Wijzigingswet Kernenergiewet (instelling Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming)

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-08-2017 t/m heden

Wet van 26 april 2016 tot wijziging van de Kernenergiewet in verband met de instelling van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, kennis en deskundigheid van de rijksoverheid op het terrein van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, de daarmee samenhangende crisisvoorbereiding, alsmede beveiliging en waarborgen zoveel mogelijk te bundelen in een onafhankelijke autoriteit ter bevordering van de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, de daarmee samenhangende crisisvoorbereiding, alsmede beveiliging en waarborgen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

  • 1 Besluiten genomen op grond van bevoegdheden die na inwerkingtreding van deze wet aan de Autoriteit zijn toegekend, worden vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aangemerkt als besluiten van de Autoriteit.

  • 2 De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanhangige aanvragen van en bezwaren tegen besluiten als bedoeld in het eerste lid zijn met ingang van dat tijdstip van rechtswege aanhangig bij de Autoriteit.

  • 3 In bestuursrechtelijke rechtsgedingen inzake besluiten als bedoeld in het eerste lid treedt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet de Autoriteit in de plaats van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.

  • 4 Voor zover aan een beschikking genomen op grond van bevoegdheden die na inwerkingtreding van deze wet aan de Autoriteit zijn toegekend, voorschriften zijn verbonden en in deze voorschriften het bevoegd gezag wordt vermeld, wordt de Autoriteit vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aangemerkt als het bevoegd gezag.

Artikel V

Artikel VI

Bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu worden regels gesteld met betrekking tot de gevolgen van de inwerkingtreding van deze wet voor zover de artikelen IV en V daarin niet voorzien. Deze regels gelden uiterlijk tot en met 31 december van het kalenderjaar na dat waarin zij in werking zijn getreden. Van het vaststellen van deze regels wordt kennis gegeven aan de beide kamers der Staten-Generaal.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar, 26 april 2016

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

S.A. Blok

Uitgegeven de twintigste mei 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Naar boven