Aansluitcode gas LNB aansluitpunt

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 28-11-2020 t/m heden

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 21 april 2016, kenmerk ACM/DE/2016/202169, houdende de vaststelling van de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet (Aansluitcode gas LNB aansluitpunt)

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 12f, eerste lid van de Gaswet;

Besluit:

1. Algemene bepalingen

1.1. Werkingssfeer en Definities

1.1.0.

Deze Aansluitcode gas LNB aansluitpunt heeft betrekking op direct aangeslotenen met een aansluiting op het landelijk gastransportnet die gas afnemen, waarbij uitsluitend het aansluitpunt in beheer is bij de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.

1.1.1.

Deze Aansluitcode gas LNB aansluitpunt bevat de voorwaarden met betrekking tot de wijze waarop de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene de aansluiting en het landelijk gastransportnet technisch en operationeel compatibel laten zijn en blijven, zodanig dat de gasinstallatie van aangeslotene veilig aan het landelijk gastransportnet verbonden is en blijft, en het gas overeenkomstig de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene kan worden gemeten en op gecontroleerde wijze aan het landelijk gastransportnet kan worden onttrokken. Deze Aansluitcode gas LNB aansluitpunt beoogt de veiligheid, doelmatigheid en betrouwbaarheid van de aansluiting te waarborgen en het milieu te ontzien.

1.1.2.

Begrippen, die in de Gaswet of de Begrippencode gas zijn gedefinieerd, hebben de in de Gaswet of Begrippencode gas gedefinieerde betekenis.

1.2. Leverings- aansluit-, en transportovereenkomst

1.2.1.

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet stelt alleen gas op het aansluitpunt beschikbaar indien aan de beschikbaarstelling een leverings-, aansluit- en transportovereenkomst ten grondslag liggen en een erkende programmaverantwoordelijke de programmaverantwoordelijkheid draagt.

1.2.2.

Indien één of meer van de in 1.2.1 bedoelde overeenkomsten op enig moment is dan wel zijn beëindigd of opgeschort, zonder dat er aansluitend een nieuwe leverings-, aansluit- of transportovereenkomst is afgesloten, is aangeslotene verplicht de netbeheerder van het landelijk gastransportnet hierover onmiddellijk te informeren.

1.2.3.

Indien een leverancier surseance van betaling is verleend respectievelijk failliet is verklaard en de erkende programmaverantwoordelijke zijn programmaverantwoordelijkheid tijdelijk continueert overeenkomstig 3.3.6 van de Transportcode gas LNB, is aangeslotene gehouden tot het vergoeden van de extra kosten die de erkende programmaverantwoordelijke in dit kader maakt.

2. Gasinstallatie

2.1.1.

Aangeslotene dient er voor te zorgen dat de gasinstallatie (blijft) voldoe(n)t aan de bij of krachtens de wet gestelde voorwaarden op het gebied van veiligheid, opdat de gasinstallatie geen gevaar zal opleveren voor het ongestoord functioneren van het landelijk gastransportnet noch voor personeel van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet of voor door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ingeschakelde derden.

2.1.1a.

Aangeslotene dient er voor te zorgen dat de gasinstallatie (blijft) voldoe(n)t aan de bij of krachtens de wet gestelde voorwaarden op het gebied van meting en telemetrie, opdat de gasinstallatie geen afbreuk zal doen aan het ongestoord functioneren van het landelijk gastransportnet.

2.1.1b.

Aangeslotene dient er voor te zorgen dat het resterende deel van de aansluiting door middel van een inschrijving in de openbare registers op grond van artikel 3:17 BW is afgegrensd van het landelijk gastransportnet.

2.1.2.

Alvorens de netbeheerder van het landelijk gastransportnet het aansluitpunt in gebruik zal stellen, zal aangeslotene naar genoegen van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet dienen aan te tonen dat het resterende deel van de aansluiting en de gasinstallatie voldoen aan het bepaalde in 2.1.1 en 2.1.1a, dat het resterende deel van de aansluiting en de gasinstallatie is afgegrensd van het landelijk gastransportnet en dat de meting voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene. Indien aangeslotene naar genoegen van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet heeft aangetoond dat het resterende deel van de aansluiting en de gasinstallatie voldoen aan het bepaalde in 2.11 en 2.1.1a, dat het resterende deel van de aansluiting en de gasinstallatie is afgegrensd van het landelijk gastransportnet en dat de meting voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene, zal de netbeheerder van het landelijk gastransportnet het aansluitpunt in gebruik stellen.

2.1.3.

Aangeslotene is voorts verplicht om aanpassingen aan de gasinstallatie, van zodanige aard dat deze van betekenis kunnen zijn voor de veiligheid of het ongestoord functioneren van het landelijk gastransportnet, tijdig voorafgaand aan het uitvoeren hiervan aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet te melden.

Alvorens een aansluitpunt door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet opnieuw in gebruik wordt gesteld, zal aangeslotene naar genoegen van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet dienen aan te tonen dat de gasinstallatie voldoet aan het bepaalde in 2.1.1 en 2.1.1a en dat de meting voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene. Indien aangeslotene naar genoegen van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet heeft aangetoond dat de gasinstallatie voldoet aan het bepaalde in 2.1.1 en 2.1.1a en dat de meting voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene, zal het aansluitpunt door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet opnieuw in gebruik worden gesteld.

2.1.4.

Aangeslotene is verplicht de documentatie betreffende de bouw, modificatie en het onderhoud van de gasinstallatie zodanig actueel te houden dat aangeslotene bij gerede twijfel op ieder moment op verzoek en naar genoegen van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet kan aantonen dat zijn gasinstallatie voldoet aan de bij of krachtens 2.1.1 en 2.1.1a gestelde voorwaarden, zo nodig onder verstrekking aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet van deze documentatie.

2.1.5.

Wanneer aangeslotene niet voldoet aan het bepaalde in 2.1.1 tot en met 2.1.4, is de netbeheerder van het landelijk gastransportnet bevoegd de gasinstallatie voor rekening van aangeslotene te (laten) onderzoeken. Indien de gasinstallatie blijkens dit onderzoek naar het oordeel van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet niet voldoet aan de bij of krachtens 2.1.1 en 2.1.1.a gestelde voorwaarden, is aangeslotene verplicht de gebreken voor zijn rekening binnen de door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet opgegeven termijn te herstellen. Daarenboven heeft de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de bevoegdheid om het aansluitpunt af te sluiten indien de gasinstallatie gevaar oplevert voor het ongestoord functioneren van het landelijk gastransportnet of voor personeel van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet of van door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ingeschakelde derden. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet kan aan het ongedaan maken van deze maatregel nadere financiële en operationele voorwaarden verbinden, die gerelateerd zijn aan de inspanningen die de netbeheerder van het landelijk gastransportnet heeft moeten verrichten en de kosten die hij heeft moeten maken in verband met het afsluiten van het aansluitpunt en het ongedaan maken hiervan. Deze maatregel zal ongedaan worden gemaakt nadat de reden voor het treffen van deze maatregel is weggenomen en de kosten van de maatregel en van het ongedaan maken daarvan door aangeslotene aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet zijn vergoed. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet is overigens niet verplicht uit eigen beweging na te gaan of is voldaan aan het bepaalde in 2.1.1 tot en met 2.1.5.

2.2.

Aangeslotene staat er voor in dat de afname van gas niet zodanig is dat de veiligheid en/of doelmatige en betrouwbare werking van het landelijk gastransportnet in gevaar wordt dan wel kan worden gebracht. Aangeslotene is verplicht om, indien een dergelijke situatie zich toch voordoet of dreigt voor te doen, de netbeheerder van het landelijk gastransportnet onverwijld en zo mogelijk, tijdig voorafgaand aan die situatie te informeren en de door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ter zake gegeven aanwijzingen op te volgen.

3. Aansluitpunt

3.1. Aanvraag van het aansluitpunt

3.1.1.

Een aangeslotene die een aansluitpunt wenst op het landelijk gastransportnet dient daartoe een aanvraag in bij de netbeheerder van het landelijk gastransportnet met behulp van een formulier dat te vinden is op de website van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. Het verzoek dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:

  • de gewenste maximale capaciteit van de aansluiting in kWh/h;

  • de gewenste leveringsdruk in bar(o);

  • de (beoogde) locatie van de gasverbruikinstallatie op een kadastrale kaart;

  • de gewenste datum van inbedrijfname van het aansluitpunt.

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet neemt per gasverbruikinstallatie één aanvraag tegelijkertijd in behandeling.

3.1.2.

Binnen twee maanden na ontvangst van de in 3.1.1 bedoelde aanvraag meldt de netbeheerder van het landelijk gastransportnet wat met inachtneming van de in 3.1.1 bedoelde aanvraag het dichtstbijzijnde punt in het landelijk gastransportnet is met een voor die aansluiting geschikte druk en voldoende capaciteit waarop het aansluitpunt te realiseren is. Hiertoe zal de netbeheerder van het landelijk gastransportnet een aansluitovereenkomst opstellen.

Indien de netbeheerder van het landelijk gastransport niet in staat is binnen twee maanden na ontvangst van de in 3.1.1 bedoelde aanvraag te melden wat het dichtstbijzijnde punt in het landelijk gastransportnet met een voor die aansluiting geschikte druk en voldoende capaciteit is, dient zij aangeslotene uiterlijk zes weken na het indienen van de aanvraag hierover te informeren. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet kan eenmalig de termijn verlengen met maximaal twee maanden.

3.1.3.

Voordat het aansluitpunt conform de in 3.1.1 bedoelde aanvraag zal worden gerealiseerd, dient aangeslotene de aansluitovereenkomst te ondertekenen. De aansluitovereenkomst bevat specifieke kenmerken van het aansluitpunt, zoals, maar niet noodzakelijk beperkt tot, de locatie en de fysieke eigenschappen van het aansluitpunt en civielrechtelijke bepalingen. De netbeheerder van het landelijke gastransportnet zal het aansluitpunt zo snel mogelijk maar uiterlijk binnen twee jaar na ondertekening van de aansluitovereenkomst door aangeslotene realiseren, tenzij dit niet redelijkerwijs van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet kan worden gevergd.

3.1.4.

Een aangeslotene mag verzoeken dat het aansluitpunt op een andere locatie wordt gerealiseerd dan de locatie die de netbeheerder van het Iandelijk gastransportnet op grond van artikel 3.1.2 meldt. Indien de netbeheerder van het Iandelijk gastransportnet moet investeren in uitbreiding van het Iandelijk gastransportnet om aan dat verzoek te voldoen, wordt in de aansluitovereenkomst opgenomen dat aangeslotene een garantie afgeeft dat de capaciteit zoals opgenomen in de in 3.1.1 bedoelde aanvraag op het beoogde aansluitpunt gecontracteerd wordt gedurende tien jaar.

3.2. Druk

3.2.1.

De druk op het overdrachtspunt is gelijk aan de heersende leidingdruk ter plaatse van het aansluitpunt.

De maximale operationele druk, de maximale incidentele druk en de minimale leidingdruk worden vastgelegd in de aansluitovereenkomst. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal hier niet van afwijken, behoudens het bepaalde in 3.4.3 en 6.1.4. Indien door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet of aangeslotene wordt vastgesteld dat hiervan toch is afgeweken, zullen de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene elkaar daarover zo spoedig mogelijk informeren.

3.3. Gaskwaliteit

3.3.3.

Indien aangeslotene een aansluitpunt heeft op een gedeelte van het landelijk gastransportnet dat H-gas transporteert, kunnen de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene, indien en voor zover uit het door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet uitgevoerde onderzoek blijkt dat dit mogelijk is, nadere afspraken maken over de Wobbe index en de overige kwaliteitsparameters binnen de in 3.3.1 weergegeven bandbreedtes. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet kan met aangeslotene nadere financiële en operationele voorwaarden overeenkomen die verband houden met de nadere afspraken over de Wobbe index en de overige kwaliteitsparameters.

3.3.4.

Het gas wordt niet geodoriseerd beschikbaar gesteld tenzij anders wordt overeengekomen in de aansluitovereenkomst. Het is niet uitgesloten dat het ter beschikking gestelde gas, vloeibare substantie en/of stof bevat, aangeslotene dient hiervoor in de gasinstallatie voorzieningen te treffen. Het gas wordt beschikbaar gesteld met een temperatuur die gelijk is aan de temperatuur in de leiding ter plaatse van het aansluitpunt.

3.3.5.

Indien door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet of aangeslotene wordt vastgesteld dat het gas op het overdrachtspunt niet voldoet aan de eisen ten aanzien van gaskwaliteit, zullen de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene elkaar daarover zo spoedig mogelijk informeren.

3.4. Capaciteit

3.4.1.

De contractuele capaciteit van het aansluitpunt, zijnde de hoeveelheid gas die maximaal per uur beschikbaar wordt gesteld, wordt op basis van de door aangeslotene verstrekte gegevens op basis van 3.1.1 door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene in onderling overleg vastgesteld en vastgelegd in de aansluitovereenkomst.

3.4.2.

Indien aangeslotene de vastgelegde capaciteit wenst te verhogen, dient aangeslotene daartoe een aanvraag in bij de netbeheerder van het landelijk gastransportnet met behulp van een formulier dat te vinden is op de website van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. De artikelen 3.1.2, 3.1.3 en 3.1.4 zijn van overeenkomstige toepassing op het verzoek tot verhogen van de vastgestelde capaciteit.

3.4.3.

Aangeslotene zal de vastgelegde capaciteit niet overschrijden, tenzij de overschrijding het rechtstreeks gevolg is van werkzaamheden als omschreven in 6.1.2 en 6.1.4. Ingeval aangeslotene de vastgelegde capaciteit overschrijdt, kan dit er toe leiden dat wordt afgeweken van de minimale leidingdruk zoals vastgelegd in de aansluitovereenkomst. Bovendien wordt elke overschrijding van die capaciteit beschouwd als een situatie bedoeld in 2.2 en is aangeslotene verplicht de netbeheerder van het landelijk gastransportnet voor zover redelijkerwijs mogelijk tijdig voorafgaand aan die situatie te informeren en de door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ter zake gegeven aanwijzingen op te volgen. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet kan in een dergelijke situatie verlangen dat de vastgelegde capaciteit (aan de realiteit) wordt aangepast en kan met aangeslotene financiële en operationele voorwaarden overeenkomen die verband houden met die gewijzigde capaciteit.

3.5. Beheer

3.5.1.

Het aansluitpunt wordt door of in opdracht van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet bedreven, onderhouden, verplaatst, aangepast en verwijderd. Onder onderhouden wordt onder meer verstaan het inspecteren, herstellen, keuren en vervangen van het aansluitpunt. Het is aangeslotene niet toegestaan handelingen te (laten) verrichten aan het aansluitpunt zonder uitdrukkelijke toestemming van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.

3.5.2.

Bij (dreigende) calamiteiten dient aangeslotene onmiddellijk contact op te nemen met de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en de instructies van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet met betrekking tot het gebruik maken van de aansluiting op te volgen.

3.7. Samenstelling en locatie van het aansluitpunt

3.7.1.

Het aansluitpunt omvat

  • het afsluiterschema, bestaande uit voorzieningen ten behoeve van beheer en onderhoud aan en besturing van het landelijk gastransportnet en om calamiteiten te beheersen

  • voorzieningen die nodig zijn om het aansluitpunt met zwaar transport te bereiken

  • noodzakelijke voorzieningen ter beveiliging van het perceel waar het aansluitpunt is gelegen

  • indien van toepassing, de noodzakelijke voorzieningen waaronder elektriciteit en telemetrie

3.7.2.

Het aansluitpunt bevindt zich op een locatie

  • die toegankelijk is te maken voor zwaar transport

  • waar fysiek ruimte is voor het gehele voor het aansluitpunt benodigde afsluiterschema

  • waar benodigde vergunningen reeds verkregen zijn of verkregen kunnen worden

5. Meten

5.1.

Al het gas dat stroomt over het overdrachtspunt dient gemeten te worden. De meting geschiedt door aangeslotene conform de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene. Aangeslotene zal er voor zorg dragen dat er geen gas wordt onttrokken tussen het overdrachtspunt en de meetinrichting.

5.2.

De meetinrichting wordt ontworpen, aangelegd, beheerd en onderhouden door aangeslotene en voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene. Alvorens de meetinrichting wordt aangelegd of gemodificeerd, dient het ontwerp ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en dient goedkeuring voor het ontwerp verkregen te worden van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.

5.3.

De meetinrichting dient voorzien te zijn van een ruimte waarin het door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet beschikbaar gestelde lokaal data acquisitie-systeem zobedoeld in 1.2.5 van de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene door of in opdracht van aangeslotene wordt geplaatst. Dit lokale data acquisitiesysteem dient conform de specificatie van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet met de meetinrichting te worden verbonden. Aangeslotene draagt zorg voor de aanleg van de spannings- en telemetrievoorziening in deze ruimte conform de specificatie van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. De in dit artikel genoemde specificaties zijn te vinden op de website van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet onder de naam Specificatie_GTS_bij_meting_door_aangeslotene.

5.4.

De meetinrichting dient voorzien te zijn van de mogelijkheid tot aanleg van een monsternamepunt om, indien noodzakelijk, een sonde aan te sluiten ten behoeve van een gaskwaliteitmeting ten behoeve van de bepaling van de gaskwaliteit bij aangeslotene. Het monsternamepunt dient zodanig gesitueerd te zijn dat onder alle omstandigheden een representatief monster van het gas verkregen wordt en dat in de nabijheid van het monsternamepunt een gaskwaliteitmeting geplaatst kan worden. Bij de meetinrichting dient voldoende ruimte te zijn om een gaskwaliteitmeting te plaatsen door of in opdracht van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet. Aangeslotene draagt zorg voor de aanleg van de spannings- en telemetrievoorziening ten behoeve van de gaskwaliteitmeting conform de specificatie van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, welke te vinden is op de website van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet onder de naam Specificatie_GTS_bij_meting_door_aangeslotene.

5.5.

De functionele eisen met betrekking tot de meting zoals opgenomen in de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene dienen door aangeslotene nader te worden ingevuld/uitgewerkt in een meethandboek. Dit meethandboek bevat in ieder geval:

  • een omschrijving van de opgestelde apparatuur,

  • de berekeningsmethodes,

  • de wijze van onzekerheidsberekening van de meetinrichting,

  • de afhandeling van geconstateerde meetfouten,

  • een opsomming van de contactpersonen en hun bereikbaarheidgegevens

  • de aan de apparatuur te stellen nauwkeurigheidseisen

  • de methodes en criteria om de kwaliteit van de metingen te waarborgen, evenals de voor het veilig, doelmatig en betrouwbaar functioneren van het landelijk gastransportnet benodigde informatievoorziening.

  • de procedure voor registratie en verrekening met de netbeheerder van het landelijk gastransportnet van het gasverbruik dat niet door de meetinrichting wordt geregistreerd en het gasverbruik ten behoeve van het bedrijven van de meet- en regelinrichting inclusief verwarming.

De gebruikte methodes en procedures zullen in overeenstemming zijn met de actuele versies van de relevante (internationale) standaarden. Het meethandboek dient door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet goedgekeurd te worden. Indien er geen goedgekeurd meethandboek is, wordt de meting geacht niet te voldoen aan eisen zoals opgenomen in de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene.

5.6.

Aangeslotene is verplicht om aanpassingen aan de meetinrichting, van zodanige aard dat deze van betekenis kunnen zijn voor het correct functioneren van de fysieke en administratieve processen rond het landelijk gastransportnet, tijdig voorafgaand aan het uitvoeren hiervan aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet te melden.

5.7.

Aangeslotene is verplicht de documentatie betreffende de bouw en het onderhoud van de meetinrichting zodanig actueel te houden zodat aangeslotene bij gerede twijfel op ieder moment op verzoek en naar genoegen van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet kan aantonen dat zijn meetinrichting voldoet aan de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene, zo nodig onder verstrekking aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet van de documentatie waarin dit wordt onderbouwd.

5.8.

Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de meetinrichting niet correct functioneert of een afwijking vertoont, zal aangeslotene deze controleren en zo nodig handelend optreden (justeren). De kosten hiervan komen voor rekening van aangeslotene, tenzij een eventueel geconstateerde onnauwkeurigheid de toegestane afwijkingen, zoals gedefinieerd in het meethandboek, niet overschrijdt, in welk geval de kosten voor de controle voor rekening van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet komen.

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet is bevoegd de meetinrichting te (laten) onderzoeken om te beoordelen of door aangeslotene aan de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene wordt voldaan. Indien de meetinrichting blijkens dit onderzoek niet voldoet aan hetgeen bepaald is in de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene, is aangeslotene verplicht de gebreken voor zijn rekening te herstellen binnen de door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet opgegeven termijn en conform de eisen zoals vastgelegd in deze Aansluitcode gas LNB aansluitpunt.

Indien en voor de periode dat de meetinrichting niet voldoet aan hetgeen bepaald is in de Meetcode gas LNB meting door aangeslotene, is de netbeheerder van het landelijk gastransportnet na overleg met betrokkenen – waaronder in elk geval worden begrepen de desbetreffende aangeslotene en de betrokken erkende programmaverantwoordelijke(n) – gerechtigd tot het vaststellen van de meetwaarden.

5.9.

Indien wordt vastgesteld dat de meetinrichting niet correct functioneert, maar het tijdstip waarop dit niet-correct functioneren is begonnen niet kan worden bepaald, wordt het niet-correct functioneren geacht te zijn begonnen halverwege de datum waarop het niet-correct functioneren is vastgesteld en de datum van de laatste onbetwiste controle van de meetinrichting. De datum waarop het niet-correct functioneren is vastgesteld, wordt geacht te zijn de datum waarop de controle is uitgevoerd die het niet-correct functioneren aantoonde. De door de meetinrichting gemaakte fout gedurende de periode tussen de datum waarop het niet-correct functioneren is begonnen, dan wel wordt geacht te zijn begonnen, en de datum waarop de meter weer naar behoren functioneert, zal in overleg met de netbeheerder van het landelijk gastransportnet door aangeslotene worden geschat. De fout zal niet worden uitgedrukt in uurcorrecties maar in één totale volumecorrectie. Correctie vindt evenwel slechts plaats binnen de termijnen zoals genoemd in de artikelen 2.4.1 en 2.5.1 van de Allocatiecode gas.

5.10.

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet is gerechtigd tot het gebruik van de voor haar (voor de uitvoering van haar taken als netbeheerder van het landelijk gastransportnet) benodigde telecommunicatie-infrastructuur en/of datalijnen, verbonden aan de meet- en regelinrichting en, indien aanwezig, de gaskwaliteitmeting conform 5.4 bij aangeslotene. Hierbij zal de netbeheerder van het landelijke gastransportnet het veiligheidsbeleid van aangeslotene in acht nemen.

5.11.

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet heeft toegang tot alle aan de meting gerelateerde informatie. Aangeslotene zal de netbeheerder van het landelijk gastransportnet of een derde die door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet gemachtigd is in de gelegenheid stellen de uit te voeren test- en kalibratiewerkzaamheden bij te wonen en zal de resultaten hiervan overleggen.

5.12.

Een minimum meetcapaciteit, dit is de capaciteit waarbij de ondergrens van het meetbereik van de meet- en regelinrichting wordt bereikt, wordt vastgelegd op basis van de door aangeslotene aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet verstrekte gegevens. Aangeslotene zal er voor zorgen dat de hoeveelheid af te nemen gas structureel en/of planmatig ligt in het capaciteitsgebied tussen de minimum meetcapaciteit en de maximum meetcapaciteit. Aangeslotene zal zodanig gas afnemen dat een correcte inzet van de meetinrichting wordt gewaarborgd; indien aangeslotene hieraan niet voldoet dan wel zal kunnen voldoen, is aangeslotene verplicht om de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, te informeren en de door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet ter zake gegeven aanwijzingen op te volgen. Voorts is aangeslotene verplicht, indien en voor zover hij structureel en/of planmatig de vastgelegde minimum meetcapaciteit onderschrijdt dan wel de maximale meetcapaciteit overschrijdt, de meetcapaciteit van de meetinrichting aan te passen en hierover met de netbeheerder van het landelijk gastransportnet in overleg te treden. Een gewijzigde minimum meetcapaciteit wordt door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene vastgelegd in de aansluitovereenkomst.

6. Samenwerking

6.1. Werkzaamheden

6.1.1.

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene zullen te allen tijde voldoende informatie uitwisselen en maatregelen nemen, opdat de werkzaamheden aan en de in- en uitbedrijfname van (onderdelen van) het aansluitpunt, de gasinstallatie en/of het landelijk gastransportnet en/of de daarmee verband houdende telecommunicatievoorzieningen zodanig worden gecoördineerd dat eventuele verstoring van de reguliere beschikbaarstelling van gas tot een minimum wordt beperkt.

6.1.1a.

Indien werkzaamheden aan de gasinstallatie het noodzakelijk maken om deze vrij van gas te maken, inclusief het gedeelte tussen het aansluitpunt en de meetinrichting, zal aangeslotene de hoeveelheid ongemeten gas vergoeden aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet tegen de neutrale gasprijs conform 4.1.6.4 van de Transportcode gas LNB.

6.1.2.

Waar redelijkerwijs noodzakelijk in verband met de veiligheid, doelmatigheid en betrouwbaarheid van het landelijk gastransportnet, zullen de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene voor werkzaamheden aan het aansluitpunt, de gasinstallatie of het landelijk gastransportnet, die gedurende een bepaalde periode een zekere gasafname of gasafnamepatroon op het aansluitpunt vereisen, met elkaar en met andere netgebruikers samenwerken teneinde gedurende deze periode een dergelijke gasafname of gasafnamepatroon te realiseren.

6.1.3.

Door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet te verrichten werkzaamheden aan en inspecties van het aansluitpunt, het lokale data acquisitiesysteem conform 5.3 en de gaskwaliteitmeting conform 5.4 zullen, zoveel als redelijkerwijs mogelijk, tijdens kantooruren, in overleg met en met inachtneming van het veiligheidsbeleid van aangeslotene worden verricht. Aangeslotene staat er voor in dat de door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet aan te wijzen personen te allen tijde toegang hebben tot het gebouw en de aansluiting voor het uitvoeren van werkzaamheden en het verrichten van inspecties, alsmede dat het gebouw en de aansluiting steeds goed bereikbaar zijn.

6.1.4.

Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet voornemens is om, buiten het geval van storing of calamiteiten, werkzaamheden te verrichten aan het aansluitpunt die kunnen leiden tot onderbreking, vermeerdering of vermindering van de beschikbaarstelling van gas dan wel tot verandering van de condities waaronder het gas beschikbaar wordt gesteld, zullen deze werkzaamheden niet eerder worden uitgevoerd dan nadat over het tijdstip en de tijdsduur van de onderbreking respectievelijk de vermeerdering of vermindering van de beschikbaarstelling van gas dan wel de verandering van de condities waaronder het gas beschikbaar wordt gesteld, overleg met aangeslotene heeft plaatsgevonden. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal bij planning en uitvoering van deze werkzaamheden zoveel als redelijkerwijs mogelijk met de belangen van aangeslotene rekening houden.

6.1.5.

Indien een calamiteit of storing het aansluitpunt, de gasinstallatie en/of het ongestoorde functioneren van het landelijk gastransportnet bedreigt, kan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de noodzakelijke werkzaamheden onverwijld en zonder voorafgaand overleg met aangeslotene uitvoeren. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene zullen in dat geval zoveel als redelijkerwijs mogelijk contact met elkaar onderhouden en samenwerken om de calamiteit of storing dan wel de gevolgen daarvan op te heffen.

6.1.6.

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet is bevoegd om zonder voorafgaande mededeling aan aangeslotene en andere betrokkenen het aansluitpunt af te sluiten indien dit vereist is wegens direct gevaar voor personen.

6.1.7.

Aangeslotene respectievelijk de netbeheerder van het landelijk gastransportnet zal noch door middel van de gasinstallatie respectievelijk het aansluitpunt, en/of het landelijk gastransportnet noch anderszins hinder of schade veroorzaken aan het aansluitpunt en/of het landelijk gastransportnet respectievelijk de gasinstallatie. Aangeslotene zal het aansluitpunt niet gebruiken voor aarding van elektrische installaties, toestellen, bliksemafleiders en dergelijke, dan wel voor enig ander doel dan onder deze Aansluitcode gas LNB aansluitpunt uitdrukkelijk is toegestaan. Aangeslotene zal de door of vanwege de netbeheerder van het landelijk gastransportnet op de aansluiting aangebrachte verzegelingen niet verbreken of laten verbreken.

6.2. Communicatie

6.2.1.

Met betrekking tot het bedrijven van het aansluitpunt zullen de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene prioriteit geven aan de veiligheid, doelmatigheid en betrouwbaarheid van het landelijk gastransportnet. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene zullen elkaar de nodige medewerking verlenen bij de toepassing en de uitvoering van het bepaalde in deze Aansluitcode gas LNB aansluitpunt en de controle op de naleving daarvan. De netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene zijn in het bijzonder verplicht elkaar zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van alle gegevens, voorvallen en wijzigingen in omstandigheden of in de feitelijke situatie die voor de uitvoering van deze Aansluitcode gas LNB aansluitpunt van belang (kunnen) zijn, waaronder waargenomen of vermoede (dreiging van) schade, gebreken of onregelmatigheden aan het aansluitpunt en/of de gasinstallatie.

6.2.2.

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene zijn, onder meer om hetgeen omschreven in 6.2.1 na te kunnen komen, vierentwintig uur per dag en elke dag van het jaar telefonisch dan wel via enig ander overeengekomen communicatiesysteem bereikbaar. Alle relevante adres- en communicatiegegevens worden vastgelegd. Indien deze gegevens wijzigen, dienen de netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene elkaar hierover uiterlijk tien werkdagen voorafgaand aan wijziging van de gegevens schriftelijk te informeren op het vastgelegde adres.

6.2.3.

De netbeheerder van het landelijk gastransportnet en aangeslotene zullen zich voldoende inspannen te (blijven) beschikken over de benodigde vergunningen en elkaar over de inhoud van die vergunningen en de voorwaarden waaronder zij zijn afgegeven, te (blijven) informeren.

6.3. Continuïteit

6.3.1.

Aangeslotene verstrekt jaarlijks op verzoek van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet voor elk aansluitpunt informatie over de verwachte capaciteitsbehoefte in de komende vier jaren. Aangeslotene zal aan de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet hierom verzoekt, nadere (achtergrond)informatie verstrekken over de door hem verstrekte gegevens. Aangeslotene staat er voor in dat de door hem verstrekte opgaven op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen en een zo goed mogelijke schatting geven van de toekomstige capaciteitsbehoefte.

7. Bijzondere bepalingen

7.2. Compensatie bij ernstige storingen

7.2.1.

Aangeslotene heeft recht op een financiële compensatie bij storingen die voor een periode langer dan 4 uren tot een onderbreking van het transport van gas leiden, met uitzondering van voorziene onderbrekingen.

7.2.2.

De in 7.2.1 genoemde termijn van 4 uren vangt voor alle door de onderbreking getroffen aangeslotenen aan op het moment dat de netbeheerder van het landelijk gastransportnet de eerste melding van een onderbreking van een aangeslotene ontvangt of, indien dat eerder is, op het moment van vaststelling van de onderbreking door de netbeheerder van het landelijk gastransportnet.

7.2.3.

De in 7.2.1 genoemde financiële compensatie bedraagt voor de aangeslotene € 910,– bij een onderbreking van 4 uur tot 8 uur, vermeerderd met € 500,– voor elke volgende aaneengesloten periode van 4 uur. De uitbetaling dient binnen drie maanden te geschieden.

7.2.4.

De duur van onderbreking wordt voor alle door de onderbreking van het transport van gas getroffen aangeslotenen bepaald als de tijdsduur tussen de in 7.2.2 gedefinieerde aanvang van de onderbreking en het moment dat het transport voor alle door de onderbreking van het transport van gas getroffen aangeslotenen is hersteld.

8. Slotbepalingen

8.1.

De Aansluitvoorwaarden Gas – LNB – Aansluitpunt, zoals vastgesteld bij besluit van 19 november 2015, wordt ingetrokken.

8.2.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het is geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 april 2016

De Autoriteit Consument en Markt,

namens deze:

F.J.H. Don

bestuurslid

Naar boven