de GGZ;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

  • a) aanvullende beroepsbeoefenaar: zorgverlener die onder supervisie van een regiebehandelaar gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg levert of onder supervisie forensische zorg levert en die de daarvoor ingezette tijd niet kan afleiden naar een Diagnose Behandelcombinatie, respectievelijk een Diagnose Behandel Beveiligingscombinatie;

  • b) DBC: Diagnose Behandelcombinatie;

  • c) DBBC: Diagnose Behandel Beveiligingscombinatie;

  • d) forensische zorg: zorg als omschreven bij of krachtens artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg (Wfz);

  • e) gespecialiseerde ggz: geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (ggz) als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw), niet zijnde generalistische basis-ggz;

  • f) wet: Wet marktordening gezondheidszorg;

  • g) zorgautoriteit: de Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet.

Artikel 2. Werkingssfeer

Deze aanwijzing is van toepassing op:

  • gespecialiseerde ggz;

  • forensische zorg.

Artikel 3. opdracht

De zorgautoriteit voorziet in 2019 in beleidsregels en regels ten behoeve van een bekostigingsexperiment aanvullende beroepen ggz/fz zoals bedoeld in artikel 58 van de wet.

Artikel 4. Uitgangspunten experiment

De zorgautoriteit neemt bij de vaststelling van de regelgeving voor het experiment als bedoeld in artikel 3 de volgende uitgangspunten in acht:

  • a. Het bekostigingsexperiment heeft betrekking op zorg die wordt verleend door aanvullende beroepsbeoefenaren.

  • b. Doel van het bekostigingsexperiment is dat een zorgverzekeraar en een zorgaanbieder in een overeenkomst aanvullende afspraken kunnen maken over de bekostiging van de inzet van aanvullende beroepsbeoefenaren om te bezien welke van deze beroepsbeoefenaren het meest bijdragen aan het verkorten van de wachttijden en het verhelpen van capaciteitstekorten in de gespecialiseerde ggz of het verminderen van personeelstekorten in de forensische zorg;

  • c. Binnen het bekostigingsexperiment kunnen aanvullende beroepsbeoefenaren tijd registeren die afleidt naar een zorgprestatie DBC of DBBC voor zorg als bedoeld onder a.

  • d. Voor de onder c genoemde zorgprestaties gelden maximumtarieven zoals bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c van de wet;

  • e. Personen aan wie zorg als bedoeld onder a wordt verleend komen door het experiment niet in een nadeliger positie te verkeren dan wanneer de zorg aan hen niet zou zijn verleend in het kader van het experiment.

  • f. De zorgautoriteit neemt in haar voorwaarden voor deelname aan het experiment op dat dubbele bekostiging niet is toegestaan.

  • g. De administratieve lasten die de implementatie en uitvoering van het experiment met zich brengen, blijven zo beperkt mogelijk.

Artikel 5. MBI

Het macrobudgettair kader voor de geneeskundige ggz als bedoeld in de Aanwijzing inzake macrobeheersinstrument voor de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg van 28 november 2013, Staatscourant. 2013, nr. 34324, is van toepassing voor zover het bekostigingsexperiment ziet op gespecialiseerde ggz.

Deze aanwijzing wordt aangehaald als: Aanwijzing bekostigingsexperiment aanvullende beroepen ggz/fz.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

P. Blokhuis

Naar boven