Bijlage 2. behorende bij artikel 5, onderdeel g, van de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen
Model-overeenkomst
........... (bedrijfsnaam), gevestigd te ...; vertegenwoordigd door ......, verder te noemen: de varkenshouder
en
de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, namens deze, ....... Directeur ......... van de Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland
overwegende:
dat ingevolge de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (verder: de regeling),
artikel 5, onderdeel g, een varkenshouder die subsidie op grond van de regeling ontvangt, zich bij overeenkomst
met de Staat moet verbinden om:
-
1°. niet langer op de varkenshouderijlocatie varkens te houden en ook geen andere diersoorten
die bij intensieve veehouderij gehouden kunnen worden, noch als persoon, noch tezamen
met anderen in de vorm van een rechtspersoon of samenwerkingsverband;
-
2°. zeker te stellen dat na al dan niet tijdelijke overdracht of ingebruikgeving van de
varkenshouderijlocatie aan een verkrijger of gebruiker evenmin op die locatie varkens
worden gehouden of andere diersoorten die bij intensieve veehouderij gehouden kunnen
worden;
-
3°. geen varkens te gaan houden op een andere locatie dan waar hij ten tijde van de aanvraag
reeds een varkenshouderijlocatie heeft;
dat de aanvraag van de varkenshouder om subsidie op grond van de regeling te ontvangen
voor het saneren van de varkenshouderijlocatie met adres ... (verder te noemen: de
locatie), is toegewezen;
komen het volgende overeen:
-
1. De varkenshouder zal, na te hebben voldaan aan de vereisten, bedoeld in artikel 5 van de regeling, op de locatie niet opnieuw varkens gaan houden en evenmin pluimvee,
konijnen, vleeskalveren, vleesstieren, geiten of nertsen, ook niet via een (indirecte)
deelneming in een vennootschap, samenwerkingsverband of anderszins.
-
2. De varkenshouder zal niet op een andere locatie dan de hiervoor bedoelde locatie varkens
gaan houden, ook niet via een (indirecte) deelneming in een vennootschap, samenwerkingsverband
of anderszins. Deze verplichting geldt niet als het een locatie betreft waar de varkenshouder
ten tijde van de aanvraag om subsidie op grond van de regeling reeds varkens hield.
-
3. De varkenshouder zal bij al dan niet tijdelijke overdracht of ingebruikgeving van
de locatie of een deel daarvan in de desbetreffende overeenkomst en/of akte een zogenaamd
kettingbeding (laten) opnemen luidende dat de locatie niet gebruikt zal worden voor
het houden van varkens, pluimvee, konijnen, vleeskalveren, vleesstieren, geiten of
nertsen en dat elke volgende verkrijger of gebruiker aan dezelfde verplichting wordt
verbonden.
Indien de varkenshouder een vennootschap of een samenwerkingsverband zoals een maatschap,
vennootschap onder firma of coöperatie betreft, gelden de verplichtingen zoals vastgelegd
in de artikelen 1, 2 en 3 van deze overeenkomst op overeenkomstige wijze voor alle
aandeelhouders (terugwerkend naar een natuurlijke persoon) c.q. maten c.q. vennoten
etc. van deze vennootschap c.q. dit samenwerkingsverband. Ter bevestiging hiervan
wordt deze overeenkomst mede door hen ondertekend.
De Staat der Nederlanden
namens deze: de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
namens deze: .............................
Datum en plaats: .......................
Naam varkenshouder
namens deze: ..........................
Datum en plaats: ....................
Indien van toepassing wordt, overeenkomstig het in artikel 4 bepaalde, deze overeenkomst mede ondertekend door:
(Naam aandeelhouder, maat, vennoot, etc.)
(namens deze: .......................)
(Datum en plaats: .................)
(Naam aandeelhouder, maat, vennoot, etc.)
(namens deze: .......................)
(Datum en plaats: .................)
Etc.