De Rijksoverheid is in 2016 de schoonmaakwerkzaamheden bij het Rijk in eigen beheer
gaan uitvoeren. Daartoe is de Rijksschoonmaakorganisatie opgericht. Op 6 februari
2015 is de Overeenkomst Arbeidsvoorwaarden Rijksschoonmaakorganisatie gesloten over
de arbeidsvoorwaarden van schoonmaakmedewerkers die vanuit de marksector overkomen
naar de Rijksschoonmaakorganisatie. Uitgangspunt van de overeenkomst is dat de betrokken
schoonmakers er voor wat betreft de hoogte van het salaris niet op achteruit zullen
gaan bij de overgang naar het Rijk. Uitvoering van die afspraken vergde enige aanpassing
van de bestaande arbeidsvoorwaardelijke regelgeving. Deze aanpassingen zijn geregeld
via het Besluit van 14 december 2015 (Stb 2015, 531) en daarbij zijn de salaristabellen
voor de schoonmakers in dienst van de Rijksschoonmaakorganisatie vastgelegd in van
bijlage C van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA 1984). In die salaristabellen was tot 1 januari 2017 voorzien in gelijkblijvend
inkomensniveau voor de medewerkers, zodat zij geen achteruitgang in netto salaris
zullen ervaren door de overkomst.
In de overeenkomst was de ambitie van partijen in het sectoroverleg Rijk opgenomen
om 1 januari 2017 de functieprofielen en het loongebouw van het Rijk aan te passen
vanwege het inbesteden van de schoonmaakwerkzaamheden. Nu dit nog niet is gerealiseerd
wordt bijlage C van het BBRA 1984 op de in de overeenkomst beschreven wijze zodanig aangepast dat de schoonmakers er
in salaris niet op achteruit gaan bij de overkomst naar de Rijksschoonmaakorganisatie.
Bij het vaststellen daarvan is net als voor 2015 en 2016 netto op jaarbasis rekening
gehouden met de vaste inkomenscomponenten salaris, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering.
Nu de CAO Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf 2017–2018 is afgesloten zijn de salarisbedragen
voor 2017 berekend. Daartoe zijn ten eerste berekeningen gemaakt waarmee het effect
van belastingtarieven en pensioenpremies op de bedragen van bijlage C van het BBRA 1984 met ingang van 1 januari 2017 is vastgesteld. Op deze bedragen is vervolgens de loonsverhoging
van 2% per 1 juli 2017 uit de CAO Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf 2017-2018 toegepast.
De nieuwe salarisbedragen voor bijlage C van het BBRA 1984 die hiermee per 1 juli
2017 ontstaan worden door P-Direkt vanaf de maand juli 2017ook daadwerkelijk toegepast.
Schoonmakers die in vanaf 1 januari 2017 zijn overgekomen tot 1 juli 2017, ontvangen
daarnaast van het bevoegd gezag van de Rijksschoonmaakorganisatie (de minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid) in augustus een eenmalige compensatie-uitkering
op basis van artikel 22a, eerste lid, van het BBRA 1984. Deze compensatie-uitkering bedraagt het verschil tussen de salarisbedragen van de
huidige bijlage C van het BBRA 1984 en de berekende bedragen per 1 januari 2017 die zijn gebruikt om de salarisbedragen
van bijlage C van het BBRA 1984 vast te stellen. De hoogte van deze compensatie-uitkering
is afhankelijk van het voor de individuele schoonmaker geldende salarisbedrag van
bijlage C van het BBRA 1984, de arbeidsduurfactor en de datum waarop de schoonmaker
is overgekomen. Bij het vaststellen van de hoogte van de eenmalige uitkering wordt
uiteraard ook rekening gehouden met de vakantie-uitkering en de voor schoonmakers
in dienst van de Rijksschoonmaakorganisatie geldende eindejaarsuitkering.
In de CAO Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf 2017–2018 is voor het jaar 2017 ook
een eenmalige verhoging van de eindejaarsuitkering van 0,2% overeengekomen voor schoonmakers
met acht of meer dienstjaren. Deze schoonmakers in dienst van de Rijksschoonmaakorganisatie
zullen daarom in de maand november een eindejaarsuitkering ontvangen van 2,4% in plaats
van de reguliere 2,2%.
De bedragen in bijlage C worden met ingang van 1 juli 2017 op bovenstaande wijze aangepast. De nieuwe bedragen
zijn als bijlage bij deze circulaire gevoegd en worden – samen met de eenmalige verhoging van de eindejaarsuitkering
– nog geformaliseerd in regelgeving.
Naar verwachting zullen eind 2017 de salaristabellen voor 2018 bekend worden gemaakt,
met daarin conform dezelfde systematiek als voor 2017 tevens de overeengekomen loonstijgingen
uit de CAO Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf 2017-2018 verwerkt; te weten 0,75%
met ingang van 1 januari 2018 en 1% per juli 2018.