Aanwijzings- en mandaatbesluit Wet op het accountantsberoep 2016

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 15-07-2016 t/m heden

Besluit van de Minister van Financiën van 6 juli 2016, 2016-93625, van de directie Financiële Markten, tot aanwijzing van personen die zijn belast met het toezicht op de naleving van artikel 41, tweede lid, van de Wet op het accountantsberoep en mandaatverlening voor de handhaving (Aanwijzings- en mandaatbesluit Wet op het accountantsberoep 2016)

Artikel 1

Met het toezicht op de naleving van artikel 41, tweede lid, van de Wet op het accountantsberoep worden belast de met toezicht belaste medewerkers van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst.

Artikel 2

  • 1 Aan de landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst wordt mandaat verleend voor de uitoefening van de bevoegdheden van de Minister van Financiën, genoemd in artikel 56 van de Wet op het accountantsberoep.

  • 2 De landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst kan voor de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, ondermandaat verlenen aan medewerkers van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst.

Artikel 3

  • 1 Aan de landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst wordt machtiging en volmacht verleend voor het verrichten van feitelijke handelingen of rechtshandelingen die verband houden met de invordering van verbeurde dwangsommen of opgelegde boetes die voortvloeien uit de uitoefening van de bevoegdheden van de Minister van Financiën, genoemd in artikel 56 van de Wet op het accountantsberoep.

  • 2 Aan de landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst wordt mandaat verleend voor de uitoefening van de bevoegdheid om verbeurde dwangsommen of opgelegde boetes die voortvloeien uit de uitoefening van de bevoegdheden van de Minister van Financiën, genoemd in artikel 56 van de Wet op het accountantsberoep, in te vorderen bij dwangbevel.

  • 3 De landelijk directeur van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst kan voor de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in het eerste en tweede lid, machtiging, volmacht respectievelijk ondermandaat verlenen aan medewerkers van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst.

Artikel 4

  • 1 Aan de algemeen directeur Belastingen van de Belastingdienst wordt mandaat verleend om te beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in de artikelen 2 en 3.

  • 2 De algemeen directeur Belastingen van de Belastingdienst kan ondermandaat verlenen aan medewerkers van het onderdeel Belastingdienst/Grote ondernemingen van de Belastingdienst.

Artikel 5

De algemeen directeur Belastingen van de Belastingdienst en de in artikel 4, tweede lid, bedoelde medewerkers zijn gemachtigd tot het voeren van verweer in gerechtelijke procedures die voortvloeien uit de uitoefening van de bevoegdheden van de Minister van Financiën, genoemd in artikel 56 van de Wet op het accountantsberoep.

Artikel 6

Het krachtens mandaat, machtiging of volmacht ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

DE MINISTER VAN FINANCIËN,

namens deze,

(handtekening)

gevolgd door naam en functie van de (onder)gemandateerde functionaris.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzings- en mandaatbesluit Wet op het accountantsberoep 2016.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven