B1.1. Vaststelling en beheer standaardprofielen elektriciteit
B1.1.1
Een standaardprofiel voor afname respectievelijk standaardprofiel voor invoeding is
opgebouwd uit profielfracties van de standaardjaarafname respectievelijk standaardjaarinvoeding
voor ieder klokkwartier van het jaar. De profielfracties worden afgerond op 8 cijfers
achter de komma.
B1.1.2
Uiterlijk op 1 augustus van elk jaar stelt het overlegplatform bedoeld in B1.0.1 de
standaardprofielen voor het volgende kalenderjaar vast en stelt deze ter beschikking
aan de netbeheerders, leveranciers en de programmaverantwoordelijken die balansverantwoordelijkheid
dragen voor profielafnemers.
B1.1.3
Een, door een representatief deel van de ondernemingen die zich bezighouden met het
transporteren, leveren of meten van elektriciteit, aangewezen uitvoeringsorganisatie
maakt de op grond van B1.1.1 vastgestelde standaardprofielen openbaar.
B1.1.4
De netbeheerder gebruikt de aldus vastgestelde standaardprofielen vanaf de eerste
kalenderdag van het volgende kalenderjaar.
B1.3. De standaardjaarafname en standaardjaarinvoeding elektriciteit
B1.3.1
De netbeheerder bepaalt de standaardjaarafname respectievelijk standaardjaarinvoeding
van een aansluiting die op grond van Bijlage 15 van de Netcode elektriciteit is ingedeeld in de profielcategorieën E1A, E1B, E1C, E2A, E2B of E4A, door toepassing
van de volgende formule:
Waarbij:
-
– Einddatum de kalenderdag betreft voorafgaand aan de kalenderdag waar de laatste afgelezen
of uitgelezen stand betrekking op heeft.
-
– Begindatum een kalenderdag betreft waar er sprake is van een afgelezen of uitgelezen
stand die, minimaal 345 dagen voor de einddatum ligt.
-
– Volume het gemeten volume betreft in de periode van de begindatum tot en met de einddatum
-
– ER = Energierichting, zijnde afname of invoeding
-
– TP = Tariefperiode, zijnde normaal- of laaguren.
-
– Profielfracties: De op de aansluiting van toepassing zijnde profielen. In geval van
ontbreken van dynamische profielen worden de vooraf vastgestelde standaardprofielen
gebruikt.
-
– In het geval van profielcategorieën E1A of E2A, er voor de profielfracties geen onderscheid
wordt gemaakt naar tariefperiode.
B1.3.1a
Indien er, op grond van bijlage 15 van de Netcode elektriciteit sprake is van een
wijziging van profielcategorie E1A of E2A naar één van de andere profielcategorieën,
als vermeld in B1.3.1, dan worden de gesommeerde standaardjaarinvoeding respectievelijk
standaardjaarafname opnieuw verdeeld over normaaluren standaardjaarinvoeding en laaguren
standaardjaarinvoeding respectievelijk normaaluren standaardjaarafname en laaguren
standaardjaarafname op basis van een jaarlijks te bepalen verhouding per profielcategorie,
voor de nieuwe profielcategorie.
B1.3.1b
De in B1.3.1a genoemde verhouding wordt bepaald per profielcategorie, zonder onderscheid
naar afnametype, op basis van de gemiddelde verhouding tussen de standaardjaarinvoeding
respectievelijk standaardjaarafname per tariefperiode en de som van de standaardjaarinvoeding
respectievelijk standaardjaarafname voor beide tariefperiodes van alle actieve aansluitingen
in het aansluitingenregister.
B1.3.1c
Indien er sprake is van een wijziging van profielcategorie als bedoeld in B1.3.1a,
wordt pas weer een berekening van het standaardjaarinvoeding of standaardjaarafname
op basis van gemeten volume uitgevoerd zodra er sprake is van minimaal twee afgelezen
of uitgelezen standen op of na de datum van deze wijziging van profielcategorie. Hierbij
moet de begindatum in de berekening zoals beschreven in B1.3.1 op of na de datum van
de wijziging van de profielcategorie liggen.
B1.3.2
De netbeheerder bepaalt de standaardjaarafname van een aansluiting die op grond van
Bijlage 15 van de Netcode elektriciteit is ingedeeld in de profielcategorie E3 alsmede de standaardjaarinvoeding of standaardjaarafname
van aansluitingen die onder artikel 1, tweede of derde lid van de Elektriciteitswet 1998 vallen, conform de formule in B1.3.1, gebruik makend van de door de meetverantwoordelijke
aangeleverde volumes op die aansluiting over de kleinst mogelijke periode van minimaal
345 dagen.
B1.3.2a
De netbeheerder bepaalt de standaardjaarafname respectievelijk standaardjaarinvoeding
van een telemetriegrootverbruikaansluiting elektriciteit, alsmede de standaardjaarinvoeding
van een aansluiting als bedoeld in Bijlage 15, artikel 8 van de Netcode elektriciteit,
door de gemeten afname respectievelijk invoeding op die aansluiting over de kleinst
mogelijke afname- respectievelijk invoedingsperiode van minimaal 345 dagen te delen
door het aantal dagen van de desbetreffende afname- respectievelijk invoedingsperiode
maal 365. De standaardjaarafname respectievelijk standaardjaarinvoeding is groter
of gelijk aan nul.
B1.3.3
De netbeheerder actualiseert de standaardjaarafname of standaardjaarinvoeding van
een aansluiting als er een nieuwe vastgestelde meterstand op grond van hoofdstuk 5, of een nieuw vastgesteld maandvolume op grond van hoofdstuk 6, bij de netbeheerder bekend is.
B1.3.4
Voor een kleinverbruikaansluiting als bedoeld in B1.3.1 waarvan geen gemeten afname
bekend is, bepaalt de netbeheerder de standaardjaarafname in afwijking van B1.3.1
door het gemiddelde te nemen van de standaardjaarafnames van de aansluitingen in dezelfde
afnemerscategorie, bedoeld in artikel 3.7.13a van de Tarievencode elektriciteit, waarvan de standaardjaarafname is bepaald op basis van B1.3.1.
B1.3.4a
Voor een kleinverbruikaansluiting waarvan het kenmerk, als bedoeld in 2.1.3 onderdeel
j, wordt gewijzigd in de waarde die aangeeft dat invoeding mogelijk is, stelt de netbeheerder
de standaardjaarinvoeding op 1008 kWh (dit is bepaald door de capaciteit zoals bedoeld
in artikel 3.4 van de Netcode elektriciteit te vermenigvuldigen met 1800 bedrijfsuren en daarvan 70% te nemen), wanneer de aansluiting
is voorzien van een meetinrichting die afname en invoeding separaat meet, en de standaardjaarinvoeding
voor beide tariefperioden nul is.
B1.3.4b
[Red: Vervallen.]
B1.3.5
Voor aansluitingen waarvan alleen een gemeten volume bekend is over een kortere periode
dan 345 dagen, gebruikt de netbeheerder het volume over deze kortere periode voor
de berekening van de standaardjaarafname en de standaardjaarinvoeding.
B1.3.6
Voor grootverbruikaansluitingen met een doorlaatwaarde groter dan 3x80A waarvan geen
gemeten volume bekend is, bepaalt de netbeheerder de standaardjaarafname en de standaardjaarinvoeding,
eventueel in overleg met de aangeslotene.
B1.3.7
Voor een aansluiting met een meetinrichting met actieve telwerken voor normaaluren
en laaguren stelt de netbeheerder voor beide tariefperiodes (normaaluren en laaguren)
een bijbehorende standaardjaarafname en standaardjaarinvoeding vast.
B1.3.7a
Indien een aansluiting beschikt over een meetinrichting met slechts één actief telwerk
per leveringsrichting, wordt op basis van de bepaalde verbruiken de standaardjaarafname
respectievelijk standaardjaarinvoeding voor normaaluren berekend, en wordt de standaardjaarafname
respectievelijk standaardjaarinvoeding voor laaguren op nul gesteld.
B1.3.7b
[Red: Vervallen.]
B1.3.8
De netbeheerder bepaalt de standaardjaarafname en de standaardjaarinvoeding volgens
de methode, bedoeld in B1.3.1 tot en met B1.3.7, uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst
van een vastgestelde meterstand van de leverancier, of uiterlijk vijf werkdagen nadat
de netbeheerder namens de leverancier een meterstand heeft vastgesteld, of uiterlijk
vijf werkdagen nadat de meetverantwoordelijke een verbruik heeft aangeleverd voor
het allocatiepunt.
B1.3.8a
De netbeheerder stelt de standaardjaarafname en de standaardjaarinvoeding op nul indien
uit de methode zoals bedoeld in B1.3.1 tot en met B1.3.7 een negatieve waarde komt.
B1.3.9
De netbeheerder muteert het aansluitingenregister met de standaardjaarafname en de
standaardjaarinvoeding, bedoeld in B1.3.8, uiterlijk vijf werkdagen na het bepalen
van de standaardjaarafname en de standaardjaarinvoeding overeenkomstig 2.1.8.
B1.3.10
De uitvoeringsorganisatie, bedoeld in 9.1.3, bepaalt op basis van de gegevens in het centraal aansluitingenregister, bedoeld
in 2.1.2, de in B1.3.4 genoemde gemiddelde standaardjaarafnames.
B1.3.11
De uitvoeringsorganisatie, bedoeld in 9.1.3, maakt de in B1.3.10 genoemde gemiddelde standaardjaarafnames toegankelijk voor de
netbeheerders, de leveranciers, de programmaverantwoordelijken en de meetverantwoordelijken.