Regeling vergunningverlening windenergie op zee kavels III en IV Hollandse Kust (zuid)

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 23 november 2018, nr. WJZ/18199760, houdende nadere regels tot vergunningverlening windenergie op zee voor de kavels III en IV van het windenergiegebied Hollandse Kust (zuid) (Regeling vergunningverlening windenergie op zee kavels III en IV Hollandse Kust (zuid))

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 14, tweede lid, 23, eerste, derde en vierde lid, en 24, derde lid, van de Wet windenergie op zee;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • kavel III: kavel III van het windenergiegebied Hollandse Kust (zuid) zoals aangewezen in Kavelbesluit III windenergiegebied Hollandse Kust (zuid) (Stcrt. 2018, 2543);

  • kavel IV: kavel IV van het windenergiegebied Hollandse Kust (zuid) zoals aangewezen in Kavelbesluit IV windenergiegebied Hollandse Kust (zuid) (Stcrt. 2018, 2497);

  • Minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie: de verwachte jaarlijkse energieproductie voor een gegeven combinatie van locatie en productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van windenergie dient te zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van 50%;

  • wet: Wet windenergie op zee.

Artikel 2

  • 1 De aanvraag voor een vergunning voor kavel III of kavel IV wordt ingediend in de periode tussen 1 maart 2019 en 14 maart 2019, 17:00 uur.

  • 2 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een middel dat door de Minister beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 3

  • 1 Het ontwerp voor het windpark, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel a, van de wet, omvat ten minste:

    • a. een windenergie-opbrengstberekening die is opgesteld door een onafhankelijke organisatie met expertise op het gebied van windenergie-opbrengstberekeningen, met gebruikmaking van gerenommeerde rekenmodellen, omgevingsmodellen, windmodellen en windkaarten en die ten minste de locatiegegevens, het merk, type, de technische specificaties, waaronder ashoogte, rotordiameter en vermogenscurve van de windturbines, de lokale windgegevens voor het windpark en een berekening van de P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie van het windpark omvat;

    • b. de bescheiden waarmee aannemelijk wordt gemaakt dat aan het van toepassing zijnde kavelbesluit wordt voldaan;

    • c. informatie die aannemelijk maakt dat tijdig de verklaring, bedoeld in artikel 6.16d, eerste lid, onderdeel c, van het Waterbesluit kan worden overgelegd.

  • 2 Bij de berekening van de P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie zijn de beschikbaarheid, zogeffecten, elektriciteitsverliezen en terugregelverliezen opgenomen, waarbij voor het zogeffect, uitsluitend rekening wordt gehouden met het windpark waarvoor de aanvraag wordt gedaan en het windpark Luchterduinen.

  • 3 In het tijdschema, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel b, van de wet worden de realisatiedata vermeld van de volgende activiteiten:

    • a. de instemming door de exploitant van het windpark met de voorwaarden van de netbeheerder van het net op zee voor de aansluiting en het transport van elektriciteit overeenkomstig de Elektriciteitswet 1998;

    • b. de verstrekking van opdrachten aan leveranciers en installateurs;

    • c. de plaatsing van de eerste fundering;

    • d. de plaatsing van de eerste windturbine;

    • e. de start van de levering van elektriciteit; en

    • f. het buiten bedrijf stellen van het windpark.

  • 4 De raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel c, van de wet, omvat in ieder geval een exploitatieberekening met:

    • a. een specificatie van de investeringskosten per component van de productie-installatie;

    • b. een overzicht van alle kosten en baten van de productie-installatie;

    • c. een berekening van het projectrendement over de looptijd van het project.

  • 5 In de raming van de maatschappelijke kosten bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel d, van de wet, wordt ten minste aandacht besteed aan de bezetting van het net van de netbeheerder van het net op zee uitgedrukt in het aantal MWh per jaar.

  • 6 De inventarisatie en analyse van de risico’s, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel e, van de wet, omvat ten minste:

    • a. de risico’s bij de bouw van het windpark;

    • b. de risico's met betrekking tot de ontwikkeling van de financiële opbrengst van de te produceren elektriciteit; en

    • c. de risico’s bij de exploitatie van het windpark.

  • 7 De omschrijving van de maatregelen ter borging van de kostenefficiëntie, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel f, van de wet omvat ten minste de methodes van risicobeheersing, de wijze waarop risico’s in het verleden zijn geborgd en bij thans lopende projecten voor windenergie op zee worden geborgd, alsmede de voorgenomen mitigerende maatregelen ten aanzien van de in het zesde lid bedoelde risico’s.

  • 8 Tot de bij de bouw en exploitatie van het windpark betrokken partijen, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel g, van de wet, worden gerekend:

    • a. de aanvrager en indien de aanvrager een samenwerkingsverband betreft, elke deelnemer aan het samenwerkingsverband;

    • b. de verantwoordelijke partij voor het projectmanagement;

    • c. de leverancier van de windturbines;

    • d. de installateur van de windturbines;

    • e. de leverancier van de funderingen;

    • f. de installateur van de funderingen;

    • g. de leverancier van de parkbekabeling;

    • h. de installateur van de parkbekabeling; en

    • i. de verantwoordelijke voor het onderhoud en de bediening van het windpark.

  • 9 De beschrijving van de kennis en ervaring van de betrokken partijen, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel h, van de wet, betreft de kennis en ervaring bij windparken op zee en omvat:

    • a. het geïnstalleerd vermogen van de windparken waarvoor door de verantwoordelijke partij voor het projectmanagement tijdens de bouw het projectmanagement is gedaan;

    • b. het aantal door de leverancier geleverde windturbines;

    • c. het aantal door de installateur geïnstalleerde windturbines;

    • d. het aantal door de leverancier geproduceerde funderingen;

    • e. het aantal door de installateur geïnstalleerde funderingen;

    • f. het aantal windturbines waarvoor door de leverancier parkbekabeling is geleverd;

    • g. het aantal windturbines dat door de installateur van de parkbekabeling is aangesloten; en

    • h. het geïnstalleerd vermogen van de windparken dat de verantwoordelijke voor het onderhoud en de bediening in onderhoud heeft en bedient.

  • 10 Bij de aanvraag worden tevens de volgende gegevens gevoegd:

    • a. een samenvattende beschrijving van de realisatie, exploitatie en ontmanteling van het windpark;

    • b. een financieringsplan, inclusief de beoogde financiers en het beoogde aandeel dat zij zouden dragen;

    • c. indien de aanvrager een samenwerkingsverband betreft een door elke deelnemer ondertekende verklaring van deelname aan het samenwerkingsverband: en

    • d. de meest recent vastgestelde jaarrekening van de aanvrager, de moederonderneming ervan, elk van de deelnemers aan het samenwerkingsverband of hun moederondernemingen, waarbij de jaarrekening betrekking heeft op een jaar dat ten hoogste drie kalenderjaren voor het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend.

Artikel 4

  • 1 Bij de beoordeling van de technische haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met het door de aanvrager overgelegde ontwerp voor het windpark, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel a, van de wet.

  • 2 Bij de beoordeling van de financiële haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met de door de aanvrager overgelegde raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel c, van de wet en de gegevens, bedoeld in artikel 3, tiende lid, onderdelen b en d. De omvang van het eigen vermogen van de aanvrager bedraagt ten minste 20% van de totale investeringskosten voor het windpark waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3 Op verzoek van de aanvrager wordt voor het bepalen van de omvang van het eigen vermogen, bedoeld in het tweede lid, meegerekend:

    • a. indien de aanvrager een samenwerkingsverband is, het eigen vermogen van de deelnemers aan het samenwerkingsverband;

    • b. indien de aanvrager of een deelnemer aan een samenwerkingsverband een dochteronderneming is en mits de moederonderneming daarmee schriftelijk instemt, het overige eigen vermogen van de moederonderneming.

  • 4 In het geval blijkt dat de aanvrager zowel een aanvraag voor een vergunning voor kavel III als voor kavel IV heeft ingediend, wordt bij de beoordeling van de financiële haalbaarheid, bedoeld in het tweede lid, het geheel van de investeringskosten voor beide windparken betrokken.

  • 5 Bij de beoordeling van de aannemelijkheid dat de bouw en exploitatie van een windpark gestart kan worden binnen vier jaar na de datum waarop de vergunning onherroepelijk is geworden, wordt in ieder geval rekening gehouden met het door de aanvrager verstrekte tijdschema, bedoel in artikel 23, tweede lid, onderdeel b, van de wet.

  • 6 Bij de beoordeling van de economische haalbaarheid van de bouw en exploitatie van een windpark wordt in ieder geval rekening gehouden met de door de aanvrager overgelegde raming van de kosten en opbrengsten, bedoeld in artikel 23, tweede lid, onderdeel c, van de wet.

Artikel 5

  • 1 De onderlinge weging van de rangschikkingscriteria, bedoeld in artikel 24, derde lid, van de wet vindt plaats overeenkomstig de waardering in punten zoals opgenomen in de bijlage waarbij een hoger aantal punten leidt tot een hogere rangschikking.

  • 2 Als bij de rangschikking van de aanvragen volgens de onderlinge weging van de rangschikkingscriteria, bedoeld in het eerste lid, twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel f, van de wet, zwaarder dan de criteria, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdelen a tot en met e, gezamenlijk.

  • 3 Als bij toepassing van het tweede lid twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel e, van de wet, zwaarder dan de criteria, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdelen a tot en met d, gezamenlijk.

  • 4 Als bij toepassing van het derde lid twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel d, van de wet, zwaarder dan de criteria, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdelen a tot en met c, gezamenlijk.

  • 5 Als bij toepassing van het vierde lid twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel c, van de wet, zwaarder dan de criteria, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdelen a en b, gezamenlijk.

  • 6 Als bij toepassing van het vijfde lid twee of meer aanvragen gelijk als hoogste worden gerangschikt, weegt het criterium, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel a, van de wet, zwaarder dan het criteria, genoemd in artikel 24, tweede lid, onderdeel b, van de wet.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergunningverlening windenergie op zee kavels III en IV Hollandse Kust (zuid).

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 23 november 2018

De Minister

van Economische Zaken en Klimaat,

Bijlage behorende bij artikel 5, eerste lid, van de Regeling vergunningverlening windenergie op zee zonder subsidie

Onderlinge weging van de rangschikkingscriteria, bedoeld in artikel 24, tweede lid, onderdeel a, van de wet

1. Weging in punten:

Criterium: de kennis en ervaring van de betrokken partijen

(artikel 24, tweede lid, onderdeel a, van de wet)

Maximum aantal punten: 10

 

Kwalitatieve maatstaven

Beoordelingsmaatstaf

Ptn.

1

De kennis en ervaring van de partijen die verantwoordelijk zijn voor het projectmanagement

Deze partijen hebben projectmanagement uitgevoerd voor windparken op zee

Deze windparken hebben een gezamenlijke capaciteit van minder dan 25 MW

0

Deze windparken hebben een gezamenlijke capaciteit van 25 MW of meer

3

2

De kennis en ervaring van leveranciers van de funderingen

Deze partijen hebben funderingen geleverd voor windparken op zee

Er zijn minder dan 10 funderingen geleverd

0

Er zijn 10 of meer funderingen geleverd

1

3

De kennis en ervaring van installateurs van de funderingen

Deze partijen hebben funderingen geïnstalleerd voor windparken op zee

Er zijn minder dan 10 funderingen geïnstalleerd

0

Er zijn 10 of meer funderingen geïnstalleerd

1

4

De kennis en ervaring van leveranciers van de windturbines

Deze partijen hebben windturbines geleverd voor windparken op zee

Er zijn minder dan 10 windturbines geleverd

0

Er zijn 10 of meer windturbines geleverd

1

5

De kennis en ervaring van installateurs windturbine

Deze partijen hebben windturbines geïnstalleerd voor windparken op zee

Er zijn minder dan 10 windturbines geïnstalleerd

0

Er zijn 10 of meer windturbines geïnstalleerd

1

6

De kennis en ervaring van leveranciers van de bekabeling die de individuele windturbines verbindt en aansluit op het platform

Deze partijen hebben bekabeling geleverd die individuele windturbines verbindt en aansluit op een platform op zee

Bekabeling geleverd voor de verbinding van minder dan 10 windturbines met een platform

0

Bekabeling geleverd voor de verbinding van 10 of meer windturbines met een platform

1

7

De kennis en ervaring van installateurs van de bekabeling die de individuele windturbines verbindt en aansluit op het platform

Deze partijen hebben bekabeling geïnstalleerd die individuele windturbines verbindt en aansluit op een platform op zee

Bekabeling geïnstalleerd voor de verbinding van minder dan 10 windturbines met een platform

0

Bekabeling geïnstalleerd voor de verbinding van 10 of meer windturbines met een platform

1

8

De kennis en ervaring van partijen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud en de bediening van het windpark

Deze partijen hebben onderhoud en bediening van windparken op zee uitgevoerd

Ervaring met onderhoud en bediening van windparken op zee met een gezamenlijke capaciteit van minder dan 25 MW

0

Ervaring met onderhoud en bediening van windparken op zee met een gezamenlijke capaciteit van 25 MW of meer

1

Criterium: De kwaliteit van het ontwerp voor het windpark (artikel 24, tweede lid, onderdeel b, van de wet)

Maximum aantal punten: 10

 

Kwalitatieve maatstaven

Beoordelingsmaatstaf

Ptn.

1

De realisatie- overeenkomst en de aansluit- en transportovereen-komst gesloten met de netbeheerder van het net op zee

De termijn na het onherroepelijk zijn van de vergunning waarbinnen de aanvrager (vergunninghouder) kan instemmen met de voorwaarden van de netbeheerder van het net op zee voor de realisatieovereenkomst en de aansluit- en transportovereenkomst

overeenkomstig de Elektriciteitswet 1998.

De termijn is meer dan 12 maanden

1

De termijn is 6–12 maanden

5

De termijn is minder dan 6 maanden

10

Criterium: de capaciteit van het windpark (artikel 24, tweede lid, onderdeel c, van de wet)

Maximum aantal punten: 10

 

Kwalitatieve maatstaven

Beoordelingsmaatstaf

Ptn.

1

De productiecapaciteit van het windpark

Het gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van het windpark in MW

Niet minder dan 342 MW en minder dan 360 MW

1

Gelijk of meer dan 360 MW en minder dan 370 MW

5

Gelijk of meer dan 370 MW en niet meer dan 380 MW

10

Criterium: de maatschappelijke kosten (artikel 24, tweede lid, onderdeel d, van de wet)

Maximum aantal punten: 10

 

Kwalitatieve maatstaven

Beoordelingsmaatstaf

Ptn.

1

De efficiency van het gebruik van het net op zee.

De berekende P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie

Minder dan 1.300.000 MWh per jaar

1

Gelijk of meer dan 1.300.000 MWh en minder dan 1.350.000 MWh per jaar

3

Gelijk of meer dan 1.350.000 MWh en minder dan 1.400.000 MWh per jaar

5

Gelijk of meer dan 1.400.000 MWh per jaar

10

Criterium: de kwaliteit van de inventarisatie en analyse van de risico’s

(artikel 24, tweede lid, onderdeel e, van de wet)

Maximum aantal punten 20

 

Kwalitatieve maatstaven

Beoordelingsmaatstaf

Ptn.

1

Risico's met betrekking tot de ontwikkeling van de financiële opbrengst van de te produceren elektriciteit

Prijsrisico’s voor elektriciteit en garanties van oorsprong

Korte termijn marktfluctuaties

0-10

Lange termijn prijsontwikkeling

De positie van windenergie op zee in de toekomstige energiemix

Volumerisico's

Toegang tot voldoende liquide handelsstromen

Onbalanskosten

Korte termijn onbalanskosten

Ontwikkeling van de energiemix op lange termijn

2

Risico's met betrekking tot de bouw van het windpark

Leveringsrisico's van cruciale onderdelen

Beschikbaarheid geschikte productiefaciliteiten

0-5

Beschikbaarheid productiecapaciteit in bepaalde periode

Beschikbaarheid van onderdelen met een lange leverings- of productietijd

Transport- en installatierisico's

Beschikbaarheid van geschikte installatieschepen

Beschikbaarheid van specifieke transport- en installatieapparatuur

Weerrisico's in relatie tot de in te zetten transport- en installatieapparatuur en het ontwerp van het windpark

3

Risico's met betrekking tot de exploitatie van het windpark

Werkzaamheden op zee

Toegankelijkheid van installaties

0-5

Beschikbaarheid van geschikte apparatuur

Energieopbrengst

Risico van langjarig gemiddelde windsnelheid

Jaarlijkse variaties en invloed daarvan op de liquiditeit

Functioneren van de technologie

Beschikbaarheid van de windturbine en parkbekabeling

Preventieve onderhoudskosten

Technische faalfactoren

Grootschalige correctieve interventies

Criterium: de kwaliteit van de maatregelen ter borging van kostenefficiëntie (artikel 24, tweede lid, onderdeel f, van de wet)

Maximum aantal punten: 40

 

Kwalitatieve maatstaven

Beoordelingsmaatstaf

Ptn.

1

Het mitigeren van risico's met betrekking tot de ontwikkeling van de financiële opbrengst van de te produceren elektriciteit.

De verkoopstrategie van de opgewekte elektriciteit en garanties van oorsprong

Interne of externe verkoop

0-20

Termijn van prijsvastlegging

Allocatie van onbalansrisico

De contractvormen

Vorm van afname- en betalingsverplichtingen

Relatie met marktreferentieprijzen

De financiële sterkte van de afnemende partij

Interne garantieregelingen

Financiële kwaliteit van afnemende partij

Aanvullende financiële garanties

2

Het mitigeren van risico's met betrekking tot kosten voor de bouw van het windpark

De ontwerp- en inkoopstrategie

Locatie specifieke ontwerpoplossingen

0-10

Transport strategie en installatie strategie

Contractstrategie, onderverdeling in verschillende werkpakketten

Risico’s op de overgangspunten tussen de diverse projectonderdelen

Ervaring op het gebied van engineering management

Bescherming tegen stijgende grondstofprijzen en stijgende rente

De zekerheid van toelevering van producten in de keten

Het kunnen beschikken over geschikte productiecapaciteit voor het beoogde ontwerp

Het kunnen beschikken over productiecapaciteit in een bepaalde periode voor het project

Ervaring op het gebied van het managen van de toeleveringsketen

Zekerheid van beschikbaarheid van belangrijkste benodigdheden en onderdelen met een lange leverings- of productietijd

Mogelijkheid tot inzet van eigen installatiecapaciteit

Bestaande raamwerkovereenkomsten

Project specifieke contracten

3

Het mitigeren van risico's met betrekking tot kosten van de exploitatie van het windpark

De operationele- en onderhoudsstrategie

Eigen capaciteit en gecontracteerde capaciteit

0-10

Logistiek concept

Personele invulling voor beschikbaarheid gekwalificeerd personeel

De optimalisatie van bereikbaarheid en beschikbaarheid van het windpark

Ontwerpkeuzes die de beschikbaarheid van het windpark optimaliseren

Ontwerpmaatregelen die de toegankelijkheid van het windpark verhogen

Apparatuur en schepen die de toegankelijkheid van het windpark verhogen

Het financieel management

Analyse van operationele marges en financiële buffers om variaties in wind en niet-beschikbaarheid van het windpark op te vangen

Beschikbaarheidsgaranties van leveranciers

Wijze waarop verzekeringen zijn ingezet om operationele risico’s te mitigeren

2. Indicatieve waardes op een continuschaal van 0 tot 100 in procenten voor de criteria, bedoeld in artikel 24, tweede lid, onderdelen e en f, van de wet:

indicatieve tussenwaardes op een continuschaal

Uitstekend, met toegevoegde waarde

100%

Zeer goed, met enige toegevoegde waarde

80%

Goed

60%

Ruim voldoende

40%

Voldoende

20%

Matig

0%

Naar boven