Invoeringsrijkswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht en uitbreiding prejudiciële vragen

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2020. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-03-2017 t/m heden

Rijkswet van 13 juli 2016, houdende aanpassing van Rijkswetten in verband met de invoering van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht en van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie alsmede in verband met de uitbreiding van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad (Invoeringsrijkswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht en uitbreiding prejudiciële vragen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht wenselijk is de invoering te regelen van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht en van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in hoger beroep en cassatie en in verband daarmee een aantal rijkswetten aan te passen, alsmede voor de gerechten in het Caribisch deel van het Koninkrijk de mogelijkheid tot het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te regelen en andere technische aanpassingen aan te brengen;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel III

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt de Rijksoctrooiwet 1995.]

Artikel IV

[Red: Wijzigt de Rijkswet rechtsmacht Hoge Raad voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba.]

Artikel V

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Artikel VII

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Ten aanzien van een procedure bij de civiele rechter waarbij het exploot voor de datum van inwerkingtreding van deze wet rechtsgeldig is betekend, blijft het recht van toepassing zoals dat voor die datum gold.

  • 2 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • 3 Zolang de verplichting om langs elektronische weg te procederen nog niet bij alle gerechten als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de rechterlijke organisatie voor alle zaken in werking is getreden, bepaalt de rechter naar wie een zaak wordt doorgestuurd, verwezen of teruggewezen, zo nodig op welke wijze die zaak wordt behandeld of voortgezet.

Artikel VIII

De artikelen van deze rijkswet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan, voor verschillende vorderingen en verzoeken en voor de verschillende gerechten als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de rechterlijke organisatie verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel IX

Deze rijkswet wordt aangehaald als: Invoeringsrijkswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht en uitbreiding prejudiciële vragen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Paros, 13 juli 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Uitgegeven de eenentwintigste juli 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Naar boven