Tabaks- en rookwarenregeling

Meerdere toekomstige wijzigingen; eerste op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 mei 2016, kenmerk 966398-150196-WJZ houdende regels inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten (Tabaks- en rookwarenregeling)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG (PbEU 2014, L 127) alsmede op de artikelen 2, vierde en vijfde lid, 3c, derde en vierde lid, 13, eerste lid, en 19, tweede lid, van de Tabaks- en rookwarenwet en de artikelen 2.1, derde lid, 2.2, tweede lid, 2.3, 2.4, 3.1, 3.2, derde en vierde lid, 3.3, 4.1, tweede lid, 4.2, tweede lid, 4.3, tweede en derde lid, 4.4, eerste lid, 4.5, tweede lid, 4.6, tweede lid, 4.7, tweede lid, 4.8, tweede lid, 5.5, tweede lid, 5.6, derde lid, en 7.1a van het Tabaks- en rookwarenbesluit;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1.1

[Toekomstige wijziging(en) op 01-04-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • besluit: Tabaks- en rookwarenbesluit;

    • bijlage: bijlage bij de Tabaks- en rookwarenregeling;

    • common entry gate: een gemeenschappelijk Europees portaal voor het verstrekken van gegevens en bescheiden over tabaksproducten en aanverwante producten;

    • de Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

    • geur- of smaakstof: een additief dat geur of smaak verleent;

    • kenmerkend aroma: een duidelijk waarneembare andere geur of smaak dan die van tabak en die het resultaat is van een additief of combinatie van additieven, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, fruit, specerijen, kruiden, alcohol, snoepgoed, menthol of vanille, die kan worden waargenomen voor of bij de consumptie van het tabaksproduct;

    • kinderveilige sluiting: een sluiting die is aangebracht overeenkomstig bijlage II, punten 3.1.2, 3.1.3 en 3.1.4.2 van verordening (EG) nr. 1272/2008;

    • toxiciteit: de mate waarin een stof schadelijke effecten kan hebben in het menselijk organisme, inclusief effecten die optreden in de loop van de tijd, doorgaans ten gevolge van herhaalde of voortdurende consumptie of blootstelling;

    • uitgezonderde speciaalzaak: speciaalzaak als bedoeld in artikel 5.9 van het besluit;

    • verhit tabaksproduct: nieuwsoortig tabaksproduct dat wordt verhit om een emissie van nicotine en andere chemische stoffen te produceren, die vervolgens door de gebruiker wordt ingeademd en dat, afhankelijk van zijn kenmerken, een rookloos tabaksproduct of een voor roken bestemd tabaksproduct is;

    • verordening (EG) nr. 1272/2008: Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006;

    • verslavende werking: het farmacologisch vermogen van een stof om verslaving te veroorzaken, een toestand die invloed heeft op het vermogen van een particulier om zijn gedrag te beheersen, meestal door het geven van een beloning of het verlichten van ontwenningsverschijnselen, of beide;

    • volumetabak: tabak waarop, bij de productie ervan, een proces wordt toegepast waardoor het volume van de shagtabak per gewichtseenheid toeneemt;

    • wet: Tabaks- en rookwarenwet.

  • 2 Als tabaksproductenrichtlijn, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet, wordt aangewezen Richtlijn 2014/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten en tot intrekking van Richtlijn 2001/37/EG (PbEU 2014, L 127).

  • 3 Als gedelegeerde verordening gegevensopslagcontracten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet wordt aangewezen Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/573 van de Commissie van 15 december 2017 betreffende de centrale elementen van de gegevensopslagcontracten die als onderdeel van een traceringssysteem voor tabaksproducten moeten worden gesloten (PbEU 2018, L 96).

  • 4 Als uitvoeringsbesluit veiligheidskenmerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet wordt aangewezen Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/576 van de Commissie van 15 december 2017 inzake de technische normen voor op tabaksproducten aangebrachte veiligheidskenmerken (PbEU 2018, L 96).

  • 5 Als uitvoeringsverordening traceringssysteem als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet wordt aangewezen Uitvoeringsverordening (EU) 2018/574 van de Commissie van 15 december 2017 inzake de technische normen voor de instelling en werking van een traceringssysteem voor tabaksproducten (PbEU 2018, L 96).

§ 2. Producteisen

Artikel 2.1

  • 1 Als methoden van onderzoek die bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of een sigaret voldoet aan eisen van artikel 2.1, eerste lid, van het besluit, worden aangewezen de metingen volgens de volgende normen:

    • a. NEN-ISO 4387:2000/A1:2008 Sigaretten – Bepaling van het totale nicotine-vrije droge, rookcondensaat bij gebruik van een rookmachine voor routinematig analyse onderzoek van sigaretten, voor het emissieniveau van teer;

    • b. NEN-ISO 10315:2013 Sigaretten – Bepaling van het gehalte nicotine in rookcondensaten – Gaschromatografische methode, voor het emissieniveau van nicotine;

    • c. NEN-ISO 8454:2007/A1:2009 Sigaretten – Bepaling van koolmonoxide in de gasfase van sigarettenrook – NDIR-methode, voor het emissieniveau van koolmonoxide.

  • 2 De resultaten van de metingen worden geverifieerd aan de hand van NEN-ISO 8243:2013 Sigaretten – Monsterneming.

  • 3 De Minister maakt de referenties van wijzigingen van de in het eerste lid aangewezen normen bekend in de Staatscourant.

Artikel 2.2

[Toekomstige wijziging(en) op 01-04-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Als methode van onderzoek die bij uitsluiting beslissend zijn voor de vaststelling of een sjekkie voldoet aan de eisen van artikel 2.1, tweede lid, van het besluit, worden aangewezen de metingen volgens de normen:

    • a. NEN-ISO 15592-3:2009 ‘Fine-cut tobacco’ en rookartikelen gemaakt van shagtabak – Methode van monsterneming, conditionering en analyse – Deel 3: Bepaling van het totale gehalte aan rookcondensaat bij gebruik van een rookmachine voor routinematig analytisch onderzoek, voorbereiding voor de bepaling van water en nicotine, en de berekening van nicotinevrij rookcondensaat, voor het emissieniveau van teer, gemeten met behulp van een sjekkie met 750 mg tabak, waarbij, in afwijking van Annex B, tabel B.1, een standaard type papier wordt gebruikt als bedoeld in het tweede lid. Voor de hoeveelheid te gebruiken volumetabak per sjekkie, wordt de meetmethode gebruikt zoals in de bijlage bij deze regeling staat beschreven;

    • b. NEN-ISO 10315: 2014 (Cor.2014-11) Sigaretten – Bepaling van het gehalte aan nicotine in rookcondensaten – Gaschromatografische methode, voor het emissieniveau van nicotine, gemeten met behulp van een sjekkie met 750 mg tabak, waarbij een standaard type papier wordt gebruikt als bedoeld in het tweede lid;

    • c. NEN-ISO 8454:2007/A1:2009 Sigaretten – Bepaling van koolmonoxide in de gasfase van sigarettenrook – NDIR-methode, voor het emissieniveau van koolmonoxide, gemeten met behulp van een sjekkie met 750 mg tabak, waarbij een standaard type papier wordt gebruikt als bedoeld in het tweede lid.

  • 2 Het type papier als bedoeld in het eerste lid, onder a, b, en c, voldoet aan de volgende specificaties:

     

    Eenheid

    Nieuw type papier

    Kleur

     

    Wit

    Markering

     

    Markering cylinder

    Papier gewicht

    G/m2

    Gemiddelde

    Gemiddelde tolerantie

    23.0

    +/– 1.0

    Dikte(10 maal)

    μm

    350

    +/– 20

    Vulstof CaCO3

    %

    26.8

    +/– 2.7

    Witheid

    %

    Min. 82

    Luchtdoorlaatbaarheid(bij een druk van 1 kPa)

    Cm3/min/cm2

    140

    +/– 7

    Drukverloop relatie

     

    Lineair

     

    Additieven natrium / kaliumcitraat

    %

    1.10

    +/– 0.20

    Hierbij wordt gebruik gemaakt van de in NEN-ISO 15592-3:2009 ‘Fine-cut tobacco’ en rookartikelen gemaakt van shagtabak – Methode van monsterneming, conditionering en analyse – Deel 3: Bepaling van het totale gehalte aan rookcondensaat bij gebruik van een rookmachine voor routinematig analytisch onderzoek, voorbereiding voor de bepaling van water en nicotine, en de berekening van nicotinevrij rookcondensaat, genoemde testen.

  • 3 De resultaten van de metingen worden geverifieerd aan de hand van NEN-ISO 15592-1:2001 ‘Fine-cut tobacco’ en rookartikelen gemaakt van shagtabak – Methoden van monsterneming, conditionering en analyse – Deel 1: Monsterneming.

  • 4 De Minister maakt de referenties van wijzigingen van de in het eerste tot en met derde lid aangewezen normen bekend in de Staatscourant.

Artikel 2.3

  • 1 Voor erkenning in de zin van artikel 3c, tweede lid, van de wet, komen in aanmerking laboratoria waaraan accreditatie krachtens NEN-EN-ISO/IEC 17025:2018 Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria, is verleend en die deel uitmaken van het Rijk.

  • 2 De Minister verleent een erkenning op aanvraag. Aan de erkenning kunnen voorschriften worden verbonden die gericht zijn op het waarborgen van de kwaliteit en de onafhankelijkheid van de verificaties van metingen en onderzoekingen.

  • 3 De Minister maakt in de Staatscourant bekend welke laboratoria zijn erkend.

  • 4 Een erkenning kan worden ingetrokken als niet langer aan de eisen gesteld bij of krachtens dit artikel wordt voldaan.

Artikel 2.4

  • 1 Verificatie van de metingen bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, vindt per merk en type sigaret eens in de drie jaar plaats. De kosten die samenhangen met de verificatie worden ten laste gebracht van de degene ten behoeve van wie deze werkzaamheden worden verricht. De kosten bedragen € 2.617,24 per merk en type sigaret.

  • 2 Verificatie van de metingen bedoeld in artikel 2.2, derde lid, vindt per merk en type shagtabak eens in de drie jaar plaats. De kosten die samenhangen met de verificatie van de metingen bedoeld in artikel 2.2, derde lid, worden ten laste gebracht van degene van wie de werkzaamheden worden verricht. De kosten bedragen € 2.738,84 per merk en type shagtabak.

Artikel 2.5

  • 1 Sigaretten, shagtabak en verhitte tabaksproducten met een kenmerkend aroma worden, met inachtneming van het bepaalde krachtens artikel 7, tweede en vijfde lid, van de tabaksproductenrichtlijn, niet in de handel gebracht.

  • 2 Sigaretten, shagtabak en verhitte tabaksproducten voldoen aan artikel 7, zevende lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 2.6

[Toekomstige wijziging(en) op 01-04-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Het is verboden tabaksproducten in de handel te brengen die additieven bevatten in hoeveelheden die bij consumptie de toxische of verslavende werking of de kankerverwekkendheid, mutageniteit of reprotoxiciteit van een tabaksproduct in significante of meetbare mate vergroten, met inachtneming van het bepaalde krachtens artikel 7, tiende en elfde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 2 Tabaksproducten die in de handel worden gebracht voldoen aan artikel 7, zesde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 2.7a

  • 1 In aanvulling op artikel 2.7, worden sigaretten slechts in de handel gebracht indien voldaan wordt aan de volgende eisen:

    • a. de lengte van de sigaret met filter is minimaal 80 en maximaal 85 millimeter en lengte van de sigaret zonder filter is minimaal 65 en maximaal 70 millimeter;

    • b. de diameter van de sigaret is minimaal 7,5 en maximaal 8 millimeter;

    • c. het papier dat de tabak van de sigaret omhult is van aaneengesloten materiaal zonder doorzichtige onderdelen, is onbedrukt, heeft een matte en gladde afwerking, bevat geen visuele- of geluidseffecten en is wit van kleur;

    • d. indien sigaretten een filter bevatten is de filter zelf wit van kleur en het papier dat de filter omhult is hetzij wit hetzij bedekt met een print van imitatiekurk.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onder c, mogen sigaretten de merknaam en merkvariant bevatten, mits de tekst:

    • a. ten hoogste eenmaal voorkomt;

    • b. is weergegeven in het standaard lettertype Helvetica, zonder opmaakvarianten;

    • c. is weergegeven in de kleur zwart met een matte en gladde afwerking;

    • d. uitsluitend letters van het alfabet, getallen of het ampersandteken bevat, waarbij tussen de woorden, getallen en ampersandtekens telkens hooguit een spatie wordt gebruikt;

    • e. hooguit hoofdletters bevat voor de eerste letter van elk woord;

    • f. is weergegeven in een maximale tekengrootte 8;

    • g. de merkvariant direct onder de merknaam staat opgenomen en samen met de merknaam evenwijdig is aan en niet meer dan 38 millimeter verwijderd is van het uiteinde van de sigaret dat niet bedoeld is om aan te steken.

Artikel 2.8

  • 1 Een elektronische sigaret wordt slechts in de handel gebracht indien deze in de vorm is van een wegwerpproduct, of indien deze door middel van een navulverpakking en een reservoir navulbaar is of herlaadbaar is met een patroon voor eenmalig gebruik.

  • 2 Een elektronische sigaret geeft per merk en type bij gebruik onder normale en vergelijkbare omstandigheden, op vergelijkbare wijze nicotinedoses af.

  • 3 Een navulreservoir van een navulbare elektronische sigaret heeft een volume van ten hoogste 2 ml.

Artikel 2.9

  • 1 Een elektronische sigaret en een navulverpakking zijn kindveilig en beschermd tegen manipulatie, breken en lekken.

  • 2 In aanvulling op het bepaalde in verordening (EG) nr. 1272/2008 beschikt een navulverpakking, voor zover daarvoor een kinderveilige sluiting op grond van de voornoemde verordening niet verplicht is, over een kinderveilige sluiting.

  • 3 Een elektronische sigaret en navulverpakking beschikken, indien van toepassing, over een navulmechanisme dat voldoet aan het bepaalde krachtens artikel 20, dertiende lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 2.10

[Toekomstige wijziging(en) op 01-04-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

Nicotinehoudende vloeistof wordt slechts in de handel gebracht indien het voldoet aan artikel 20, derde lid, onder a tot en met e, van de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 2.11

[Toekomstige wijziging(en) op 01-04-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Niet-nicotinehoudende vloeistof wordt uitsluitend in de handel gebracht in speciale navulverpakkingen met een volume van ten hoogste 10 ml, in elektronische sigaretten zonder nicotine of in patronen zonder nicotine, met dien verstande dat reservoirs van elektronische sigaretten zonder nicotine of patronen zonder nicotine een volume hebben van ten hoogste 2 ml.

  • 2 Niet-nicotinehoudende vloeistof bevat geen additieven die zijn genoemd in artikel 7, zesde lid, onderdelen a tot en met c en onderdeel e, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 3 Bij de productie van niet-nicotinehoudende vloeistof worden uitsluitend zuivere ingrediënten gebruikt. Van andere stoffen dan de ingrediënten die noodzakelijk zijn voor de productie van de niet-nicotinehoudende vloeistof, zijn in de niet-nicotinehoudende vloeistof alleen sporen aanwezig indien deze sporen bij de productie technisch onvermijdelijk zijn.

  • 4 In niet-nicotinehoudende vloeistof worden uitsluitend ingrediënten gebruikt die, zowel in verhitte als in onverhitte toestand, ongevaarlijk zijn voor de gezondheid van de mens.

Artikel 2.12

  • 1 Als ingrediënten van nicotinehoudende en niet-nicotinehoudende vloeistoffen en van andere onderdelen van elektronische dampwaar worden uitsluitend de volgende smaakbepalende additieven gebruikt:

    CAS-nummer

    Stofnaam Engels

    Stofnaam Nederlands

    35044-68-9

    beta-Damascone

    beta-Damascon

    23726-91-2

    (E)-beta-Damascone

    (E)-beta-Damascon

    23726-92-3

    (Z)-beta-Damascone

    (Z)-beta-Damascon

    23696-85-7

    Damascenone

    Damascenon

    23726-93-4

    (E)-beta-Damascenone

    (E)-beta-Damascenon

    1125-21-9

    Ketoisophorone

    Keto-isoforon

    4883-60-7

    2-Hydroxy-3,5,5- trimethyl-2- cyclohexenone

    2-Hydroxy-3,5,5- trimethyl-2- cyclohexenon

    536-78-7

    3-Ethylpyridine

    3-Ethylpyridine

    350-03-8

    3-Acetylpyridine

    3-Acetylpyridine

    91-10-1

    2,6-Dimethoxyphenol

    2,6-Dimethoxyfenol

    67-47-0

    5-(Hydroxymethyl)- 2-furfural

    5-(Hydroxymethyl)- 2-furfural

    591-12-8

    alpha-Angelica lactone

    alfa-Angelica lacton

    503-74-2

    Isovaleric acid

    Isovaleriaanzuur

    1139-30-6

    (-)Caryophyllene oxide

    (-) Caryofylleen oxide

    3738-00-9

    Ambroxide

    Ambroxide

    564-20-5

    (3aR)-(+)-Sclareolide

    (3aR)-(+)-Sclareolide

§ 3. Verpakkingseisen

Artikel 3.1

De etikettering van een verpakkingseenheid of buitenverpakking van een tabaksproduct dat in de handel wordt gebracht bevat geen enkel symbool, naam, merk, figuratief teken of ander element of kenmerk dat is genoemd in artikel 13, eerste lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 3.2

  • 1 Een gezondheidswaarschuwing op een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van tabaksproducten die in de handel worden gebracht voldoen aan artikel 8, eerste tot en met vierde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 2 De afmetingen van een gezondheidswaarschuwing als bedoeld in de artikelen 3.3, 3.4, 3.6 en 3.8 worden berekend in verhouding tot de betreffende oppervlakte wanneer de verpakkingseenheid of de buitenverpakking van een tabaksproduct gesloten is.

  • 3 Een gezondheidswaarschuwing op een verpakkingseenheid of buitenverpakking van een tabaksproduct wordt omgeven door een 1 mm brede zwarte rand, binnen de voor deze gezondheidswaarschuwing bestemde oppervlakte. Deze eis geldt niet voor de gezondheidswaarschuwing op een verpakkingseenheid of buitenverpakking van sigaren als bedoeld in artikel 3.2, tweede lid, van het besluit.

Artikel 3.3

  • 1 De algemene waarschuwing is: Roken is dodelijk – stop nu.

  • 2 De informatieve boodschap is de boodschap genoemd in artikel 9, tweede lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 3 De algemene waarschuwing en de informatieve boodschap worden aangebracht op elke verpakkingseenheid en elke buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten en voldoen aan artikel 9, derde en vierde lid, van de tabaksproductenrichtlijn en het bepaalde krachtens artikel 9, zesde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 3.4

  • 1 Een gecombineerde gezondheidswaarschuwing bevat een van de in bijlage I van de tabaksproductenrichtlijn bedoelde waarschuwende teksten en een bijbehorende kleurenfoto uit bijlage II van de tabaksproductenrichtlijn en informatie over het stoppen met roken.

  • 2 Informatie over het stoppen met roken als bedoeld in het eerste lid, luidt:

    Stop nu! Kijk op www.ikstopnu.nl

    Of bel de stoplijn 0800-1995 (gratis).

  • 3 Een verpakkingseenheid of buitenverpakking met een gecombineerde gezondheidswaarschuwing voldoet aan artikel 10, eerste lid, onder c, d, e, eerste volzin, en f, en g, van de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 3.5

  • 1 Van 20 mei 2016 tot en met 19 mei 2017 wordt bij de productie de eerste groep gecombineerde gezondheidswaarschuwingen uit Bijlage II van de tabaksproductenrichtlijn gebruikt en deze groep wordt in het volgende jaar steeds door een volgende groep opgevolgd.

  • 2 De voor het gegeven jaar voorgeschreven gecombineerde gezondheidswaarschuwingen komen zoveel mogelijk evenveel voor op elk merk van voor roken bestemde tabaksproducten.

Artikel 3.6

  • 1 De etikettering van een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van sigaren als bedoeld in artikel 3.2, tweede lid, van het besluit, voldoet aan artikel 11, eerste tot en met vijfde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 2 De verwijzing naar de diensten die helpen om te stoppen met roken, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, eerste paragraaf, van de tabaksproductenrichtlijn, is: www.ikstopnu.nl of bel 0800-1995.

Artikel 3.7

  • 1 Een verpakkingseenheid van sigaretten of shagtabak voldoet aan artikel 14 van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 2 Een verpakkingseenheid of een buitenverpakking van sigaretten of shagtabak bevat geen bestanddelen die geur- of smaakstoffen bevatten of die met technische elementen de geur, de smaak of de intensiteit van de rook van de betreffende sigaret of het betreffende shagtabak kunnen wijzigen.

  • 3 Een verpakkingseenheid of buitenverpakking van sigaretten of shagtabak:

    • a. bevat, behoudens het bepaalde in het vierde lid, geen andere producten dan sigaretten of shagtabak;

    • b. is van aaneengesloten materiaal;

    • c. bevat geen doorzichtige onderdelen of geluidseffecten; en

    • d. heeft aan de binnenkant de kleur Pantone 448C of wit met een matte en gladde afwerking.

  • 4 Naast het bepaalde in het derde lid, kan een verpakkingseenheid of buitenverpakking van:

    • a. sigaretten aan de binnenkant foliepapier bevatten dat de producten omhult om de versheid te bewaren, mits dit foliepapier:

      • 1°. onbedrukt is;

      • 2°. een matte en gladde afwerking heeft, tenzij textuurvormen een noodzakelijk gevolg zijn van het geautomatiseerde productieproces, op voorwaarde dat deze op gelijke afstand van elkaar zijn gelegen, dezelfde grootte hebben en geen afbeelding, model, motief of symbool vormen dat doet denken aan iets anders; en

      • 3°. hetzij volledig wit hetzij aan de buitenkant zilverkleurig en aan de binnenkant wit is;

    • b. shagtabak als onderdeel van de binnenverpakking foliepapier bevatten dat de verpakking luchtdicht afsluit, mits dit foliepapier:

      • 1°. onbedrukt is;

      • 2°. een matte en gladde afwerking heeft, tenzij textuurvormen een noodzakelijk gevolg zijn van het geautomatiseerde productieproces, op voorwaarde dat deze op gelijke afstand van elkaar zijn gelegen, dezelfde grootte hebben en geen afbeelding, model, motief of symbool vormen dat doet denken aan iets anders; en

      • 3°. hetzij volledig wit, hetzij aan de buitenkant zilverkleurig en aan de binnenkant wit, hetzij, in het geval van een verpakking met deksel, volledig zilverkleurig is;

    • c. sigaretten of shagtabak een omhulsel van onbedrukt, ongekleurd en doorzichtig cellofaan met een gladde afwerking bevatten, dat een cellofaanstrip kan bevatten, mits de cellofaanstrip:

      • 1°. ten hoogste drie millimeter breed is;

      • 2°. in dezelfde leesrichting loopt als de waarschuwende tekst van de gecombineerde gezondheidswaarschuwing; en

      • 3°. doorzichtig of zwart is, waarvan ten hoogste een gedeelte van vijftien millimeter lang in contrast daarmee doorzichtig of zwart kan zijn;

    • d. shagtabak een plakstrip bevatten om de verpakking hersluitbaar te maken, mits deze plakstrip onbedrukt, ongekleurd en doorzichtig is en een gladde afwerking heeft.

  • 5 Het deel van de verpakkingseenheid en buitenverpakking van sigaretten of shagtabak dat niet in beslag wordt genomen door de gezondheidswaarschuwing heeft aan de buitenkant de kleur Pantone 448C met een matte en gladde afwerking.

  • 6 Naast het bepaalde in het vijfde lid, kan het deel van de verpakkingseenheid en buitenverpakking van sigaretten of shagtabak dat niet in beslag wordt genomen door de gezondheidswaarschuwing:

    • a. aan de buitenkant de merknaam en merkvariant bevatten, mits de tekst:

      • 1°. ten hoogste eenmaal voorkomt op de voorkant, bovenkant en onderkant van de verpakkingseenheid of buitenverpakking;

      • 2°. is weergegeven in het standaard lettertype Helvetica, zonder opmaakvarianten;

      • 3°. is weergegeven in de kleur Pantone Cool Gray 2C met een matte en gladde afwerking;

      • 4°. uitsluitend de letters van het alfabet, getallen of het ampersandteken bevat;

      • 5°. hooguit hoofdletters bevat voor de eerste letter van elk woord;

      • 6°. is weergegeven in een maximale tekengrootte 14 voor de merknaam en in een maximale tekengrootte 10 voor de merkvariant;

      • 7°. van de merkvariant direct onder de merknaam staat opgenomen en samen met de merknaam gecentreerd staat en in dezelfde leesrichting loopt als de waarschuwende tekst van de gecombineerde gezondheidswaarschuwing;

      • 8°. van de merknaam niet langer dan een regel is, waarbij tussen de woorden, getallen en ampersandtekens telkens hooguit een spatie wordt gebruikt;

      • 9°. van de merkvariant niet langer dan een regel is, waarbij tussen de woorden, getallen en ampersandtekens telkens hooguit een spatie wordt gebruikt;

    • b. aan de buitenkant ten hoogste eenmaal een weergave van het aantal sigaretten dat in de verpakking zit dan wel het gewicht van een pakje shag in gram bevatten, mits de tekst:

      • 1°. is weergegeven in het standaard letterype Helvetica, zonder opmaakvarianten;

      • 2°. is weergegeven in de kleur Pantone Cool Gray 2C met een matte en gladde afwerking;

      • 3°. op de verpakkingseenheid is weergegeven in een maximale tekengrootte 10;

      • 4°. op de buitenverpakking is weergegeven in een maximale tekengrootte 14;

      • 5°. in dezelfde leesrichting loopt als de waarschuwende tekst van de gecombineerde gezondheidswaarschuwing;

      • 6°. het aantal sigaretten aanduidt met cijfers, dat kan worden gevolgd door hooguit een spatie en het woord ‘sigaretten’, waarvan de eerste letter een hoofdletter kan zijn;

      • 7°. het aantal gram shag aanduidt met cijfers, gevolgd door de letter g en het ℮-teken als bedoeld in artikel 3 van het Warenwetbesluit hoeveelheden voorverpakkingen, waarbij tussen de cijfers, de letter g en het ℮-teken telkens hooguit een spatie wordt gebruikt;

    • c. aan de buiten- of binnenkant de naam, het adres, het e-mailadres en het telefoonnummer van de producent bevatten, mits de tekst:

      • 1°. ten hoogste eenmaal voorkomt en, indien opgenomen aan de buitenkant, niet op de voorkant van de verpakkingseenheid of de buitenverpakking staat;

      • 2°. is weergegeven in het standaard lettertype Helvetica, zonder opmaakvarianten;

      • 3°. indien opgenomen aan de buitenkant is weergegeven in de kleur Pantone Cool Gray 2C met een matte en gladde afwerking;

      • 4°. indien opgenomen aan de binnenkant is weergegeven in de kleur Pantone Cool Gray 2C, Pantone 448C of zwart met een matte en gladde afwerking;

      • 5°. is weergegeven in een maximale tekengrootte 10;

      • 6°. uitsluitend de letters van het alfabet, getallen en het ampersandteken bevat of, ingeval sprake is van een e-mail adres, een @-teken, waarbij tussen de woorden, getallen en tekens telkens hooguit een spatie wordt gebruikt;

      • 7°. hooguit hoofdletters bevat voor de eerste letter van elk woord;

    • d. aan de buitenkant een zo onopvallend mogelijk kalibratieteken bevatten;

    • e. aan de buitenkant ten hoogste een barcode bevatten, mits de barcode:

      • 1°. niet voorkomt op de voorkant van de verpakkingseenheid of de buitenverpakking;

      • 2°. is weergegeven in de kleuren zwart en wit of Pantone 448C en wit met een matte en gladde afwerking; en

      • 3°. geen afbeelding, patroon, beeld of symbool vormt dat herkenbaar is als iets anders dan een barcode.

  • 7 In het geval van een buidelvormige verpakking voor shagtabak, kunnen de merknaam en de merkvariant als bedoeld in het zesde lid, onderdeel a, onder 1°, in afwijking van dat onderdeel ten hoogste eenmaal op de voorkant en achterkant van de verpakking en de binnenkant van de flap worden opgenomen.

  • 8 In het geval van een cilindervormige verpakking voor shagtabak kunnen de merknaam en merkvariant, producentgegevens en barcode bedoeld in het zesde lid, onderdelen a, c en e, in afwijking van het zesde lid, onderdeel a, onder 1°, onderdeel c, onder 1° en onderdeel e, onder 1°, ten hoogste eenmaal worden opgenomen op:

    • a. de deksel van de verpakking;

    • b. de onderkant van de verpakking; en

    • c. op het gebogen oppervlak van de verpakking, mits de merknaam en merkvariant aan die zijde worden opgenomen die tegenovergesteld is aan de zijde waar de naam, het adres, het e-mailadres en telefoonnummer van de producent, of de barcode staan opgenomen.

  • 9 In het geval van een verpakking voor shagtabak met deksel kunnen de merknaam en merkvariant, de inhoudsindicatie, de producentgegevens, het kalibratieteken en de barcode als bedoeld in het zesde lid, onderdelen a tot en met e, op de deksel en onderkant met een sticker worden aangebracht, mits deze niet kan worden verwijderd.

  • 10 Indien een buitenverpakking meerdere verpakkingseenheden bevat, kan, in aanvulling op het zesde lid, onderdeel b, de weergave van het gewicht van de shag in gram of het aantal sigaretten dat in een enkele verpakkingseenheid zit, gevolgd worden met de vermelding van het symbool x en vervolgens het aantal verpakkingseenheden in cijfers, waarbij tussen de getallen, letters en tekens telkens hooguit een spatie wordt gebruikt.

Artikel 3.7a

  • 1 Het materiaal van een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten is aaneengesloten en bevat geen doorzichtige onderdelen.

  • 2 Het deel van een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten dat niet in beslag wordt genomen door de gezondheidsheidswaarschuwing, heeft een matte en gladde afwerking en bevat geen:

    • a. geluid-, geur- of smaakeffecten;

    • b. visuele effecten; en

    • c. glanzende elementen.

  • 3 Een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten bevat geen vermeldingen of andere elementen die verwijzen naar een bepaald thema of waaruit blijkt dat er sprake is van een gelimiteerde editie.

  • 4 Onverminderd het bepaalde in artikel 3.3, derde lid, is de binnenzijde van een verpakkingseenheid en van een buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten onbedrukt.

  • 5 Een verpakkingseenheid van voor roken bestemde tabaksproducten met uitzondering van sigaren bevat uitsluitend die producten en, indien van toepassing onbedrukt foliepapier dat de producten omhult om de versheid te bewaren.

  • 6 Een verpakkingseenheid van sigaren bevat uitsluitend sigaren en, indien van toepassing, onbedrukt vloeipapier, foliepapier, cellofaan, metalen tubes en kartonnen stootrandjes.

  • 7 Dit artikel is niet van toepassing op sigaretten en shagtabak.

Artikel 3.8

Een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van een rookloos tabaksproduct voldoen aan artikel 12 van de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 3.9

  • 1 Een verpakkingseenheid van een elektronische sigaret en een navulverpakking bevat een bijsluiter met:

    • a. aanwijzingen inzake gebruik van het product, waaronder in elk geval worden verstaan:

      • i. de vermelding dat het gebruik van het product door jongeren en niet-rokers wordt afgeraden;

      • ii. indien van toepassing, informatie over welke andere producten met dit product compatibel zijn;

      • iii. indien van toepassing, instructies voor het navullen, inclusief illustraties;

    • b. aanwijzingen inzake opslag van het product;

    • c. waarschuwingen voor de volgende risicogroepen: zwangeren, vrouwen die borstvoeding geven en personen met een aandoening aan de longen, kanker of hart- en vaatziekten;

    • d. informatie over mogelijke schadelijke effecten;

    • e. informatie over verslavende werking en toxiciteit; en

    • f. contactgegevens van de producent in de Europese Economische Ruimte of importeur in de Europese Economische Ruimte.

  • 2 Het eerste lid, onder a, c, d en f is van overeenkomstige toepassing op elektronische sigaretten zonder nicotine, navulverpakkingen zonder nicotine en patronen zonder nicotine.

  • 3 Een bijsluiter van nicotinehoudende en niet-nicotinehoudende vloeistoffen en van andere onderdelen van elektronische dampwaar bevat geen aanduiding van andere dan de in artikel 2.12 aangewezen smaakbepalende additieven en geen aanduiding die verwijst naar een smaak anders dan tabak.

Artikel 3.10

[Toekomstige wijziging(en) op 01-01-2025. Zie het overzicht van wijzigingen]

  • 1 Op een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van elektronische dampwaar is, indien van toepassing, een lijst van alle ingrediënten van het product naar afnemend gewicht aangebracht, alsmede een vermelding van het nicotinegehalte van het product in mg per ml, de nicotineafgifte per dosis en het nummer van de partij.

  • 2 Voor zover de aanbeveling om een product buiten bereik van kinderen te houden niet verplicht is op grond van verordening (EG) nr. 1272/2008, bevat een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van een elektronische sigaret of navulverpakking in aanvulling op deze verordening de voornoemde aanbeveling.

  • 3 Een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van een elektronische sigaret of navulverpakking voldoet aan artikel 20, vierde lid, onder b, onder ii, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 4 Een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van een elektronisch verhittingsapparaat, een elektronische sigaret zonder nicotine, een navulverpakking zonder nicotine en een patroon zonder nicotine bevat geen enkel element of kenmerk dat:

    • a. het product aanprijst of het gebruik ervan aanmoedigt door een verkeerde indruk te wekken over de kenmerken, gevolgen voor de gezondheid, risico's of emissies ervan;

    • b. de suggestie wekt dat een bepaald in de aanhef genoemd product minder schadelijk is dan andere of gericht is op het verminderen van het effect van bepaalde schadelijke bestanddelen van damp, of activerende, energetische, genezende, verjongende, natuurlijke, biologische eigenschappen bezit of andere positieve gevolgen heeft voor de gezondheid of de levensstijl;

    • c. verwijst naar een smaak of andere additieven dan geur- of smaakstoffen, of het ontbreken daarvan;

    • d. op een levensmiddel of een cosmetisch product lijkt;

    • e. de suggestie wekt dat een bepaald product biologisch beter afbreekbaar is of andere milieuvoordelen heeft.

  • 5 Een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van nicotinehoudende en niet-nicotinehoudende vloeistoffen en van andere onderdelen van elektronische dampwaar bevatten geen aanduiding van andere dan de in de artikel 2.12 aangewezen smaakbepalende additieven en geen aanduiding die verwijst naar een smaak anders dan tabak.

Artikel 3.11

  • 1 Op een verpakkingseenheid en een eventuele buitenverpakking van een elektronische sigaret of navulverpakking wordt, indien van toepassing, de volgende waarschuwing aangebracht: ‘Dit product bevat de zeer verslavende stof nicotine. Het gebruik ervan wordt afgeraden voor niet-rokers’.

  • 2 Op een verpakkingseenheid en een eventuele buitenverpakking van een elektronisch verhittingsapparaat, een elektronische sigaret zonder nicotine, een navulverpakking zonder nicotine of patroon zonder nicotine, wordt de volgende waarschuwing aangebracht: ‘Dit product schaadt uw gezondheid. Het gebruik ervan wordt afgeraden voor niet-rokers’.

  • 3 De waarschuwingen, genoemd in het eerste en tweede lid, voldoen aan artikel 20, vierde lid, onder c, van de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 3.12

Een buitenverpakking en een verpakkingseenheid van voor roken bestemde kruidenproducten voldoen aan artikel 21 van de tabaksproductenrichtlijn.

§ 3a. Volg- en traceersysteem en veiligheidskenmerk

Artikel 3.13. Identificatiecodes

  • 1 Aan de Directeur Health van de afdeling Sales & Client Management van Atos Nederland B.V. wordt mandaat verleend om namens de Minister besluiten te nemen als bedoeld in de artikelen 8, 9, 11, 13, 15, 17 en 19 van de uitvoeringsverordening traceringssysteem.

  • 3 Bij het aanbrengen van de unieke identificatiemarkering op de verpakkingseenheid van tabaksproducten, wordt voldaan aan de eisen, genoemd in artikel 15, eerste lid, tweede zin, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 4 Voor sigaretten en shagtabak die vóór 20 mei 2019 in de Unie zijn geproduceerd of ingevoerd geldt het in het bij of krachtens de artikelen 4a, 4b en 4c van de wet bepaalde vanaf 21 mei 2020.

  • 5 Voor andere tabaksproducten dan sigaretten en shagtabak geldt het bij of krachtens de artikelen 4a, 4b en 4c van de wet bepaalde vanaf 20 mei 2024. Indien andere tabaksproducten dan sigaretten en shagtabak vóór 20 mei 2024 in de Unie zijn geproduceerd of ingevoerd geldt het bij of krachtens de artikelen 4a, 4b en 4c van de wet bepaalde vanaf 21 mei 2026.

Artikel 3.14. Veiligheidskenmerk

  • 1 Het accijnszegel, bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Wet op de accijns, wordt gebruikt als veiligheidskenmerk als bedoeld in artikel 16, eerste lid, tweede alinea, van de tabaksproductenrichtlijn, voor tabaksproducten die op grond van artikel 73, eerste lid, van die wet moeten zijn voorzien van een accijnszegel.

  • 2 Het veiligheidskenmerkzegel wordt gebruikt als veiligheidskenmerk als bedoeld in artikel 16, eerste lid, eerste alinea, van de tabaksproductenrichtlijn, voor tabaksproducten waarvoor ter zake van uitslag tot verbruik bij of krachtens artikel 66a, 66b of 69, eerste lid, van de Wet op de accijns vrijstelling van accijns wordt verleend.

  • 3 Degene die veiligheidskenmerkzegels wil aanvragen, verzoekt bij de Minister om toestemming voor het aanvragen van veiligheidskenmerkzegels. De Minister beslist op de aanvraag bij beschikking.

  • 4 Voor het verzoek om toestemming voor het aanvragen van veiligheidskenmerkzegels wordt gebruik gemaakt van het formulier dat door de Minister beschikbaar wordt gesteld. De aanvraag bevat de volgende gegevens:

    • a. de bedrijfsnaam en adresgegevens van de vestiging;

    • b. het telefoonnummer, het faxnummer, het webadres en het e-mailadres van het bedrijf;

    • c. het btw-identificatienummer en het door de Kamer van Koophandel toegekende unieke nummer, bedoeld in artikel 9, onderdeel a, van de Handelsregisterwet 2007, indien de onderneming is gevestigd in Nederland, of het equivalent van het btw-identificatienummer en het betreffende buitenlandse handelsregisternummer, indien de onderneming is gevestigd buiten Nederland;

    • d. de naam, de functie, het telefoonnummer en het e-mailadres van de contactpersoon van de onderneming;

    • e. de omschrijving van de aard en activiteiten van de onderneming;

    • f. een document waaruit blijkt dat de aanvrager de doelstelling heeft tabaksproducten te produceren dan wel te importeren;

    • g. een intentieverklaring of een kopie van de overeenkomst tussen de aanvrager en de afnemer van de tabaksproducten;

    • h. het verwachte aantal vellen veiligheidskenmerkzegels, bestaande uit 300 zegels per vel, dat per maand wordt aangevraagd;

    • i. het verwachte aantal vellen veiligheidskenmerkzegels, bestaande uit 300 zegels per vel, dat per maand in voorraad wordt gehouden;

    • j. de ondertekening door de aanvrager.

  • 6 De toestemming voor het aanvragen van veiligheidskenmerkzegels wordt door de Minister verleend onder de volgende voorwaarden:

    • a. de aanvrager is producent of importeur van tabaksproducten;

    • b. het formulier is volledig en naar waarheid ingevuld;

    • c. er wordt een administratie bijgehouden door de aanvrager waarin wordt aangegeven hoeveel veiligheidskenmerkzegels gebruikt worden en hoeveel veiligheidskenmerkzegels in voorraad worden gehouden.

  • 7 Aan de toestemmingverlening voor het aanvragen van veiligheidskenmerkzegels kunnen nadere voorwaarden worden verbonden.

  • 9 Het veiligheidskenmerkzegel wordt zodanig bevestigd op de verpakkingseenheid van tabaksproducten, dat wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het uitvoeringsbesluit veiligheidskenmerk.

  • 10 Voor sigaretten en shagtabak die vóór 20 mei 2019 zijn geproduceerd of ingevoerd in de Unie geldt het bij of krachtens de artikelen 4h en 4i van de wet bepaalde vanaf 21 mei 2020.

  • 11 Voor andere tabaksproducten dan sigaretten en shagtabak geldt het bij of krachtens de artikelen 4h en 4i van de wet bepaalde vanaf 20 mei 2024. Voor andere tabaksproducten dan sigaretten en shagtabak die vóór 20 mei 2024 zijn geproduceerd of ingevoerd in de Unie geldt het bij of krachtens de artikelen 4h en 4i van de wet bepaalde vanaf 21 mei 2026.

Artikel 3.15. Bevoegde autoriteiten

  • 1 De verklaring, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem wordt verstrekt aan de inspecteur, bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onderdeel c, van de Algemene douanewet. Deze inspecteur krijgt op verzoek toegang tot de registratiegegevens, bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem.

  • 2 Wanneer de Minister encryptie of compressie gebruikt bij het genereren van eenheids-unieke identificatiemarkeringen als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem, wordt de inspecteur, bedoeld in het eerste lid, in kennis gesteld van de daarvoor gebruikte algoritmen.

  • 3 De inspecteur, bedoeld in het eerste lid, kan in naar behoren gemotiveerde gevallen de Minister verzoeken een marktdeelnemersidentificatiecode als bedoeld in artikel 15, vierde lid, een faciliteitsidentificatiecode als bedoeld in artikel 17, vierde lid, of een machine-identificatiecode als bedoeld in artikel 19, vierde lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem, te deactiveren.

  • 4 De inspecteur, bedoeld in het eerste lid, krijgt toegang tot het gegevensopslagsysteem, bedoeld in artikel 25, eerste lid, onderdeel k, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem. De inspecteur is tevens bevoegd op verzoek automatische statusberichten te ontvangen als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onderdeel f, en downloads uit te voeren als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onderdeel l, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem.

  • 5 De meldingen, bedoeld in artikel 35, vijfde en zevende lid, van de uitvoeringsverordening traceringssysteem en artikel 8, vierde en zesde lid, van het uitvoeringsbesluit veiligheidskenmerk, worden gedaan aan de Minister.

§ 4. Rapportageverplichtingen

Artikel 4.1

De kennisgeving, bedoeld in artikel 4.1 van het besluit, voldoet aan artikel 5, eerste tot en met derde lid, van de tabaksproductenrichtlijn. Op verzoek van de Minister wordt een exemplaar van het nieuwe of het gewijzigde tabaksproduct gezonden aan de Minister.

Artikel 4.2

  • 1 Producenten en importeurs van tabaksproducten verstrekken de Minister alle hen ter beschikking staande interne en externe studies aangaande marktonderzoek en de voorkeuren van verschillende groepen consumenten, inclusief jongeren en huidige rokers, inzake ingrediënten en emissies, alsmede samenvattingen van marktonderzoeken die zij uitvoeren bij het lanceren van nieuwe producten. Deze gegevens en bescheiden worden verstrekt binnen een redelijke termijn nadat zij bij de producent of importeur bekend zijn geworden.

  • 2 Producenten en importeurs van tabaksproducten verstrekken jaarlijks een verslag over het verkoopvolume van door hen op de markt gebrachte tabaksproducten per merk en type, opgegeven in aantallen of kilogram en per lidstaat, op jaarbasis. De producenten en importeurs verstrekken de gegevens over het voorgaande kalenderjaar vóór 15 juni van het kalenderjaar volgend op het jaar waarop de gegevens betrekking hebben.

Artikel 4.3

  • 1 De diepgaande studies, bedoeld in artikel 4.3, eerste lid, van het besluit, worden uitgevoerd om te bepalen of het additief:

    • a. bijdraagt aan de toxiciteit of verslavende werking van de betrokken producten, en of het de toxiciteit of verslavende werking van de betrokken producten in significante of meetbare mate vergroot;

    • b. een kenmerkend aroma produceert;

    • c. de inhalatie of de opname van nicotine faciliteert; en

    • d. stoffen opwekt die kankerverwekkend, mutageen of reprotoxisch zijn, de hoeveelheden van die stoffen, en of dit tot gevolg heeft dat de kankerverwekkendheid, mutageniteit of reprotoxiciteit van het betrokken product in significante of meetbare mate vergroot wordt.

  • 2 Bij het uitvoeren van de diepgaande studies wordt voldaan aan artikel 6, derde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 3 Het verslag van een diepgaande studie voldoet aan artikel 6, vierde lid, eerste paragraaf, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 4 Producenten en importeurs verstrekken het verslag van de diepgaande studie uiterlijk 18 maanden nadat het additief in kwestie is aangewezen als bedoeld artikel 4.3, eerste lid, van het besluit.

  • 5 De kosten die samenhangen met de ontvangst, opslag, verwerking en publicatie van de verstrekte verslagen van diepgaande studies worden ten laste gebracht van degene ten behoeve van wie de werkzaamheden worden verricht. De kosten bedragen € 322,16 per verstrekt verslag. Indien aanvulling van gegevens en bescheiden vereist is, wordt opnieuw € 322,16 in rekening gebracht.

  • 6 De onafhankelijke beoordeling van de diepgaande studies wordt uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.

Artikel 4.4

  • 1 Als sjabloon voor de indiening van de gegevens en bescheiden, bedoeld in de artikelen 4.1, 4.2 en 4.3 wordt aangewezen het sjabloon vastgesteld krachtens artikel 5, vijfde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 2 De gegevens en bescheiden, bedoeld in de artikelen 4.1, 4.2 en 4.3, worden door de producenten en importeurs verstrekt op elektronische wijze door middel van het common entry gate. De gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 4.2, worden verstrekt in de Nederlandse of Engelse taal.

Artikel 4.5

  • 1 De kennisgeving, bedoeld in artikel 4.5 van het besluit, voldoet aan artikel 19, eerste lid, van de tabaksproductenrichtlijn. Tegelijkertijd met de kennisgeving wordt een exemplaar van het nieuwsoortig tabaksproduct en het daarbij voor gebruik benodigde hulpmiddel gezonden aan de Minister.

  • 2 Indien producenten of importeurs beschikken over nieuwe of bijgewerkte gegevens of bescheiden als bedoeld in artikel 19, eerste lid, onder a, b, of c, van de tabaksproductenrichtlijn verstrekken zij deze binnen een redelijke termijn aan de Minister.

  • 3 De kennisgeving geschiedt op elektronische wijze door middel van het common entry gate in de Nederlandse of Engelse taal.

Artikel 4.6

  • 1 De kennisgeving, bedoeld in artikel 4.6 van het besluit, die betrekking heeft op een elektronische sigaret of een navulverpakking, voldoet aan artikel 20, tweede lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 2 De kennisgeving, bedoeld in artikel 4.6 van het besluit, met betrekking tot een elektronische sigaret zonder nicotine, een navulverpakking zonder nicotine en een patroon zonder nicotine, voldoet aan het bepaalde in artikel 20, tweede lid, onder a tot en met c, en e tot en met g, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 3 Op verzoek van de Minister wordt een exemplaar van de nieuwe of substantieel gewijzigde elektronische dampwaar gezonden aan de Minister.

  • 4 De kennisgeving geschiedt op elektronische wijze door middel van het common entry gate.

  • 5 Als sjabloon voor de indiening van de gegevens en bescheiden wordt aangewezen het sjabloon vastgesteld krachtens artikel 20, dertiende lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 4.7

  • 1 De kennisgeving, bedoeld in artikel 4.7 van het besluit, voldoet aan artikel 20, zevende lid, aanhef en onder i tot en met iv, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 2 De kennisgeving geschiedt op elektronische wijze door middel van het common entry gate in de Nederlandse of Engelse taal.

  • 3 De producenten en importeurs verstrekken de gegevens over het voorgaande kalenderjaar vóór 15 juni van het kalenderjaar volgend op het jaar waarop de gegevens betrekking hebben.

Artikel 4.8

  • 1 Bij de kennisgeving, bedoeld in artikel 4.8 van het besluit, wordt een lijst van alle ingrediënten met opgave van de voor de productie van die voor roken bestemde kruidenproducten gebruikte hoeveelheden, uitgesplitst naar merk en type, verstrekt aan de Minister. Op verzoek van de Minister wordt een exemplaar van het nieuwe of gewijzigde voor roken bestemde kruidenproduct gezonden aan de Minister.

  • 2 De kennisgeving geschiedt op elektronische wijze door middel van het common entry gate.

§ 6. Reclamebeperkingen

Artikel 6.1

  • 1 Afbeeldingen van een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van tabaksproducten die gericht zijn op consumenten in de Europese Economische Ruimte worden zodanig weergegeven dat de tekst van de grootste gezondheidswaarschuwing duidelijk zichtbaar is.

  • 2 Afbeeldingen van een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van voor roken bestemde tabaksproducten voldoen aan artikel 3.5, met uitzondering van afbeeldingen van een verpakkingseenheid en een buitenverpakking van sigaren als bedoeld in artikel 3.2, tweede lid, van het besluit. Deze afbeeldingen voldoen aan artikel 11, eerste lid, derde paragraaf, eerste volzin, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 3 De verplichting in het tweede lid, eerste volzin, geldt niet voor afbeeldingen die bestemd zijn om duurzaam te worden weergegeven in een uitgezonderde speciaalzaak of op een tabaksautomaat, voor zover het gaat om de verplichting om jaarlijks te rouleren met groepen gecombineerde gezondheidswaarschuwingen, zoals bepaald in artikel 10, tweede lid, eerste volzin, van de tabaksproductenrichtlijn.

Artikel 6.2

Reclame in een uitgezonderde speciaalzaak wordt slechts aangebracht met inachtneming van de in deze paragraaf gestelde voorschriften.

Artikel 6.3

  • 1 Reclame in een uitgezonderde speciaalzaak legt op geen enkele wijze een positief verband met gezondheid.

  • 2 Onverminderd het eerste lid gelden beperkingen aan reclame in of aan een speciaalzaak niet voor historische materialen van of historische uitingen over tabaksmerken die niet meer in de handel zijn.

Artikel 6.4

  • 1 Reclame voor voor roken bestemde tabaksproducten in een uitgezonderde speciaalzaak is voorzien van de gezondheidswaarschuwing ‘Roken is dodelijk’. Deze gezondheidswaarschuwing is vormgegeven zoals bepaald in de artikelen 8, zesde lid, en 9, vierde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 2 Reclame voor rookloze tabaksproducten in een uitgezonderde speciaalzaak is voorzien van de gezondheidswaarschuwing ‘Tabaksproducten zijn dodelijk’. Deze gezondheidswaarschuwing is vormgegeven zoals bepaald in de artikelen 8, zesde lid, en 9, vierde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 3 Reclame voor een elektronische sigaret of navulverpakking in een uitgezonderde speciaalzaak is voorzien van de gezondheidswaarschuwing ‘Nicotine is zeer verslavend’. Deze gezondheidswaarschuwing is vormgegeven zoals bepaald in de artikelen 8, zesde lid, en 9, vierde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 4 Reclame voor een elektronisch verhittingsapparaat, een elektronische sigaret zonder nicotine, navulverpakking zonder nicotine, een patroon zonder nicotine in een uitgezonderde speciaalzaak is voorzien van de waarschuwing ‘Dit product schaadt uw gezondheid’. Deze gezondheidswaarschuwing is vormgegeven zoals bepaald in de artikelen 8, zesde lid, en 9, vierde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 5 Reclame voor voor roken bestemde kruidenproducten in een uitgezonderde speciaalzaak is voorzien van de waarschuwing ‘Het roken van dit product schaadt uw gezondheid’. Deze gezondheidswaarschuwing is vormgegeven zoals bepaald in de artikelen 8, zesde lid, en 9, vierde lid, van de tabaksproductenrichtlijn.

  • 6 De tekst van de gezondheidswaarschuwingen, bedoeld in het eerste tot en met het vijfde lid, beslaat ten minste 15% van het totale oppervlak van de reclame.

  • 7 Bij de bepaling van het oppervlak van reclame in een uitgezonderde speciaalzaak wordt in aanmerking genomen de feitelijke uiting of uitingen, zoals bestaande uit woorden, afbeeldingen, specifieke merkgerelateerde kleuren of kleurenschema’s, afbeeldingen van het merk, het merklogo of de merknaam.

Artikel 6.6

  • 1 In een uitgezonderde speciaalzaak met een groter verkoopvloeroppervlak dan 120 m2 is het tonen van reclame alleen toegestaan in, aan of in een straal van 5 meter van het schap van waaruit de tabaksproducten of aanverwante producten verkocht worden, alsmede op en in de directe nabijheid van de toonbank.

  • 2 Reclame wordt niet:

    • a. geplaatst in de directe omgeving van productgroepen die met name aantrekkelijk zijn voor jongeren onder de 18 jaar;

    • b. bevestigd op of aan dispensers van andere producten dan tabaksproducten of aanverwante producten, verrijdbare rekken met wenskaarten, manden met snoepgoed en speciaal voor de verkoop van tijdschriften ontworpen kasten.

  • 3 Reclame in een uitgezonderde speciaalzaak wordt niet zodanig geplaatst dat zij ook buiten de zaak zichtbaar is.

§ 6a. Tabaksproducten en aanverwante producten uit het zicht en registratie van speciaalzaken

Artikel 6.7

Onverminderd het bepaalde in artikel 5.9 van het besluit worden te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten geheel aan het zicht onttrokken. Kleuren en contouren van deze producten zijn niet zichtbaar.

Artikel 6.8

Het middel waarmee tabaksproducten of aanverwante producten aan het zicht worden onttrokken:

  • a. is neutraal en sober vormgegeven met zowel aan binnen- als buitenzijde een neutrale en sobere kleur;

  • b. bevat geen licht- of geluidseffecten; en

  • c. kan slechts een neutrale en sobere aanduiding bevatten waaruit blijkt dat tabaksproducten of aanverwante producten worden verkocht.

Artikel 6.9

  • 1 Het middel waarmee tabaksproducten en aanverwante producten aan het zicht worden onttrokken, wordt tijdens de openingsuren van het verkooppunt van tabaksproducten of aanverwante producten uitsluitend geopend door het personeel van het verkooppunt van tabaksproducten of aanverwante producten ten behoeve van verstrekking van deze producten, en slechts voor de duur die daarvoor noodzakelijk is.

  • 2 Het middel waarmee te koop aangeboden producten aan het zicht worden onttrokken, wordt uitsluitend geplaatst voor tabaksproducten, aanverwante producten of daarbij behorende accessoires. Bij opening van het middel wordt een oppervlakte van maximaal 1,5 m2 van het schap van deze producten zichtbaar.

  • 3 De tabaksproducten en aanverwante producten worden getoond in een gesloten verpakking, tegen een neutrale achtergrond en met een normale prijsaanduiding.

  • 4 Tabaksproducten als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van het besluit staan met de gecombineerde gezondheidswaarschuwing naar voren gericht. Andere tabaksproducten en aanverwante producten staan met de gezondheidswaarschuwing naar voren gericht. De betreffende gezondheidswaarschuwing is in de leesrichting zichtbaar. Tabaksproducten en aanverwante producten staan onder een hoek van 90 graden ten opzichte van de ondergrond.

  • 5 Het vierde lid is niet van toepassing wanneer bij opening van het middel waarmee de tabaksproducten of aanverwante producten aan het zicht worden onttrokken, slechts een verpakkingseenheid zichtbaar wordt.

Artikel 6.10

  • 2 Een speciaalzaak, bedoeld in artikel 5.9, eerste lid, van het besluit, verstrekt bij de registratie de volgende gegevens en bescheiden:

    • a. de naam of handelsnaam; en

    • b. het permanente adres van de bedrijfsruimte waarin de speciaalzaak gevestigd is en het correspondentieadres.

  • 3 Een speciaalzaak, bedoeld in artikel 5.9, tweede lid, van het besluit, verstrekt bij de registratie de volgende gegevens en bescheiden:

    • a. de naam of handelsnaam;

    • b. het permanente adres van de bedrijfsruimte waarin de speciaalzaak gevestigd is en het correspondentieadres;

    • c. de naam van de natuurlijke persoon of personen op wiens naam de registratie komt te staan; en

    • d. het nummer waarmee de speciaalzaak in het handelsregister is geregistreerd.

Artikel 6.11

  • 1 Wanneer in een uitgezonderde speciaalzaak te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten worden getoond, vindt dit plaats in een gesloten verpakking tegen een neutrale achtergrond en met een normale prijsaanduiding.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kunnen sigaren, pijp- en pruimtabak in een open verpakking worden getoond.

  • 3 Tabaksproducten als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van het besluit staan met de gecombineerde gezondheidswaarschuwing naar voren gericht. Andere tabaksproducten en aanverwante producten staan met de gezondheidswaarschuwing naar voren gericht. De betreffende gezondheidswaarschuwing is in de leesrichting zichtbaar. Tabaksproducten en aanverwante producten, met uitzondering van sigaren, alsmede pijp- en pruimtabak in een open verpakking, staan onder een hoek van 90 graden ten opzichte van de ondergrond.

§ 7. Slotbepalingen

Artikel 7.1

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet zijn belast de ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de daartoe aangewezen andere personen die voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit werkzaam zijn.

Artikel 7.3

  • 2 Een verpakkingseenheid of buitenverpakking van sigaretten of shagtabak die voldoet aan het Tabaks- en rookwarenbesluit en de Tabaks- en rookwarenregeling zoals die luidden op 30 september 2020 en die is geproduceerd of in het vrije verkeer is gebracht voor 1 oktober 2020, mag tot 1 oktober 2021 in de handel worden gebracht.

  • 3 Sigaretten die voldoen aan de Tabaks- en rookwarenregeling zoals die luidde op 30 juni 2022 en die geproduceerd zijn of in het vrije verkeer zijn gebracht vóór 1 juli 2022, mogen tot 1 juli 2023 in de handel worden gebracht.

  • 4 Elektronische verhittingsapparaten die zijn geproduceerd of in het vrije verkeer zijn gebracht vóór 1 juli 2022, mogen tot 1 juli 2023 in de handel worden gebracht.

  • 5 Nicotinehoudende en niet-nicotinehoudende vloeistoffen en andere onderdelen van elektronische dampwaar die voldoen aan de Tabaks- en rookwarenregeling zoals die luidde op 31 december 2022, mogen tot 1 oktober 2023 in de handel worden gebracht, mits:

    • a. deze producten geproduceerd zijn of in het vrije verkeer zijn gebracht vóór 1 juli 2023; en

    • b. waarvoor uiterlijk op de dag van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 november 2022, houdende wijziging van de Tabaks- en rookwarenregeling ter regulering van smaken van e-sigaretten (Stcrt. 2022, .... [Red: Stcrt. 2022/32367] ) wordt geplaatst, een kennisgeving als bedoeld in artikel 4.6 van het besluit door middel van het common entry gate is geschied.

Artikel 7.5

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 26 april 2016 houdende wijziging van de Tabakswet ter implementatie van Richtlijn 2014/40/EU, inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten (Stb. 2016, 175) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.J. van Rijn

Bijlage bij de Tabaks- en rookwarenregeling

Bijlage als bedoeld in artikel 2.2, bevattende de meetmethode voor volumetabak genoemd in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a.

Meetmethode volumetabak

Voor het vaststellen van de te gebruiken hoeveelheid volumetabak wordt 10 ± 1 gram geconditioneerde shag (volgens ISO 15592-2) in een kunststof maatcilinder van 250 ml afgewogen en belast met een metalen staaf van 1.875 ± 5 gram met een diameter van 37,3 ± 0,5 mm. Dit wordt ook gedaan met de meest recente referentie-shagtabak (EMT), die bekend is bij producenten en laboratoria. Hierdoor kan de toename in het volume worden vastgesteld ten opzichte van de meest recente referentie-shag. Na 5 ± 0,2 minuten wordt het volume afgelezen, zonder de metalen staaf te verwijderen. De te gebruiken maatcilinder heeft een interne diameter die maximaal 1,0 mm groter is dan de te gebruiken metalen staaf en een schaalverdeling met op minimaal elke 2 ml een markering. Het exacte gewicht in mg dat gebruikt mag worden voor volumetabak (in de formule hierna aangegeven als: correctie gewicht tabak), wordt als volgt berekend:

Bijlage 265472.png

In deze formule wordt voor het berekenen van het exacte gewicht in mg dat gebruikt mag worden voor volumetabak, de ingewogen hoeveelheid tabak omgerekend naar exact 10 gram.

Bij het vaststellen van de toegestane hoeveelheid volumetabak in een sjekkie, wordt vervolgens het percentage berekend waarmee dit exacte gewicht is toegenomen ten opzichte van de referentie-shag.

Hoeveel procent de volumetabak ten opzichte van de referentie-shag is toegenomen, wordt berekend met de volgende formule:

Bijlage 265473.png

In deze formule wordt het correctiegewicht van de gemeten EMT (de waarde boven de breuk) op 100% gesteld. Het percentage dat de volumetabak is toegenomen ten opzichte van de referentie-shag, valt vervolgens in één van de in de tabel hieronder opgenomen procentklassen. Indien de volumetabak is toegenomen met een percentage dat tussen de 0 en de 100% ligt, is de hoeveelheid te gebruiken volumetabak in een sjekkie 750 mg. Is de volumetabak toegenomen met 105%, dan is de hoeveelheid te gebruik volumetabak in een sjekkie 710 mg, enzovoorts. Indien uit de formule een percentage komt dat niet uitkomt op een heel getal, dan worden deze getallen volgens algemeen geldende regels afgerond naar hele getallen. 100,5% wordt 101% en 110,3% wordt 110%.

Volume percentage (%) ten opzichte van EMT

Te gebruiken hoeveelheid volumetabak (mg) in een sjekkie

vanaf

tot en met

0%

100%

750

101%

110%

710

111%

120%

650

121%

130%

600

131%

140%

560

141%

150%

520

151%

160%

480

161%

170%

450

171%

180%

430

181%

190%

410

191%

200%

380

201%

210%

370

211%

220%

350

221%

230%

330

Naar boven