Stb. 2022, 178, datum inwerkingtreding 14-05-2022, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 28-03-2019.
Artikel 4.2.7. Kosten in verband met verhuizing
1 Indien de voorzitter bij zijn benoeming zijn werkelijke woonplaats nog niet heeft
in het waterschap, heeft hij ten laste van het waterschap eenmalig aanspraak op een
vergoeding van verhuiskosten bij verhuizing naar het waterschap in verband met zijn
benoeming.
2 Een voorzitter die bij zijn benoeming verplicht is om zijn werkelijke woonplaats in
het waterschap te hebben, heeft voor de duur dat hij zijn werkelijke woonplaats nog
niet in het waterschap heeft, ten laste van het waterschap, aanspraak op:
-
a. een vergoeding van de kosten voor tijdelijke huisvesting, en
-
b. een vergoeding van de reiskosten naar de woning waar hij ten tijde van de benoeming
woonde.
3 Indien een voorzitter bij zijn benoeming verplicht is om zijn werkelijke woonplaats
in het waterschap te hebben, in verband daarmee is verhuisd, op zijn nieuwe adres
is ingeschreven in de basisregistratie personen en zijn verhuizing leidt tot dubbele
woonlasten, heeft hij gedurende ten hoogste drie jaar na zijn benoeming aanspraak
op een tegemoetkoming in de kosten van die dubbele woonlasten, alsmede een vergoeding
van de reiskosten naar de woning waar hij ten tijde van de benoeming woonde.
4 Indien een voorzitter bij zijn benoeming verplicht is om zijn werkelijke woonplaats
in het waterschap te hebben, hij in verband daarmee is verhuisd en op zijn nieuwe
adres is ingeschreven in de basisregistratie personen, heeft hij uiterlijk één jaar
na eervol ontslag of niet-herbenoeming, eenmalig aanspraak op een vergoeding voor
de kosten van verhuizing bij vertrek uit het waterschap of uit de aan hem ter beschikking
gestelde woning, voor zover hij niet uit anderen hoofde aanspraak heeft op een verhuiskostenvergoeding.
5 Verschuldigde loon- of inkomstenbelasting over de vergoedingen op grond van dit artikel
worden ten laste van het waterschap aan de voorzitter vergoed.
6 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de hoogte van de vergoedingen
en de voorwaarden voor de aanspraken op grond van dit artikel.