Beleidsregel Reikwijdte en Uitvoering Depositogarantiestelsel

Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 22-07-2017 t/m 05-02-2019

Beleidsregel van De Nederlandsche Bank N.V. inzake de reikwijdte en uitvoering van het depositogarantiestelsel als bedoeld in artikel 3:259, lid 2 van de Wft (Beleidsregel Reikwijdte en Uitvoering Depositogarantiestelsel)

De Nederlandsche Bank N.V.;

Na overleg met representatieve organisaties;

Gelet op de artikelen 29.02 en 29.06 Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantiestelsel Wft en artikel 26a Besluit prudentiële maatregelen Wft;

Besluit tot het vaststellen van de volgende Beleidsregel reikwijdte en uitvoering depositogarantiestelsel:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Reikwijdte

Afdeling 2.1. Derdengelden

Artikel 2.1

Van het kunnen vaststellen van de identiteit van een derde, voorafgaand aan de datum van het oordeel of uitspraak welke heeft geleid tot toepassing van het depositogarantiestelsel als bedoeld in artikel 29.02, derde lid van het Besluit, is sprake indien de identiteit van de derde blijkt uit:

  • a. de administratie van de betreffende bank, zoals deze is op of voor de datum van het oordeel of uitspraak welke heeft geleid tot toepassing van het depositogarantiestelsel; of

  • b. een door de rekeninghouder gevoerde professionele administratie, mits voor of op de datum van het oordeel of uitspraak welke heeft geleid tot toepassing van het depositogarantiestelsel uit de administratie van de bank blijkt dat het deposito ten behoeve van één of meer derden wordt gehouden.

Artikel 2.2

DNB kent vergoedingen uit hoofde van het DGS aan een derde toe indien aangetoond is of kan worden dat de informatie die DNB nodig heeft voor het vaststellen van de hoogte van de aanspraak van de derde reeds bestond voor de datum van het oordeel of uitspraak welke heeft geleid tot toepassing van het depositogarantiestelsel.

Hoofdstuk 3. Uitvoering

Artikel 3.1

  • 1 DNB hanteert een rangorde van in aanmerking komende deposito’s:

    • a. bij het vergoeden van gegarandeerde deposito’s nadat besloten is tot toepassing van het depositogarantiestelsel als bedoeld in artikel 3:260, eerste lid van de Wft; en

    • b. wanneer de handelingen als bedoeld in artikel 8 van de Beleidsregel Individueel Klantbeeld moeten worden uitgevoerd als gevolg van het vaststellen van een afwikkelingsregeling als bedoeld in artikel 18, SRMR of artikel 3a:18, Wft.

  • 2 In het geval een depositohouder over meerdere deposito’s bij een bank beschikt en het in aanmerking komende bedrag het dekkingsniveau overschrijdt, bepaalt de rangorde in welke volgorde in aanmerking komende deposito’s worden uitgekeerd of beschermd bij de toepassing van een afwikkelingsregeling als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De rangorde bedoeld in het eerste lid is als volgt:

    • a. Betaalrekeningen

    • b. Spaarrekeningen

    • c. Termijndeposito’s

    • d. Bijzondere rekeningen

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 4.1

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na publicatie daarvan in de Staatscourant.

Artikel 4.2

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Reikwijdte en Uitvoering Depositogarantiestelsel.

De beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 10 juli 2017

De Nederlandsche Bank N.V.,

F. Elderson,

directeur

Naar boven