Instellingsbesluit Commissie LIJ

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 14-03-2016 t/m heden

Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 29 februari 2016 kenmerk nr. 722437, houdende instelling van de Toetsingscommissie Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (Instellingsbesluit commissie LIJ)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de Minister: de Minister van Veiligheid en Justitie;

  • b. de Commissie: de Toetsingscommissie Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen.

Artikel 3. Taak

De Commissie heeft tot taak:

  • a. de instrumenten (of tussenproducten) van het LIJ te beoordelen. De beoordelingen vinden plaats aan de hand van de uitgangspunten en eisen van het Landelijk Kader instrumentarium Jeugdstrafrechtketen;

  • b. hierover advies uit te brengen aan de Minister.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1 De Commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste drie andere leden.

  • 2 De leden van de Commissie worden door de Minister benoemd op grond van de deskundigheid die nodig is voor een goede vervulling van de in artikel 3 genoemde taken.

  • 3 De Minister benoemt de voorzitter en overige leden voor een periode van drie jaar. Herbenoeming is eenmaal mogelijk voor een gelijke periode.

  • 4 De leden van de Commissie worden op eigen verzoek door de Minister tussentijds ontslagen.

  • 5 De leden kunnen voorts door de Minister worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

  • 6 Bij tussentijds ontslag van een lid kan de Minister, op aanbeveling van de voorzitter, een nieuw lid benoemen.

Artikel 5. Secretariaat

  • 1 De Commissie heeft een secretaris.

  • 2 De Minister benoemt de secretaris voor een periode van drie jaar. Herbenoeming is eenmaal mogelijk voor een gelijke periode.

  • 3 De secretaris wordt op eigen verzoek door de Minister tussentijds ontslagen.

  • 4 De secretaris kan voorts door de Minister worden ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

  • 5 Bij tussentijds ontslag van de secretaris kan de Minister, op aanbeveling van de voorzitter, een nieuwe secretaris benoemen.

  • 6 De secretaris is voor zijn inhoudelijke werkzaamheden verantwoording schuldig aan de voorzitter van de Commissie.

  • 7 De secretaris is geen lid van de Commissie.

Artikel 6. Informatie en geheimhouding

  • 1 De Minister verstrekt aan de Commissie de informatie die nodig is voor een goede vervulling van haar taken.

  • 2 Voor zover de leden in het kader van de uitvoering van hun taken de beschikking krijgen over gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden en op hen niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht rust, zijn zij verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel 7. Openbaarmaking

Adviezen, rapporten, notities, verslagen en andere documenten welke door of namens de commissie worden vervaardigd, worden niet door de Commissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de Minister uitgebracht.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Naar boven