Werkzaamheden en procedurebeschrijving
De werkzaamheden van de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger namens
de Staat der Nederlanden en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben
betrekking op garanties verleend op grond van de Garantieregeling Inrichtingen voor
Gezondheidszorg 1958, de Rijksregeling Dagverblijven voor Gehandicapten inzake erkenning,
subsidiëring verlening van garanties en toezicht en de Rijksregeling Gezinsvervangende
Tehuizen voor Gehandicapten.
Hieronder volgt een beschrijving van de werkzaamheden en de procedures hierbij.
A. Herfinanciering of rentewijziging van geldleningen
Bij herfinanciering en renteherziening van een Rijksgegarandeerde lening wordt deze
lening geïdentificeerd en wordt de conceptovereenkomst van de geldgever gecontroleerd
aan de hand van voorbeeldovereenkomsten. De nieuwe leningsovereenkomst of wijzigingsovereenkomst
wordt (in drievoud) door de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger ondertekend
en toegezonden aan de betrokken partijen. De directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger
legt de (gewijzigde) leninggegevens vast in de leningenadministratie en archiveert
de stukken.
B. Beroep op garantie
Voor zover dit in de voorafgaande periode nog niet is geschied, wordt door de directeur
van de Stichting of diens plaatsvervanger een beschrijving van de probleemsituatie
opgesteld en toegezonden aan de Staat der Nederlanden. Dit gaat vergezeld van het
advies dat de Staat der Nederlanden kan overgaan tot betaling van de factuur die voortvloeit
uit het beroep op de garantieregeling.
C. Diverse privaatrechtelijke handelingen
-
1. Verkoop van activa
De instelling dient vooraf toestemming te vragen aan de directeur van de Stichting
of diens plaatsvervanger bij voorgenomen verkoop van activa die (mede-)gefinancierd
zijn met een Rijksgegarandeerde lening. De directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger
toetst of deze Rijksgegarandeerde lening aflosbaar is. De directeur van de Stichting
of diens plaatsvervanger verleent de instelling al dan niet de gevraagde toestemming
en informeert de instelling over de eventuele voorwaarden die hieraan worden gesteld.
De afhandeling van het verkooptraject (waaronder het verlenen van royement op eventuele
gevestigde hypotheek) gebeurt conform de bij de Stichting gebruikelijke werkwijze.
Wanneer aflossing van de desbetreffende Rijksgarantielening niet mogelijk is, wordt
onderzocht of deze lening elders binnen de instelling kan worden aangewend. Is ook
dit niet mogelijk, dan beslist de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger
naar bevind van zaken.
-
2. Cessie
Cessie van Rijksgegarandeerde leningen wordt afgehandeld conform de bij de Stichting
gebruikelijke werkwijze. De cessie-akte wordt (in viervoud) door de directeur van
de Stichting of diens plaatsvervanger ondertekend en toegezonden aan de betrokken
partijen. De directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger legt de (gewijzigde)
leninggegevens vast in de leningenadministratie en archiveert de stukken.
-
3. Fusie
De instelling dient een voorgenomen fusie tijdig te melden aan de directeur van de
Stichting of diens plaatsvervanger. De directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger
ziet er op toe dat (indien van toepassing) de voorgeschreven standaardclausules in
de nieuwe statuten worden opgenomen. De directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger
geeft alsdan een schriftelijke verklaring van geen bezwaar af. Indien de directeur
van de Stichting of diens plaatsvervanger van oordeel is dat door de fusie de kredietwaardigheid
van de instelling zodanig verslechtert dat hierdoor de garantierisico’s voor de Staat
der Nederlanden sterk toenemen, maakt de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger
hiervan melding aan de Staat der Nederlanden.
-
4. Splitsing
Identieke procedure als bij fusie.
D. Risicobewaking
De directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger voert periodiek kredietwaardigheidsonderzoek
uit bij instellingen met Rijksgegarandeerde leningen, conform de daartoe bij de Stichting
gebruikelijke methodiek. Indien de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger
concludeert dat een instelling naar verwachting niet langer aan de rente- en aflossingsverplichtingen
op de leningen kan voldoen en een beroep op de door de Staat der Nederlanden verleende
garantie redelijkerwijze tot de mogelijkheden behoort, rapporteert de directeur van
de Stichting of diens plaatsvervanger hierover aan de Staat der Nederlanden.
E. Jaarlijkse verantwoording en verslaggeving
-
1. Jaarlijks vóór 1 februari stelt de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger
overzichten op van de mutaties in het voorgaande jaar en van de stand van de verleende
garanties op 31 december van het voorgaande jaar, overeenkomstig de RijksBegrotingsVoorschriften.
Deze overzichten worden door de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger
ondertekend en toegezonden aan de Staat der Nederlanden. Tevens wordt een accountantsverklaring
bijgevoegd.
-
2. De directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger stelt voor de Staat der Nederlanden
jaarlijks een samenvattend overzicht op van de financiële ontwikkelingen bij de instellingen
met Rijksgegarandeerde leningen.
F. Vertegenwoordiging in crisissituaties
-
1. De directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger vertegenwoordigt de Staat der
Nederlanden in situaties waarin de continuïteit van een instelling, ten behoeve waarvan
garanties zijn verstrekt op basis van een van de hiervoor genoemde regelingen, wordt
bedreigd of de instelling haar werkzaamheden heeft beëindigd.
-
2. De Staat der Nederlanden mandateert de directeur van de Stichting en dienst plaatsvervanger
om in voorkomende situaties namens de Staat en met het oog op de belangen van de Staat
der Nederlanden als garantieverlener te handelen en te beslissen, conform de richtlijnen
en afwegingen die de Stichting in acht zou nemen in situaties waarin de continuïteit
van een deelnemer van de Stichting wordt bedreigd of de instelling haar werkzaamheden
heeft beëindigd.
-
3. Niettegenstaande het gestelde in sub 2 van onderdeel F en artikel 3 lid 1 van het
Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport houdende, de verlening
van mandaat, volmacht en machtiging aan de (plaatsvervangend) directeur van de Stichting
Waarborgfonds voor de Zorgsector met betrekking tot een aantal verleende garanties,
spant de Stichting zich naar vermogen in om de Staat der Nederlanden te informeren
over relevante situaties en/of ontwikkelingen, en zo nodig en mogelijk afstemming
te plegen over de door de Stichting te kiezen handelswijze en besluitvorming.
-
4. Het staat de Staat der Nederlanden vrij om naar bevind van zaken, in situaties zoals
in sub 1 van onderdeel F bedoeld, incidenteel of structureel af te wijken van de genoemde
vertegenwoordiging door de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger. De
directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger wordt over dit besluit tijdig
vooraf geïnformeerd.
-
5. Indien naar de zienswijze van de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger,
in het kader van het gestelde in sub 1 van onder F bedoeld, sprake is van zodanige
feiten, omstandigheden of (de schijn van) belangentegenstellingen, dat een vertegenwoordiging
door de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger in redelijkheid niet mogelijk
of wenselijk is, zulks ter beoordeling van de directeur van de Stichting of diens
plaatsvervanger, dan doet de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger hiervan
tijdig mededeling aan de Staat der Nederlanden. Indien een situatie als bedoeld in
de vorige zin zich voordoet zal de directeur van de Stichting of diens plaatsvervanger
de Staat der Nederlanden niet vertegenwoordigen.