Artikel I
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2017. Zie het
overzicht van wijzigingen]
[Red: Wijzigt de Wet kinderopvang.]
Na de inwerkingtreding van deze wet berust:
-
a. het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, voor zover dit berust op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, op artikel 1.50b van de Wet kinderopvang;
-
b. het Besluit Jeugdwet, voor zover dit berust op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, op de artikelen 1.50, tweede lid en 1.56b, tweede lid, van de Wet kinderopvang; en
-
c. het Remigratiebesluit, voor zover dit berust op de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, op artikel 1.50, tweede lid, van de Wet kinderopvang.
[Red: Wijzigt de Gemeentewet.]
[Red: Wijzigt de Handelsregisterwet 2007.]
[Red: Wijzigt de Wet inburgering.]
[Red: Wijzigt de Wet inkomstenbelasting 2001.]
[Red: Wijzigt de Wet op de economische delicten.]
[Red: Wijzigt de Wet op de omzetbelasting 1968.]
[Red: Wijzigt de Wet op het onderwijstoezicht.]
[Red: Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]
[Red: Wijzigt de Jeugdwet.]
[Red: Wijzigt de Participatiewet.]
[Red: Wijzigt de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.]
Artikel XV. Overgangsbepaling beëindiging inschrijving in het personenregister kinderopvang
en peuterspeelzaalwerk
[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]
Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen
Artikel XVI. Overgangsbepaling klachtenverslag
Artikel 2.13a, vierde, vijfde, zesde, achtste en negende lid, van de Wet kinderopvang
en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, zoals die artikelleden luidden de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding
van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving
met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252) blijft van toepassing
op het verslag dat ziet op het kalenderjaar voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding
van genoemde wet.
Artikel XVII. Overgangsbepaling oudercommissie
-
2 Een advies of een verzoek om een advies van een oudercommissie als bedoeld in artikel 2.17 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging
van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten
in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra
en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252) beschouwd als een advies of een verzoek om advies
uit te brengen als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid, van de Wet kinderopvang. Artikel 1.60, tweede tot en met vijfde lid, van de Wet kinderopvang is van overeenkomstige
toepassing.
Artikel XIX. Overgangsbepaling niet afgerond inspectierapport
Met betrekking tot een inspectierapport als bedoeld in artikel 2.21, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen waar op het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging
van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele ander wetten
in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra
en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252) voor de houder of de toezichthouder verplichtingen
uit voortvloeien als bedoeld in de artikelen 2.11, 2.17 en 2.21 blijven die artikelen zoals die luidden de dag voorafgaand aan het tijdstip
van inwerkingtreding van genoemde wet van toepassing.
Artikel XXIII. Overgangsbepaling vermelding onherroepelijk handhavingsbesluit
Op een besluit als bedoeld in artikel 2.28a, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen dat op de dag voorafgaande aan het tijdstip van de inwerkingtreding van de Wet van
31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking
tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252), is genomen en na de inwerkingtreding
van die wet onherroepelijk wordt, is artikel 1.81 van de Wet kinderopvang van overeenkomstige toepassing.
Artikel XXIV. Overgangsbepaling bezwaar en beroep
-
1 Ten aanzien van de mogelijkheid om bezwaar te maken of beroep in te stellen tegen
een besluit als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen blijft het recht van toepassing zoals dat gold de dag voorafgaand aan het tijdstip
van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang
en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie
van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stb. 2017,
252).
-
2 Indien tegen een besluit krachtens hoofdstuk 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot
wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere
wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra
en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252) een bezwaar- of beroepschrift is ingediend waarop
nog niet onherroepelijk is beslist blijft op de behandeling daarvan het recht van
toepassing zoals dat gold voor dat tijdstip.
Artikel XXV. Overgangsbepaling inschrijving in het register peuterspeelzaalwerk
Een inschrijving van een peuterspeelzaal in het register peuterspeelzaalwerk, bedoeld
in artikel 2.4b, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging
van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten
in verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra
en peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252), beschouwd als een inschrijving van een kindercentrum
in het landelijk register kinderopvang, bedoeld in artikel 1.47b, eerste lid, van de Wet kinderopvang.
Artikel XXVI. Overgangsbepaling beschikking toestemming tot exploitatie
-
1 Het college beslist na inwerkingtreding van de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van
de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en enkele andere wetten in
verband met de harmonisatie van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en
peuterspeelzalen (Stb. 2017, 252), nadat een onderzoek van de toezichthouder als bedoeld
in artikel 1.62, tweede lid, van de Wet kinderopvang, heeft plaatsgevonden, tot het:
-
a. intrekken van de beschikking, bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, van een peuterspeelzaal die op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding
van de in de aanhef genoemde wet in het register peuterspeelzaalwerk, bedoeld in artikel 2.4b, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, staat ingeschreven, of
-
b. geven van een beschikking als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid, van de Wet kinderopvang.
-
2 Een beschikking als bedoeld in artikel 2.3, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, van een peuterspeelzaal die op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding
van de in de aanhef van het eerste lid genoemde wet in het register peuterspeelzaalwerk,
bedoeld in artikel 2.4b, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, staat ingeschreven, wordt tot het tijdstip waarop het besluit van het college, bedoeld
in het eerste lid, onherroepelijk is geworden, beschouwd als een beschikking als bedoeld
in artikel 1.46, tweede lid, van de Wet kinderopvang.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen 3 jaar na de inwerkingtreding
van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten
van deze wet in de praktijk.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.