Subsidieregeling sterk techniekonderwijs 2020–2024

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-07-2023 en zichtdatum 20-07-2023.
Geldend van 20-07-2023 t/m heden

Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media Onderwijs, 4 september 2018, nr. VO/1394348, houdende de verstrekking van subsidie voor de versterking van techniekonderwijs in het vmbo en mbo (Subsidieregeling sterk techniekonderwijs 2020–2023)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 75a van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 127e van de Wet voortgezet onderwijs BES;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 1.3. Te subsidiëren activiteiten

  • 1 De minister kan voor de kalenderjaren 2020 tot en met 2023 subsidie verstrekken aan een penvoerder van een techniekregio of een techniekarme regio om een kwalitatief hoogstaand en dekkend aanbod van technisch en technologisch vmbo in die regio te realiseren.

  • 2 Op grond van deze regeling wordt geen subsidie verstrekt voor:

    • a. kosten voor huisvesting als bedoeld in artikel 6.2 van de Wet voortgezet onderwijs 2020;

    • b. activiteiten die reeds worden bekostigd uit de rijksbijdrage voor de betreffende scholen;

    • c. activiteiten die voor het tijdstip van indienen van de aanvraag reeds hebben plaatsgevonden; of

    • d. activiteiten waarvoor de minister reeds subsidie heeft verstrekt op grond van de Regeling regionaal investeringsfonds mbo of een andere ministeriële regeling.

Artikel 1.4. Cofinanciering

  • 1 Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling geldt als voorwaarde dat er sprake is van cofinanciering door een of meerdere bedrijven.

  • 2 De cofinanciering bedraagt ten minste 7,5% van het bedrag waarvoor subsidie is aangevraagd, en is in geld of in geld waardeerbaar.

Artikel 1.5. Penvoerderschap

  • 1 Het bevoegd gezag van één van de vmbo-vestigingen die één of meer beroepsgerichte technische profielen aanbiedt, treedt namens de partijen in de samenwerkingsovereenkomst in een techniekregio op als penvoerder.

  • 2 Het bevoegd gezag van een beroepsgericht vmbo treedt namens de partijen in de samenwerkingsovereenkomst in de techniekarme regio op als penvoerder.

  • 3 Subsidie wordt aangevraagd door, verleend aan en verantwoord door de penvoerder.

    Op de penvoerder rusten alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, ongeacht welke partij feitelijk is belast met de uitvoering van de daarop betrekking hebbende werkzaamheden.

  • 4 Bij de aanvraag wordt een door alle partijen in het samenwerkingsverband getekende verklaring gevoegd waarin zij verklaren dat de penvoerder gemachtigd is om hen in het kader van de subsidieverstrekking in en buiten rechte te vertegenwoordigen, en dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording door de penvoerder van de besteding van de subsidie, op verzoek aan de penvoerder worden verstrekt.

Artikel 1.6. Subsidieaanvraag

  • 1 Voor de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van het aanvraagformulier dat is te vinden op de website www.dus-i.nl.

  • 2 In aanvulling op de artikelen 3.4 tot en met 3.7 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS bevat de aanvraag:

    • a. een regiovisie die bestaat uit:

      • I. de samenstelling van de regio en de onderbouwing daarvan;

      • II. een analyse van de leerlingenontwikkeling voor de periode 2018–2028;

      • III. een analyse van de regionale arbeidsmarkt voor de periode 2018–2022 en een visie voor de langere termijn; en

      • IV. een concrete omschrijving van het regionale doel met betrekking tot de dekking en kwaliteit van het technisch vmbo op basis van de analyses.

    • b. een activiteitenplan;

    • c. een meerjarenbegroting, waaruit de cofinanciering van minimaal 7,5% blijkt; en

    • d. een door alle partijen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid of artikel 3.1, tweede lid, ondertekende samenwerkingsovereenkomst, inclusief de machtiging als bedoeld in artikel 1.5, vierde lid.

  • 3 De subsidieaanvraag kan worden ingediend van 1 maart tot en met 31 maart 2019.

  • 4 Het activiteitenplan van een gehonoreerde subsidieaanvraag kan openbaar worden gemaakt op de website van DUS-I.

Artikel 1.7. Beoordeling

  • 1 De minister stelt een onafhankelijke beoordelingscommissie in die de minister adviseert over de ingediende subsidieaanvragen.

  • 2 Een subsidieaanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a. dekkend en doelmatig technisch onderwijs aanbod dat past bij de regionale arbeidsmarktbehoefte;

    • b. verbetering kwaliteit van het technisch vmbo-aanbod;

    • c. uitvoerbaarheid en haalbaarheid; en

    • d. voldoende onderbouwde en sluitende begroting.

  • 3 De criteria zijn uitgewerkt in een beoordelingskader, dat als bijlage 2 bij deze regeling is gevoegd.

  • 4 Subsidie wordt slechts verleend indien alle criteria als voldoende worden beoordeeld.

Artikel 1.8. Besluitvorming en indiening gewijzigde aanvraag

  • 1 De minister besluit op de aanvraag op uiterlijk 1 juli 2019.

  • 2 Indien de minister een aanvraag afwijst, kan van 1 september 2019 tot en met 30 september 2019 een gewijzigde aanvraag worden ingediend. De minister besluit op de gewijzigde aanvraag op uiterlijk 1 januari 2020.

  • 3 Indien de minister een gewijzigde aanvraag afwijst, kan van 16 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 een opnieuw gewijzigde aanvraag worden ingediend. De minister besluit op de opnieuw gewijzigde aanvraag op uiterlijk 1 september 2020.

Artikel 1.9. Verplichtingen

  • 1 Voor subsidieverstrekking gelden de volgende verplichtingen:

    • a. uitvoering van de activiteiten start zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk in maart 2020 voor activiteiten waarvoor de verleningsbeschikking uiterlijk 1 januari 2020 is gegeven, en uiterlijk in oktober 2020 voor activiteiten waarvoor de verleningsbeschikking uiterlijk 1 september 2020 is gegeven;

    • b. de penvoerder zendt op uiterlijk 1 november 2021 een voortgangsrapportage over de periode januari 2020 tot 1 juli 2021, en op uiterlijk 1 oktober 2023 een voortgangsrapportage over de periode 1 juli 2021 tot 1 augustus 2023 aan de minister; en

    • c. de penvoerder zendt op uiterlijk 1 juni van het jaar volgend op het laatste bestedingsjaar een eindverslag over de gehele subsidieperiode aan de minister.

  • 2 De voortgangsrapportages omvatten ten minste de bestede middelen, de voortgang ten aanzien van de geplande activiteiten, de bereikte mijlpalen en de gerealiseerde doelen over de betreffende periode.

  • 3 Indien de begroting voor de tweede helft van de subsidieperiode in de aanvraag nog niet was uitgewerkt, omvat de eerste voortgangsrapportage een nadere uitwerking van de begroting. De minister kan naar aanleiding van de eerste voortgangsrapportage de verleningsbeschikking wijzigen.

  • 5 De minister kan een formulier vaststellen ten behoeve van de voortgangsrapportages en het eindverslag.

Artikel 1.10. Besteding subsidie

  • 1 De subsidie wordt uitsluitend besteed aan de activiteiten waarvoor deze wordt verleend. Niet bestede middelen worden teruggevorderd.

  • 2 De subsidie wordt voor 1 januari 2025 besteed.

Artikel 1.11. Verlening en betaling subsidie

  • 1 De subsidie wordt verleend binnen 13 weken na sluiting van de aanvraagtermijn.

  • 2 De minister verleent een voorschot van 100% en bepaalt daarbij het betaalritme.

Artikel 1.12. Verantwoording

  • 1 De financiële verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G2, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

  • 2 De vaststelling vindt plaats binnen een jaar na de indiening van het jaarverslag over het laatste jaar van besteding.

Hoofdstuk 2. Techniekregio

Artikel 2.1. Techniekregio

  • 1 Een techniekregio is een regio waarbinnen partijen samenwerken om een kwalitatief hoogstaand en dekkend aanbod van technisch vmbo in die regio te realiseren, en waarvoor een aanvraag kan worden ingediend als bedoeld in het tweede lid.

  • 2 Een aanvraag door de penvoerder in een techniekregio kan alleen worden ingediend voor zover:

    • a. sprake is van een geografisch afgebakende regio;

    • b. geen overlap bestaat met een andere techniekregio of techniekarme regio;

    • c. alle vmbo-vestigingen met één of meer beroepsgerichte technische profielen desgewenst deelnemen, maar minstens twee, tenzij de afstand tot de volgende vmbo-vestiging met één of meer beroepsgerichte technische profielen groter is dan twintig kilometer;

    • d. alle vso-vestigingen met een uitstroomprofiel vervolgonderwijs met een beroepsgericht technisch profiel desgewenst deelnemen;

    • e. alle vmbo-vestigingen met aantoonbaar technisch of technologisch onderwijs desgewenst deelnemen;

    • f. een vestiging, bedoeld in onderdeel c, d en e, tot ten hoogste 1 regio behoort;

    • g. minimaal één mbo-instelling deelneemt die onderwijs aanbiedt in de opleidingsdomeinen genoemd in artikel 2, onder a tot en met h, van de Regeling vaststelling kwalificatiedossiers en opleidingsdomeinen 2016, waarbij de mbo-instelling kan participeren in meerdere techniekregio’s of techniekarme regio’s; en

    • h. partijen uit het bedrijfsleven voor cofinanciering zorgen.

Artikel 2.2. Subsidieplafond techniekregio

Voor subsidieverstrekking aan penvoerders in techniekregio’s is beschikbaar voor het kalenderjaar 2020 een bedrag van € 90 miljoen, voor het kalenderjaar 2021 een bedrag van € 92 miljoen, voor het kalenderjaar 2022 een bedrag van € 76,5 miljoen en voor het kalenderjaar 2023 een bedrag van € 77 miljoen.

Artikel 2.3. Subsidiebedrag

  • 1 Het subsidiebedrag dat ten hoogste kan worden aangevraagd, wordt berekend op basis van het aantal leerlingen dat in de regio staat ingeschreven in het technisch vmbo en in het technisch vso, met als teldatum 1 oktober 2018.

  • 2 Het subsidiebedrag per leerling voor zover het de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg betreft, is € 15.895,-, en voor zover het de gemengde leerweg betreft, € 7.947,50 per leerling.

Artikel 2.4. Vooraanmelding subsidieaanvraag

  • 1 Voorafgaand aan een subsidieaanvraag kan de penvoerder een vooraanmelding doen.

  • 2 Voor de vooraanmelding wordt gebruikt gemaakt van het formulier dat is te vinden op de website van DUS-I, www.dus-i.nl

  • 3 De vooraanmelding bestaat uit:

    • a. een aanduiding van het geografisch gebied;

    • b. een ondertekende intentieverklaring van de partijen als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid; en

    • c. een aanduiding van de fase waarin de planvorming zich bevindt.

  • 4 De vooraanmelding kan een samenvatting van de voorgenomen plannen bevatten.

  • 5 De vooraanmelding wordt ingediend van 1 tot en met 31 oktober 2018.

Artikel 2.5. Toekenning subsidie

Indien een aanvraag als voldoende wordt beoordeeld, wordt deze aanvraag gehonoreerd.

Hoofdstuk 3. Techniekarme regio

Artikel 3.1. Techniekarme regio

  • 1 Een techniekarme regio is een regio waarbinnen partijen samenwerken om een kwalitatief hoogstaand en dekkend aanbod van technisch vmbo in die regio te realiseren, en waarvoor een aanvraag kan worden ingediend als bedoeld in het tweede lid.

  • 2 Een aanvraag door de penvoerder in een techniekarme regio kan alleen worden ingediend voor zover:

    • a. sprake is van een geografisch afgebakende regio;

    • b. geen overlap bestaat met een andere techniekregio of techniekarme regio;

    • c. in de regio ten hoogste 10% van de vmbo-leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen staat ingeschreven voor een technisch profiel;

    • d. Alle vmbo-vestigingen met een beroepsgerichte leerweg desgewenst deelnemen, maar minstens twee, tenzij de afstand tot de volgende vmbo-vestiging met een beroepsgerichte leerweg groter is dan twintig kilometer;

    • e. alle vso-vestigingen met een uitstroomprofiel vervolgonderwijs met een beroepsgericht technisch profiel desgewenst deelnemen;

    • f. een vestiging, bedoeld in onderdeel d en e, tot ten hoogste 1 regio behoort;

    • g. minimaal één mbo-instelling deelneemt die onderwijs aanbiedt in de opleidingsdomeinen genoemd in artikel 2, onder a tot en met h, van de Regeling vaststelling kwalificatiedossiers en opleidingsdomeinen 2016, waarbij de mbo-instelling kan participeren in meerdere techniekregio’s of techniekarme regio’s; en

    • h. partijen uit het bedrijfsleven voor cofinanciering zorgen;

  • 3 Caribisch Nederland geldt als één techniekarme regio, waarbij de drie aanwezige vmbo-scholen zijn aangesloten.

Artikel 3.2. Subsidieplafond

Voor subsidieverstrekking aan penvoerders in techniekarme regio’s is beschikbaar voor het kalenderjaar 2020 een bedrag van € 25 miljoen, voor het kalenderjaar 2021 een bedrag van € 25 miljoen, voor het kalenderjaar 2022 een bedrag van € 20 miljoen en voor het kalenderjaar 2023 een bedrag van € 20 miljoen.

Artikel 3.3. Subsidiebedrag

  • 1 In de aanvraag wordt de hoogte van het subsidiebedrag onderbouwd met een prognose van het verwachte aantal vmbo- en vso-leerlingen in de regio dat technisch of technologisch onderwijs gaat volgen.

  • 2 De subsidie bedraagt ten minste € 0,6 miljoen en ten hoogste € 4 miljoen voor de gehele subsidieperiode.

Artikel 3.4. Rangschikking aanvragen

  • 1 De beoordelingscommissie rangschikt de aanvragen van penvoerders in techniekarme regio’s zodanig dat zij een aanvraag hoger rangschikt naarmate deze meer bijdraagt aan de doelstellingen van de subsidie.

  • 2 Indien het totaal van de aanvragen, dat voldoet aan de criteria, het subsidieplafond overschrijdt, wijst de minister op basis van de rangschikking, bedoeld in het eerste lid, één of meer aanvragen af. Indien na toepassing van het eerste lid, aanvragen op een gelijke positie worden gerangschikt en slechts één van de aanvragen kan worden gehonoreerd, beslist de minister op basis van loting.

Artikel 3.5. Vooraanmelding subsidieaanvraag

  • 1 Voorafgaand aan een subsidieaanvraag doet de penvoerder een vooraanmelding.

  • 2 Voor de vooraanmelding wordt gebruikt gemaakt van het formulier dat is te vinden op de website van DUS-I, www.dus-i.nl

  • 3 de vooraanmelding bestaat uit:

    • a. een aanduiding van het geografisch gebied;

    • b. een ondertekende intentieverklaring van de partijen, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid; en

    • c. een aanduiding van de fase waarin de planvorming zich bevindt.

  • 4 De vooraanmelding kan een samenvatting van de voorgenomen plannen bevatten.

  • 5 De vooraanmelding wordt ingediend van 1 tot en met 31 oktober 2018.

Hoofdstuk 4. Subsidie kalenderjaar 2024

Artikel 4.1. Te subsidiëren activiteiten

De minister kan voor kalenderjaar 2024 subsidie verstrekken aan een penvoerder van een techniekregio of een techniekarme regio die reeds subsidie heeft ontvangen op grond van artikel 1.3, eerste lid, om een kwalitatief hoogstaand en dekkend aanbod van technisch en technologisch vmbo in die regio te blijven realiseren, uit te bouwen of verder te verbeteren.

Artikel 4.2. Aanvullende subsidieaanvraag

  • 1 Voor de aanvraag van de in artikel 4.1 bedoelde aanvullende subsidie wordt gebruik gemaakt van een aanvraagformulier dat op de website van DUS-I ter beschikking wordt gesteld.

  • 2 In aanvulling op de artikelen 3.4 tot en met 3.7 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS bevat de aanvullende aanvraag:

    • a. met betrekking tot het activiteitenplan:

      • i. een beschrijving van de wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke activiteitenplan, waaronder indien van toepassing een beschrijving van de gewijzigde regionale arbeidsmarkt en de gemaakte keuzes;

      • ii. een beschrijving van de eerder geplande activiteiten die nog voor 1 augustus 2024 ten laste van de eerder toegekende subsidie worden uitgevoerd;

    • b. een omschrijving van het regionale doel met betrekking tot de dekking en kwaliteit van het technisch vmbo; en

    • c. een reservering voor het opstellen van een plan over hoe de aanvraag van de in de brief aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2022/23, 30 079, nr. 116) aangekondigde vervolgsubsidie Sterk techniekonderwijs vanaf 2025 opgesteld wordt;

  • 3 De subsidieaanvraag kan tot uiterlijk 1 oktober 2023 worden ingediend.

  • 4 Het activiteitenplan van een gehonoreerde aanvullende subsidieaanvraag kan openbaar worden gemaakt op de website van DUS-I.

Artikel 4.3. Beoordeling

  • 1 Indien de aanvraag wat betreft de activiteiten en doelen sterk afwijkt van de aanvraag bedoeld in artikel 1.6 zal de aanvraag worden voorgelegd aan de door de minister ingestelde onafhankelijke beoordelingscommissie, die de minister zal adviseren over de ingediende subsidieaanvraag.

Artikel 4.4. Subsidieverlening

De subsidie wordt verleend binnen 13 weken na sluiting van de aanvraagtermijn door wijziging van de eerdere subsidieverlening op grond van artikel 1.3, en verhoging van het op grond van dat artikel eerder toegekende subsidiebedrag.

Artikel 4.5. Subsidiebedrag

Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 25% van het bedrag dat aan de desbetreffende penvoerder is verstrekt op grond van artikel 1.3, eerste lid.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 5.1. Hardheidsclausule

De minister kan de regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 5.2. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de subsidies die voor die datum op grond van deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 5.3. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling sterk techniekonderwijs 2020–2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob

Bijlage 1. Elementcodetabel

Code

Afdeling

Jaar3

Jaar4

Leerweg

Profiel

2311

LWOO Gemengde Lw Tech Bouw

 

4

GL

BWI

2312

LWOO Gemengde Lw Tech Metaal

 

4

GL

PIE

2313

LWOO Gemengde Lw Tech Elektro

 

4

GL

PIE

2314

LWOO Gemengde Lw Tech Vrtgn

 

4

GL

MTR

2315

LWOO Gemengde Lw Tech Instal

 

4

GL

PIE

2316

LWOO Gemengde Lw Grafimedia

 

4

GL

MVI

2317

LWOO Gemengde Lw Tech T & L

 

4

GL

MTR

2318

LWOO Gemengde Lw Tech KRBvrt

 

4

GL

MTE

2319

LWOO Gemengde Lw Tech Hvs

 

4

GL

MTE

2321

LWOO Gemengde Lw Tech ME-ISP

 

4

GL

PIE

2322

LWOO Gemengde Lw Tech IE-ISP

 

4

GL

PIE

2323

LWOO Gemengde Lw Tech BB-ISP

 

4

GL

BWI

2411

LWOO Kaderbg Lw Tech Bouw

 

4

KL

BWI

2412

LWOO Kaderbg Lw Tech Metaal

 

4

KL

PIE

2413

LWOO Kaderbg Lw Tech Elektro

 

4

KL

PIE

2414

LWOO Kaderbg Lw Tech Vrtgn

 

4

KL

MTR

2415

LWOO Kaderbg Lw Tech Instal

 

4

KL

PIE

2416

LWOO Kaderbg Lw Grafimedia

 

4

KL

MVI

2417

LWOO Kaderbg Lw Tech T & L

 

4

KL

MTR

2418

LWOO Kaderbg Lw Tech KRBvrt

 

4

KL

MTE

2419

LWOO Kaderbg Lw Tech Hvs

 

4

KL

MTE

2421

LWOO Kaderbg Lw Tech ME-ISP

 

4

KL

PIE

2422

LWOO Kaderbg Lw Tech IE-ISP

 

4

KL

PIE

2423

LWOO Kaderbg Lw Tech BB-ISP

 

4

KL

BWI

2511

LWOO Basisbg Lw Tech Bouw

 

4

BL

BWI

2512

LWOO Basisbg Lw Tech Metaal

 

4

BL

PIE

2513

LWOO Basisbg Lw Tech Elektro

 

4

BL

PIE

2514

LWOO Basisbg Lw Tech Vrtgn

 

4

BL

MTR

2515

LWOO Basisbg Lw Tech Instal

 

4

BL

PIE

2516

LWOO Basisbg Lw Grafimedia

 

4

BL

MVI

2517

LWOO Basisbg Lw Tech T & L

 

4

BL

MTR

2518

LWOO Basisbg Lw Tech KRBvrt

 

4

BL

MTE

2519

LWOO Basisbg Lw Tech Hvs

 

4

BL

MTE

2521

LWOO Basisbg Lw Tech ME-ISP

 

4

BL

PIE

2522

LWOO Basisbg Lw Tech IE-ISP

 

4

BL

PIE

2523

LWOO Basisbg Lw Tech BB-ISP

 

4

BL

BWI

2611

LWOO Basisbg Lw LWT Tech Bouw

 

4

LT

BWI

2612

LWOO Basisbg Lw LWT Tech Metaal

 

4

LT

PIE

2613

LWOO Basisbg Lw LWT Tech Elektro

 

4

LT

PIE

2614

LWOO Basisbg Lw LWT Tech Vrtgn

 

4

LT

MTR

2615

LWOO Basisbg Lw LWT Tech Instal

 

4

LT

PIE

2616

LWOO Basisbg Lw LWT Grafimedia

 

4

LT

MVI

2617

LWOO Basisbg Lw LWT Tech T & L

 

4

LT

MTR

2618

LWOO Basisbg Lw LWT Tech KRBvrt

 

4

LT

MTE

2619

LWOO Basisbg Lw LWT Tech Hvs

 

4

LT

MTE

2621

LWOO Basisbg Lw LWT Tech ME-ISP

 

4

LT

PIE

2622

LWOO Basisbg Lw LWT Tech IE-ISP

 

4

LT

PIE

2623

LWOO Basisbg Lw LWT Tech BB-ISP

 

4

LT

BWI

2711

VMBO Gemengde Lw Tech Bouw

 

4

GL

BWI

2712

VMBO Gemengde Lw Tech Metaal

 

4

GL

PIE

2713

VMBO Gemengde Lw Tech Elektro

 

4

GL

PIE

2714

VMBO Gemengde Lw Tech Vrtgn

 

4

GL

MTR

2715

VMBO Gemengde Lw Tech Instal

 

4

GL

PIE

2716

VMBO Gemengde Lw Grafimedia

 

4

GL

MVI

2717

VMBO Gemengde Lw Tech T & L

 

4

GL

MTR

2718

VMBO Gemengde Lw Tech KRBvrt

 

4

GL

MTE

2719

VMBO Gemengde Lw Tech Hvs

 

4

GL

MTE

2721

VMBO Gemengde Lw Tech ME-ISP

 

4

GL

PIE

2722

VMBO Gemengde Lw Tech IE-ISP

 

4

GL

PIE

2723

VMBO Gemengde Lw Tech BB-ISP

 

4

GL

BWI

2811

VMBO Kaderbg Lw Tech Bouw

 

4

KL

BWI

2812

VMBO Kaderbg Lw Tech Metaal

 

4

KL

PIE

2813

VMBO Kaderbg Lw Tech Elektro

 

4

KL

PIE

2814

VMBO Kaderbg Lw Tech Vrtgn

 

4

KL

MTR

2815

VMBO Kaderbg Lw Tech Instal

 

4

KL

PIE

2816

VMBO Kaderbg Lw Grafimedia

 

4

KL

MVI

2817

VMBO Kaderbg Lw Tech T & L

 

4

KL

MTR

2818

VMBO Kaderbg Lw Tech KRBvrt

 

4

KL

MTE

2819

VMBO Kaderbg Lw Tech Hvs

 

4

KL

MTE

2821

VMBO Kaderbg Lw Tech ME-ISP

 

4

KL

PIE

2822

VMBO Kaderbg Lw Tech IE-ISP

 

4

KL

PIE

2823

VMBO Kaderbg Lw Tech BB-ISP

 

4

KL

BWI

2911

VMBO Basisbg Lw Tech Bouw

 

4

BL

BWI

2912

VMBO Basisbg Lw Tech Metaal

 

4

BL

PIE

2913

VMBO Basisbg Lw Tech Elektro

 

4

BL

PIE

2914

VMBO Basisbg Lw Tech Vrtgn

 

4

BL

MTR

2915

VMBO Basisbg Lw Tech Instal

 

4

BL

PIE

2916

VMBO Basisbg Lw Grafimedia

 

4

BL

MVI

2917

VMBO Basisbg Lw Tech T & L

 

4

BL

MTR

2918

VMBO Basisbg Lw Tech KRBvrt

 

4

BL

MTE

2919

VMBO Basisbg Lw Tech Hvs

 

4

BL

MTE

2921

VMBO Basisbg Lw Tech ME-ISP

 

4

BL

PIE

2922

VMBO Basisbg Lw Tech IE-ISP

 

4

BL

PIE

2923

VMBO Basisbg Lw Tech BB-ISP

 

4

BL

BWI

3011

VMBO Basisbg Lw LWT Tech Bouw

 

4

LT

BWI

3012

VMBO Basisbg Lw LWT Tech Metaal

 

4

LT

PIE

3013

VMBO Basisbg Lw LWT Tech Elektro

 

4

LT

PIE

3014

VMBO Basisbg Lw LWT Tech Vrtgn

 

4

LT

MTR

3015

VMBO Basisbg Lw LWT Tech Instal

 

4

LT

PIE

3016

VMBO Basisbg Lw LWT Grafimedia

 

4

LT

MVI

3017

VMBO Basisbg Lw LWT Tech T & L

 

4

LT

MTR

3018

VMBO Basisbg Lw LWT Tech KRBvrt

 

4

LT

MTE

3019

VMBO Basisbg Lw LWT Tech Hvs

 

4

LT

MTE

3021

VMBO Basisbg Lw LWT Tech ME-ISP

 

4

LT

PIE

3022

VMBO Basisbg Lw LWT Tech IE-ISP

 

4

LT

PIE

3023

VMBO Basisbg Lw LWT Tech BB-ISP

 

4

LT

BWI

3111

LWOO Basisbg Lw ENT Tech Bouw

 

4

AO

BWI

3112

LWOO Basisbg Lw ENT Tech Metaal

 

4

AO

PIE

3113

LWOO Basisbg Lw ENT Tech Elektro

 

4

AO

PIE

3114

LWOO Basisbg Lw ENT Tech Vrtgn

 

4

AO

MTR

3115

LWOO Basisbg Lw ENT Tech Instal

 

4

AO

PIE

3116

LWOO Basisbg Lw ENT Grafimedia

 

4

AO

MVI

3117

LWOO Basisbg Lw ENT Tech T & L

 

4

AO

MTR

3118

LWOO Basisbg Lw ENT Tech KRBvrt

 

4

AO

MTE

3119

LWOO Basisbg Lw ENT Tech Hvs

 

4

AO

MTE

3121

LWOO Basisbg Lw ENT Tech ME-ISP

 

4

AO

PIE

3122

LWOO Basisbg Lw ENT Tech IE-ISP

 

4

AO

PIE

3123

LWOO Basisbg Lw ENT Tech BB-ISP

 

4

AO

BWI

3211

VMBO Basisbg Lw ENT Tech Bouw

 

4

AO

BWI

3212

VMBO Basisbg Lw ENT Tech Metaal

 

4

AO

PIE

3213

VMBO Basisbg Lw ENT Tech Elektro

 

4

AO

PIE

3214

VMBO Basisbg Lw ENT Tech Vrtgn

 

4

AO

MTR

3215

VMBO Basisbg Lw ENT Tech Instal

 

4

AO

PIE

3216

VMBO Basisbg Lw ENT Grafimedia

 

4

AO

MVI

3217

VMBO Basisbg Lw ENT Tech T & L

 

4

AO

MTR

3218

VMBO Basisbg Lw ENT Tech KRBvrt

 

4

AO

MTE

3219

VMBO Basisbg Lw ENT Tech Hvs

 

4

AO

MTE

3221

VMBO Basisbg Lw ENT Tech ME-ISP

 

4

AO

PIE

3222

VMBO Basisbg Lw ENT Tech IE-ISP

 

4

AO

PIE

3223

VMBO Basisbg Lw ENT Tech BB-ISP

 

4

AO

BWI

3311

LWOO Basisbg Lw TB-ISP

 

4

BL

PIE

3312

LWOO Kaderbg Lw TB-ISP

 

4

KL

PIE

3313

LWOO Gemengde Lw TB-ISP

 

4

GL

PIE

3314

LWOO Basisbg Lw LWT TB-ISP

 

4

LT

PIE

3411

VMBO Basisbg Lw TB-ISP

 

4

BL

PIE

3412

VMBO Kaderbg Lw TB-ISP

 

4

KL

PIE

3413

VMBO Gemengde Lw TB-ISP

 

4

GL

PIE

3414

VMBO Basisbg Lw LWT TB-ISP

 

4

LT

PIE

4411

LWO0 BB Vakmanschapsroute Techniek Niveau-2

3

4

BL

WISSELT

4412

LWOO KB Vakmanschapsroute Techniek Niveau-2

3

4

KL

WISSELT

4413

LWOO KB Vakmanschapsroute Techniek Niveau-3

3

4

KL

WISSELT

4511

VMBO BB Vakmanschapsroute Techniek Niveau-2

3

4

BL

WISSELT

4512

VMBO KB Vakmanschapsroute Techniek Niveau-2

3

4

KL

WISSELT

4513

VMBO KB Vakmanschapsroute Techniek Niveau-3

3

4

KL

WISSELT

4611

LWOO GL Beroepsroute Techniek Niveau-4

3

4

GL

WISSELT

4613

LWOO KB Beroepsroute Techniek Niveau-4

3

4

KL

WISSELT

4711

VMBO GL Beroepsroute Techniek Niveau-4

3

4

GL

WISSELT

4713

VMBO KB Beroepsroute Techniek Niveau-4

3

4

KL

WISSELT

6011

VMBO BB Bouwen, wonen en interieur

3

4

BL

BWI

6021

VMBO KB Bouwen, wonen en interieur

3

4

KL

BWI

6031

VMBO GL Bouwen, wonen en interieur

3

4

GL

BWI

6055

LWOO BB Bouwen, wonen en interieur

3

4

BL

BWI

6065

LWOO KB Bouwen, wonen en interieur

3

4

KL

BWI

6075

LWOO GL Bouwen, wonen en interieur

3

4

GL

BWI

6111

VMBO BB Produceren, installeren en energie

3

4

BL

PIE

6121

VMBO KB Produceren, installeren en energie

3

4

KL

PIE

6131

VMBO GL Produceren, installeren en energie

3

4

GL

PIE

6155

LWOO BB Produceren, installeren en energie

3

4

BL

PIE

6165

LWOO KB Produceren, installeren en energie

3

4

KL

PIE

6175

LWOO GL Produceren, installeren en energie

3

4

GL

PIE

6211

VMBO BB Mobiliteit en transport

3

4

BL

MTR

6221

VMBO KB Mobiliteit en transport

3

4

KL

MTR

6231

VMBO GL Mobiliteit en transport

3

4

GL

MTR

6255

LWOO BB Mobiliteit en transport

3

4

BL

MTR

6265

LWOO KB Mobiliteit en transport

3

4

KL

MTR

6275

LWOO GL Mobiliteit en transport

3

4

GL

MTR

6311

VMBO BB Media, vormgeving en ICT

3

4

BL

MVI

6321

VMBO KB Media, vormgeving en ICT

3

4

KL

MVI

6331

VMBO GL Media, vormgeving en ICT

3

4

GL

MVI

6355

LWOO BB Media, vormgeving en ICT

3

4

BL

MVI

6365

LWOO KB Media, vormgeving en ICT

3

4

KL

MVI

6375

LWOO GL Media, vormgeving en ICT

3

4

GL

MVI

6811

VMBO BB Maritiem en techniek

3

4

BL

MTE

6821

VMBO KB Maritiem en techniek

3

4

KL

MTE

6831

VMBO GL Maritiem en techniek

3

4

GL

MTE

6855

LWOO BB Maritiem en techniek

3

4

BL

MTE

6865

LWOO KB Maritiem en techniek

3

4

KL

MTE

6875

LWOO GL Maritiem en techniek

3

4

GL

MTE

7011

VMBO BB LWT Bouwen, wonen en interieur

3

4

LT

BWI

7021

VMBO BB ENT Bouwen, wonen en interieur

3

4

AO

BWI

7055

LWOO BB LWT Bouwen, wonen en interieur

3

4

LT

BWI

7065

LWOO BB ENT Bouwen, wonen en interieur

3

4

AO

BWI

7111

VMBO BB LWT Produceren, installeren en energie

3

4

LT

PIE

7121

VMBO BB ENT Produceren, installeren en energie

3

4

AO

PIE

7155

LWOO BB LWT Produceren, installeren en energie

3

4

LT

PIE

7165

LWOO BB ENT Produceren, installeren en energie

3

4

AO

PIE

7211

VMBO BB LWT Mobiliteit en transport

3

4

LT

MTR

7221

VMBO BB ENT Mobiliteit en transport

3

4

AO

MTR

7255

LWOO BB LWT Mobiliteit en transport

3

4

LT

MTR

7265

LWOO BB ENT Mobiliteit en transport

3

4

AO

MTR

7311

VMBO BB LWT Media, vormgeving en ICT

3

4

LT

MVI

7321

VMBO BB ENT Media, vormgeving en ICT

3

4

AO

MVI

7355

LWOO BB LWT Media, vormgeving en ICT

3

4

LT

MVI

7365

LWOO BB ENT Media, vormgeving en ICT

3

4

AO

MVI

7811

VMBO BB LWT Maritiem en techniek

3

4

LT

MTE

7821

VMBO BB ENT Maritiem en techniek

3

4

AO

MTE

7855

LWOO BB LWT Maritiem en techniek

3

4

LT

MTE

7865

LWOO BB ENT Maritiem en techniek

3

4

AO

MTE

Bijlage 2. Beoordelingskader

NB: De kolom ‘Scoring’ speelt alleen een rol bij de aanvragen van techniekarme regio’s, omdat daar sprake kan zijn van overschrijding van het subsidieplafond en dus van de noodzaak tot het rangschikken van de aanvragen.

Criterium

Deelaspecten

Minimale vereisten

Scoring (techniekarm)

Dekkend en doelmatig technisch onderwijsaanbod dat past bij de regionale arbeidsmarktbehoefte.

De aanvraag bevat een regiovisie bestaand uit een afbakening van de regio en een regionale analyse.

1. In de regionale visie is een onderbouwde keuze gemaakt voor de afbakening van de regio.

2. De regionale visie bevat een overzicht van de relevante partijen in de regio en in de desbetreffende sector, inclusief een aanduiding met wie wordt samengewerkt voor de uitvoering van dit plan.

3. De analyse bevat een overzicht van het huidige aanbod van technisch vmbo (inclusief technologisch vormgegeven andere profielen en de theoretische leerweg), de instroomcijfers in het technisch vmbo, en de aansluiting met het mbo (inclusief de technische opleidingen in het mbo en de doorstroomcijfers naar het technisch mbo) en de vraag van de arbeidsmarkt.

4. De analyse is onderbouwd met kwantitatieve en kwalitatieve gegevens van de regionale (toekomstige) arbeidsmarkt.

5. De analyse is onderbouwd met kwantitatieve gegevens van de verwachte ontwikkeling in leerlingenaantallen voor de komende tien jaar.

6. De analyse bouwt waar mogelijk voort op bestaande regionale en sectorale agenda’s.

Voor dit deelaspect wordt een hogere score toegekend naar mate de kwaliteit van de regiovisie en uitgevoerde analyse hoger is, blijkend uit onder andere:

1. een heldere en logische onderbouwing van de afbakening van de regio;

2. de scherpte en juistheid van de analyse van de situatie in de gekozen regio, zowel voor het onderwijs als de arbeidsmarkt. Daarbij wordt gebruik gemaakt van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens;

3. een logische aansluiting van de regionale visie op huidige regionale en sectorale agenda’s.

De aanvraag bevat het beoogde onderwijsaanbod voor het technisch en technologisch vmbo.

1. Er worden heldere doelen gesteld voor het beoogde onderwijsaanbod in de regio op vestigingsniveau en per leerweg en profiel.

2. Deze beoogde doelen zijn gerelateerd aan het huidige onderwijsaanbod, het aanbod van het mbo, de arbeidsmarktanalyse en de verwachte leerlingenaantallen en betreffen niet alleen de vijf technische profielen, maar ook technologisch vormgegeven andere profielen en de theoretische leerweg.

3. Er wordt een beschrijving gegeven van de mijlpalen die na twee en vier jaar moeten worden bereikt om de doelstellingen te behalen, alsmede een omschrijving van de activiteiten die worden verricht om de mijlpalen te verwezenlijken.

4. Er wordt aannemelijk gemaakt dat in de regio sprake is van een goede balans tussen een dekkend en bereikbaar onderwijsaanbod enerzijds en doelmatigheid anderzijds.

5. Als uit de regionale analyse blijkt dat het nodig is om de doorstroom naar het technisch mbo te vergroten, worden daar heldere doelen voor geformuleerd en een SMART plan om die te bereiken.

Voor dit deelaspect wordt een hogere score toegekend naar mate de kwaliteit van de gestelde doelen hoger is, blijkend uit onder andere:

1. het beoogde onderwijsaanbod sluit voldoende aan bij de vraag vanuit de arbeidsmarkt;

2. het beoogde onderwijsaanbod kent geen vestigingen met een onrendabel aantal leerlingen tenzij de bereikbaarheid dit noodzakelijk maakt;

3. de doelen voor het beoogde onderwijsaanbod zijn SMART geformuleerd.

De aanvraag bevat een activiteitenplan voor de transitie van het huidige naar het beoogde onderwijsaanbod.

1. Het activiteitenplan maakt duidelijk hoe het beoogde onderwijsaanbod wordt gerealiseerd.

2. Het activiteitenplan bevat concrete, realistische en toekomstbestendige acties om het beoogde onderwijsaanbod te bereiken.

3. Het activiteitenplan bevat een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

Voor dit deelaspect wordt een hogere score toegekend naar mate:

1. er een logisch verband is tussen uitgangspositie, beoogde situatie en het plan van aanpak;

2. het plan van aanpak SMART is geformuleerd.

Verbetering kwaliteit van het techn(olog)isch vmbo-aanbod.

De aanvraag bevat een analyse van de huidige kwaliteit van het techn(olog)isch vmbo-aanbod, stelt een SMART doel ter verbetering daarvan en presenteert een plan om dat doel te bereiken. Hierbij moet een duidelijke koppeling zijn met de regionale visie.

1. De analyse van de huidige kwaliteit van het techniekonderwijs is realistisch, voldoende onderbouwd.

2. Het doel ter verbetering is helder geformuleerd.

3. Het plan bevat concrete, realistische en toekomstbestendige acties om het doel te bereiken.

4. Het plan betreft niet alleen de verbetering van kwaliteit binnen de vijf technische profielen, maar ook op die van technologisch vormgegeven andere profielen en de theoretische leerweg op korte maar ook op (midden) lange termijn.

5. Het plan omvat innovatie van het technisch onderwijs en de wijze waarop het onderwijs voortdurend kan vernieuwen om technische ontwikkelingen te volgen.

Voor dit deelaspect wordt een hogere score toegekend naar mate de kwaliteit van de uitgevoerde analyse en verbeterplan hoger is, blijkend uit onder andere:

1. de scherpte en juistheid van de analyse;

2. het plan maakt aannemelijk dat de kwaliteit van het onderwijs wordt verhoogd;

3. het plan is SMART geformuleerd.

Uitvoerbaarheid en haalbaarheid.

Het plan bevat een samenwerkingsovereenkomst met daarin de inrichting van een deskundige en duurzame organisatie die zorg draagt voor sturing op een efficiënte inzet en verantwoording van middelen, samenwerking, planning, evaluatie en communicatie.

1. De samenwerkingsovereenkomst bevat een beschrijving van de manier waarop de samenwerking wordt georganiseerd, en hoe de benodigde expertise op scholen zelf kan worden opgebouwd en kan beklijven.

2. De samenwerkingsovereenkomst bevat een beschrijving van de verdeling van de middelen over de activiteiten.

3. De samenwerkingsovereenkomst bevat een beschrijving van de verantwoordelijkheden van iedere partij en de activiteiten die iedere partij gaat uitvoeren.

4. De samenwerkingsovereenkomst maakt aannemelijk dat de regio gezamenlijk optrekt, van elkaar leert en zo veel mogelijk van elkaars expertise en voorzieningen gebruik maakt.

Voor dit deelaspect wordt een hogere score toegekend naar mate:

1. het plan een heldere beschrijving bevat van de projectorganisatie met daarin de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen het samenwerkingsverband.

2. in de samenwerkingsovereenkomst de gezamenlijke doelen en afspraken met betrekking tot inzet van middelen en menskracht zijn opgenomen.

Het plan bevat doelstellingen, beoogde resultaten en een activiteitenplanning die uitvoerbaar zijn en haalbaar in de tijd.

1. Het plan bevat een realistische en onderbouwde activiteitenplanning.

2. Het plan bevat een duiding van mogelijke risico’s op de uitvoering, bijbehorende beheersmaatregelen en de evaluatie van de voortgang van het plan.

Voor dit deelaspect wordt een hogere score toegekend naar mate:

1. onderbouwd is dat de uit te voeren activiteiten uitvoerbaar en haalbaar zijn in de tijd.

2. de risico’s worden beschreven en geminimaliseerd in het plan van aanpak, blijkend uit:

a. een heldere beschrijving van de risico’s, waaruit blijkt dat er goed is nagedacht over mogelijke risicofactoren en bedreigingen;

b. een beschrijving van mogelijke maatregelen als deze risicofactoren zich werkelijk voordoen;

c. een heldere beschrijving van de wijze waarop actuele en bruikbare (voortgangs)gegevens worden verzameld en hoe (tussentijds) wordt bijgestuurd.

 

Aansluiting reeds lopende regionale trajecten.

1. Het plan bevat een beschrijving van de aansluiting van dit plan op en zo mogelijk versterking van eventuele reeds lopende regionale trajecten met overeenkomstige doelen (zoals RIF, bètatechniek-netwerken, trajecten in het kader van Sterk Beroepsonderwijs), en maakt aannemelijk dat het plan niet leidt tot dubbele bekostiging van dezelfde activiteiten.

2. Indien een vestiging of bedrijf in de regio ook mede een subsidieaanvraag heeft ondertekend in het kader van andere regionale samenwerkingen, dan dient ook het projectnummer van de andere subsidieaanvraag aangegeven te worden.

3. Indien partijen reeds subsidie ontvangen op basis van de Regeling regionaal investeringsfonds mbo, zijn de regiovisies niet onderling tegenstrijdig en met elkaar verenigbaar.

Voor dit deelaspect wordt een hogere score toegekend naar mate helder en toereikend beschreven is:

1. Hoe de trajecten (zoals RIF, bèta-techniek netwerken, trajecten Sterk Beroepsonderwijs, veranderingen in kader van vernieuwing vmbo) elkaar aanvullen;

2. In welke opzichten ze verschillen;

3. Hoe voorkomen wordt dat dezelfde activiteiten vanuit verschillende regelingen worden bekostigd.

Voldoende onderbouwde en sluitende begroting

Het plan bevat een realistische meerjarenbegroting van de kosten en baten.

1. Er is een inzichtelijke en evenwichtige meerjarenbegroting voor de duur van de subsidieperiode, die voldoet aan artikel 3.5. van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. De meerjarenbegroting mag voor de tweede helft globaler zijn, en bij de herijking uitgewerkt worden.

2. In aanvulling maakt de begroting inzichtelijk hoe de middelen verdeeld worden over de betrokken partijen en wat de omvang van de kosten voor de overhead is.

Voor dit deelaspect wordt een hogere score toegekend naar mate de meerjarenbegroting realistischer is, blijkend uit onder andere:

1. in de meerjarenbegroting is duidelijk weergegeven welke kosten gemaakt worden en door wie;

2. de kosten staan in verhouding tot de beoogde activiteiten.

3. de beschreven kosten en baten in de meerjarenbegroting zijn realistisch voor de verschillende partners.

Doelstellingen worden op zo efficiënt mogelijke manier bereikt.

1. Uit de aanvraag blijkt dat de middelen (geld, tijd en mankracht) zo economisch mogelijk worden ingezet om maximale resultaten te bereiken.

2. De kosten van overhead worden zo laag mogelijk gehouden en externe inhuur wordt zo veel mogelijk vermeden.

3. In de aanvraag wordt aangetoond dat de omvang van het aangevraagde subsidiebedrag in verhouding staat tot het potentieel aantal leerlingen dat technisch of technologisch onderwijs gaat volgen.

Voor dit deelaspect wordt een hogere score toegekend naar mate de doelstellingen van de aanvraag zo economisch mogelijk worden bereikt, blijkend uit onder andere:

1. de inzet van mankracht, geld en apparatuur/machines draagt daadwerkelijk bij aan de realisatie van het beoogde doel.

2. de kosten staan in verhouding tot de opbrengsten en resultaten die in het plan van aanpak zijn beschreven.

3. de kosten van overhead worden zo laag mogelijk gehouden.

4. externe inhuur wordt zo veel mogelijk vermeden.

Het plan toont aan dat en hoe de vereiste cofinanciering door het bedrijfsleven vorm wordt gegeven.

De cofinanciering van minimaal 7,5% is weergegeven en volgens de kaders van de regeling geregeld.

Voor dit deelaspect wordt een hogere score toegekend naar mate de cofinanciering beter is geborgd voor de gehele subsidieperiode, blijkend uit onder andere:

1. er is duidelijk weergegeven hoe de cofinanciering is opgebouwd en hoe deze verdeeld is over de partners.

2. de cofinanciering is voldoende om (tezamen met de rijkssubsidie) de kosten van het project te dekken.