Regeling controleprotocol WNT 2016

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2019.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 december 2016, nr. 2016-0000772257, houdende vaststelling van het Controleprotocol WNT 2016 (Regeling Controleprotocol WNT 2016)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 1.9, aanhef en onderdeel d, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector;

Besluit:

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

R.H.A. Plasterk

Bijlage bij de Regeling Controleprotocol WNT 2016

A. De WNT en accountantscontrole: algemeen

De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) en de daarop gebaseerde regelgeving stellen maxima aan de bezoldigingen en de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. Daarnaast verplicht deze wet tot de openbaarmaking in deze sectoren van de bezoldigingen en de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband van alle topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen en daarnaast van niet-topfunctionarissen, indien deze bezoldigingen of uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband het wettelijke bezoldigingsmaximum te boven gaan.

De WNT geeft voorschriften over het opnemen van verantwoordingsinformatie in het financieel verslaggevingsdocument. Dit protocol geeft nadere aanwijzingen over de reikwijdte en de diepgang van de accountantscontrole op de naleving van de bepalingen van en op grond van de WNT.

In dit protocol wordt onderscheid gemaakt tussen:

  • het gehele financieel verslaggevingsdocument, en

  • de verantwoording van uitsluitend de WNT-gegevens.

De accountant van de WNT-instelling onderwerpt het financieel verslaggevingsdocument aan zijn oordeel. Indien de WNT-instelling niet op grond van een ander wettelijk voorschrift verplicht is om een financieel verslaggevingsdocument op te stellen en aan het oordeel van een accountant te onderwerpen, is de controle uit hoofde van de WNT beperkt tot een controle van de in een verantwoording opgenomen WNT-gegevens (artikel 1.7, lid 1, WNT). De accountant toetst de juistheid van de conclusie van de instelling dat de WNT van toepassing is. Daarnaast is in de WNT in onderscheiden situaties aan de accountant een meldingsplicht opgedragen als uitvloeisel van de controle (artikel 5.2 WNT).

De bepalingen in de WNT laten onverlet de naleving van de bepalingen van artikel 383 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) of andere specifieke regelgeving voor verslaggeving, voor zover die nog1 van toepassing zijn op de WNT-instelling.

B. Referentie- en normenkader

Het referentie- en normenkader voor de controle van de WNT-gegevens in het financieel verslaggevingsdocument en de verantwoording van uitsluitend de WNT-gegevens bestaat voor het controlejaar 2016 uit de volgende specifieke wet- en regelgeving2:

Voor interpretatie van de wet- en regelgeving zijn verder van belang de vragen en antwoorden alsmede de modelverantwoording WNT op de website www.topinkomens.nl van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Voor enkele sectoren is specifieke sectorale regelgeving van toepassing:

In geval van een gebroken boekjaar gelden de bepalingen in dit protocol voor het jaar waarin het boekjaar is begonnen.

C. De WNT en accountantscontrole: opdracht

Bij de controle van het financieel verslaggevingsdocument als geheel betrekt de accountant de volgende aspecten:

  • De toepasselijkheid van de WNT op de instelling waarover in het financiële verslaggevingsdocument verantwoording wordt afgelegd (artikelen 1.2 t/m 1.5 WNT).

  • De getrouwe verantwoording van de in het financieel verslaggevingsdocument opgenomen informatie op grond van de artikelen 4.1 en 4.2 WNT3 met inachtneming van de paragrafen 2 en 3 WNT en artikel 1.7, tweede lid, WNT. Tevens betrekt hij bij de controle de eventuele toepassing van het overgangsrecht (artikelen 7.3 en 7.3a WNT).

  • De naleving van de overige bepalingen van de WNT. Dit betreft het instellen van terugvorderingen van betalingen van topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen (inclusief interne toezichthouders), die op grond van de WNT als onverschuldigd zijn aan te merken (artikelen 1.6 en 5.2 WNT).

WNT en accountantscontrole sectorale regelgeving

Bij de toepassing van de sectorale regelgeving betrekt de accountant bij de controle dezelfde aspecten als hiervoor genoemd.

Bij de controle van het financieel verslaggevingsdocument van de toegelaten instellingen volkshuisvesting betrekt de accountant bij de controle eveneens of de bezoldiging bij de WNT-instelling binnen de juiste klasse plaatsvindt conform de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014. Voor het toetsen van het aantal verhuureenheden dat de toegelaten instelling op de peildatum in eigendom of beheer heeft, dient de accountant zich te baseren op de gegevens, bedoeld in bijlage 3 bij de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015. Bij de bepaling van het aantal inwoners van een gemeente dient de accountant uit te gaan van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers op 1 januari van het eerste jaar voorafgaand aan het jaar waarin de bezoldigingsmaxima van toepassing zijn.

D. De WNT en accountantscontrole: Uitvoeringsmaterialiteit en werkzaamheden

Voor de controle op de getrouwheid geldt de uitvoeringsmaterialiteit zoals hieronder vermeld. De uitvoeringsmaterialiteit bepaalt de nauwkeurigheid van de controle en daarmee de aard en omvang van de werkzaamheden van de accountant. De accountant hanteert bij de controle een betrouwbaarheid van 95%.

Tabel 1: Bepaling van de uitvoeringsmaterialiteit
 

Topfunctionarissen

Overige functionarissen met dienstbetrekking

Toelichting

Volledigheid vermelding topfunctionarissen op naam

0%

n.v.t.

Het gaat hier om topfunctionarissen, gewezen topfunctionarissen, interne toezichthouders en topfunctionarissen zonder dienstbetrekking

Volledigheid vermelding niet-topfunctionarissen met dienstbetrekking op functie (niet op naam)

n.v.t.

1% van de personeelskosten met een maximum van € 100.000

De accountant richt zijn controle zo in dat met het vereiste betrouwbaarheidspercentage kan worden gesteld dat niet meer dan 1% van de personeelskosten met een maximum van € 100.000 aan onder de WNT te verantwoorden bedragen onterecht buiten de WNT-verantwoording blijven.

Juistheid en volledigheid bezoldiging (per persoon/functie)

3% van het voor de instelling geldende bezoldigingsmaximum, met een maximum van € 3.000.

De accountant richt zijn controle zo in dat met het vereiste betrouwbaarheidspercentage kan worden gesteld dat van de verantwoorde bezoldiging niet meer dan 3% van het bezoldigingsmaximum onjuist is, met een bovengrens van € 3.000.

Juistheid en volledigheid verantwoorde uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband (per persoon/functie)

3% van het voor de instelling geldende bezoldigingsmaximum, met een maximum van € 3.000.

De accountant richt zijn controle zo in dat met het vereiste betrouwbaarheidspercentage kan worden gesteld dat van de verantwoorde uitkeringen wegens beëindiging dienstverband niet meer dan 3% van het bezoldigingsmaximum onjuist is, met een bovengrens van € 3.000.

Juistheid en volledigheid verantwoorde vordering uit hoofde van wettelijk onverschuldigde betalingen (per persoon)

3% van het voor de instelling geldende bezoldigingsmaximum met een maximum van € 3.000.

(niet van toepassing op overige functionarissen)

De accountant richt zijn controle zo in dat met het vereiste betrouwbaarheidspercentage kan worden gesteld dat van de verantwoorde vordering uit hoofde van wettelijk onverschuldigde betalingen niet meer dan 3% van het bezoldigingsmaximum onjuist is, met een bovengrens van € 3.000.

E. De WNT en accountantscontrole: oordeelsvorming en controleverklaring en rapport van bevindingen

Oordeelsvorming

De fouten die bij de controlewerkzaamheden worden geconstateerd dienen door de verantwoordelijke in het financieel verslaggevingsdocument te worden gecorrigeerd. Geconstateerde, niet gecorrigeerde, afwijkingen in de WNT-verantwoording dan wel onzekerheden in de controle daarvan worden door de accountant, indien van materieel belang, vertaald in de strekking van de controleverklaring. Daarbij hanteert de instellingsaccountant de door hem, met inachtneming van de onder D bedoelde uitvoeringsmaterialiteit, bepaalde materialiteit. De accountant betrekt in zijn evaluatie de geconstateerde afwijkingen van de WNT en eveneens eventuele andere aangetroffen afwijkingen in het gecontroleerde financieel verslaggevingsdocument. Indien de materialiteit overschreden wordt dan leidt dit op zich al tot een niet-goedkeurende verklaring (i.c. minimaal een verklaring met beperking), los van de oordeelsvorming over de verdere inhoud van het financieel verantwoordingsdocument.

Bij mogelijke fouten en onzekerheden in de opgenomen niet-financiële bezoldigingsinformatie (zoals omschreven in de artikelen 1.7, 4.1 en 4.2 WNT) geldt bij de vertaling naar het oordeel bij het financieel verslaggevingsdocument een materialiteit van nul, met uitzondering van verwaarloosbare accuratessefouten die niet tot andere duiding van de informatie kunnen leiden. Bij het ontbreken van de motivering bij een overschrijding van het van toepassing zijnde maximum als zodanig of bij een motivering die in strijd is met de daarvoor geldende wettelijke bepalingen in geval van topfunctionarissen (het overgangsrecht op grond van artikel 7.3 WNT en de uitzonderingsbepalingen in paragrafen 2 en 3 WNT), geldt bij de vertaling naar het oordeel bij het financieel verslaggevingsdocument een materialiteit van nul.

Controleverklaring

De instellingsaccountant stelt integraal vast aan de hand van de uit de WNT-controle verkregen informatie dat bij alle overschrijdingen van het van toepassing zijnde maximum een motivering (artikelen 4.1, vierde lid, of 4.2, vijfde lid, WNT) in het verslaggevingsdocument is opgenomen. Hij stelt daarbij, voor zover het topfunctionarissen betreft, vast dat deze motivering niet in strijd is met de daarvoor geldende wettelijke bepalingen (waaronder het overgangsrecht ex artikel 7.3 en de toegestane uitzonderingen ex paragrafen 2 en 3 van de WNT).

De instellingsaccountant stelt integraal aan de hand van de uit de WNT-controle verkregen informatie vast dat alle onder de WNT als wettelijk onverschuldigde betalingen aangemerkte bedragen door de verantwoordelijke in het verslaggevingsdocument zijn opgenomen en toegelicht.

Indien de opgenomen financiële en niet-financiële bezoldigingsinformatie (zoals bedoeld in artikelen 4.1 en 4.2 WNT) niet volledig en juist is en correcties achterwege zijn gebleven, geeft de instellingsaccountant, bij overschrijding van de door hem vastgestelde materialiteit, een ander dan goedkeurend oordeel af. De instellingsaccountant vermeldt in de controleverklaring alle fouten boven genoemde materialiteitsgrenzen en de juiste informatie per fout, voor zover dit in alle redelijkheid mogelijk is.

Rapportage van bevindingen

Geconstateerde, niet gecorrigeerde, afwijkingen in de WNT-verantwoording dan wel onzekerheden in de controle daarvan, ook indien die niet van materieel belang zijn, worden door de accountant opgenomen in een rapport van bevindingen. Daarbij hanteert de accountant de in tabel 2 opgenomen rapportagegrenzen. Dit rapport wordt toegezonden aan het bestuur van de instelling.

Tabel 2: Rapportagegrenzen
 

Rapport van bevindingen

Melden aan verantwoordelijke Minister

Fouten in de verantwoording

> 0,1% van het op de instelling per persoon per functie van toepassing zijnde fulltime WNT- jaarmaximum

> 0,5% van het op de instelling per persoon per functie van toepassing zijnde fulltime WNT-jaarmaximum

Onzekerheden in de controle

>3% van het op de instelling per persoon per functie van toepassing zijnde fulltime WNT- jaarmaximum

n.v.t.

F. De WNT en accountantscontrole: melding accountant

Op basis van artikel 5.2, eerste lid, WNT, meldt de accountant een onverschuldigde betaling aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of aan de vakminister, indien een vordering op een topfunctionaris of gewezen topfunctionaris uit onverschuldigde betaling:

  • niet in het financieel verslaggevingsdocument is opgenomen, of

  • op het tijdstip waarop de accountant zijn oordeel geeft over het financieel verslaggevingsdocument door de betrokken topfunctionaris nog niet is terugbetaald4.

Bij de melding van de fouten in de verantwoording (zie ook paragraaf E) neemt de accountant de in tabel 2 van dit protocol genoemde rapportagegrens in acht.

Op basis van artikel 5.2, tweede lid, WNT, meldt de accountant de ontbrekende gegevens of het ontbreken van de motivering, aan de Minister die het aangaat, indien het financieel verslaggevingsdocument niet de juiste in de artikelen 4.1 en 4.2 WNT voorgeschreven gegevens of motivering bevat.

Indien de ontbrekende of onjuiste gegevens uit het financieel verslaggevingsdocument onder de in tabel 2 (rechterkolom) genoemde grens blijven, hoeven deze niet door de accountant aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of de vakminister gemeld te worden.

De melding aan de Minister geschiedt door de accountant onverwijld nadat deze de controleverklaring heeft afgegeven door middel van een eigen melding (pdf) via het webformulier dat beschikbaar is gesteld op de website www.topinkomens.nl of aan de vakminister indien deze de mogelijkheid tot elektronische verwerking heeft opengesteld5.

G. De WNT en accountantscontrole bij niet-controleplichtige organisaties

De aanwijzingen van dit protocol zijn eveneens van toepassing op de WNT-instellingen waarvoor niet op basis van andere wet- en regelgeving dan de WNT (artikel 1.7) een verplichting tot accountantscontrole van het financieel verslaggevingsdocument geldt. Deze instellingen kunnen volstaan met een controleverklaring bij de verantwoording van uitsluitend de WNT-gegevens.

Voor deze zelfstandige controle, die wordt uitgevoerd met inachtneming van alle relevante controlestandaarden, worden alle WNT-aspecten uit het financieel verslaggevingsdocument overgenomen in een afzonderlijk overzicht (inclusief eventuele onverschuldigde betalingen).

H. Tekst Controleverklaring

In de controleverklaring6 bij het financieel verslaggevingsdocument of bij de verantwoording van uitsluitend de WNT-gegevens wordt:

  • in de paragraaf ‘verantwoordelijkheid bestuur’ vermeld dat de jaarrekening (ook) in overeenstemming is met de bepalingen bij en krachtens de WNT;

  • in de ‘oordeelsparagraaf’ in het geval van een goedkeurende verklaring vermeld dat de jaarrekening of WNT-verantwoording in overeenstemming is met de bepalingen bij en krachtens de WNT;

  • in de paragraaf ‘verantwoordelijkheid accountant’ verwezen naar dit controleprotocol.

De afzonderlijke verwijzing naar de WNT kan vervallen indien de WNT-regelgeving expliciet wordt vermeld in de regels die voor de desbetreffende sector respectievelijk instelling gelden voor verantwoording en accountantscontrole en in de controleverklaring naar die regels wordt verwezen7.

I. Foutherstel

Indien in de WNT-verantwoording fouten zijn geconstateerd na de vaststelling van de jaarstukken, controleert de accountant de verwerking daarvan in de nieuwe jaarstukken over het jaar daarna.

Als de fouten niet binnen de genoemde toleranties vallen, maar niet leiden tot (wijzigingen in) onverschuldigde betalingen, controleert de accountant of in de jaarstukken de cijfers over het voorafgaande kalenderjaar in de toelichting zijn opgenomen zoals deze na correctie van de geconstateerde fout(en) zouden zijn geweest en of de verschillen met de eerder vastgestelde jaarstukken expliciet zijn vermeld en toegelicht (de aard en/of de oorzaak van de fout(en) en de expliciete vermelding dat hertoetsing van de gecorrigeerde cijfers aan de destijds toepasselijke normen niet leidt tot (wijzigingen in) onverschuldigde betalingen).

Als de fouten wel leiden tot (wijzigingen in) onverschuldigde betalingen, beoordeelt de accountant daarenboven of dit in de nieuwe jaarstukken expliciet is toegelicht. Als onverschuldigde betalingen door de correctie vervallen of lager worden, stelt hij vast dat in de jaarstukken is toegelicht of deze correctie alsnog aan de betrokkene is of wordt terugbetaald, dan wel dat partijen zijn overeengekomen af te zien van terugbetaling. Als onverschuldigde betalingen door de correctie ontstaan of hoger worden, doet de accountant onverwijld een melding hiervan aan de Minister wie het aangaat met toepassing van artikel 5.2 WNT. De accountant doet eveneens onverwijld een melding indien in de jaarstukken van het voorafgaande jaar ten onrechte geen of onvolledige WNT-gegevens zijn opgenomen van functionarissen die wel bezoldigd worden, ongeacht of deze fout leidt tot (wijzigingen in) onverschuldigde betalingen.

Als een fout die niet eerder dan in t+2 is geconstateerd, beoordeelt de accountant – ongeacht of deze fout leidt tot (wijzigingen in) onverschuldigde betalingen – of de instelling deze fout in de jaarstukken heeft gecorrigeerd, zoals in de 1e alinea van deze paragraaf is beschreven en of is vermeld dat hertoetsing van de gecorrigeerde cijfers aan de destijds toepasselijke normen al dan niet heeft geleid tot (wijzigingen in) onverschuldigde betalingen. Een melding aan de Minister wie het aangaat blijft in deze gevallen achterwege.

Als foutherstel in de eerstvolgende jaarstukken (opzettelijk of onopzettelijk) achterwege wordt gelaten, dient de accountant hiervan opnieuw melding te maken bij de Minister wie het aangaat. De betreffende WNT-instelling kan dan niet opnieuw een beroep op deze procedure voor foutherstel doen. Het herstel van de fouten moet dan zo snel mogelijk na (hernieuwde) constatering plaatsvinden, zo nodig door het uitbrengen van gecorrigeerde jaarstukken. Foutherstel doet niet af aan de bevoegdheid van de Minister om in voorkomende gevallen artikel 5.6 WNT toe te passen.

J. Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA)

Voor de juiste beoordeling van arbeidsrelaties in het licht van de WNT is tot dusverre in de praktijk steeds uitgegaan van de inhoudingsplicht voor de loonheffingen. Indien een instelling er op redelijke gronden van uit mocht gaan dat voor een arbeidsrelatie met een bepaalde topfunctionaris géén loonheffingen hoefden te worden ingehouden (bijvoorbeeld op grond van een VAR-verklaring), werd de arbeidsrelatie door de instelling en de controlerend accountant gekwalificeerd als een arbeidsrelatie ’anders dan op grond van een dienstbetrekking’ in de zin van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Nu de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) per 1 mei 2016 in werking is getreden mag de accountant voor de beoordeling van een arbeidsrelatie het oordeel van de instelling volgen, tenzij hij concrete aanwijzingen heeft voor de onjuistheid van dit oordeel.

Bij de invoering van de Wet DBA wordt door de Belastingdienst een implementatieperiode gehanteerd tot 1 januari 2018, op grond van het zogeheten transitieplan8. Indien door de Belastingdienst achteraf wordt vastgesteld dat gedurende de implementatieperiode van de Wet DBA sprake was van een dienstbetrekking, terwijl partijen van het tegendeel uitgingen, wordt er geen naheffingsaanslag opgelegd, tenzij een van de in het transitieplan genoemde situaties zich voordoet.

Indien de belastinginspecteur achteraf toch tot een naheffingsaanslag voor de loonheffingen overgaat, geldt voor de toepassing van de WNT voor de periode waarover de naheffingsaanslag wordt opgelegd alsnog dat de topfunctie ‘in dienstbetrekking’ is vervuld. De regels voor foutherstel zijn hierop van toepassing. De accountant hoeft in zijn oordeel geen rekening te houden met het risico van een eventuele naheffingsaanslag.

  1. De naleving van bepalingen van artikel 383 van Boek 2 van het BW geldt niet meer voor onderwijsinstellingen op basis van de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs (RJO). ^ [1]
  2. Daarnaast is de volgende algemene wet- en regelgeving van toepassing: titel 4.2 Algemene wet bestuursrecht; Boek 2, titel 9, BW; Comptabiliteitswet 2001; Rijksbegrotingvoorschriften 2017; Gemeentewet; Provinciewet; Richtlijnen van de Raad van de Jaarverslaggeving. ^ [2]
  3. Dit kan ook al in het betreffende verslaggevingstelsel opgenomen zijn. ^ [3]
  4. Dit geldt ook voor vorderingen die in het vorig verslagjaar zijn ingesteld en nog niet (geheel) zijn afgewikkeld. ^ [4]
  5. www.jaarverslagenzorg.nl/wnt/wntmeldingdoen en www.duo.nl. ^ [5]
  6. Zie voor voorbeeldteksten www.NBA.nl, NBA-Handleiding 1115 of deel 3 Handleiding Regelgeving Accountancy. ^ [6]
  7. In de verantwoordingsjaren 2014 en 2015 is de door de RvC vastgestelde klassenindeling op grond van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector geen onderdeel geweest van accountantscontrole. Dit is in de betreffende jaren tot uitdrukking gebracht in de controleverklaring. Vanaf 2016 is de toepassing van een klassenindeling op grond van de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg en jeugdhulp wel onderdeel van de accountantscontrole.Bij de WNT-verantwoording 2016 kan in de volgende situaties de klassenindeling 2014 of 2015 relevant zijn voor het oordeel van de accountant:
    • a. indien in 2016 overgangsrecht van toepassing is als gevolg van bestaande rechten die in 2014 of 2015 zijn overeengekomen binnen de in dat jaar toepasselijke norm welke is gebaseerd op de (niet gecontroleerde) klassenindeling van dat jaar;

    • b. indien in 2016 over 2014 of 2015 foutenherstel wordt verantwoord waarbij hertoetsing aan de toepasselijke norm van 2014 of 2015 plaats vindt.

    In deze situaties maakt de accountant in zijn controleverklaring melding van het feit dat de klassenindeling van 2014 of 2015 niet is gecontroleerd, in overeenstemming met de door de NBA hiervoor beschikbaar te stellen tekst. ^ [7]
  8. Kamerstukken I 2015/16, 34 036, nr. I. ^ [8]
Naar boven