Warenwetregeling caseïne en caseïnaten 2016

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 22-12-2016 t/m heden

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 november 2016, 1041185-157731-VGP, houdende vaststelling van regels met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten (Warenwetregeling caseïne en caseïnaten 2016)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op:

  • Richtlijn (EU) 2015/2203 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad (PbEU 2015, L 314);

  • artikel 4, tweede lid, van het Warenwetbesluit Zuivel;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. melkeiwit, type voedings-zuurcaseïne of voedingszuurcaseïne: hetgeen richtlijn 2015/2203 daaronder verstaat;

  • b. melkeiwit, type voedings-lebcaseïne of voedingslebcaseïne: hetgeen richtlijn 2015/2203 daaronder verstaat;

  • c. voor menselijke voeding bestemde caseïnaat: hetgeen richtlijn 2015/2203 daaronder verstaat.

Artikel 2

  • 1 De aanduiding ‘melkeiwit, type voedings-zuurcaseïne’ of ‘voedingszuurcaseïne’ als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor caseïne bestemd voor menselijke voeding, die voldoet aan de eisen opgenomen in bijlage I, onderdeel I, van richtlijn 2015/2203.

  • 2 De aanduiding ‘melkeiwit, type voedings-lebcaseïne’ of ‘voedingslebcaseïne’ als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor caseïne bestemd voor menselijke voeding, die voldoet aan de eisen opgenomen in bijlage I, onderdeel II, van richtlijn 2015/2203.

  • 3 De aanduiding ‘voor menselijke voeding bestemde caseïnaten’ als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor caseïnaten bestemd voor menselijke voeding, die voldoen aan de eisen opgenomen in bijlage II van richtlijn 2015/2203.

Artikel 3

Caseïne en caseïnaten die niet voldoen aan de eisen opgenomen in bijlage I, onderdeel I, onder b en c, bijlage I, onderdeel II, onder b en c, en bijlage II, onder b en c, van richtlijn 2015/2203 worden niet gebruikt voor de bereiding van eet- en drinkwaren.

Artikel 4

  • 1 Op de verpakkingen, recipiënten of etiketten van de melkproducten, bedoeld in artikel 1, worden in duidelijk zichtbare, duidelijk leesbare en onuitwisbare letters de vermeldingen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen a tot en met f, van richtlijn 2015/2203 aangebracht.

  • 2 In afwijking van het eerste lid hoeven de vermeldingen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, onder iii, en onderdelen c, d en e, van richtlijn 2015/2203 slechts te worden aangebracht in een begeleidend document.

  • 3 Wanneer het minimumgehalte aan melkeiwitten opgenomen in bijlage I, onderdeel I, onder a, punt 2, bijlage I, onderdeel II, onder a, punt 2, en bijlage II, onder a, punt 2, van richtlijn 2015/2203 in de melkproducten, bedoeld in artikel 1, wordt overschreden, kan dit op passende wijze worden aangebracht op de verpakkingen, recipiënten of etiketten van de melkproducten.

  • 4 De vermeldingen, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, zijn in ieder geval gesteld in de Nederlandse taal.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers

Naar boven