7. Redelijk inspanning voor het verkrijgen van TIN in kader CRS
[Regeling vervallen per 24-03-2018]
Vraag: Er zijn situaties dat er in een self-certficationformulier wordt aangeven dat de
klant fiscaal inwoner is van een land maar geen TIN heeft, terwijl het land van fiscaal
inwonerschap wel TIN’s uitgeeft.
Enkele voorbeelden van reacties die financiële instellingen terugkrijgen in dat soort
situaties zijn:
-
• klant geeft aan nog geen TIN te hebben;
-
• klant geeft aan dat het TIN nog niet wordt uitgegeven, bijvoorbeeld pas als een bepaalde
leeftijd wordt bereikt of bij het bereiken van een bepaalde waarde voor zijn belastingaangifte;
-
• klant geeft aan niet te weten wanneer hij zijn TIN krijgt, bijvoorbeeld bij een land
dat een TIN aan het introduceren is;
-
• klant geeft aan geen TIN te hebben, omdat hij onder een uitzonderingscategorie valt.
Bij het ondertekenen van het self-certificationformulier bevestigt de klant dat hij
de gegevens naar waarheid heeft ingevuld en eventuele wijzingen binnen 30 dagen zal
doorgeven.
Het OESO-commentaar op sectie I, paragraaf C, onder nummers 27 en 28, geeft een kader
voor het begrip ‘redelijke inspanning’ voor bestaande rekeninghouders met betrekking
tot TIN’s. Maar de onderstaande vraag heeft ook betrekking op nieuwe rekeninghouders.
Hoe kunnen financiële instellingen vaststellen dat een land altijd TIN’s uitgeeft
aan al zijn fiscale inwoners? En is er sprake van ‘redelijke inspanning’ indien de
financiële instelling bij het ontbreken van een TIN, ondanks dat het land wel TIN’s
uitgeeft, vraagt om uitleg waarom het TIN ontbreekt, of in dat geval een nieuw self-certifcationformulier
toezendt en in afwachting van ontvangst van een TIN rapporteert op basis van de indicia?
Antwoord: Er kan van uitgegaan worden dat een financiële instelling voldoende invulling heeft
gegeven aan het begrip ‘redelijke inspanning’ als zij de hiervoor beschreven of vergelijkbare
pogingen heeft gedaan om een TIN te verkrijgen.
Toelichting: De CRS-wetgeving schrijft – kort samengevat – voor dat in het geval van self-certification
het verstrekken van een TIN verplicht is, tenzij een land geen TIN’s verstrekt. In
de praktijk blijkt dat veel landen uitzonderingen hebben waardoor groepen burgers
geen TIN hebben terwijl het land in het algemeen wel TIN’s verstrekt. Voorbeelden
op het moment van schrijven:
-
• UK: heeft geen echte TIN. Een met een TIN overeenkomstig nummer wordt pas verstrekt
zodra een burger 16 jaar wordt;
-
• Frankrijk: is bezig met invoering van TIN’s. Nog niet iedereen heeft er een;
-
• Algemeen: iemand gaat wonen in een land maar hem/haar is nog geen TIN toegekend.
Op de site van de OECD is informatie te vinden over welke landen welke TIN’s verstrekken.
De kwaliteit van de desbetreffende informatie op de OECD site is nog onvoldoende/onvolledig.
Voor zover de gegevens wel aanwezig zijn op de OECD site, blijkt hieruit dat er ook
per land verschillende TIN-formaten naast elkaar kunnen bestaan. Ook blijkt dat het
TIN niet altijd voorkomt op een van de documenten die als onderdeel van de reguliere
KYC/AML processen worden verkregen. Een plausibiliteitscontrole bij de invoer van
een buitenlands TIN (online of in de front/backoffice) is mogelijk, maar levert dikwijls
geen resultaat op.