Wet van 22 juni 2016 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
in verband met de concentratie van scheepvaartzaken bij de rechtbank Rotterdam
Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is scheepvaartzaken te concentreren
bij de rechtbank Rotterdam en in verband hiermee enige wijzigingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: