Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 03-01-2018 t/m heden

Wet van 20 december 2017 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van de richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 en van verordening nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om regels te stellen ter uitvoering van richtlijn nr. 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van richtlijn 2002/92/EG en richtlijn 2011/61/EU (herschikking) (PbEU 2014, L 173) en verordening nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2014, L 173);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VIII

Een beleggingsonderneming met een zetel in een staat die geen lidstaat is die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet beschikt over een vergunning om in Nederland beleggingsdiensten te verlenen of beleggingsactiviteiten te verrichten en geen bijkantoor in Nederland heeft, behoeft tot 1 januari 2019 niet te voldoen aan artikel 2:99a, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht.

Artikel IX

De wet wordt aangehaald als: Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.

Artikel X

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 20 december 2017

Willem-Alexander

De Minister van Financiën,

W.B. Hoekstra

Uitgegeven de achtentwintigste december 2017

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven