Instellingsbeschikking begeleidingscommissie verkenningsfase onderzoek naar zorgbehoeften Dutchbat III militairen

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 30-01-2018 t/m heden

Instellingsbeschikking begeleidingscommissie verkenningsfase onderzoek naar zorgbehoeften Dutchbat III militairen

De Staatssecretaris van Defensie

Gezien:

  • Het advies van de Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO advies nr. 21) ten aanzien van de opzet en uitvoering van een onderzoek naar de zorgbehoeften van Dutchbat III militairen (brief RZO van 23 december 2016 met kenmerk 2017001982);

  • Het antwoord van het Ministerie van Defensie op RZO advies nr. 21 (brief HDP van 20 februari 2017 met kenmerk BS2017005258);

  • Het belang om voorafgaand aan de uitvoering van het onderzoek de verwachtingen ten aanzien van het onderzoek van de betrokken partijen/actoren te inventariseren en op elkaar af te stemmen.

Besluit:

Een begeleidingscommissie in te stellen die wordt belast met de taken uit de verkenningsfase zoals geformuleerd onder artikel 3 van deze beschikking.

Artikel 1. Opdrachtgever en commissieleden

  • 1 Als opdrachtgever in de zin van dit besluit, fungeert de Hoofddirecteur Personeel.

  • 2 De verkenning in aanloop naar het onderzoek zal worden uitgevoerd door dhr. drs. H. Borstlap in zijn rol als onafhankelijk voorzitter van de na de verkenning te complementeren begeleidingscommissie.

  • 3 De commissie wordt secretarieel ondersteund vanuit Defensie door de afdeling veteranen en post-actieven, onderdeel van het Dienstencentrum Personele Zorg van het Defensie Ondersteuningscommando.

Artikel 3. Taken commissie

Een deel van de Dutchbat III veteranen ervaart ruim twintig jaar na dato nog steeds problemen in het dagelijks leven als gevolg van hun uitzending in het kader van UNPROFOR/voormalig Joegoslavië. Defensie wil door middel van een onafhankelijk onderzoek inzicht krijgen in deze problemen en de oorzaken ervan. Het onderzoek moet daarnaast leiden tot een advies met betrekking tot nadere activiteiten die eraan kunnen bijdragen de problemen van Dutchbat III veteranen te verminderen. De oplossingen dienen recht te doen aan de behoeften van Dutchbat III veteranen binnen de beschikbare middelen en mogelijkheden van Defensie.

Voordat het onderzoek wordt uitgevoerd, is het van belang de verwachtingen van de betrokken actoren/partijen ten aanzien van het onderzoek te inventariseren en op elkaar af te stemmen, zodat voorafgaand aan het in te stellen onderzoek het voor alle relevante partijen duidelijk is op welke vragen dit onderzoek antwoord moet gaan geven.

De commissie kent twee fasen. Allereerst een verkenningsfase om de verwachtingen van alle relevante partijen inzake het op te zetten onderzoek in kaart te brengen en op elkaar af te stemmen. De tweede fase omhelst het begeleiden van het uit te voeren onderzoek met betrekking tot de zorgbehoeften van Dutchbat III militairen. Voor deze tweede fase zal een separate instellingbeschikking worden gemaakt.

De onderzoeksvragen worden op basis van het RZO-advies en het resultaat van de verkenningsfase door Defensie vastgesteld. Nadat door Defensie een rapportage over de verkenningsfase is ontvangen, zal Defensie de aanbesteding van de onderzoeksopdracht via de ‘Onderzoeksagenda veteranenzorg’ uitvoeren.

In de tweede fase ziet de commissie gedurende het hele traject er op toe dat het onderzoek conform het goedgekeurde voorstel wordt uitgevoerd. Daarnaast bewaakt de commissie de kwaliteit van het onderzoek waarbij rekening wordt gehouden met de verwachtingen van Defensie en Dutchbat III veteranen.

Artikel 4. Bevoegdheden commissie

  • 1 De commissie handelt met inachtneming van het Protocol Interne Onderzoeken Defensie (aanwijzing SG A/989 d.d. 5 april 2013). De commissie is bevoegd tot het verrichten van die handelingen die de commissie voor de uitvoering van het onderzoek noodzakelijk acht.

  • 2 De commissie wordt door de opdrachtgever in de gelegenheid gesteld om de activiteiten uit te voeren die volgens de commissie voor het onderzoek noodzakelijk zijn.

  • 3 Medewerkers van het Ministerie van Defensie zijn gehouden medewerking te verlenen aan het onderzoek.

  • 4 De opdrachtgever faciliteert waar mogelijk de commissie bij de uitvoering van het onderzoek, met name bij het leggen van contacten en het maken van afspraken met relevante instantie/actoren die buiten de defensieorganisatie een rol spelen bij de zorg voor veteranen.

  • 5 De commissie kan onafhankelijk van de opdrachtgever haar taken uitvoeren.

Artikel 5. Tijdpad

De verkenningsfase vangt aan op 1 januari 2018. Opzet is dat deze fase wordt afgesloten in de loop van april 2018 met een schriftelijke rapportage. Vervolgens draagt Defensie zorg voor de aanbesteding van de onderzoeksopdracht. Tegelijkertijd zullen in overleg met dhr. drs. H. Borstlap de overige leden van de begeleidingscommissie worden aangezocht en geïnstalleerd. De daadwerkelijke uitvoering van het onderzoek zal naar verwachting één tot anderhalf jaar in beslag nemen.

Artikel 6. Rapportage en informatieverstrekking

De voorzitter van de commissie rapporteert na afloop van de verkenningsfase aan de opdrachtgever door middel van een schriftelijke rapportage met de onderzoeksbevindingen die voortvloeien uit de taken zoals geformuleerd onder artikel 3 van deze beschikking.

De commissie behandelt alle verzamelde informatie personeelsvertrouwelijk. Met uitzondering van informatie uit de hoorgesprekken, mag informatie uit het onderzoek alleen met anderen worden gedeeld na uitdrukkelijke toestemming van de opdrachtgever.

De Staatssecretaris van Defensie,

voor deze

De Secretaris-Generaal

W.J.P. Geerts

Naar boven