Mandaatbesluit samenwerking DNB-CBS 2016

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 06-03-2016 t/m heden

Besluit van de Directeur-Generaal van de statistiek tot het verlenen van mandaat aan De Nederlandsche Bank N.V. voor de verwerving van gegevens bij financiële instellingen ten behoeve van het opstellen van o.a. de sectorrekeningen en tot het opleggen van bestuurlijke maatregelen bij overtreding van de rapportageverplichtingen op grond van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek (Mandaatbesluit samenwerking DNB-CBS 2016)

De Directeur-Generaal van de statistiek,

Gelet op de artikelen 33, derde lid, 37, 43 en 51 van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek en de artikelen 2, onderdeel j, 3, 10 en 12 van het Besluit gegevensverwerving CBS;

Gelet op artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht en de schriftelijke instemming van De Nederlandsche Bank N.V. van 16 februari 2016, kenmerk 2016/86330;

Gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:10 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. CBS-wet: de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek;

  • b. Besluit: het Besluit gegevensverwerving CBS (Stb. 2003, 552);

  • c. CBS: het Centraal bureau voor de statistiek;

  • d. Directeur-Generaal: de Directeur-Generaal van de statistiek, bedoeld in artikel 8 van de CBS-wet;

  • e. DNB: De Nederlandsche Bank N.V.;

  • f. financiële instellingen: de krachtens artikel 33, derde lid, van de CBS-wet, in samenhang met artikel 2, onderdeel j, van het Besluit, aangewezen ondernemingen, vrije beroepsbeoefenaren, instellingen en rechtspersonen die activiteiten ontplooien op het terrein van de financiële dienstverlening;

  • g. ESR 2010: het Europees rekeningenstelsel 2010, als bedoeld in de Verordening (EG) nr. 549/2013 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese unie;

  • h. sectoren en subsectoren: de onderscheiden institutionele sectoren en subsectoren, genoemd in hoofdstuk 2 van ESR 2010, met de bijbehorende ESR-code;

  • i. sectorrekeningen: de financiële rekeningen en balansen en de lopende rekeningen van de sectoren en subsectoren, op kwartaal- en jaarbasis;

  • j. Verordening (EG) nr. 2533/98: Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van de Europese Unie van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank;

  • k. Verordening (EG) nr. 223/2009: Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek1,;

  • l. samenhangende statistieken: de met een volledig rekeningenstelsel samenhangende statistieken op het terrein van onder meer de Aanbod- en Gebruiktabellen (AGT) en de Structural Business Statistics (SBS);

  • m. micro-informatie: statistische gegevens die betrekking hebben op een individuele informatieplichtige of enig andere natuurlijke of rechtspersoon, lichaam of bijkantoor.

Artikel 2

  • 1 DNB oefent, met inachtneming van de in artikel 3 bedoelde algemene instructies, in naam van de Directeur-Generaal de volgende bevoegdheden uit:

    • a. het opvragen bij financiële instellingen van de gegevens, bedoeld in artikel 3 met name (onderdelen a tot en met l) en artikel 10 van het Besluit, die relevant zijn voor het opstellen van sectorrekeningen en andere (samenhangende) statistieken;

    • b. het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de CBS-wet aan een financiële instelling die de in onderdeel a bedoelde gegevens niet, niet tijdig of niet juist en volledig verstrekt;

    • c. het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 51 van de CBS-wet aan een financiële instelling die de in onderdeel a bedoelde gegevens niet, niet tijdig of niet juist en volledig verstrekt;

    • d. het beslissen op een bezwaar tegen een door DNB krachtens dit mandaatbesluit genomen besluit, waaronder een beschikking van DNB tot het opleggen van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom;

    • e. het aanmanen tot betaling of het invorderen bij dwangbevel van een door een financiële instelling verschuldigde bestuurlijke boete;

    • f. het aanmanen tot betaling of het invorderen bij dwangbevel van een door een financiële instelling verbeurde dwangsom.

  • 2 Voor de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, stelt DNB na overleg met het CBS per onderscheiden categorie financiële instellingen de inhoud van de rapportages vast. Leidend hierbij zijn de statistische leveringsverplichtingen van het CBS en DNB aan Eurostat en aan de Europese Centrale Bank op het gebied van de sectorrekeningen en andere (samenhangende) statistieken, inclusief de aan de te leveren gegevens gestelde kwaliteitsnormen, alsmede de praktische haalbaarheid van de gegevensverwerving en de lasten die deze verwerving voor de financiële instellingen met zich brengt.

  • 3 De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, worden uitgevoerd door de medewerkers van DNB die daarmee door DNB zijn belast.

Artikel 3

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 130 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en artikel 7 van de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank, gelden ter zake van de uitoefening van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde bevoegdheden de volgende algemene instructies:

    • a. bij de uitoefening van de in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedoelde bevoegdheid neemt DNB het bepaalde in de artikelen 33, vierde lid, 37, 38 en 39 van de CBS-wet en artikel 12 van het Besluit in acht;

    • b. bij de uitoefening van de in artikel 2, eerste lid, onderdelen b en e, bedoelde bevoegdheden oefent DNB tevens de bevoegdheden uit als bedoeld in de artikelen 44 tot en met 50 van de CBS-wet;

    • c. bij de uitoefening van de in artikel 2, eerste lid, onderdelen c en f, bedoelde bevoegdheden oefent DNB tevens de bevoegdheden uit als bedoeld in artikel 52 van de CBS-wet;

    • d. een beslissing op een bezwaarschrift wordt niet genomen door een medewerker van DNB die het besluit heeft genomen waartegen het bezwaar zich richt;

    • e. een besluit van DNB dat krachtens dit Mandaatbesluit is genomen of een schriftelijke handeling van DNB die krachtens dit Mandaatbesluit is verricht, vermeldt aan het slot: ‘De Directeur-Generaal van de statistiek, namens deze, De Nederlandsche Bank N.V.,’;

    • f. het door DNB te voeren handhavingsbeleid ter zake van het opleggen van lasten onder dwangsom en van bestuurlijke boetes wordt vastgesteld in overleg met de Directeur-Generaal. Beleidsregels van DNB ter zake van de uitoefening van de bevoegdheden als bedoeld in artikel 2, eerste lid, worden vastgesteld in overleg met de Directeur-Generaal;

    • g. micro-informatie is vertrouwelijk en kan slechts worden verstrekt aan derden voor zover toegestaan onder Verordening (EG) nr. 2533/98 en Verordening (EG) nr. 223/2009. Ten aanzien van de aan DNB verstrekte micro-informatie is het geheimhoudingsregime van artikel 8 (Geheimhoudingsplicht) van Verordening (EG) nr. 2533/98 van toepassing. Op deze gegevens blijft tevens hoofdstuk V (Statistische geheimhouding) van Verordening (EG) nr. 223/2009 van toepassing. Bij het uitwisselen van micro-informatie nemen het CBS en DNB de voor hen geldende bepalingen inzake geheimhouding van die gegevens, voortvloeiende uit nationale en Europese regelgeving, in acht.

  • 2 Specifieke instructies per geval van de Directeur-Generaal aan DNB ter zake van de uitoefening van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde bevoegdheden hebben geen betrekking op taken en plichten die DNB heeft uit hoofde van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB).

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 5

  • 1 Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit samenwerking DNB-CBS 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 februari 2016

De Directeur-Generaal van de statistiek

T.B.P.M. Tjin-A-Tsoi

  1. Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende communautaire statistiek en besluit 89/382 EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen. ^ [1]
Naar boven