Zie toelichting hierna
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Toelichting verklaring de-minimissteun
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Deze toelichting dient als hulpmiddel bij het invullen van de de-minimisverklaring.
Aan de toelichting kunnen geen rechten worden ontleend. Verordening (EU) Nr. 1407/2013
van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107
en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun
(PbEU 2013, L 352), hierna ‘de de-minimisverordening’ is bepalend.
De-minimisverordening en staatssteun
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
De staatssteunregels in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (artikel
107 en 108 VWEU) stellen beperkingen aan overheden als zij steun willen verlenen aan
ondernemingen. Deze de-minimisverklaring is nodig voor de overheid om na te gaan of
het voordeel dat uw onderneming door deze de-minimissteun krijgt, past binnen de voorwaarden
die de Europese staatssteunregels stellen.
In de de-minimisverordening heeft de Europese Commissie verklaard dat steunmaatregelen
(zoals subsidieverlening) tot een bepaalde drempel het handelsverkeer tussen de lidstaten
niet ongunstig beïnvloedt en de mededinging niet vervalst, en daarom niet beschouwd
worden als staatssteun in de zin van het EU-verdrag. Deze drempel is gesteld op €
200.000,– (€ 100.000,– voor ondernemingen die voor rekening van derden goederenvervoer
over de weg verrichten). Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie
belastingjaren. Steun die genoemde drempelbedragen niet overschrijdt, wordt aangemerkt
als ‘de-minimissteun’. Voor de visserij- en landbouwsector zijn aparte de-minimisverordeningen
van toepassing, waarvoor een drempel van respectievelijk € 30.000,– en € 15.000,– geldt.
Naast ondernemingen in deze sectoren is de de-minimisverordening (nr. 1407/2013) in
bepaalde gevallen niet van toepassing op steun aan ondernemingen die actief zijn in
de sector verwerking en afzet van landbouwproducten. Ook exportsteun, steun waardoor
binnenlandse producten ten opzichte van ingevoerde producten worden bevoordeeld en
steun voor de aanschaf van vervoermiddelen valt buiten de de-minimisvrijstelling.
Eén onderneming
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Het de-minimisplafond geldt voor één onderneming. Artikel 2, lid 2 van de de-minimisverordening
geeft aan wanneer sprake is van ‘één onderneming’. Het kan namelijk voorkomen dat
twee (of meer) ondernemingen een bepaalde band met elkaar onderhouden en onder deze
verordening als één onderneming worden gezien. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het hebben
van de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders van een andere onderneming,
het recht om onder meer bestuursleden van een andere onderneming te benoemen/ontslaan
en het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen.
Bedrag van de-minimissteun
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Door middel van deze verklaring geeft u aan dat met de huidige financiële bijdrage
voor uw onderneming de de-minimisdrempel niet wordt overschreden. U moet daarom nagaan
of gedurende het lopende en de twee voorafgaande belastingjaren enige vorm van de-minimissteun
door een overheidsinstantie aan uw onderneming is verstrekt. Indien dit het geval
is bent u hierover door de overheidsinstantie in kennis gesteld. Het gaat niet alleen
om steun die u heeft ontvangen van de rijksoverheid maar van elke overheidsinstantie.
Bij overschrijding van de drempel kan geen beroep meer worden gedaan op de de-minimisverordening.
Handelen in strijd met de staatssteunregels kan in het ergste geval leiden tot terugvordering
van de verleende steun.
De bedragen die dienen te worden gebruikt bij het invullen van de verklaring, zijn
brutobedragen vóór aftrek van belastingen. Behalve om subsidieverlening kan het daarbij
gaan om leningen tegen gunstige voorwaarden, de verkoop van grond tegen een lagere
prijs dan de marktwaarde, vrijstellingen, verlagingen of kwijtschelding van directe
of indirecte belastingen, etc. Onder voorwaarden is het mogelijk de verordening toe
te passen op leningen en garanties die langer dan drie jaren lopen.
De de-minimissteun wordt geacht te zijn verleend op het tijdstip waarop uw onderneming
een wettelijke aanspraak op de steun verwerft, ongeacht de datum waarop de de-minimissteun
aan de onderneming wordt betaald.
Samenloop met reguliere staatssteun
[Regeling vervallen per 01-01-2022]
Mogelijk heeft uw onderneming voor dezelfde kosten die in aanmerking komen voor de
huidige de-minimissteun reeds staatssteun ontvangen, die door de Europese Commissie
is goedgekeurd of binnen het toepassingsgebied van de zogenaamde algemene groepsvrijstellingsverordening of de MKB Landbouwvrijstellingsverordening valt. Het totaalbedrag van de-minimissteun en deze staatssteun mag dan de maxima
niet overschrijden die op basis van het relevante besluit van de Europese Commissie
of de betreffende vrijstellingsverordening zijn toegestaan Als u twijfelt of bepaalde
steun die u heeft ontvangen goedgekeurde of vrijgestelde steun is, kunt u hierover
contact opnemen met de overheid of uitvoeringsinstantie van wie u de steun heeft ontvangen.
Het formulier heeft betrekking op drie situaties:
-
– uw onderneming heeft gedurende het lopende en de twee voorafgaande belastingjaren
in het geheel geen de-minimissteun ontvangen;
-
– uw onderneming heeft gedurende het lopende en de twee voorafgaande belastingjaren
de-minimissteun ontvangen. Opgeteld bij het bedrag van de huidige subsidieverlening
wordt echter het bedrag van € 200.000,– niet overschreden (respectievelijk € 100.000,–/€
30.000,–/€ 15.000,–) of
-
– uw onderneming heeft voor dezelfde kosten die in aanmerking komen voor de huidige
subsidie reeds andere vormen van staatssteun ontvangen.
Uiteraard vult u alléén de rubriek(en) in die op uw situatie van toepassing is/zijn.
Vergeet vooral niet om de bijlage(n) bij te sluiten.