Wet van 6 maart 2019 tot wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband
met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van de taakuitoefening
tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba alsmede verduidelijking van
de regeling van uitkeringen door het Schadefonds en het vorderingsrecht van het slachtoffer
jegens derden
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rechtspersoonlijkheid
van het Schadefonds Geweldsmisdrijven op te heffen teneinde beter aan te sluiten bij
de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, de taakuitoefening van het Schadefonds uit te breiden tot Caribisch Nederland en
de regeling van uitkeringen door het Schadefonds en het vorderingsrecht van het slachtoffer
na uitkering te verduidelijken;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goed vinden
en verstaan bij deze: