Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz-uitvoerders Wlz 2016

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2021.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 12-04-2017 t/m heden

Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz-uitvoerders Wlz 2016

§ 1. Algemeen

Artikel 1

Dit besluit verstaat onder:

Artikel 2

  • 1 Het Zorginstituut Nederland keert het voorlopig vastgestelde, het nader vastgestelde en het definitief vastgestelde beheerskostenbudget voor Wlz-uitvoerders over het jaar 2016 uit met inachtneming van de Regeling voorschotverlening op uitkeringen Wlz 2015.

  • 2 Het Zorginstituut verdeelt voor het kalenderjaar jaar 2016 een totaalbedrag van 78,016 miljoen euro aan besteedbare middelen beheerskosten over de Wlz-uitvoerders ten laste van het Fonds langdurige zorg.

§ 2. Voorlopige vaststelling beheerskostenbudget 2016

Artikel 3

  • 1 Het Zorginstituut stelt in maart 2016 voor iedere Wlz-uitvoerder, anders dan in de hoedanigheid van zorgkantoor, een voorlopig beheerskostenbudget vast ter bepaling van de besteedbare middelen voor het kalenderjaar 2016.

  • 2 Het Zorginstituut verdeelt het in artikel 2, tweede lid genoemde totaalbedrag ten behoeve van de voorlopige vaststelling van het beheerskostenbudget als volgt over de Wlz-uitvoerders:

    • a. een bedrag van 1,418 miljoen euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz;

    • b. een bedrag van 0,400 miljoen euro verdeeld over de twee Wlz-uitvoerders die geen zorgkantoorfunctie uitvoeren en ook geen deel uitmaken van een groter concern.

    • c. een bedrag van 75,666 miljoen euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz, waarbij verzekerden, die op 1 juli 2015 vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen.

Artikel 4

Ter voorlopige vaststelling van de beheerskostenbudgetten per Wlz-uitvoerder sommeert het Zorginstituut per Wlz-uitvoerder de ingevolge artikel 3 berekende bedragen. Het Zorginstituut rondt de beheerskostenbudgetten af op hele euro’s, waarbij het Zorginstituut bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

Artikel 5

Voor de bepaling van het aantal verzekerden, bedoeld in artikel 3, onderdeel a en c, gebruikt het Zorginstituut de opgaven van de verzekerdenaantallen per 1 juli 2015 van de Wlz-uitvoerder. Deze opgave heeft de Wlz-uitvoerder in de tweede kwartaalstaat Wlz voor de Wlz-uitvoerder 2015 vermeld en dient te zijn voorzien van een bestuursverklaring.

Artikel 6

Indien een Wlz-uitvoerder zijn overige taken, bedoeld in artikel 4.4, tweede lid van het Besluit Wfsv, geheel of gedeeltelijk uitbesteedt, betaalt hij aan het zorgkantoor waaraan hij deze taken uitbesteedt per verzekerde een bedrag van 3,6939034 euro als vergoeding in de beheerskosten.

Artikel 7

Voor een nieuwe Wlz-uitvoerder, die geen rechtsopvolger is van een of meer bestaande Wlz-uitvoerders, kan het Zorginstituut uitgaan van andere dan in dit besluit genoemde verzekerdenaantallen.

§ 3 . Nadere vaststelling beheerskostenbudget 2016

Artikel 7a

  • 1 Uiterlijk in mei 2017 stelt het Zorginstituut de beheerskostenbudgetten voor 2016 voor iedere Wlz-uitvoerder, anders dan in de hoedanigheid van zorgkantoor, met in achtneming van de Nadere aanwijzing, nader vast.

  • 2 Het Zorginstituut verdeelt het in artikel 2, tweede lid genoemde totaalbedrag ten behoeve van de nadere vaststelling van het beheerskostenbudget als volgt over de Wlz-uitvoerders:

    • a. een bedrag van 1.411.333 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz;

    • b. een bedrag van 400.000 euro verdeeld over de twee Wlz-uitvoerders die geen zorgkantoorfunctie uitvoeren en ook geen deel uitmaken van een groter concern;

    • c. een bedrag van 67.773.667 euro op basis van het aantal bij hen ingeschreven verzekerden dat aanspraak kan maken op verstrekkingen en uitkeringen ingevolge de Wlz, waarbij verzekerden, die op 1 juli 2016 vijfenzestig jaar of ouder zijn, dubbel tellen;

    • d. een voorwaardelijk bedrag van ten hoogste 8.350.000 euro dat uitsluitend bestemd is voor onafhankelijke cliëntondersteuning, waarbij dit bedrag wordt verdeeld op basis van de kosten voor onafhankelijke cliëntenondersteuning in 2015 zoals die door de Wlz-uitvoerders zijn opgenomen in de financiële verantwoording 2015;

    • e. een bedrag van 81.000 euro wordt toegekend aan de Wlz-uitvoerder die het project ‘Leven zoals je wilt’ uitvoert.

Artikel 7b

Ter nadere vaststelling van de beheerskostenbudgetten per Wlz-uitvoerder sommeert het Zorginstituut per Wlz-uitvoerder de ingevolge artikel 7a berekende bedragen. Het Zorginstituut rondt de beheerskostenbudgetten af op hele euro’s, waarbij het Zorginstituut bedragen van een halve euro en hoger afrondt naar boven en overige bedragen naar beneden.

Artikel 7c

Voor de bepaling van het aantal verzekerden, bedoeld in artikel 7a, tweede lid, onderdeel a en c, gebruikt het Zorginstituut de opgaven van de verzekerdenaantallen per 1 juli 2016 van de Wlz-uitvoerder. Deze opgave heeft de Wlz-uitvoerder in de tweede kwartaalstaat Wlz voor de Wlz-uitvoerder 2016 vermeld en dient te zijn voorzien van een bestuursverklaring.

Artikel 7d

Indien een Wlz-uitvoerder zijn overige taken, bedoeld in artikel 4.4, tweede lid, van het Besluit Wfsv, geheel of gedeeltelijk uitbesteedt, betaalt hij aan het zorgkantoor waaraan hij deze taken uitbesteedt per verzekerde een bedrag van 3,2694983 euro als vergoeding in de beheerskosten.

Artikel 7e

Het Zorginstituut betaalt het verschil tussen het bedrag van het nader vastgestelde en het voorlopig vastgestelde beheerskostenbudget ingeval van een positief saldo voor de Wlz-uitvoerder uit. Indien het verschil tot een negatief saldo voor de Wlz-uitvoerder leidt, vordert het Zorginstituut het verschil in.

§ 4. Definitieve vaststelling beheerskostenbudget 2016

Artikel 8

  • 1 Uiterlijk in 2018 stelt het Zorginstituut de beheerskostenbudgetten voor de Wlz-uitvoerders definitief vast door de berekening uit paragraaf 3 opnieuw uit te voeren, met inachtneming van de beoordeling en correcties van de Nederlandse Zorgautoriteit.

  • 2 In afwijking van het tweede lid, onderdeel d van artikel 7a verdeelt het Zorginstituut het voorwaardelijke bedrag van maximaal 8.350.000 euro op basis van de werkelijke kosten voor onafhankelijke cliëntenondersteuning in 2016 zoals die door de Wlz-uitvoerders zijn opgenomen in de financiële verantwoording 2016.

  • 3 Het Zorginstituut betaalt het verschil tussen het bedrag van het definitief vastgestelde en het nader vastgestelde beheerskostenbudget in geval van een positief saldo voor de Wlz-uitvoerder uit. Indien het verschil tot een negatief saldo voor de Wlz-uitvoerder leidt, vordert het Zorginstituut het verschil in.

§ 5. Slot

Artikel 9

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze worden geplaatst, en werken terug tot en met 1 januari 2016.

Artikel 10

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels ter verdeling besteedbare middelen beheerskosten Wlz-uitvoerders Wlz 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Voorzitter Raad van Bestuur

A. Moerkamp

Naar boven