Besluit regeling betalingen tussen Rijk en Gemeenten

Geraadpleegd op 28-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 18-09-2018 en zichtdatum 28-04-2024.
Geldend van 01-06-1925 t/m heden

Besluit van den 28sten Maart 1925, tot regeling van de betalingen tusschen Rijk en Gemeenten

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onzen Minister van Financiën van 5 Februari 1925, n°. 172, Afdeeling Generale Thesaurie;

Den Raad van State gehoord (advies van 24 Februari 1925, n°. 45);

Gezien het nader rapport van Onzen voornoemden Minister van 25 Maart 1925, n°. 147, Afdeeling Generale Thesaurie;

Overwegende, dat het wenschelijk is maatregelen te treffen tot regeling van de wederzijdsche betalingen tusschen het Rijk en de Gemeenten.

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Betalingen van het Rijk aan de gemeenten en van de gemeenten aan het Rijk geschieden voorzoover zij door Onzen Minister van Financiën daartoe zijn aangewezen door verorderingen en schulden over en weer te vereffenen.

Te dien einde zal tusschen het Rijk en elke gemeente of tusschen een door Onzen Minister van Financiën aan te wijzen instelling en elke gemeente en in dat geval ook tusschen die instelling en het Rijk eene rekening worden geopend, overeenkomstig door Onzen Minister van Financiën te geven voorschriften.

Artikel 2

Onze Minister van Financiën draagt zorg dat de gemeentebesturen omtrent alle wijzigingen in den stand der rekening hunner gemeente zoo spoedig mogelijk worden ingelicht en dat zij over de batige saldi der rekening in den door die besturen te bepalen vorm kunnen beschikken.

Artikel 3

De Hoofden der Departementen van Algemeen Bestuur dragen zorg, dat van alle bij artikel 1 bedoelde betalingen, voorzoover zij daarbij betrokken zijn, tijdig opgave wordt gedaan aan de Generale Thesauri van het Departement van Financiën, met vermelding van den naam der gemeente, de omschrijving der betaling of der vordering, het bedrag, alsmede den datum waarop de betaling moet plaats hebben of de vordering opeischbaar wordt.

Voorzoover het betalingen betreft ten laste der begrooting moeten die opgaven vergezeld gaan van aanvragen tot kredietopening.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State.

's-Gravenhage, den 28sten Maart 1925

WILHELMINA.

De Minister van Financiën,

H. COLIJN.

Uitgegeven den vijftienden April 1925

De Minister van Justitie,

HEEMSKERK.

Naar boven