2.5.1. Algemene bepalingen
De aansluitdienst omvat voor aansluitingen met een capaciteit tot en met 40 m3(n)/uur het verrichten van alle werkzaamheden en het leveren van alle benodigdheden
die nodig zijn om een aansluiting aan te leggen en in stand te houden, daaronder mede
begrepen straatwerk, zoals beschreven in artikel 2.5.1.10. De aansluitdienst omvat voorts voor aansluitingen met een capaciteit boven 40 m3(n)/uur het verrichten van alle werkzaamheden en het leveren van alle benodigdheden
die nodig zijn om een aansluitpunt aan te leggen en in stand te houden, daaronder
mede begrepen straatwerk, zoals beschreven in artikel 2.5.1.10. Indien in deze paragraaf
(2.5.1) wordt gesproken over een aansluiting, wordt hiermee bedoeld de volledige aansluiting
indien de aansluiting een capaciteit heeft tot en met 40 m3(n)/uur, behoudens daar waar expliciet een uitzondering hierop wordt gemaakt. Indien
in deze paragraaf (2.5.1) wordt gesproken over een aansluiting, wordt hiermee bedoeld
het aansluitpunt indien de aansluiting een capaciteit heeft boven 40 m3(n)/uur, behoudens daar waar expliciet een uitzondering hierop wordt gemaakt.
Bijlage A bij deze Tarievencode gas beschrijft de reikwijdte van de aansluiting. Componenten
buiten deze reikwijdte die de netbeheerder aanlegt dan wel in stand houdt, vallen
buiten het bereik van de aansluitdienst.
Behoudens werkzaamheden die nodig zijn om het aansluitpunt tot stand te brengen en
in stand te houden, vallen werkzaamheden aan het transportnet van de netbeheerder,
ongeacht de aard of bedoeling daarvan, niet onder het bereik van de aansluitdienst.
Voor het leveren van de aansluitdienst brengt de netbeheerder de aansluitvergoeding
in rekening bij de aangeslotene. Daarbij onderscheidt de netbeheerder uitsluitend
de aansluitcategorieën zoals vermeld in de artikelen 2.5.2.3 en 2.5.3.3.
Met inachtneming van artikel 2.5.1.4 wordt de aansluitvergoeding bepaald door de aansluitcategorie die de aangeslotene
wenst.
De aansluitvergoeding dient ter dekking van de kosten die de netbeheerder maakt voor
het leveren van de aansluitdienst. Deze kosten zijn te onderscheiden in:
Met betrekking tot de in artikel 2.5.1.6 genoemde kosten geldt dat slechts de kosten in aanmerking worden genomen van werkzaamheden
en benodigdheden die rechtstreeks met de aanleg en instandhouding van de aansluiting
zijn gemoeid, waarbij de netbeheerder uitgaat van de aansluitcategorieën zoals genoemd
in de tabellen in de artikelen 2.5.2.3 en 2.5.3.3 en van gemiddelde kosten in elk van die aansluitcategorieën.
De aansluitvergoeding zoals bedoeld in artikel 2.5.1.6 bestaat uit twee componenten:
De componenten van het onder artikel 2.5.2.1 genoemde tarief waaruit de eenmalige aansluitvergoeding bestaat worden afzonderlijk
gespecificeerd op de factuur aan de aangeslotene.
Onder straatwerk worden de werkzaamheden verstaan die de netbeheerder aan de bestrating
moet verrichten om een aansluiting te maken of in stand te houden. Hieronder wordt
mede verstaan het openen, dichten en definitief terugleggen van alle soorten bestrating
op de openbare weg, onroerende zaken van derden en onroerende zaken van de aangeslotene
die doorkruist worden.
Bij wijziging van een aansluiting op verzoek van de aangeslotene wordt een eenmalige
bijdrage in rekening gebracht tot een maximum van de eenmalige aansluitvergoeding
zoals genoemd in artikel 2.5.1.8 onderdeel a plus eventueel en met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven
in artikel 2.5.1.15 een eenmalige bijdrage voor het verwijderen dan wel fysiek afschakelen van de bestaande
aansluiting.
Bij de beëindiging van de aansluitovereenkomst worden eventuele kosten voor het fysiek
afschakelen van de aansluiting dan wel het verwijderen van de aansluiting via een
eenmalige bijdrage in rekening gebracht bij de “voormalige” aangeslotene, met inachtneming
van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.5.1.15.
Indien een nieuwe aansluitovereenkomst voor een reeds aangelegde en eerder beheerde
aansluiting wordt aangegaan, worden de eventuele kosten voor het fysiek inschakelen
van de aansluiting via een eenmalige bijdrage in rekening gebracht bij de aangeslotene
met wie de nieuwe aansluitovereenkomst wordt aangegaan, met inachtneming van de systematiek
van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.5.1.15.
Indien een aangeslotene het aanleggen van de aansluiting en/of het in stand houden
daarvan zelf zal verrichten of zal laten verrichten door een derde partij en daarbij
de netbeheerder wel een deel van de werkzaamheden zal verrichten, dan brengt de netbeheerder
de kosten voor de betreffende eenmalige werkzaamheden voor dat deel in rekening als
een eenmalige vergoeding met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals
beschreven in artikel 2.5.1.15 en de kosten voor de betreffende periodieke werkzaamheden als een periodieke vergoeding
met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.5.1.17. Indien daarbij de aansluiting een capaciteit heeft van meer dan 40 m3(n)/uur en het gehele aansluitpunt valt onder de werkzaamheden van de netbeheerder,
dan is op het aansluitpunt paragraaf 2.5.3 van toepassing en worden de kosten van het aansluitpunt onttrokken aan de systematiek
van de artikelen 2.5.1.15 en 2.5.1.17.
Standaard offerte/factuur voor eenmalige werkzaamheden.
|
Beschrijving
|
Eenheid
|
Hoeveelheid (A)
|
Eenheidskosten (B)
|
Subtotaal (A*B)
|
Bouwmaterialen en componenten
|
Materiaal 1
|
... [tekst]
|
... [eenheid]
|
... [aantal]
|
Euro...
|
Euro...
|
Materiaal 2
|
... [tekst]
|
... [eenheid]
|
... [aantal]
|
Euro...
|
Euro...
|
Etc.
|
|
|
|
|
|
Totaal bouwmaterialen en componenten
|
Euro...
|
Arbeid
|
Activiteit 1
|
... [tekst]
|
Uur
|
... [aantal]
|
Euro...
|
Euro...
|
Activiteit 2
|
... [tekst]
|
Uur
|
... [aantal]
|
Euro...
|
Euro...
|
Etc.
|
|
|
|
|
|
Totaal arbeid
|
Euro...
|
Inzet gereedschap en werktuigen
|
Gereedschap 1
|
... [tekst]
|
... [eenheid]
|
... [aantal]
|
Euro...
|
Euro...
|
Gereedschap 2
|
... [tekst]
|
... [eenheid]
|
... [aantal]
|
Euro...
|
Euro...
|
Etc.
|
|
|
|
|
|
Totaal inzet gereedschappen en werktuigen
|
Euro...
|
Transport en opslag
|
Kostenpost 1
|
... [tekst]
|
... [eenheid]
|
... [aantal]
|
Euro...
|
Euro...
|
Kostenpost 2
|
... [tekst]
|
... [eenheid]
|
... [aantal]
|
Euro...
|
Euro...
|
Etc.
|
|
|
|
|
|
Totaal transport en opslag
|
Euro...
|
Kosten van overheidswege (niet BTW)
|
Kostenpost 1
|
... [tekst]
|
... [eenheid]
|
... [aantal]
|
Euro...
|
Euro...
|
Kostenpost 2
|
... [tekst]
|
... [eenheid]
|
... [aantal]
|
Euro...
|
Euro...
|
Etc.
|
|
|
|
|
|
Totaal kosten van overheidswege
|
Euro...
|
SUBTOTAAL (exclusief BTW)
|
EURO...
|
BTW
|
Specificatie BTW
|
Euro...
|
TOTAAL (inclusief BTW)
|
EURO...
|
De in artikel 2.5.1.14 bedoelde voorcalculatie voor periodieke werkzaamheden bestaat uit vaste periodieke
bedragen waarvan de netbeheerder de hoogte alsmede de vaste frequentie waarmee wordt
gefactureerd aangeeft in de offerte. Daarbij neemt de netbeheerder de systematiek
van artikel 2.5.1.15 in acht, met dien verstande dat de standaard offerte/factuur voor eenmalige werkzaamheden
in artikel 2.5.1.16 in onderhavig geval de periodieke werkzaamheden en kosten specificeert. Eventuele
kosten die een afwijkende of onregelmatige frequentie kennen, worden omgerekend naar
de vaste facturatiefrequentie.
Slechts indien op schriftelijk verzoek van de aangeslotene wordt afgeweken van de
standaard aansluiting, worden de meerkosten daarvan door de netbeheerder aanvullend
op de standaard vergoeding in rekening gebracht, met inachtneming van de systematiek
van voorcalculatie zoals beschreven in de artikelen 2.5.1.15 en 2.5.1.17. Binnen de definitie van standaard vallen daarbij in elk geval alle materialen, toebehoren
en handelingen die nodig zijn om een aansluiting in de door de aangeslotene gewenste
aansluitcategorie aan te leggen, te onderhouden en te beheren, als ware er geen verzoek
tot afwijking.
Met betrekking tot elk van de werkzaamheden “verwijderen van een aansluiting“, ”fysiek
afschakelen van een aansluiting” en “fysiek inschakelen van een aansluiting” zoals
bedoeld in de artikelen 2.5.1.11 tot en met 2.5.1.13, kan de netbeheerder op de standaard offerte/factuur zoals omschreven in artikel 2.5.1.16 volstaan met het uitsplitsen van kosten naar de drie volgende verzamelposten:
-
– Materiaal, gereedschap, transport en opslag;
-
– Arbeid;
-
– Kosten van overheidswege (niet BTW).
Onder deze verzamelposten mag de netbeheerder volstaan met het aangeven van “Niet
van toepassing” onder “Eenheid”, “1” onder “Hoeveelheid A” en de totale kosten voor
die post onder “Eenheidskosten (B)” en “Subtotaal (A*B)”.
Voor hetgeen bepaald is in artikel 2.5.1.8 geldt de volgende overgangsbepaling:
-
a. De vermogenskosten die voortvloeien uit het aanleggen en in bedrijf nemen van een
nieuwe aansluiting kunnen, voor zover deze kosten gedekt worden door de aansluitvergoedingen
van 2011, in de aansluitvergoedingen van 2011 geheel of gedeeltelijk worden gedekt
door de in artikel 2.5.1.8 onderdeel b genoemde periodieke aansluitvergoeding in plaats van de in artikel 2.5.1.8 onderdeel
a genoemde eenmalige aansluitvergoeding.
-
b. Maximaal de helft van de vermogenskosten die voortvloeien uit het aanleggen en in
bedrijf nemen van een nieuwe aansluiting kunnen, voor zover deze kosten gedekt worden
door de aansluitvergoedingen van 2012, in de aansluitvergoedingen van 2012 worden
gedekt door de in artikel 2.5.1.8 onderdeel b genoemde periodieke aansluitvergoeding in plaats van de in artikel 2.5.1.8 onderdeel
a genoemde eenmalige aansluitvergoeding.
2.5.2. Specifieke bepalingen voor aansluitingen met een aansluitcapaciteit tot en
met 40 m3(n)/uur
De onder artikel 2.5.1.8 onderdeel a genoemde eenmalige aansluitvergoeding is opgebouwd uit twee componenten:
-
a. een vast tarief ter dekking van de kosten voor het aanleggen en in bedrijf nemen van
een nieuwe aansluiting, uitgaande van een maximale lengte van de aansluitleiding van
25 meter.
-
b. een vast tarief per meter ter dekking van de meerkosten van de aanleg als direct gevolg
van het langer zijn van de aansluitleiding dan de in onderdeel a van dit artikel genoemde
25 meter.
Tabel: aansluitcategorieën voor aansluitingen met een aansluitcapaciteit tot en met
40 m3(n)/uur.
Leveringsdruk (bar)
|
Aansluitcapaciteit (m3(n)/uur)
|
Grootte gasmeter*
|
≤ 0,2 (lage druk)
|
≤ 10
|
≤ G6
|
|
> 10 en ≤ 16
|
G10
|
|
> 16 en ≤ 25
|
G16
|
|
> 25 en ≤ 40
|
G25
|
> 0,2 en ≤ 16 (hoge druk)
|
≤ 10
|
|
|
> 10 en ≤ 16
|
|
|
> 16 en ≤ 25
|
|
|
> 25 en ≤ 40
|
|
> 16 (extra hoge druk)
|
≤ 40
|
|
* Deze indeling in gasmeters geldt alleen bij een overdruk van ≤ 200 mbar.
In het geval dat op een bestaande aansluiting een nieuwe aansluiting wordt gemaakt,
zodat een deel van de bestaande aansluitleiding in een transportnet verandert, zal
de netbeheerder onder de volgende voorwaarden overgaan tot restitutie aan de “eerstaangeslotene”
van een deel van de voor de aanleg van de bestaande aansluiting betaalde eenmalige
aansluitvergoeding zoals genoemd in artikel 2.5.1.8 onderdeel a:
-
a. Deze restitutieregeling is niet van toepassing op aansluitingen die zijn aangelegd
voor 1 januari 2011.
-
b. Gedurende de eerste zeven jaar wordt de restitutie op initiatief van de netbeheerder
verstrekt. Na zeven jaar wordt de restitutie verstrekt indien de aangeslotene hiertoe
een schriftelijk, met bewijsstukken ondersteund, verzoek bij de netbeheerder indient.
Na aanleg van de nieuwe aansluiting is dit artikel van overeenkomstige toepassing
op deze nieuwe aansluiting. Met “eerstaangeslotene” wordt bedoeld de aangeslotene
op wiens naam de bestaande aansluiting staat in het aansluitingenregister. De in de
onderdelen a en b van dit artikel genoemde termijnen zijn bedoeld ten opzichte van
het moment van eerste registratie van de aansluiting. Voor aansluitingen die op grond
van onderdeel a niet zijn uitgesloten van toepassing van de restitutieregeling, heeft
de netbeheerder de plicht om de “eerstaangeslotene” op de hoogte te stellen van het
maken van een nieuwe aansluiting op de bestaande aansluiting, onder expliciete verwijzing
naar de restitutieregeling.
De hoogte van de restitutie genoemd in artikel 2.5.2.4 wordt berekend als 1/39-deel van de restlevensduur van het tot transportnet te verworden
deel van de bestaande aansluitleiding vermenigvuldigd met de restitutiebasis. De restlevensduur
is daarbij gelijk aan 39 jaar minus de ouderdom van de bestaande aansluiting, dan
wel nul jaar indien de bestaande aansluiting ouder is dan 39 jaar. De ouderdom wordt
bepaald ten opzichte van het moment van eerste registratie van de bestaande aansluiting.
De restitutiebasis is gelijk aan de lengte van het tot transportnet te verworden deel
van de bestaande aansluitleiding vermenigvuldigd met het destijds voor de aanleg van
de bestaande aansluitleiding in rekening gebrachte tarief genoemd in artikel 2.5.2.1 onderdeel b (meerlengte aansluitleiding), met een maximum van het deel van de destijds
voor de aanleg in rekening gebrachte aansluitvergoeding als bedoeld in artikel 2.5.1.8 onderdeel a dat betrekking heeft op de vergoeding van meerlengte als bedoeld in artikel
2.5.2.1 onderdeel b.
Indien een tijdelijke nieuwe aansluiting wordt gemaakt op een, al dan niet tijdelijke,
bestaande aansluiting, is de restitutieregeling niet van toepassing. Indien op enig
moment de tijdelijke situatie geheel of gedeeltelijk permanent wordt, is de restitutieregeling
alsnog van toepassing op de nieuw ontstane situatie alsof deze nieuwe situatie reeds
vanaf het begin van de voorafgaande (tijdelijke) situatie bestond. Ten behoeve van
de restitutieregeling wordt een aansluiting geacht een permanent karakter te hebben
niet later dan een jaar na eerste aanleg.
Ten behoeve van het bepalen van de eenmalige vergoeding zoals bedoeld in artikel 2.5.2.1 onderdeel b (vergoeding voor meerlengte), bepaalt de netbeheerder de lengte van de aansluitleiding
zoals bedoeld in artikel 2.5.2.1 als de lengte van het tracé tussen het overdrachtspunt
en het punt in het gastransportnet of, indien van toepassing, de bestaande aansluiting
waarop wordt aangesloten. Daar waar het tracé van de aansluitleiding de openbare weg
volgt, wordt gemeten over het hart van de betreffende openbare weg. Indien het punt
in het gastransportnet danwel de bestaande aansluiting waarop wordt aangesloten onder
of aan de openbare weg ligt, wordt gemeten tot aan het hart van de openbare weg ter
plaatse. De zodanig te bepalen meerlengte is gemaximeerd op 1,3 (één komma drie) maal
de afstand tot het dichtstbijzijnde punt in het gastransportnet met een drukniveau
dat tenminste gelijk is aan de leveringsdruk, gemeten in rechte lijn vanaf het overdrachtspunt.
De met dit artikel bepaalde wijze van bepaling van de lengte van de aansluitleiding
geschiedt ten opzichte van het gastransportnet zoals dat bestaat op het moment van
aanleg van het aansluitpunt. Indien sprake is van een geveldoorvoer, wordt in het
kader van dit artikel de lengte van de aansluitleiding bepaald op de som van vier
meter en de in dit artikel voormelde systematiek waarbij daar waar “overdrachtspunt”
staat “geveldoorvoer” gelezen dient te worden.
De kosten voor straatwerk zoals beschreven in artikel 2.5.1.10, dienen gedekt te worden door middel van een standaard opslag in de aansluitvergoedingen
zoals genoemd in de artikelen 2.5.2.1 en 2.5.2.2. De standaard opslag dient daarbij gebaseerd te zijn op gemiddelde kosten.
2.5.3. Specifieke bepalingen voor het aansluitpunt van aansluitingen met een aansluitcapaciteit
boven 40 m3(n)/uur
Tabel: aansluitcategorieën voor aansluitingen met een aansluitcapaciteit boven 40
m3(n)/uur.
Leveringsdruk (bar)
|
Aansluitcapaciteit (m3(n)/uur)
|
Grootte gasmeter*
|
≤ 0,2 (lage druk)
|
> 40 en ≤ 65
|
G40
|
|
> 65 en ≤ 100
|
G65
|
|
> 100 en ≤ 160
|
G100
|
|
> 160 en ≤ 250
|
G160
|
|
> 250 en ≤ 400
|
G250
|
|
> 400 en ≤ 650
|
G400
|
|
> 650 en ≤ 1000
|
G650
|
|
> 1000 en ≤ 1600
|
G1000
|
|
> 1600 en ≤ 2500
|
G1600
|
|
> 2500
|
≥ G2500
|
> 0,2 en ≤ 16 (hoge druk)
|
> 40 en ≤ 65
|
|
|
> 65 en ≤ 100
|
|
|
> 100 en ≤ 160
|
|
|
> 160 en ≤ 250
|
|
|
> 250 en ≤ 400
|
|
|
> 400 en ≤ 650
|
|
|
> 650 en ≤ 1000
|
|
|
> 1000 en ≤ 1600
|
|
|
> 1600 en ≤ 2500
|
|
|
> 2500
|
|
> 16 (Extra Hoge Druk)
|
> 40
|
|
* Deze indeling in gasmeters geldt alleen bij een overdruk van ≤ 200 mbar.
De kosten voor straatwerk zoals beschreven in artikel 2.5.1.10 en voor zover bedoeld voor het aanleggen en in stand houden van het aansluitpunt,
dienen gedekt te worden door middel van een standaard opslag in de aansluitvergoedingen
zoals genoemd in de artikelen 2.5.3.1 en 2.5.3.2. De standaard opslag dient daarbij gebaseerd te zijn op gemiddelde kosten.
De onder artikelen 2.5.3.1 en 2.5.3.2 bedoelde vergoedingen voor het aansluitpunt worden op de factuur afzonderlijk van
de vergoedingen voor de “rest van de aansluiting” gespecificeerd.