Regeling Raadsman SZW 2017

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 20-07-2017 t/m heden

Regeling Raadsman SZW 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;

Gehoord de Departementale Ondernemingsraad van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. ministerie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • b. secretaris-generaal: secretaris-generaal van het Ministerie;

  • c. Raadsman SZW: de in artikel 2, eerste lid, bedoelde, als zodanig aangewezen persoon;

  • d. medewerker: degene die werkzaamheden verricht of heeft verricht bij het Ministerie;

  • e. ongewenste omgangsvormen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, aanhef en onder i, van de Regeling vertrouwenspersonen integriteit en ongewenste omgangsvormen en Klachtencommissie ongewenste omgangsvormen SZW.

Artikel 2. Raadsman SZW

  • 1 Er is een Raadsman SZW.

  • 2 De Raadsman SZW ressorteert als zodanig rechtstreeks onder de secretaris-generaal.

  • 3 De Raadsman SZW wordt aangewezen en van zijn taak ontheven door de secretaris-generaal.

  • 4 Aanwijzing vindt, plaats voor de duur van maximaal vier jaar en kan één maal met maximaal vier jaar worden verlengd.

  • 5 Voorafgaand aan de aanwijzing van de Raadsman SZW wordt de departementale ondernemingsraad gehoord.

Artikel 3. Werkterrein

De Raadsman SZW is aanspreekpunt voor de medewerker op de volgende gebieden:

  • a. rechtspositionele en andere verschillen van inzicht tussen een medewerker en diens leidinggevende; en

  • b. onheuse bejegening door anderen bij het Ministerie, niet zijnde ongewenste omgangsvormen.

Artikel 4. Taken en bevoegdheden

  • 1 De Raadsman SZW heeft op de in artikel 3 bedoelde gebieden in ieder geval de volgende taken en bevoegdheden:

    • a. het opvangen, begeleiden en van raad en advies dienen van de medewerker;

    • b. het adviseren over eventueel verder te nemen stappen en het behulpzaam zijn van de medewerker bij eventueel verder te nemen stappen;

    • c. het op verzoek van de medewerker onderzoeken of rechtspositionele regelingen juist zijn toegepast;

    • d. het in gesprek gaan met de betrokken medewerker of leidinggevende;

    • e. het op verzoek van de medewerker en diens leidinggevende bijwonen van gesprekken tussen die medewerker en diens leidinggevende;

    • f. het bemiddelen tussen partijen.

Artikel 5. Vergoeding

  • 1 Ingeval de Raadsman SZW geen ambtelijke aanstelling bij het Ministerie of elders heeft wordt hem op declaratiebasis een vergoeding per uur toegekend.

Artikel 6. Faciliteiten

  • 1 De Raadsman SZW die een ambtelijke aanstelling heeft bij het Ministerie wordt in de gelegenheid gesteld de werkzaamheden die uit zijn taken voortvloeien te verrichten naast zijn normale werkzaamheden en binnen zijn vastgestelde werktijden.

  • 2 Aan de Raadsman SZW wordt administratieve ondersteuning geboden.

Artikel 7. Verslag en evaluatie

  • 1 De Raadsman SZW brengt jaarlijks vóór 1 mei schriftelijk verslag uit aan de secretaris-generaal over het aantal verzoeken om advies en bemiddeling, de aard van die verzoeken en de wijze waarop hij deze verzoeken heeft afgehandeld.

  • 2 De Raadsman SZW brengt, elke drie jaar, verslag uit over de doeltreffendheid en de effecten van de regeling in de praktijk.

Artikel 8. Rechtspositie

De Raadsman SZW of gewezen Raadsman SZW ondervindt in zijn positie als medewerker geen nadeel van zijn activiteiten in het kader van de uitvoering van deze regeling.

Artikel 9. Overgangsbepaling

De aanwijzing en vergoeding op grond van de Regeling Raadsman SZW 2011 geldt voor de resterende duur van deze eerdere aanwijzing.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 juli 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

L.F. Asscher

Naar boven